De buitengewone Europese Raad van Lissabon (maart 2000): naar het Europa van de innovatie en de kennis

Het idee voor de buitengewone Europese Raad van 23 en 24 maart 2000 in Lissabon is ontstaan uit de wil om een nieuwe impuls te geven aan het communautair beleid, nu de economische conjunctuur voor de lidstaten van de Europese Unie al sinds een generatie niet meer zo veelbelovend is geweest. Tegen de achtergrond van deze vooruitzichten moesten dus langetermijnmaatregelen getroffen worden.

Twee recente ontwikkelingen zijn de economie en de hedendaagse samenleving grondig aan het veranderen. De mondialisering van de economie dwingt Europa ertoe in alle sectoren waar de concurrentie sterk toeneemt, een speerpuntpositie in te nemen. De plotselinge opkomst en vervolgens de toenemende betekenis van de informatie- en communicatietechnologieën (ICT) in de beroeps- en privésfeer hebben een tweeledige consequentie: een volledige herziening van het Europese onderwijsstelsel voorstellen en de toegang tot levenslange scholing waarborgen.

De Europese Raad van Lissabon heeft dan ook geprobeerd richtsnoeren te geven om de door de nieuwe economie geboden kansen te grijpen teneinde onder andere de sociale gesel van de werkloosheid uit te roeien. Aangezien de processen van Cardiff, Keulen en Luxemburg samen in voldoende instrumenten voorzien, werd het in Lissabon niet nodig geacht nieuwe processen op te starten. De strategie voorzag integendeel in de aanpassing en de versterking van de bestaande processen om het potentieel aan economische groei, werkgelegenheid en sociale samenhang maximaal te kunnen benutten (bijvoorbeeld door de Europese Unie te voorzien van betrouwbare en tussen de lidstaten vergelijkbare indicatoren met het oog op gepaste maatregelen).

Dankzij de gunstige economische situatie leek volledige werkgelegenheid in 2000 een haalbare doelstelling. Door de vertraging van de economische groei en de structurele problemen in de lidstaten heeft de Europese Unie echter achterstand opgelopen bij het verwezenlijken van deze doelstelling.

De zwakke Europese arbeidsmarkt blijft problemen opleveren:

Al deze zwakke punten kunnen uit de weg worden geruimd, als daarvoor voldoende middelen worden ingezet. Nu de speelruimte dankzij het economisch herstel groter wordt, wordt het tijd om de technologische en sociale uitdagingen waarvoor wij ons geplaatst zien, aan te pakken. Deze moeten vooral dienen als springplank naar volledige werkgelegenheid.

De technologische uitdagingen

De sector van de informatie- en communicatietechnologieën (ICT) vormt niet alleen een belangrijke uitdaging, maar beschikt ook over een belangrijk werkgelegenheidspotentieel. De Commissie is van plan de kwaliteit en de kwantiteit van de werkgelegenheid in de Europese Unie op korte en middellange termijn te verbeteren met behulp van informatie- en communicatietechnologieën. In de mededeling uit juni 2005 " i2010 - Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid " worden de grote politieke richtsnoeren beschreven. In een algemenere context moet erop worden toegezien dat deze informatiemaatschappij toegankelijk is voor iedereen, ongeacht bevolkingsgroep, ras, godsdienst of geslacht. Deze digitale economie, die de levenskwaliteit kan verbeteren, is bepalend voor een beter concurrentievermogen en voor meer werkgelegenheid.

Niettemin moet ervoor worden gezorgd dat deze economische en sociale veranderingen - hoe snel die zich ook voltrekken - geen enkele burger langs de zijlijn laten staan en dat de vruchten van de groei billijk verdeeld worden. Dat is precies het doel van initiatieven als " eEurope " van de Commissie. Dit initiatief legt de nadruk op de groei van de economische productiviteit en de verbetering van de kwaliteit en de toegankelijkheid van diensten ten behoeve van alle Europese burgers en baseert zich op een snelle infrastructuur (breedband) met een veilige toegang tot internet die voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar is.

