Het werkplan voor cultuur van de EU (2015-2018)
SAMENVATTING VAN:
Conclusies over een werkplan voor cultuur (2015-2018)
SAMENVATTING
WAT DOEN DEZE CONCLUSIES?
Deze conclusies leggen de voornaamste prioriteiten voor Europese samenwerking inzake het cultuurbeleid vast en zetten specifieke acties om deze prioriteiten te halen uiteen.
KERNPUNTEN
Prioriteiten
In het werkplan worden vier belangrijkste prioriteiten geformuleerd:
1. | Toegankelijke en inclusieve cultuur — bijv. een gids van goede praktijken over het gebruik van digitale technologieën voor culturele instellingen opgesteld door EU-landen. |
2. | Cultureel erfgoed — bijv. onderzoek naar risicobeoordeling en -preventie door de Commissie ter bescherming van het cultureel erfgoed tegen de gevolgen van natuurrampen en door de mens veroorzaakte bedreigingen. |
3. | De culturele en creatieve sector: creatieve economie en innovatie — bijv. aanbevelingen van EU-landen voor overheidsinstanties inzake de toegang tot financiering. |
4. | Bevordering van culturele verscheidenheid, cultuur in de buitenlandse betrekkingen van de EU en mobiliteit — bijv. een gids voor goede praktijken over het verbeteren van de circulatie van Europese films die door EU-landen worden geproduceerd. |
Het beschikken over kwaliteit en vergelijkbare statistieken over cultuur is ook een prioriteit op alle gebieden van cultureel beleid.
Werkmethoden
Het werkplan voorziet in verschillende werkmethoden, naargelang het doel en het thema:
— |
de opencoördinatiemethode (OCM), die de belangrijkste methode van samenwerking tussen EU-landen moet blijven
|
— |
informele bijeenkomsten van ambtenaren van de Ministeries van Cultuur, ook met functionarissen van andere ministeries
|
— |
ad hoc-deskundigengroepen of thematische studiedagen die door de Commissie worden georganiseerd om nader in te gaan op kwesties die verband houden met de onderwerpen van het werkprogramma (gebaseerd op de vier prioriteiten) en om te werken met andere instrumenten van het werkplan zoals studies en conclusies van de Raad
|
— |
door de Europese Commissie georganiseerde vergaderingen om de balans op te maken in de beleidsdomeinen die in de vorige werkplannen uitvoerig aan bod zijn gekomen zoals culturele en creatieve industrieën en cultureel erfgoed
|
— |
conferenties, studies en initiatieven voor intercollegiaal leren.
|
Concrete maatregelen
Het werkplan legt twintig maatregelen vast die door EU-landen, de voorzitterschappen van de Raad en de Commissie moeten worden uitgevoerd.
De EU-landen worden verzocht om:
— |
bij de beleidsontwikkeling op nationaal niveau de resultaten van dit werkplan in overweging te nemen, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel
|
— |
informatie over de resultaten van het werkplan te verstrekken aan alle geïnteresseerde partijen.
|
De voorzitterschappen van de Raad worden verzocht om een aantal maatregelen te nemen, waaronder:
— |
rekening houden met het werkplan wanneer zij hun 18-maandenprogramma opstellen
|
— |
informele bijeenkomsten beleggen over een of meerdere culturele thema’s om de via het werkplan behaalde resultaten te bespreken, toe te passen en te verspreiden.
|
De Commissie wordt verzocht op verschillende manieren op te treden, waaronder:
— |
een zo ruim mogelijke deelname van EU-landen, deskundigen en andere belanghebbenden aan de in de bijlagen van de conclusies genoemde werkstructuren bevorderen
|
— |
zorgen voor wederzijdse uitwisseling van informatie tussen OCM-groepen op het gebied van cultuur onderling en tussen deze groepen en andere relevante OCM-groepen uit verwante sectoren
|
— |
met de hulp van vrijwillige bijdragen van EU-landen een verslag goedkeuren over de uitvoering en de relevantie van het werkplan voor medio 2018.
|
De Commissie en EU-landen worden binnen het kader van hun eigen bevoegdheden gevraagd om onder andere:
— |
een grotere bijdrage van cultuur aan de algemene doelstellingen van de Europa 2020-strategie te bevorderen
|
— |
cultuur in beschouwing te nemen bij het bepalen, uitvoeren en evalueren van maatregelen en acties op andere beleidsgebieden
|
— |
de samenwerking met derde landen, in het bijzonder kandidaat-landen, mogelijke kandidaat-landen en landen van het Europees nabuurschapsbeleid, alsmede met de bevoegde internationale instanties op het gebied van cultuur zoals de Raad van Europa aan te moedigen.
|
ACHTERGROND
Strategisch kader — Europese agenda voor cultuur
BESLUIT
Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, over een werkplan voor cultuur (2015-2018) (PB C 463 van 23.12.2014, blz. 4-14)
GERELATEERDE BESLUITEN
Resolutie van de Raad van 16 november 2007 over een Europese agenda voor cultuur (PB C 287 van 29.11.2007, blz. 1-4)
Laatste bijwerking 15.10.2015