De rol van nationale parlementen in EU-aangelegenheden

 

SAMENVATTING

INLEIDING

Het Verdrag van Lissabon is een belangrijke stap in de rol die nationale parlementen spelen in EU-aangelegenheden. Het verdrag stelt voor het eerst in een bepaling (Artikel 12 van het Verdrag betreffende de Europese Unie - VEU) de verschillende manieren vast waarop nationale parlementen „actief kunnen bijdragen aan de goede werking van de EU”. Hun deelname wordt gewaarborgd op vier belangrijke manieren:

ontvangst van informatie en documenten;

beoordeling van de eerbiediging van het subsidiariteitsbeginsel;

deelname aan de evaluatiemechanismen op het vlak van justitie, vrijheid en veiligheid;

betrokkenheid bij verdragsherziening.

INFORMATIE

De volgende documenten moeten aan de nationale parlementen worden toegezonden:

de mededelingen*;

het jaarlijks werkprogramma en alle andere instrumenten voor wetgevingsprogrammering en beleidsstrategie;

de ontwerpen van wetgevingshandelingen;

de agenda’s en resultaten van de vergaderingen van de Raad;

het jaarverslag van de Europese Rekenkamer;

het jaarverslag van de Commissie betreffende de toepassing van de beginselen van EU-bevoegdheid;

de evaluatie van de tenuitvoerlegging van het EU-beleid op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht.

Bovendien ontvangen de nationale parlementen een kennisgeving over voorstellen tot wijziging van de verdragen volgens de gewone herzieningsprocedure en over aanvragen voor toetreding tot de EU.

HERZIENING VAN SUBSIDIARITEIT

Het protocol betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid laat de nationale parlementen gemotiveerde adviezen uitbrengen indien zij van oordeel zijn dat een ontwerp van een EU-wetgevingshandeling het subsidiariteitsbeginsel niet respecteert. De bij het wetgevingsproces betrokken instellingen moeten rekening houden met alle gemotiveerde adviezen. Andere gevolgen voor een wetgevingsvoorstel zijn afhankelijk van hun aantal.

Het protocol kent twee stemmen toe aan elk nationaal parlement (een stem voor elke kamer indien het gaat om een tweekamerstelsel). Indien de voorgelegde gemotiveerde adviezen ten minste een derde van de stemmen vertegenwoordigen, moet de Commissie haar voorstel herzien en het behouden, wijzigen of intrekken. Deze drempel wordt verlaagd tot een vierde van de stemmen voor voorstellen met betrekking tot justitiële samenwerking in strafzaken en politiële samenwerking. Indien de ingediende gemotiveerde adviezen overeenkomen met een meerderheid van de stemmen, en de Commissie beslist om het voorstel te behouden, moeten het Europees Parlement en de Raad alvorens de eerste lezing af te sluiten, beslissen of het voorstel het subsidiariteitsbeginsel respecteert.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd uitspraak te doen inzake ieder beroep wegens schending van het subsidiariteitsbeginsel door een wetgevingsbesluit, dat wordt ingesteld door EU-landen, of overeenkomstig hun rechtsorde wordt toegezonden namens hun nationaal parlement of een kamer van dat parlement.

SPECIFIEKE ROL OP HET GEBIED VAN JUSTITIE, VRIJHEID EN VEILIGHEID

Op het gebied van justitie, vrijheid en veiligheid hebben nationale parlementen een specifieke rol. Ze nemen deel aan de evaluatie van de activiteiten van Eurojust en aan de controle op de activiteiten van Europol.

Bovendien kunnen nationale parlementen zich verzetten tegen beslissingen van de Raad die de gewone wetgevingsprocedure (met een gekwalificeerde meerderheid in de Raad) uitbreiden tot een aantal aspecten van familierecht met grensoverschrijdende gevolgen, die momenteel onderhevig zijn aan een bijzondere wetgevingsprocedure met eenparigheid van de stemmen in de Raad (passerelle-clausule in Artikel 81 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie).

BETROKKENHEID BIJ VERDRAGSHERZIENING

Het Verdrag van Lissabon betrekt de nationale parlementen voorts bij de procedures voor de herziening van verdragen, zoals hierna beschreven.

Bij de gewone en de vereenvoudigde herzieningsprocedures treden de wijzigingen van de verdragen in werking nadat ze door alle EU-landen, overeenkomstig hun wettelijke bepalingen, zijn bekrachtigd (of goedgekeurd, voor vereenvoudigde herzieningsprocedures). Dit vereist gewoonlijk parlementaire ratificatie.

Volgens de gewone herzieningsprocedure wordt een Conventie, die onder meer bestaat uit vertegenwoordigers van de nationale parlementen, bijeengeroepen om een aanbeveling voor de herzieningsvoorstellen te onderzoeken en aan te nemen.

In het kader van de algemene „passerelle-clausule” van Artikel 48(7) VEU, moet het initiatief van de Europese Raad om van de bijzondere wetgevingsprocedure over te schakelen op de gewone wetgevingsprocedure, of om over te schakelen van stemming met eenparigheid naar stemming bij gekwalificeerde meerderheid, meegedeeld aan de nationale parlementen en kan het niet worden aangenomen indien een nationaal parlement er zich binnen zes maanden tegen verzet.

CONFERENTIE VAN DE COMMISSIES VOOR EU-AANGELEGENHEDEN VAN DE PARLEMENTEN VAN DE EUROPESE UNIE (COSAC)

Sinds 1989 zijn de leden van de commissies voor EU-aangelegenheden van de nationale parlementen voor de uitwisseling van informatie en beste praktijken en de bespreking van vraagstukken van gemeenschappelijk Europees belang twee keer per jaar bijeengekomen tijdens een conferentie van de commissies voor EU-aangelegenheden voor de parlementen van de Europese Unie, beter bekend onder het Franse acroniem COSAC.

De rol van COSAC wordt erkend in het protocol over de rol van de nationale parlementen in de EU, dat bepaalt dat COSAC iedere door haar passend geachte bijdrage ter attentie van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie kan leveren.

KERNBEGRIPPEN

* Een mededeling is een beleidsdocument zonder verplichting. De Commissie neemt het initiatief om een mededeling te publiceren wanneer zij haar eigen opvattingen over een actueel onderwerp wil formuleren. Mededelingen hebben geen juridische gevolgen (definitie van het Europees Justitieel Netwerk).

ACHTERGROND

Voor nadere informatie:

Laatste bijwerking 20.10.2015