Zesde kaderprogramma (2000-2006): Biowetenschappen, genomica en biotechnologie voor de gezondheid

Dit specifieke programma beoogt de resultaten van de ontcijfering van de genomen van levende organismen op geïntegreerde wijze te exploiteren in het belang van de volksgezondheid, het concurrentievermogen van de Europese biotechnologie-industrie, van het milieu en de landbouw.

BESLUIT

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: "Structurering van de Europese onderzoeksruimte" (2002-2006) [Publicatieblad L 294 van 29.10.2002].

SAMENVATTING

De complete ontcijfering van het menselijk genoom op het einde van het jaar 2000 betekent een ware wetenschappelijke revolutie. De terbeschikkingstelling van de volledige menselijke genenkaart opent de weg naar een gigantische nieuwe onderzoeksopdracht waarbij wetenschappers op zeer grote schaal moeten samenwerken.

De ontwikkeling van de genomica (de studie van het gehele genoom van levende organismen) en de biotechnologie van de gezondheid (techniek voor de genetische manipulatie van moleculen of transgenetische organismen) kunnen resulteren in een volledig nieuwe medische aanpak voor de behandeling van ziekten, meer bepaald door het herstellen van slecht functionerende genen of door de productie van nieuwe types geneesmiddelen.

In dat verband zorgt het zesde kaderprogramma voor een bundeling van de grote Europese deskundigheid op het gebied van de biowetenschappen in de geest van de Europese onderzoeksruimte.

De activiteit van de Unie is voornamelijk gericht op twee belangrijke onderzoeksgebieden die worden gesubsidieerd met een bedrag van 2 255 miljoen euro:

I. GEAVANCEERDE GENOMICA EN TOEPASSINGEN DAARVAN VOOR DE GEZONDHEID

Het genoomonderzoek zal in de komende jaren zijn weerslag doen gevoelen op het dagelijkse leven van talrijke burgers. De grote gevolgen van dit onderzoek op gebieden als gezondheidszorg, landbouw, bosbouw en visserij doen geloven dat de genomica wel eens de wetenschap van de toekomst kan worden. Op dit terrein worden in het zesde kaderprogramma twee actiegebieden onderscheiden:

A. Fundamentele kennis en basisinstrumenten op het gebied van functionele genomica in alle organismen

De doelstelling is om een beter inzicht te krijgen in de genomica, zodat de diverse functies van de verschillende genen en genproducten kunnen worden bepaald en de menselijke gezondheid kan worden verbeterd. De onderzoeksactiviteiten hebben betrekking op de volgende punten:

B. Toepassing van kennis en technologieën op het gebied van genomica en medische biotechnologie

De doelstelling is de concurrentiekracht van de Europese biotechnologie-industrie te bevorderen door een efficiënte exploitatie van de enorme hoeveelheid nieuwe biotechnologische gegevens, afkomstig uit de genomica en de vooruitgang van de biotechnologie.

De onderzoeksactiviteiten hebben betrekking op de technologische platforms voor de ontwikkeling van nieuwe instrumenten voor diagnostiek, preventie en therapie, met onderzoek naar stamcellen (cellen die zich kunnen vermenigvuldigen en specialiseren) en methoden ter vervanging van dierproeven. Het is ook de bedoeling de samenwerking tussen universitaire en industriële wereld te bevorderen.

II. BESTRIJDING VAN BELANGRIJKE ZIEKTEN

Preventie, opsporing en therapie worden gebundeld om te strijden tegen bepaalde ziekten die zo complex zijn dat zij weerstand blijven bieden tegen de inspanningen van de wetenschap. Op dit terrein moeten drie actiegebieden worden onderscheiden:

A. Toepassingsgerichte benadering van kennis en technologieën met betrekking tot medische genomica

De doelstelling is strategieën te ontwerpen voor de preventie en beheersing van ziekten bij de mens en daarbij gebruik te maken van de genomica van planten en dieren, met name op de volgende gebieden:

B. De strijd tegen kanker

Kanker is een van de voornaamste problemen voor de volksgezondheid in Europa. Elk jaar worden bijna 4 miljoen nieuwe gevallen vastgesteld en kanker is in Europa de tweede doodsoorzaak geworden.

Het kaderprogramma heeft tot doel de beste strategieën te ontwikkelen om de opsporing en behandeling van kanker te verbeteren en de schadelijke neveneffecten te verminderen. Er is gekozen voor een zeer brede aanpak waarbij wordt gemikt op patiëntgerichte strategieën (gevolgen van bestraling, hormonale behandelingen, enz.) van preventie tot diagnostiek en behandeling. In die context moet een onderscheid worden gemaakt tussen drie onderling verbonden elementen:

C. Bestrijding van de voornaamste overdraagbare ziekten die verband houden met armoede

De doelstelling is een antwoord te bieden op de zware problemen die in de armste ontwikkelingslanden worden veroorzaakt door de drie voornaamste overdraagbare ziekten, namelijk AIDS, malaria en tuberculose. De inzet is efficiënte interventiestrategieën te ontwikkelen op communautair en internationaal niveau.

In dat verband levert het EDCTP-project (European and Developing Countries Clinical Trials Programme on Poverty-related diseases) een coherent antwoord door de bundeling van de communautaire en nationale inspanningen op het gebied van klinische proeven, nieuwe therapieën en nieuwe vaccins tegen AIDS, tuberculose en malaria in Afrika.

In het proces van ontwikkeling van nieuwe aan de sociaal-economische context van de zuidelijke hemisfeer aangepaste vaccins en behandelingsmethoden vergen de klinische proeven de zwaarste investeringen. Efficiënte coördinatie van het klinisch onderzoek is een noodzakelijke voorwaarde om de door deze pandemieën veroorzaakte verwoestingen in te dijken.

Referenties

Besluit

Inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht

Beschikking 2002/835/EG

1.1.2003

-

Laatste wijziging: 04.01.2007