Het beroep wegens aansprakelijkheid

Het beroep wegens aansprakelijkheid maakt deel uit van de beroepsprocedures die voor het Hof van Justitie van de Europese Unie aanhangig gemaakt kunnen worden. Het laat particulieren of lidstaten die schade geleden hebben toe hiervoor vergoed te worden door de instelling die hiervan aan de basis ligt.

Het beroep wegens aansprakelijkheid is een beroep aangetekend bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (HJEU). De procedure kan opgestart worden door lidstaten of particulieren.

Het beroep wegens aansprakelijkheid geeft de kans schadevergoeding te verkrijgen uit hoofde van schade waarvoor de Unie aansprakelijk is. Er bestaan twee soorten beroep:

De contractuele aansprakelijkheid van de Unie

De organen en de functionarissen van de Unie zijn bij machte overeenkomsten te sluiten die de Unie tot aansprakelijkheid verbinden. Het HJEU is echter niet altijd bevoegd om uitspraak te doen in de uit deze overeenkomsten voortvloeiende geschillen.

Het beroep wegens aansprakelijkheid kan pas voor het HJEU ingesteld worden als een arbitragebeding hierin voorziet. Met andere woorden, het contract waarin de Unie als partij optreedt, moet een clausule bevatten die voorziet in de bevoegdheid van het HJEU in geval van geschil. Bij gebreke van een dergelijke clausule zullen de nationale rechtspraken bevoegd zijn om uitspraak te doen in het geschil dat uit de overeenkomst voortvloeit.

De extracontractuele aansprakelijkheid van de Unie

De Unie moet de schade herstellen waarvoor zij verantwoordelijk is. Deze schade kan bijvoorbeeld veroorzaakt zijn door een functionaris van de EU in de uitoefening van zijn functie. Ze kan ook voortvloeien uit de normatieve activiteit van de Europese instellingen, zoals de goedkeuring van een reglement.

De extracontractuele aansprakelijkheid van de Unie volgt uniforme regels, voortspruitend uit de rechtspraak van het HJEU. De beroepsprocedures kunnen gevormd worden door particulieren of lidstaten die schade geleden hebben en die hiervoor vergoed wensen te worden. De termijn waarbinnen de procedure opgestart dient te worden, is vastgesteld op vijf jaar te tellen vanaf het moment waarop de schade toegebracht werd.

Het Hof van Justitie erkent de aansprakelijkheid van de Unie wanneer de volgende drie voorwaarden vervuld zijn:

Het beroep wegens aansprakelijkheid ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie is enkel mogelijk om de aansprakelijkheid van de Unie in vraag te stellen. Ook particulieren kunnen de aansprakelijkheid van de lidstaten inroepen wanneer ze schade geleden hebben te wijten aan een onrechtmatige toepassing van het Europees recht. Beroep aangetekend tegen de lidstaten dient echter voor de nationale rechtbanken gebracht te worden.

Verdeling van de bevoegdheden tussen het Hof van Justitie en het Gerecht

De Rechtbank is bevoegd om, in eerste aanleg, uitspraak te doen in beroepsprocedures ingesteld door particulieren.

Het Hof van Justitie op zijn beurt is bevoegd om beroepsprocedures aangespannen door de lidstaten te berechten. Ook beroep aangetekend tegen de arresten van de Rechtbank van eerste aanleg vallen onder de bevoegdheid van het Hof. In dit laatste geval wordt er uitsluitend uitspraak gedaan over de rechtsvragen en worden de feiten niet opnieuw ten gronde beoordeeld.

Het Hof van Justitie en het Gerecht kunnen ook uitspraak doen in beroepsprocedures betreffende de contractuele aansprakelijkheid van de Unie. Deze beroepsprocedures verlopen conform de voorwaarden voorzien in de overeenkomsten waar de Unie deel van uitmaakt.

See also

Laatste wijziging: 26.11.2010