Bedrijfstoeslag volgens bedrijf

Sinds de hervorming van 2003 moet het gemeenschappelijk landbouwbeleid zich aanpassen aan de nieuwe uitdagingen van de Europese landbouw, zoals klimaatwijziging, waterbeheer of bescherming van de biodiversiteit. Deze verordening heeft als doel het GLB te vereenvoudigen en te moderniseren. Om dit te bereiken, wordt gekoppelde steun (steun in functie van productie) geleidelijk aan afgebouwd en geïntegreerd in de bedrijfstoeslagregeling (BTR). De voorziene aanpassingen stellen Europese landbouwers eveneens in staat meer rekening te houden met markttrends om hun productie te sturen, en dragen bij tot plattelandsontwikkeling.

BESLUIT

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006 en (EG) nr. 378/2007, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (Zie wijzigingsbesluiten).

SAMENVATTING

Sinds de in juni 2003 overeengekomen hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), wordt de steun die was gelinkt aan productie geleidelijk afgebouwd en geïntegreerd in de bedrijfstoeslagregeling (BTR), het stelsel voor rechtstreekse betalingen ten voordele van Europese landbouwers. Deze verordening richt zich op die hervorming.

De rechtstreekse betalingen zijn toeslagen die rechtstreeks aan de landbouwers worden toegekend in het kader van een van de steunregelingen opgesomd in bijlage I bij de verordening. Een deel van die toeslagen zijn nog rechtstreeks aan de productie gekoppeld, toch is de meerderheid van de rechtstreekse steun losgekoppeld en in overeenstemming gebracht met het stelsel voor inkomenssteun genaamd „bedrijfstoeslagregeling” (BTR). Onder de bedrijfstoeslagregeling is de steun die aan landbouwers wordt toegekend niet gekoppeld aan hun productie.

Deze verordening heeft tot doel de steun gekoppeld aan productie geleidelijk te integreren in de bedrijfstoeslagregeling.

RECHTSTREEKSE BETALINGEN

Randvoorwaarden

De rechtstreekse steun is onderworpen aan het principe van de „randvoorwaarden”: landbouwers moeten voldoen aan een aantal vereisten om in aanmerking te komen voor deze betalingen. Deze vereisten omvatten drie terreinen:

Als de landbouwer niet aan deze vereisten voldoet, wordt hij gesanctioneerd met een vermindering of opschorting van de rechtstreekse betalingen.

Modulatie

Modulatie is een systeem waarbij de rechtstreekse betalingen verplicht geleidelijk worden verlaagd. Rechtstreekse betalingen van een bedrag hoger dan 5 000 EUR worden zo van jaar tot jaar met een bepaald percentage verlaagd en dat tot 10 % in 2012.

Het bedrag dat daarmee wordt verkregen wordt overgemaakt naar het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) ter versterking van de programma's voor plattelandsontwikkeling, met name voor maatregelen inzake de klimaatverandering, hernieuwbare energie, waterbeheer en biodiversiteit. Het systeem van modulatie is niet van toepassing op de ultraperifere gebieden noch op de eilanden in de Egeïsche Zee noch op de lidstaten die een „phasing-in” status hebben.

Bedrijfsadvisering

De landbouwers kunnen deelnemen aan het bedrijfsadviseringssysteem opgezet door de lidstaten om de landbouwers te adviseren over de naleving van de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen en de goede landbouw- en milieucondities.

Geïntegreerd beheers- en controlesysteem (GBCS)

Elke lidstaat moet een geïntegreerd beheers- en controlesysteem opzetten waarmee de aan de landbouwers toegekende gemeenschapssteun doeltreffender kan worden gemaakt en beter gecontroleerd kan worden. Door middel van dit geautomatiseerde systeem kan de lidstaat de steunaanvragen behandelen en via administratieve controles en controles ter plaatse zekerheid krijgen dat de betalingen correct worden uitgevoerd, en eventuele onregelmatigheden voorkomen en oplossen en bedragen die niet verschuldigd waren, recupereren.

