Atypische handelingen

Atypische handelingen zijn een categorie handelingen die worden aangenomen door de Europese instellingen. Deze kunnen betrekking hebben op de interne organisatie van de Europese Unie (EU) dan wel een meer algemene strekking hebben en verband houden met specifieke beleidsdomeinen.

SAMENVATTING

INLEIDING

Atypische handelingen zijn handelingen die door de EU-instellingen worden aangenomen. Deze handelingen worden „atypisch” genoemd omdat ze niet vallen onder de categorieën rechtshandelingen die zijn vastgesteld in het Verdrag betreffende de werking van de EU (artikelen 288, 289, 290, 291 of 292).

Er bestaan vele verschillende soorten atypische handelingen. Sommige ervan zijn voorzien in artikelen van de oprichtingsverdragen van de EU, terwijl andere in de institutionele praktijk zijn ontstaan.

Atypische handelingen onderscheiden zich van andere rechtshandelingen door hun reikwijdte, die doorgaans politiek is. Bepaalde atypische handelingen kunnen verbindend zijn, maar enkel binnen het institutionele kader van de EU.

IN DE VERDRAGEN VOORZIENE ATYPISCHE HANDELINGEN

De reglementen van orde van de instellingen van de EU zijn atypische handelingen. De oprichtingsverdragen leggen de opstelling door de instellingen van de EU van een eigen reglement van orde vast.

In de reglementen van orde worden de organisatiestructuur, de werking en de interne procedureregels van de instellingen van de EU vastgesteld. Zij zijn slechts bindend voor de betrokken instelling.

De oprichtingsverdragen voorzien ook nog in andere atypische handelingen, die worden aangenomen in het kader van de politieke dialoog tussen de instellingen van de EU. Deze handelingen hebben hoofdzakelijk ten doel de werkzaamheden van en de samenwerking tussen de instellingen te vergemakkelijken. In het kader van de goedkeuringsprocedure van internationale overeenkomsten kan de Raad onderhandelingsrichtsnoeren voor de Europese Commissie vaststellen voor de onderhandeling van de overeenkomsten.

De instellingen kunnen nog een stap verder gaan en hun samenwerking in interinstitutionele akkoorden gieten. Ook dergelijke akkoorden zijn atypische handelingen. Zij kunnen verbindend zijn, maar uitsluitend voor de instellingen die ze ondertekend hebben.

NIET IN DE VERDRAGEN VOORZIENE ATYPISCHE HANDELINGEN

De instellingen van de EU hebben elk in het kader van hun activiteiten een reeks instrumenten ontwikkeld.

Zo drukt het Europees Parlement bepaalde van zijn politieke standpunten op internationaal niveau uit in resoluties en verklaringen. Evenzo neemt de Raad aan het einde van zijn vergaderingen regelmatig conclusies, resoluties en richtsnoeren aan. Deze handelingen zijn in wezen de neerslag van de mening van de instellingen over bepaalde Europese of internationale problemen. Zij hebben een algemene strekking, maar zijn niet verbindend.

Ook de Commissie maakt gebruik van eigen atypische handelingen. Zij stelt met name mededelingen vast waarin doorgaans nieuwe beleidsprogramma’s worden voorgesteld. Bovendien keurt de Commissie ook groenboeken goed, waarmee zij openbare raadplegingen over bepaalde Europese problemen kan uitvoeren. Op die manier verzamelt zij de nodige informatie om een wetgevingsvoorstel te kunnen opstellen. Op basis van de resultaten van een groenboek keurt de Commissie soms een witboek goed, waarin zij gedetailleerde voorstellen voor Europese maatregelen doet.

Laatste bijwerking 10.11.2015