Communiceren over Europa in partnerschap

Een dialoog zonder vooroordelen en een levendig debat zijn van essentieel belang voor de goede gezondheid van de Europese democratie. De Commissie kan deze taak niet alleen aan: om met de Europese burger te kunnen communiceren, heeft zij de steun nodig van de andere instellingen en van de lidstaten.

MAATREGEL

Mededeling van de Commissie van 3 oktober 2007 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Communiceren over Europa in partnerschap [COM(2007) 568 definitief - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

Om de kloof tussen de burgers en de Europese Unie (EU) te dichten, stelt de Commissie in deze mededeling een aantal maatregelen voor die de Unie in de gelegenheid moeten stellen de Europese burgers beter te informeren en beter naar hen te luisteren. Deze acties zijn een vervolg op het Witboek over een Europees communicatiebeleid dat sinds de publicatie van het document in 2006 honderden reacties heeft uitgelokt.

Een samenhangende en geïntegreerde communicatie

De Commissie biedt sterk gevarieerde communicatieactiviteiten en communicatiediensten aan. Bovendien maakt zij daarbij gebruik van de meest uiteenlopende communicatiemiddelen, waaronder audiovisuele media, internet, de geschreven pers, publicaties, evenementen en informatiepunten. Dit geheel van communicatieactiviteiten moet op coherente wijze geïntegreerd en ingezet worden. Alle betrokken actoren moeten een samenhangende communicatie voeren over al wat de Europese Unie aangaat: de dienst van de woordvoerder, het personeel van de Commissie, de lidstaten en de delegaties van de Commissie in niet tot de EU behorende landen.

Inspraak voor de burgers

Om de burgers aan het Europese debat te laten deelnemen, moet in de eerste plaats actie op lokaal niveau worden ondernomen. De Commissie heeft in dit verband talloze maatregelen ten uitvoer gelegd om:

De Commissie moedigt de totstandkoming van een actief Europees burgerschap aan. Zij stelt voor om lidstaten die dat wenselijk achten te helpen bij de integratie van Europese onderwerpen in hun onderwijsprogramma's en draagt daarvoor diverse maatregelen aan, waaronder:

Om de toegang van het maatschappelijk middenveld tot de Commissie te verbeteren, zullen in alle diensten specifieke contactpersonen aangewezen worden.

Ontwikkeling van een Europese publieke ruimte

Om een debat te kunnen openen dat de nationale grenzen overschrijdt, moeten alle politieke actoren bij het proces betrokken worden. De nationale en Europese politieke partijen en de gekozen vertegenwoordigers in het algemeen zijn de meest aangewezen actoren om dit debat op gang te brengen. De Commissie werkt aan de oprichting van een reeks proefinformatienetwerken, een netwerk van internetforums voor discussies tussen leden van het Europees Parlement, leden van nationale parlementen, journalisten en opinieleiders.

Ook de media en de informatiediensten moeten nauwer bij het proces betrokken worden. De Commissie stuurt aan op een uitgebreidere berichtgeving over Europese aangelegenheden op bestaande audiovisuele kanalen en zal networking van radio- en televisieomroepen op Europees niveau aanmoedigen. Zij stelt voor om de uitzendcapaciteit van de dienst van de Europese Unie voor audiovisuele berichtgeving, Europe by Satellite, te verdubbelen. Verder wil zij de Europa-website interactiever, toegankelijker en gebruikersvriendelijker maken.

De Commissie zal de maatschappelijke organisaties, de NGO's, de particuliere sector en de overheidssector helpen om een netwerk van websites tot stand te brengen waarop Europese kwesties kunnen worden aangekaart.

Ten slotte spelen bij de ontwikkeling van een Europese publieke ruimte ook het luisteren naar en het begrijpen van de Europese publieke opinie een fundamentele rol. Daarom neemt de Commissie zich voor om Eurobarometer te versterken door breder gebruik te maken van enerzijds innoverende kwalitatieve onderzoeksinstrumenten en anderzijds gericht opinieonderzoek om het effect van communicatie te meten. Ook de dienst Europe Direct kan informatie verschaffen over de belangrijkste zorgpunten van de burgers. De raadplegingen ten slotte bieden inzicht in de Europese publieke opinie betreffende de voornaamste wetsvoorstellen. De vertegenwoordigingen van de Commissie zullen actief deelnemen aan campagnes om de burgers te betrekken bij het raadplegingsproces.

Versterking van de partnerschapsaanpak

De communicatie mag niet beperkt blijven tot "Brussel". Daarom wil de Commissie samenwerken met de lidstaten. Zij stelt dan ook voor om meer managementpartnerschappen op te richten met lidstaten die daarvoor belangstelling tonen. De managementpartnerschappen zijn gebaseerd op gezamenlijke communicatieplannen. Dit soort samenwerking zal ongetwijfeld een hulp zijn bij het aanpassen van de communicatie aan de plaatselijke omstandigheden en het koppelen daarvan aan nationale politieke agenda's.

De Commissie pleit tevens voor nauwere samenwerking met de Europese instellingen. Zij stelt met name voor om de rol van de Interinstitutionele Groep voorlichting te versterken. De groep is belast met het vaststellen van richtsnoeren voor de communicatieprioriteiten van de EU en het bepalen van de communicatiestrategie van de Unie.

Aangezien de Commissie de communicatie niet op haar eentje kan verbeteren, stelt zij het Parlement en de Raad voor om een interinstitutioneel akkoord over communicatie te sluiten. Doel is overeenstemming te bereiken over de voornaamste communicatieprioriteiten van de EU, de middelen die de verschillende instellingen gebruiken beter te benutten en de lidstaten tot samenwerking aan te moedigen. Dat moet leiden tot de opstelling van een gemeenschappelijk jaarlijks werkplan met de communicatieprioriteiten van de Europese Unie. Het is niet de bedoeling om een absoluut identieke boodschap uit te dragen, maar om op gecoördineerde wijze te communiceren over dezelfde onderwerpen.

Laatste wijziging: 30.10.2007