Betalingswijzen

De betalingen worden volledig overgemaakt aan de begunstigden, in een of twee schijven per jaar tussen 1 december en 30 juni van het volgende kalenderjaar. De Commissie kan goedkeuring geven voor voorschotten. Landbouwers die de voorwaarden om voor de betalingen in aanmerking te komen, kunstmatig hebben gecreëerd, krijgen ze niet.

BEDRIJFSTOESLAGREGELING

De bedrijfstoeslagregeling kent onafhankelijk van de productie steun toe aan de landbouwers. Het hoofddoel van deze steunregeling is om te zorgen voor een grotere stabiliteit van het inkomen van de landbouwers. Ze ontvangen voortaan hetzelfde bedrag aan steun ongeacht hun productie, waardoor ze de kans krijgen om hun productie af te stemmen op de vraag van de markt. De bedrijfstoeslagregeling heeft ook tot doel het concurrentievermogen en de duurzaamheid van de landbouw te verbeteren.

Nationale maxima

Elk jaar worden voor elke lidstaat de nationale maxima voor de bedrijfstoeslagregeling gepubliceerd in een verordening van de Commissie.

Nationale reserve

De lidstaten bouwen een nationale reserve op om steun toe te kennen aan beginnende landbouwers en landbouwers die zich in bijzondere situaties bevinden, en voor landbouwers in gebieden waar herstructurerings- en/of ontwikkelingsprogramma's lopen.

Recht op betaling

Om te kunnen genieten van de bedrijfstoeslagregeling moeten landbouwers op voorhand beschikken over toeslagrechten en dat aangeven d.m.v. in aanmerking komende hectaren. De toeslagrechten kunnen worden overgedragen op een andere landbouwer volgens bepaalde omstandigheden.

Historische uitvoering

In het „historische model” worden de rechten berekend op basis van het bedrag van de rechtstreekse betalingen dat elke landbouwer heeft ontvangen gedurende een referentieperiode (meestal de jaren 2000, 2001 en 2002; andere opties voor berekening zijn mogelijk in specifieke gevallen of wanneer het gaat om latere integraties). Zo wordt elk toeslagrecht berekend door het referentiebedrag te delen door het aantal hectaren dat recht gaf op de ontvangen steun.

Regionale uitvoering

De lidstaten kunnen de betalingen op regionaal niveau toekennen. In dat geval worden er regionale maxima vastgelegd en verdeeld tussen de landbouwers in de streek. De waarde van hun toeslagrechten wordt verkregen door het totaalbedrag te delen door het aantal hectares dat werd aangegeven in het eerste jaar dat het systeem werd toegepast. Alle toeslagrechten binnen eenzelfde gebied hebben dezelfde eenheidswaarde.

Gedeeltelijke tenuitvoerlegging

De lidstaten kregen de mogelijkheid om beroep te doen op een gedeeltelijke uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling. In dat geval behouden de lidstaten een deel van de gekoppelde steun en verstrekken die aan de landbouwers in de vorm van supplementaire betalingen in functie van de productie. Deze mogelijkheden verdwijnen in 2012, behalve voor schapen/geiten en zogende koeien, twee producties die noodzakelijk kunnen blijken te zijn om de leegloop van gronden te vermijden in bepaalde gebieden.

CONTEXT

Deze verordening sluit aan bij de „ check-up ” van het gemeenschappelijk landbouwbeleid na de hervorming van 2003. Sindsdien sloeg het GLB definitief de weg in van de vereenvoudiging door het grootste deel van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers te laten overgaan in de bedrijfstoeslagregeling. Gesterkt door de opgedane ervaring sedert de invoering van de bedrijfstoeslagregeling, breidt de Commissie de vereenvoudiging van het GLB uit naar het terrein van de randvoorwaarden en dat van de bestaande gekoppelde steun.

Referenties

Besluit

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 73/2009

1.2.2009

PB L 30 van 31.1.2009

Wijzigingsbesluit(en)

Datum van inwerkingtreding

Uiterste datum voor omzetting in de lidstaten

Publicatieblad

Verordening (EG) nr. 1250/2009

22.12.2009

PB L 338 van 19.12.2009

Laatste wijziging: 06.05.2011