Estland

1) REFERENTIES

Advies van de Commissie [COM(97) 2006 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(98) 705 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(1999) 504 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(2000) 704 def. - Niet verschenen in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(2001) 700 def. - SEC(2001) 1747 - Niet verschenen in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(2002) 700 def. - SEC(2002) 1403 - Niet verschenen in het Publicatieblad]Verslag van de Commissie [COM(2003) 675 def. - SEC(2003) 1201 - Niet verschenen in het Publicatieblad]Verdrag betreffende de toetreding tot de Europese Unie [Publicatieblad L 236 van 23.9.2003]

2) SAMENVATTING

In haar advies van juli 1997 heeft de Europese Commissie als haar mening gegeven dat, mits de huidige inspanningen worden geïntensiveerd, Estland zich zonder grote problemen zal kunnen aanpassen aan het energie-acquis op middellange termijn. Punten waaraan een bijzondere aandacht moest worden besteed waren: de aanpassing van de monopolies, ook op het gebied van in- en uitvoer, de toegang tot netwerken, de energietarieven, de overheidsinterventies, de herstructurering van de sector van de leisteenolie, de voorzorgsmaatregelen voor noodsituaties, inclusief het verplicht aanhouden van olievoorraden, de energie-efficiëntie en milieunormen. Wat de aanpassing aan de Euratom-voorschriften betreft, werden door de Commissie geen grote moeilijkheden verwacht.

In haar verslag van november 1998 concludeerde de Commissie dat Estland enige vooruitgang had geboekt met de aanpassing aan de interne energiemarktregels, maar dat er verdere inspanningen nodig waren op het gebied van de reeds in het advies vermelde sectoren (aanpassing van monopolies, toegang tot netwerken, vaststelling van energietarieven, enz.).

In haar verslag van oktober 1999 merkte de Commissie evenwel op dat er geen vooruitgang meer was geboekt op het gebied van de aanpassing van de Estlandse wetgeving aan het acquis. Er waren dus verdere inspanningen nodig ter voorbereiding van de deelname aan de interne markt voor energie. Er waren maatregelen genomen met het oog op de liberalisering van de energiesector, maar voor de leisteenolie producerende sector moest op korte termijn een breed herstructureringsplan worden opgesteld. Er werden geen problemen verwacht bij de aanpassing aan de Euratom-bepalingen.

In haar verslag van november 2000 gaf de Commissie aan dat de vooruitgang op dit gebied beperkt was gebleven. Er was evenwel een eerste stap gezet in de omvorming van de leisteensector. De eerste fase van de verkoop was afgerond. 49% van de met leisteenolie gestookte elektriciteitscentrales waren verkocht aan een particuliere strategische investeerder. Om de tenuitvoerlegging van het energieacquis af te ronden, bleef er echter nog heel wat werk aan de winkel op talrijke gebieden, zoals de continuïteit van de energievoorziening, de verbetering van de energie-efficiëntie, enz.

In haar verslag van november 2001 bevestigde de Commissie dat Estland enige vooruitgang had geboekt bij de aanpassing aan het energie-acquis. De regering heeft talrijke wetgevingsbesluiten aangenomen op gebieden als de veiligheid van de energievoorziening, de interne markt voor energie, met name voor elektriciteit, en de energie-efficiëntie. De sector van de oliehoudende leisteen is zeer belangrijk voor het energiebeleid van Estland en het reeds zo lang verwachte herstructureringsplan voor de sector was eindelijk ingediend. Toch moesten de inspanningen worden verdubbeld om de plannen daadwerkelijk ten uitvoer te leggen, met name wat bedoelde leisteensector betreft.

In het verslag van oktober 2002 werd onderstreept dat Estland vooruitgang had geboekt bij de omzetting van het acquis communautaire op energiegebied, met name wat het terugdringen van de tariefdistorsies en de opening van de gasmarkt betreft. De aanpassing van een deel van de wetgeving was uitgevoerd, meer bepaald op het gebied van de interne markt voor elektriciteit en gas, de energie-efficiëntie en de aan te houden olievoorraden.

