Versterking van de Europese democratie

INLEIDING

Het Verdrag van Lissabon plaatst de burger in het hart van het Europese project en heeft ten doel zijn of haar belangstelling te versterken voor de instellingen en de verwezenlijkingen van de Europese Unie (EU), waarvan hij of zij vaak meent dat deze te ver van hun dagelijkse beslommeringen afstaan. Een van de doelstellingen van het Verdrag van Lissabon bestaat erin een Europese democratie te bevorderen die burgers de kans biedt om actief deel te nemen aan de werking en de ontwikkeling van de EU.

Voor de verwezenlijking van een dergelijke doelstelling dient het Europese burgerschap beter erkend te worden in de oprichtingsverdragen van de EU. Het Verdrag van Lissabon strekt ook tot vereenvoudiging en verduidelijking van de werking van de Unie, zodat de burgers deze makkelijker kunnen begrijpen en de Unie zodoende toegankelijker wordt. Tot slot versterkt het Verdrag van Lissabon de representativiteit en de participatie van de burger in het Europese besluitvormingsproces. De instelling van een burgerinitiatief is een van de voornaamste vernieuwingen.

DE BURGER IN HET HART VAN DE EUROPESE REPRESENTATIEVE DEMOCRATIE

Het Verdrag van Lissabon bevat een nieuw artikel waarin de politieke dimensie van hetEuropese burgerschap ten volle wordt erkend. Volgens artikel 10 van het Verdrag betreffende de EU worden de burgers rechtstreeks vertegenwoordigd door het Europees Parlement en vormt deze representatieve democratie een van de fundamenten van de EU. Een dergelijke erkenning verleent de burger geen nieuwe rechten, maar heeft wel een grote symbolische waarde.

In artikel 10 is tevens een nabijheidsbeginsel vastgesteld, wat betekent dat beslissingen moeten worden genomen op het niveau dat zich zo dicht mogelijk bij de burger bevindt. Dit kan door de nationale en lokale overheden op een zo efficiënt mogelijke wijze te betrekken, om zo de EU dichter bij de burger te brengen.

Met het oog op de verkiezingen van 2014, de eerste sinds het Verdrag van Lissabon in werking trad, wil de Commissie de interesse van de burgers voor de Europese verkiezingen stimuleren. In een Aanbeveling (2013/142/EU) en een Mededeling (COM/2013/0126 final), gepubliceerd eind mei 2013, vroeg de Commissie aan de nationale en Europese politieke partijen om de kiezers op de hoogte te brengen van hun politieke verwantschap en hun voor de verkiezingen de naam mee te delen van de kandidaat-voorzitter die ze aangeduid hebben voor de Europese Commissie.

EEN VOOR DE BURGER TOEGANKELIJKERE EUROPESE UNIE

De EU komt vaak over als een ingewikkelde structuur met complexe procedures. Het Verdrag van Lissabon verduidelijkt de werking van de EU om burgers er meer inzicht in te verschaffen. Het grote aantal wetgevingsprocedures wordt vervangen door een gewone wetgevingsprocedure (voorheen de medebeslissingsprocedure geheten) en bijzondere wetgevingsprocedures die geval per geval worden bepaald. Ook de oude pijlerstructuur is afgeschaft. Deze wordt vervangen door een duidelijke en nauwkeurige bevoegdheidsverdeling in de EU.

Het Verdrag van Lissabon maakt ook de werkzaamheden van de EU transparanter, maakt het de beraadslagingen van de Raad openbaar, wat al het geval was in het Europees Parlement, en zorgt ervoor dat de burgers beter geïnformeerd worden over de inhoud van de beraadslagingen over rechtsbesluiten.

EEN OP INSTITUTIONEEL NIVEAU VERSTERKTE REPRESENTATIVITEIT

Het Verdrag van Lissabon verleent het Europees Parlement heel wat meer bevoegdheden (zie de samenvatting Europees Parlement). De voornaamste veranderingen zijn:

Het Verdrag van Lissabon versterkt ook de rol van de nationale parlementen (zie de samenvatting nationale parlementen) die voortaan toezien op de goede naleving van het subsidiariteitsbeginsel. In dit verband kunnen zij tussenkomen in de gewone wetgevingsprocedure en hebben zij het recht zich tot het Hof van Justitie van de EU te wenden.

MEER BURGERPARTICIPATIE IN HET BESLUITVORMINGSPROCES

Het Verdrag van Lissabon erkent, voor het eerst, het bestaan van een Europees maatschappelijkmiddenveld, waarmee de EU-instellingen in een open en transparante dialoog kunnen treden, en dit op regelmatige basis (artikel 11, leden 1 en 2).

Maar bovenal introduceert het Verdrag het recht op burgerinitiatieven (artikel 11, lid 3), waardoor Europese onderdanen de Commissie kunnen oproepen om een voorstel in te dienen over onderwerpen waarvan zij vinden dat een rechtshandeling van de Unie nodig is. Deze bepaling weerspiegelt de wil van de EU om haar burgers bij de Europese projecten en de hen aanbelangende besluitvorming te betrekken.

Dit recht is onderworpen aan meerdere voorwaarden:

Het staat de Europese Commissie vrij om al dan niet gevolg te geven aan het door de Europese burgers voorgestelde initiatief. Indien het initiatief tot een wetgevingsvoorstel leidt, wordt het besluit door de Raad en het Parlement aangenomen volgens de gewone of een bijzondere wetgevingsprocedure.

GERELATEERDE BESLUITEN

Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 over het burgerinitiatief [Publicatieblad L 65 van 11.3.2011]. Gewijzigd door Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 268/2012 [Publicatieblad L 89 van 27.3.2012], Verordening (EU) nr. 517/2013 [Publicatieblad L 158 van 10.6.2013] en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 887/2013 [Publicatieblad L 247 van 18.9.2013].

2013/142/EU: Aanbeveling van de Commissie van 12 maart 2013 om de verkiezingen voor het Europees Parlement democratischer en efficiënter te laten verlopen [Publicatieblad L 79 van 21.3.2013].

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's Voorbereiding van de Europese verkiezingen van 2014: het verloop ervan nog democratischer en efficiënter maken (COM(2013) 126 final) [Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

Laatste wijziging: 05.02.2014