Groenboek over het onderwijs voor kinderen met een migrantenachtergrond

Dit Groenboek lanceert een publieke raadpleging over het onderwijsbeleid voor kinderen met een migrantenachtergrond. Het is gericht op de onderwijssituatie van deze kinderen, de beleidsuitdagingen die deze situatie inhoudt en de manier waarop deze uitdagingen op nationaal en Europees niveau het hoofd kunnen worden geboden.

BESLUIT

Groenboek van 3 juli 2008 – Migratie en mobiliteit: uitdagingen en kansen voor Europese onderwijssystemen [COM(2008) 423 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Dit groenboek lanceert een publieke raadpleging over het onderwijsbeleid voor kinderen met een migrantenachtergrond. De vraagstukken die in de raadpleging aan bod komen, zijn de beleidsuitdagingen en de mogelijke antwoorden hierop, de rol van de Europese Unie (EU) op het gebied en de toekomst van Richtlijn 77/486/EEG inzake het onderwijs aan de kinderen van migrerende werknemers.

In het kader van dit Groenboek verwijst de term “kinderen met een migrantenachtergrond” naar alle personen die in een EU-lidstaat wonen waar ze niet geboren zijn. Dit omvat zowel EU-burgers als ingezetenen van derde landen.

De onderwijsuitdaging

Het aantal schoolkinderen met een migrantenachtergrond dat geconfronteerd wordt met taalkundige en culturele verschillen en sociaaleconomisch zwak staat, is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Dit is dan ook een grote uitdaging geworden voor de Europese onderwijssystemen. Zij moeten hoogwaardig en onpartijdig onderwijs blijven verzekeren en tegelijkertijd inspelen op de behoeften van een meer heterogene bevolking. Onderwijs is van cruciaal belang voor de integratie en inzetbaarheid. Het onvermogen van de systemen om aan deze uitdagingen het hoofd te bieden, kan leiden tot bredere maatschappelijke tegenstellingen, culturele segregatie en interetnische conflicten.

Het grote aantal leerlingen met een migrantenachtergrond houdt op meerdere niveaus een uitdaging voor het onderwijs in:

In vergelijking met hun medeleerlingen presteren heel wat kinderen met een migrantenachtergrond minder goed. Migrantenkinderen worden minder vaak ingeschreven voor preprimair onderwijs en ze zetten hun studies ook minder vaak voort in het hoger onderwijs. Bovendien ligt het aantal vroegtijdige schoolverlaters bij deze groep kinderen veel hoger. In bepaalde landen zijn deze problemen erger geworden van de eerste op de tweede generatie, wat erop wijst dat de onderwijssystemen niet integratiebevorderend werken.

Aan de onderwijsachterstand onder kinderen met een migrantenachtergrond liggen meerdere factoren ten grondslag. Een aantal van deze factoren houdt verband met de persoonlijke situatie van leerlingen, zoals:

Uit gegevens blijkt echter ook dat bepaalde landen er beter in slagen om de kloof tussen autochtone en migrantenleerlingen te verkleinen dan andere, wat aantoont dat beleidsmaatregelen de schoolprestaties aanzienlijk kunnen beïnvloeden. Zo is segregatie bijvoorbeeld een neerwaartse spiraal die de motivatie en de prestaties van kinderen beïnvloedt. Differentiatie op basis van vaardigheden kan hetzelfde effect hebben. Ook de mate waarin lesgevers voorbereid zijn op verscheidenheid en hun ambities voor hun leerlingen kunnen de resultaten sturen.

Beleidsantwoorden op de uitdaging

De voor de uitdaging meest geschikte beleidsmaatregelen en benaderingen zijn diegene die van kansgelijkheid in het onderwijs een prioriteit maken en die alle niveaus en gebieden van het onderwijssysteem overkoepelen.

De lidstaten volgen specifieke beleidsbenaderingen voor bepaalde aspecten van de onderwijsuitdaging, waaronder:

De rol van de EU

Hoewel het onderwijsbeleid een nationale bevoegdheid blijft, hebben de lidstaten zich belangstellend getoond om met elkaar samen te werken op het gebied van de inclusie van kinderen met een migrantenachtergrond. De Commissie kan deze samenwerking bevorderen. De EU heeft eigenlijk al stappen ondernomen die het beleid van de lidstaten beïnvloedt, met name via:

Bovendien is de Commissie voornemens een nieuw kader voor te stellen voor de open coördinatiemethode voor onderwijs en opleiding, die de lidstaten een forum voor samenwerking verschaft.

Tot slot komt in de raadpleging ook aan bod welke rol Richtlijn 77/486/EEG in de toekomst in de nationale beleidsvorming kan spelen. Zowel de tenuitvoerlegging als het toepassingsgebied van de Richtlijn blijken problematisch en de toegevoegde waarde voor het onderwijsbeleid wordt in vraag gesteld. Bijgevolg wordt overwogen om de Richtlijn te wijzigen, in te trekken of door alternatieve benaderingen te vervangen.

Het Groenboek reikt vragen aan die als leidraad moeten dienen voor de raadpleging, die wordt afgerond op 31 december 2008. De conclusies van de raadpleging worden in 2009 bekendgemaakt.

See also

Laatste wijziging: 17.10.2008