In het verslag van 2003 wordt geconcludeerd dat Estland zijn bij de toetredingsonderhandelingen aangegane verbintenissen en verplichtingen op energiegebied nakomt en tegen het tijdstip van de toetreding aan het acquis moet kunnen voldoen. Het land moet verder gaan met het geleidelijk aanleggen van de vereiste olievoorraden en de openstelling van zijn elektriciteits- en gasmarkten overeenkomstig de in de onderhandelingen afgesproken tijdschema's.

Het toetredingsverdrag is ondertekend op 16 april 2003 en de toetreding vond plaats op 1 mei 2004.

ACQUIS COMMUNAUTAIRE

De fundamentele elementen van het communautair acquis op energiegebied zijn de bepalingen van het Verdrag en het afgeleid recht, met name inzake mededinging en staatssteun, de interne markt voor energie - meer bepaald richtlijnen op het gebied van elektriciteit, transparante prijzen, de doorvoer van gas en elektriciteit, vergunningen voor koolwaterstoffen, de aanpak van noodsituaties (esdeenfr) en, in het bijzonder, de verplichtingen inzake minimumvoorraden, enz. - kernenergie, energie-efficiëntie en milieuvoorschriften.

Op kernenergiegebied heeft het acquis communautaire zich ontwikkeld tot een breed kader van juridische en politieke instrumenten, met inbegrip van internationale overeenkomsten. Op dit ogenblik worden vraagstukken aangepakt op het gebied van veiligheid en gezondheid (met name bescherming tegen straling), de veiligheid van kerncentrales, het beheer van radioactieve afvalstoffen, de investeringen, de bevordering van het onderzoek, de totstandbrenging van een gemeenschappelijke markt voor kernenergie, de splijtstofvoorziening, de veiligheidscontrole en de internationale betrekkingen.

In het Witboek (Voorbereiding van de geassocieerde landen in Midden- en Oost-Europa op integratie in de interne markt van de Unie) wordt in het hoofdstuk over energie onderstreept dat het noodzakelijk is de hoofdbeginselen met betrekking tot de interne markt en de daarmee samenhangende bepalingen inzake het concurrentierecht van de Europese Gemeenschap integraal toe te passen. Wat de nucleaire sector betreft, worden in het witboek de problemen van de splijtstofvoorziening, de veiligheidscontrole en de overdracht van nucleaire afvalstoffen aangestipt.

EVALUATIE

Estland heeft vooruitgang geboekt op het gebied van de vaststelling van wetgevingsmaatregelen ter aanpassing aan het acquis communautaire. De Commissie is echter van mening dat er nog grote inspanningen zullen moeten worden geleverd om die maatregelen ten uitvoer te leggen.

Ondanks zijn inspanningen in de energiesector blijft Letland buitengewoon afhankelijk van zijn voornaamste binnenlandse energiebron, de leisteenolie. Het probleem van de leisteenolie is nauw verbonden met de situatie op het gebied van de veiligheid van de energievoorziening. Sinds het laatste verslag heeft Letland in maart 2001 een wet aangenomen betreffende de minimum-brandstofvoorraden. Bij deze wet worden de regels voor de totstandbrenging van de door het acquis vereiste olievoorraden vastgelegd, alsmede een tijdschema om het vereiste niveau in 2010 te bereiken. Estland moet zijn inspanningen verdubbelen om de door het acquis vereiste voorraadniveau van 90 dagen olieverbruik te bereiken.

