Europees transparantie-initiatief (ETI)

Deze mededeling kadert in de follow-up van het groenboek betreffende het Europees transparantie-initiatief (ETI) en de daaruit voortvloeiende publieke raadpleging. Zij gaat in op kwesties als belangenvertegenwoordiging, raadplegingsnormen en de bekendmaking van begunstigden van EU-gelden.

BESLUIT

Mededeling van de Commissie van 21 maart 2007 – Follow-up van het Groenboek - Europees transparantie-initiatief [COM(2007) 127 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING

Deze mededeling kadert in de follow-up van het Groenboek van 3 mei 2006 betreffende het “Europees transparantie-initiatief” (ETI). Zij gaat in op de argumenten die deelnemers van de raadpleging naar voren hebben geschoven (resultaten in werkdocument SEC(2007) 360 van de Commissie) en bevat maatregelen die de Commissie wil nemen.

Belangenvertegenwoordiging * (lobbyen)

De respondenten van de raadpleging hadden kritiek op de negatieve connotatie van de term “lobbyen”. De Commissie onderstreept evenwel dat de definitie ervan geen negatief waardeoordeel bevat en dat lobbyen een absolute noodzaak is voor een democratie. Toch zal het in het groenboek voorgestelde register het “register van belangenvertegenwoordigers” genoemd worden.

De oprichting van een op vrijwilligheid gebaseerd register kreeg ruime steun. Toch waren velen van mening dat enkel een verplicht register volledige transparantie zou kunnen garanderen. De Commissie zal desalniettemin een op vrijwilligheid en aanmoediging gebaseerde aanpak hanteren om de Europese belangenvertegenwoordigers zo goed mogelijk in kaart te brengen. Als extra stimulans voor registratie zal de Commissie het register combineren met een nieuw standaardformulier voor internetraadplegingen. Organisaties die een bijdrage voor een raadpleging indienen, zullen systematisch worden verzocht zich te registreren om aan te geven welke belangen zij vertegenwoordigen, wat hun doelstellingen zijn en hoe zij worden gefinancierd.

In het groenboek werd vastgesteld dat geregistreerde belangenvertegenwoordigers* (lobbyisten) een gedragscode moeten onderschrijven. Tijdens de raadpleging werd evenwel niet ingegaan op de gedetailleerde ontwikkeling van en het toezicht op een dergelijke code. Gemeend werd dat de verantwoordelijkheid voor het opstellen van een dergelijke code bij de belangenvertegenwoordigers ligt. Volgens de respondenten zou dit in de praktijk echter erg moeilijk te realiseren zijn. Daarom zal de Commissie de in 1992 vastgestelde minimumvoorschriften opnieuw bekijken en aanpassen.

Vele deelnemers aan de raadpleging pleitten voor een interinstitutionele aanpak en verzochten om een register en een gedragscode die gemeenschappelijk zouden zijn voor de Commissie en minstens het Europees Parlement. Ook de Commissie is voor deze optie gewonnen; zij is immers van mening dat belanghebbenden zo nog meer zullen worden aangemoedigd om zich te registreren. Daarom roept zij de andere instellingen op om deze mogelijkheid grondiger te onderzoeken.

De besprekingen over de gedragscode zullen voor de zomer van 2007 aanvangen. Het register voor belangenvertegenwoordigers zal worden opengesteld in de lente van 2008. De Commissie zal de goede werking van dit register evalueren in de lente van 2009.

Raadplegingsnormen

Deelnemers aan de raadgeving stonden eerder positief tegenover de raadplegingsnormen van de Commissie. Toch werd op een aantal zwakke punten gewezen, zoals het geven van terugkoppeling over het effect en de naleving van de minimumtermijn van 8 weken voor openbare raadplegingen alsook het evenwicht tussen de verschillende sectoren bij gerichte raadplegingen. Om de kwaliteit van de raadplegingen te verbeteren wil de Commissie de toepassing van de raadplegingsnormen versterken door betere terugkoppeling te bieden en een gecoördineerde aanpak te hanteren en er op die manier voor zorgen dat een verscheidenheid aan meningen tot uiting worden gebracht.

Bekendmaking van begunstigden van EU-gelden

Naar aanleiding van de publicatie van het groenboek startte de Commissie gesprekken met de lidstaten, het Europees Parlement en een groot aantal belanghebbenden inzake de verspreiding van informatie over de begunstigden van EU-gelden. Deze gesprekken hebben uiteindelijk geleid tot een consensus over de bekendmaking van betrokken informatie. Het financieel reglement werd dienovereenkomstig aangepast.

Naast het aanpassen van de wetgeving, moet ook een aantal praktische stappen worden gezet. De geraadpleegden wezen op de wenselijkheid van een door de Commissie beheerde gecentraliseerde, doorzoekbare databank met informatie over de begunstigden van de gelden. Het verzamelen en bekendmaken van informatie blijft evenwel de verantwoordelijkheid van de uitvoeringsorganen in de lidstaten. Om in de lente van 2008 met de bekendmaking van betrokken informatie te kunnen beginnen, moeten de volgende stappen in samenwerking met de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming worden ondernomen:

Belangrijkste begrippen

GERELATEERDE BESLUITEN

Akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie  over de invoering van een Transparantieregister voor organisaties en als zelfstandige werkzame personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid [PB L 191 van 22.7.2011].

Mededeling van de Commissie van 27 mei 2008 – Europees transparantie-initiatief – Een kader voor betrekkingen met belangenvertegenwoordigers (register en gedragscode) [COM(2008) 323 definitief – Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

See also

Raadpleeg de volgende websites voor bijkomende informatie:

Laatste wijziging: 17.09.2008