Veilige overbrenging van afvalstoffen in de EU en tussen de EU en niet-EU-landen
De Europese Unie (EU) heeft een stelsel voor het toezicht en de controle op overbrenging van afvalstoffen binnen haar grenzen en met landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en niet-EU-landen die het Verdrag van Bazel hebben getekend.
BESLUIT
Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen.
SAMENVATTING
De Europese Unie (EU) heeft een stelsel voor het toezicht en de controle op overbrenging van afvalstoffen binnen haar grenzen en met landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en niet-EU-landen die het Verdrag van Bazel hebben getekend.
WAT DOET DEZE VERORDENING?
Hierin staan de voorschriften voor de controle op de overbrenging van afvalstoffen om de milieubescherming te verbeteren.
Ook neemt de verordening de bepalingen van het Verdrag van Bazel over in EU-wetgeving, alsmede de herziening van het OESO-besluit van 2001 inzake het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen bestemd voor handelingen ter nuttige toepassing (d.w.z. waarbij afvalstoffen verwerkt worden om er een bruikbaar product uit te halen of om te zetten in brandstof).
KERNPUNTEN
De wetgeving is van toepassing op overbrenging van afvalstoffen:
• |
tussen EU-landen binnen de EU of doorgevoerd via niet-EU-landen;
|
• |
die in de EU worden ingevoerd vanuit niet-EU-landen;
|
• |
die uit de EU worden uitgevoerd naar niet-EU-landen;
|
• |
die door de EU worden doorgevoerd op weg van of naar niet-EU-landen;
|
De wet omhelst bijna alle soorten afvalstoffen met uitzondering van radioactieve afvalstoffen, afvalstoffen die aan boord van schepen zijn ontstaan, overbrengingen die onder de erkenningseisen van de verordening inzake dierlijke bijproducten vallen, bepaalde overbrenging van afvalstoffen vanuit het zuidpoolgebied, invoer in de EU van bepaalde afvalproducten die zijn ontstaan bij strijdkrachten of hulporganisaties in crisissituaties enz.
Controleprocedures
Er zijn twee controleprocedures voor de overbrenging van afvalstoffen, namelijk:
1. |
de algemene informatieverplichtingen van artikel 18 die normaal van toepassing is op overbrengingen van afvalstoffen voor nuttige toepassing opgenomen in bijlage III („groene” lijst van afvalstoffen - niet-gevaarlijke afvalstoffen als papier of kunststoffen) of IIIA, en |
2. |
de procedure van voorafgaande schriftelijke kennisgeving en toestemming voor andere soorten overbrenging van afvalstoffen, met inbegrip van:
|
Overige bepalingen
• |
Alle betrokken partijen moeten ervoor zorgen dat afvalstoffen worden beheerd op een milieuhygiënisch verantwoorde manier, waarbij zowel EU- als internationale regels gerespecteerd worden tijdens het hele overbrengings-proces en wanneer deze nuttig toegepast of verwijderd worden.
|
• |
Volgens de kennisgevingsprocedure is er voorafgaande schriftelijke toestemming nodig van de bevoegde autoriteiten van de landen die betrokken zijn bij de overbrenging (land van verzending, land van doorvoer en land van bestemming) die binnen 30 dagen gegeven moet worden.
|
• |
De kennisgever heeft de plicht om een overbrenging van afvalstoffen terug te nemen wanneer deze illegaal is bevonden of wanneer deze niet kan worden behandeld zoals bedoeld is (met inbegrip van nuttige toepassing of verwijdering van afvalstoffen).
|
Handelsverboden
Uitvoer van afvalstoffen voor verwijdering naar niet-EU-landen is verboden, behalve naar EVA-landen die partij zijn bij het Verdrag van Bazel.
Uitvoer voor nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen (d.w.z. die risico's voor de gezondheid van de mens en het milieu vormen) zijn verboden behalve uitvoer naar landen waarop het OESO-besluit van toepassing is.
Invoer van afvalstoffen voor verwijdering of nuttige toepassing uit niet-EU-landen is verboden, behalve de invoer:
• |
vanuit land waarop het OESO-besluit van toepassing is;
|
• |
uit niet-EU-landen die partij zijn bij het Verdrag van Bazel;
|
• |
uit landen die een bilaterale overeenkomst met de EU of EU-landen hebben gesloten, of
|
• |
uit andere gebieden in crisissituaties.
|
Inspectiesystemen
Om de inspectiesystemen van de EU-landen te versterken is de wet in 2014 gewijzigd. Hierin staan de minimumeisen voor controle met de nadruk op problematische afvalstromen (zoals gevaarlijke afvalstoffen en afvalstoffen die illegaal wordt overgebracht voor dumping of voor ondermaatse verwerking). EU-landen moeten hun inspectieplannen voor 2017 klaar hebben.
WANNEER TREEDT DEZE VERORDENING IN WERKING?
Vanaf 15 juli 2006.
Kijk voor meer informatie op de website over overbrenging van afvalstoffen van de Europese Commissie.
REFERENTIES
Besluit |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
Verordening (EG) nr. 1013/2006 |
15.7.2006 |
- |
Wijzigingsbesluit(en) |
Inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
Verordening (EG) nr. 669/2008 |
19.7.2008 |
- |
|
Verordening (EG) nr. 219/2009 |
20.4.2009 |
- |
|
Richtlijn 2009/31/EG |
25.6.2009 |
- |
|
Verordening (EU) nr. 660/2014 |
17.7.2014 |
- |
Achtereenvolgende wijzigingen en correcties aan Verordening (EG) nr. 1013/2006 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie heeft alleen documentaire waarde.
WIJZIGINGEN IN DE BIJLAGE
Verordening (EG) nr. 1379/2007 (PB L 309 van 27.11.2007, blz. 7-20).
Verordening (EG) nr. 669/2008 (PB L 188 van 16.7.2008, blz. 7-15).
Verordening (EG) nr. 308/2009 (PB L 97 van 16.4.2009, blz. 8-11).
Verordening (EU) nr. 664/2011 (PB L 182 van 12.7.2011, blz. 2-4).
Verordening (EU) nr. 135/2012 (PB L 46 van 17.2.2012, blz. 30-32).
Verordening (EU) nr. 255/2013 (PB L 79 van 21.3.2013, blz. 19-23).
Verordening (EU) nr. 1234/2014 (PB L 332 van 19.11.2014, blz. 15-17).
GERELATEERDE BESLUITEN
Verordening (EG) nr. 801/2007 van de Commissie van 6 juli 2007 betreffende de uitvoer, met het oog op terugwinning, van bepaalde in bijlage III of IIIA bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 genoemde afvalstoffen naar bepaalde landen waarop het OESO-besluit betreffende het toezicht op de grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is (PB L 179 van 7.7.2007, blz. 6-35).
Laatste wijziging: 20.04.2015