Wat de interne energiemarkt betreft, wordt de herstructurering van de sector van de leisteenolie voortgezet. Het risico bestaat echter dat na voltooiing van die herstructurering het proces van privatisering van de ondernemingen die elektriciteit produceren op basis van die brandstof contradicties doet ontstaan met de communautaire wetgeving op het gebied van de opening van de energiemarkt. Het proces van privatisering van de andere onderdelen van de elektriciteitsector is afgerond. In de gassector moet de omzetting van de communautaire richtlijn betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas worden voortgezet. Ook het hoge aandeel van illegaal verhandelde brandstoffen op de markt van de vloeibare brandstoffen vormt een probleem.

De wijziging van de energiewet, wat de regelgevingsprocedures betreft die door de Inspectie van de energiemarkt ten uitvoer moeten worden gelegd, is in 2002 in werking getreden. Er zijn verdere aanpassingen van de energiewetgeving nodig teneinde de bepalingen met betrekking tot de interne markt voor elektriciteit en gas volledig ten uitvoer te leggen.

Estland heeft een overgangsperiode bedongen, die in 2008 afloopt, voor de tenuitvoerlegging van de in de richtlijn "elektriciteit" vervatte bepalingen betreffende de opening van de markt. De inspectiedienst voor de energiemarkt moeten worden versterkt, met name wat zijn onafhankelijkheid betreft, dit gezien de belangenconflicten die zouden kunnen ontstaan omdat de staat eigenaar is van Eesti Energy, terwijl de inspectiedienst afhangt van het ministerie van economische zaken. Estland moet de onlangs aangenomen richtlijnen "elektriciteit" en "gas" omzetten in nationaal recht met inachtneming van de in het acquis vastgelegde tijdschema's.

Estland, Letland en Litouwen hebben in februari 2000 besloten een gemeenschappelijke Baltische elektriciteitsmarkt te creëren en een stelsel te ontwikkelen voor energietransport tussen de drie landen. Dit is een belangrijke stap als voorbereiding op de interne energiemarkt. Voorts hebben de regeringen van Estland en Letland in mei 2000 een samenwerkingsovereenkomst ondertekend tussen Eesti Energy en Latvenergo.

In december 1998 heeft Estland het Protocol van Kyoto ondertekend, dat de energie-efficiëntie in de relevante sectoren van de nationale economie moet verbeteren. In januari 2000 heeft de Estse regering haar goedkeuring gehecht aan het nationale programma voor efficiënt energiegebruik en tijdens de in het verslag behandelde periode heeft zij talrijke wetgevingsbesluiten op dit gebied aangenomen, onder meer de wet betreffende de energie-efficiëntie van elektrische apparaten en de wet betreffende de etikettering. Estland neemt nog steeds niet deel aan de programma's SAVE II (esdeenfr)of THERMIE, hoewel deelname aan de EU-programma's op energiegebied zou kunnen bijdragen tot een verbetering van de energie-efficiëntie en het stimuleren van hernieuwbare energiebronnen.

Hoewel Estland geen elektriciteit produceert op basis van kernenergie, heeft het nucleaire installaties waar over de radiologische veiligheid moet worden gewaakt. Estland beschikt over twee faciliteiten voor de opslag van radioactieve afvalstoffen. Een daarvan is buiten gebruik genomen, de andere is gesloten. Er bestaan plannen voor de overbrenging van die afvalstoffen naar Paldiski. Estland is dus nog altijd betrokken partij bij de maatregelen voor de instandhouding van de nucleaire veiligheid en moet dan ook rekening houden met de relevante aanbevelingen in het verslag van de Europese Raad van juni 2001 betreffende de nucleaire veiligheid in de context van de uitbreiding van de Unie. Letland heeft een overeenkomst met algemene veiligheidsgaranties gesloten met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA). Estland moet waken over de naleving van EURATOM-eisen en procedures. In dat verband moet alle nodige aandacht gaan naar de tenuitvoerlegging van de veiligheidscontrole van EURATOM. Estland moet blijven werken aan een versterking van de capaciteit van zijn centrum voor stralingsbescherming.

Laatste wijziging: 14.01.2004