Vierde verslag over de economische en sociale cohesie

Het vierde verslag over de economische en sociale cohesie geeft een eerste overzicht van de doeltreffendheid en de impact van het cohesiebeleid van de EU gedurende de periode 2000-2006 en bevat een voorlopige beoordeling van de nieuwe programmeringsperiode 2007-2013. Het maakt met name de balans op van zowel de huidige situatie en de economische, sociale en territoriale vooruitzichten in de lidstaten en de Europese regio's als de uitdagingen die het cohesiebeleid tijdens de komende jaren te wachten staan.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 30 mei 2007 : "Vierde verslag over de economische en sociale cohesie" [COM(2007) 273 definitief - Niet in het Publicatieblad verschenen].

SAMENVATTING

Het beleid voor economische en sociale cohesie van de Europese Unie (EU) wordt geconfronteerd met tal van uitdagingen en kansen. Dit vierde verslag maakt de balans op van de huidige situatie en de economische, sociale en territoriale perspectieven in de lidstaten en de regio's van de EU. Het analyseert de effecten van de vooruitgang die bij de verwezenlijking van het cohesiebeleid is geboekt, alsmede de invloed van dit beleid op de beleidsmaatregelen en -instrumenten van de lidstaten en de Gemeenschap.

Doeltreffendheid en impact van het cohesiebeleid

Uit de beoordeling van de doeltreffendheid en de impact van het cohesiebeleid blijkt dat tussen de Europese regio's een convergentieproces aan de gang is dat gemeten wordt aan de hand van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd gedurende de afgelopen tien jaar.

In dit verslag wordt onderstreept dat het cohesiebeleid de groei en de werkgelegenheid bevordert en het vermogen van de EU tot innovatie en aanpassing aan veranderingen versterkt. Zo heeft het cohesiebeleid bijgedragen aan de totstandkoming van nieuwe benaderingen inzake ontwikkeling, de verbetering van de kwaliteit van de overheidsinvesteringen en de ontwikkeling van het partnerschapsbeginsel als bestanddeel van goed bestuur. Het verslag legt tevens de nadruk op de invloed van het cohesiebeleid op de kwaliteitsverhoging van het menselijk kapitaal, het hefboomeffect op het openbaar en particulier kapitaal, en de ondersteuning van productieve investeringen.

Economische, sociale en territoriale verschillen

Dit verslag analyseert de situatie en de ontwikkeling van de economische, sociale en territoriale verschillen op nationaal en regionaal niveau met betrekking tot drie factoren: het bbp, de productiviteit en de werkgelegenheid. Het voorziet in een eerste beoordeling van de impact van het cohesiebeleid gedurende de periode 2000-2006 en het bevat een voorlopige beoordeling van de nieuwe programmeringsperiode 2007-2013.

Economische cohesie

Op nationaal niveau vertoonden de nieuwe lidstaten van na de uitbreiding van 2004 de grootste groei van de EU-25 en leverden zij tevens de snelste inhaalslag. Op regionaal niveau is het bbp per hoofd van de achterstandregio's in de EU-15 (die tussen 2000 en 2006 steun in het kader van het cohesiebeleid hebben ontvangen) tijdens de afgelopen tien jaar aanzienlijk gestegen. Toch bestaan er op nationaal en regionaal niveau nog steeds grote verschillen.

Sociale cohesie

Ofschoon de werkloosheidscijfers van de Europese regio's tussen 2000 en 2005 naar elkaar zijn toegegroeid, is in sommige landen in het merendeel van de regio's een daling van de werkgelegenheid vastgesteld. Gedurende dezelfde periode is het werkloosheidscijfer in de achterstandregio's gedaald van 13,4 % tot 12,4 %, terwijl de werkloosheid in de meer ontwikkelde regio's stabiel is gebleven.

Territoriale cohesie

Overeenkomstig de trend naar suburbanisatie heeft de economische activiteit zich sterk geconcentreerd in de hoofdstedelijke regio's, de groeicentra. Concentratie van armoede en werkloosheid in bepaalde stadsbuurten blijft voor veel Europese steden een probleem, net zoals de ontoereikende dienstverlening op het gebied van huisvesting, vervoer en onderwijs.

Cohesiebeleid voor de periode 2007-2013

Met betrekking tot het cohesiebeleid voor de periode 2007-2013 bevat dit verslag een voorlopige beoordeling van het hervormde cohesiebeleid. Teneinde de verschillen tussen de lidstaten en de regio's terug te dringen, groei tot stand te brengen en werkgelegenheid te scheppen, zullen de financiële middelen vooral worden ingezet voor:

Deze strategische aanpak op basis van concentratie van financiële middelen houdt in dat de cohesieprogramma's voor de periode 2007-2013 moeten worden afgestemd op de herziene strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid.

De regels voor het beheer van het cohesiebeleid zijn gestroomlijnd en vereenvoudigd overeenkomstig de normen inzake controle en goed financieel beheer. Het gaat daarbij onder meer om het volgende: aanneming van één verordening inzake programmabeheer, vaststelling van één reeks subsidiabiliteitsregels voor uitgaven, vereenvoudiging van het financieel beheer en van de controlesystemen en verbetering van de toegang tot de informatie voor burgers en potentiële begunstigden van de fondsen.

Uitdagingen van het cohesiebeleid

Teneinde het hoofd te kunnen bieden aan de globalisering worden de regio's geconfronteerd met de noodzaak om te herstructureren, te moderniseren en innovatie te bevorderen (in producten, beheer, processen en menselijk kapitaal). Daarom dienen de modernisering en diversificatie van de economische structuur in regio's met een hoge toegevoegde waarde vergezeld te gaan van een concurrentievoordeel dat gebaseerd is op kostenverlaging en productiemethoden met lage loonkosten.

Het onevenredige en asymmetrische effect van de klimaatverandering in bepaalde gebieden (bijvoorbeeld door erosie van de grond of overstromingen) vergt aanzienlijke investeringen om aan dit probleem het hoofd te kunnen bieden. Ook de stijging van de energieprijzen, de negatieve gevolgen van de vergrijzing en de bevolkingsafname, en de opkomende sociale spanningen en problemen zijn enorme uitdagingen die het cohesiebeleid gedurende de periode 2007-2013 te wachten staan.

GERELATEERDE BESLUITEN

Beschikking 2006/702/EG van de Raad van 6 oktober 2006 betreffende communautaire strategische richtsnoeren inzake cohesie [Publicatieblad L 291 van 21.10.2006].

De strategische richtsnoeren inzake cohesie voor de periode 2007-2013 hebben tot doel de strategische dimensie van het cohesiebeleid te versterken en ter plaatse een grotere betrokkenheid bij dit beleid te waarborgen.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 [Publicatieblad L 210 van 11.7.2006].

In deze verordening worden de gemeenschappelijke regels, normen en beginselen vastgesteld die van toepassing zijn op het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Cohesiefonds in het kader van het herziene cohesiebeleid voor de periode 2007-2013.

Laatste wijziging: 29.10.2007