Een kennismaatschappij

Willen nieuwkomers op de arbeidsmarkt een rol kunnen spelen in de kenniseconomie, dan moeten zij voldoende opleiding hebben. Aangezien de omgekeerde relatie tussen opleidingsniveau en werkloosheid de neiging vertoont zich te accentueren, moet Europa de scholingsgraad van schoolverlaters optrekken.

Onderwijs en onderzoek moeten op Europese schaal beter worden gecoördineerd. Dit kan gebeuren door de nationale en gemeenschappelijke onderzoekprogramma's in netwerken onder te brengen.

Alleen op deze manier kan Europa het werkgelegenheidspotentieel van de ICT ontwikkelen. Zo is geraamd dat tussen 2000 en 2010 de helft van de in Europa gecreëerde banen direct of indirect verband houdt met de informatietechnologie, zoals de banen die al gecreëerd zijn door de relatieve voorsprong van de EU op het gebied van de mobiele telefonie.

Verbetering van het concurrentievermogen in Europa

Om de meest concurrerende economische zone van de wereld te worden, moeten bovendien de onderzoeksvoorwaarden verbeterd worden en moet een gunstig ondernemingsklimaat worden geschapen, met name door de kosten in verband met de bureaucratie te verlagen.

Behalve deze noodzakelijke administratieve vereenvoudiging moet volgens de Commissie ook worden toegewerkt naar een echte dynamische ondernemingscultuur in Europa.

De voltooiing van de interne markt is eveneens een van de prioriteiten van de top van Lissabon uit 2000 en blijft ook in 2005 een prioriteit. In zijn conclusies verzoekt de Europese Raad bijvoorbeeld de lidstaten, de Raad en de Commissie onder meer alles in het werk te stellen om de liberalisatie in zeer specifieke sectoren (gas, elektriciteit, posterijen, vervoer, enz.) te voltooien. De Commissie heeft overigens een actieplan voor de interne markt 2003-2006 opgesteld, dat op specifieke doelstellingen is gericht. Het actieplan maakt deel uit van de geïntegreerde richtsnoeren voor 2005-2008.

Integratie van de financiële markten en coördinatie van het macro-economisch beleid

De door de euro geboden mogelijkheden moeten worden aangegrepen om de Europese financiële markten verder te integreren. Zoals in de mededeling van de Commissie " Risicokapitaal: sleutel voor de schepping van werkgelegenheid in de Europese Unie " wordt onderstreept, zijn immers de risicokapitaalmarkten van het allergrootste belang voor de ontwikkeling van het MKB. De conclusies van de Europese Raad wijzen op de noodzaak van een strak tijdschema zodat voor 2005 een actieplan voor de financiële markten kan worden uitgevoerd.

Wat het economisch beleid betreft, is de prioriteit nog steeds macro-economische stabiliteit zoals gedefinieerd in het Stabiliteits- en groeipact, maar waarin de doelstellingen groei en werkgelegenheid zijn verwerkt. De overgang naar een kenniseconomie houdt in dat het structuurbeleid een belangrijkere rol gaat spelen dan in het verleden.

Modernisering en versterking van het Europees sociaal model

In haar bijdrage aan de voorbereiding van de Europese Raad van Lissabon onderstreept de Commissie dat het Europees sociaal model over de middelen beschikt om te helpen bij de overgang naar de kennismaatschappij. De sociale integratie zal worden bevorderd door arbeid te stimuleren, duurzame pensioenregelingen te garanderen - terwijl de Europese bevolking aan het vergrijzen is - en sociale stabiliteit te waarborgen.

Bij de bevordering van de sociale integratie heeft de Commissie aan deze doelstellingen de hoogste prioriteit toegekend. Zo is zij uiterst actief geweest op het gebied van de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat, de bevordering van gelijke kansen voor vrouwen en mannen en acties ten behoeve van gehandicapten.

Vijf jaar na het opstarten van de Lissabon-strategie maakt de Commissie de balans op van de geboekte vooruitgang. In de mededeling " Samen werken aan werkgelegenheid en groei . Een nieuwe start voor de Lissabon-strategie" wordt een vereenvoudigd coördinatieproces voorgesteld waarbij de inspanningen tegelijkertijd op de nationale actieplannen worden toegespitst.

Laatste wijziging: 13.12.2005