Het afgeleide recht van de Europese Unie

 

SAMENVATTING VAN:

Artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

Artikel 289 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

Artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

Artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

WAT IS HET DOEL VAN DE ARTIKELEN 288, 289, 290 EN 291 VAN HET VWEU?

Het afgeleide recht van de Europese Unie (EU) is de wetgeving die gebaseerd is op de EU-verdragen. Dit onderscheidt het van het primaire recht van de EU, dat voornamelijk uit de verdragen bestaat, met name het Verdrag van Rome (zie de samenvatting), dat overging in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) (zie de samenvatting), het Verdrag betreffende de Europese Unie (zie de samenvatting), dat is gebaseerd op het Verdrag van Maastricht (zie de samenvatting), en het Euratom-Verdrag (zie de samenvatting). In het primaire recht is de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen de EU en de lidstaten van de EU vastgelegd en wordt het juridische kader gegeven waarbinnen EU-instellingen beleid formuleren en uitvoeren.

Met het Verdrag van Lissabon (zie de samenvatting) werden de soorten rechtshandelingen van de EU aangepast. De EU-instellingen beschikken nu over vijf soorten rechtshandelingen.

KERNPUNTEN

Soorten EU-rechtshandelingen

In het kader van artikel 288 van het VWEU kunnen Europese instellingen vijf soorten rechtshandelingen aannemen:

Verordeningen, richtlijnen en besluiten zijn verbindende rechtshandelingen. Als deze zijn aangenomen via de wetgevingsprocedure als bedoeld in artikel 289, worden zij aangemerkt als wetgevingshandelingen. Een besluit kan specifiek tot een of meerdere adressaten (lidstaten, natuurlijke of rechtspersonen) zijn gericht. Ook zijn er besluiten zonder specifieke adressaat, met name op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

Aanbevelingen en adviezen zijn niet-wetgevende en niet-verbindende rechtshandelingen.

Er zijn ook handelingen die in artikel 288 van het VWEU niet worden genoemd.

De juridische status van afgeleid recht

Gedelegeerde handelingen

Uitvoeringshandelingen

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Zesde deel — Institutionele en financiële bepalingen — Titel I — Bepalingen inzake de instellingen — Hoofdstuk 2 — Rechtshandelingen van de Unie, vaststellingsprocedures en overige bepalingen — Eerste afdeling: Rechtshandelingen van de Unie — Artikel 288 (oud artikel 249 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 171-172).

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Zesde deel — Institutionele en financiële bepalingen — Titel I — Bepalingen inzake de instellingen — Hoofdstuk 2 — Rechtshandelingen van de Unie, vaststellingsprocedures en overige bepalingen — Eerste afdeling: Rechtshandelingen van de Unie — Artikel 289 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 172).

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Zesde deel — Institutionele en financiële bepalingen — Titel I — Bepalingen inzake de instellingen — Hoofdstuk 2 — Rechtshandelingen van de Unie, vaststellingsprocedures en overige bepalingen — Eerste afdeling: Rechtshandelingen van de Unie — Artikel 290 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 172).

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Zesde deel — Institutionele en financiële bepalingen — Titel I — Bepalingen inzake de instellingen — Hoofdstuk 2 — Rechtshandelingen van de Unie, vaststellingsprocedures en overige bepalingen — Eerste afdeling: Rechtshandelingen van de Unie — Artikel 291 (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 173).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 28-46).

Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13-18).

Besluit 2009/882/EU van de Europese Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 315 van 2.12.2009, blz. 51).

Laatste bijwerking 02.12.2021