EU-systeem voor uitwisseling van maritieme informatie
Deze wet van de Europese Unie (EU) voorziet in een monitoring- en informatie-uitwisselingssysteem voor de zeescheepvaart. Deze richtlijn moet zorgen voor een betere maritieme veiligheid, veiligheid in de haven en op zee, bescherming van het mariene milieu en paraatheid ten aanzien van verontreiniging. De wet biedt ook mogelijkheden tot het uitwisselen en delen van aanvullende informatie voor meer efficiëntie van de scheepvaart en het vervoer op zee.
BESLUIT
Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot intrekking van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad.
SAMENVATTING
Deze wet van de Europese Unie (EU) voorziet in een monitoring- en informatie-uitwisselingssysteem voor de zeescheepvaart. Deze richtlijn moet zorgen voor een betere maritieme veiligheid, veiligheid in de haven en op zee, bescherming van het mariene milieu en paraatheid ten aanzien van verontreiniging. De wet biedt ook mogelijkheden tot het uitwisselen en delen van aanvullende informatie voor meer efficiëntie van de scheepvaart en het vervoer op zee.
WAT DOET DEZE RICHTLIJN?
Deze richtlijn voorziet in een monitoringsysteem voor de Europese wateren en kusten - zeebewaking en situationeel bewustzijn (scheepsposities) - en ondersteunt EU-landen zo bij hun operationele taken.
Om het situationeel bewustzijn op maritiem gebied te verbeteren en te voorzien in op maat gemaakte oplossingen voor overheden is de wet gewijzigd door Richtlijn 2014/100/EUvan de Commissie. Op deze manier kan de informatie die wordt verzameld en uitgewisseld met behulp van het systeem voor de uitwisseling van maritieme informatie van de EU (SafeSeaNet (SSN)) worden geïntegreerd met gegevens van andere monitoring- en volgsystemen, zoals CleanSeaNet, en andere externe systemen (bijv. satellietsystemen voor automatische identificatie (AIS)).
In de richtlijn zijn de verantwoordelijkheden van EU-landen, scheepvaartautoriteiten, verladers, exploitanten en kapiteins vastgelegd.
KERNPUNTEN
De richtlijn is van toepassing op alle schepen met een brutotonnage van 300 of meer, die al dan niet gevaarlijke stoffen vervoeren, behalve:
— |
oorlogsschepen;
|
— |
vissersschepen, traditionele schepen en pleziervaartuigen met een lengte van minder dan 45 meter;
|
— |
bunkers tot 1 000 ton.
|
Requirements on operators of ships bound for EU portsVereisten voor exploitanten van schepen die op weg zijn naar havens in de EU
Deze schepen moeten bepaalde informatie (scheepsidentificatie, totaal aantal personen aan boord, haven van bestemming, verwachte aankomsttijd, enz.) doorgeven aan de centrale nationale maritieme autoriteit (vanaf 1 juni 2015).
Apparatuur en installaties
Schepen die een haven in een EU-land aandoen, moeten zijn uitgerust met:
— |
een automatisch identificatiesysteem en
|
— |
een reisgegevensrecorder (Voyage Data Recorder - VDR), ook wel „zwarte doos” genoemd, om onderzoek na ongevallen te vergemakkelijken.
|
— |
EU- en EER-landen (d.w.z. landen uit de Europese Economische Ruimte) moeten AIS-ontvangers hebben en moeten de centrale nationale maritieme autoriteiten/nationale SSN koppelen aan het centrale SSN-systeem.
|
Gevaarlijke of verontreinigende stoffen aan boord van schepen
— |
verladers dienen vóór het laden van dergelijke goederen een verklaring af te geven aan de exploitant;
|
— |
de exploitant, agent of kapitein van een schip moet ook algemene informatie, zoals de scheepsidentificatie en de door de verlader verschafte informatie, doorgeven aan de bevoegde instantie.
|
Monitoring van gevaarlijke schepen en interventie in geval van incidenten en ongevallen
Instanties moeten de betrokken EU-landen informeren als ze op de hoogte zijn gebracht van schepen die:
— |
eerder betrokken zijn geweest bij incidenten of ongevallen op zee,
|
— |
zich niet hebben gehouden aan de meldings- en rapportagevereisten,
|
— |
opzettelijk vervuilende stoffen hebben geloosd of
|
— |
de toegang tot havens is geweigerd
|
De kapitein van een schip moet het volgende onmiddellijk rapporteren:
— |
ieder incident of ongeval dat van invloed is op de veiligheid van het schip;
|
— |
ieder incident of ongeval dat een gevaar vormt voor de veiligheid van de scheepvaart;
|
— |
iedere situatie die kan leiden tot verontreiniging van de wateren of kust van een EU-land;
|
— |
iedere vlek van verontreinigende stoffen en in zee drijvende containers of stukgoederen die worden waargenomen.
|
Toevluchtsoorden
Alle EU-/EER-landen moeten plannen opstellen voor de opvang van schepen die bijstand behoeven in een toevluchtsoord. Ze moeten ook regelmatig bij elkaar komen om ervaringen uit te wisselen en gezamenlijk maatregelen tot verbetering te nemen.
Naleving
EU-landen moeten de werking van hun informatiesystemen controleren en een boetestelsel invoeren dat niet-naleving van de vereisten uit de richtlijn moet ontmoedigen.
Bestuur
Het systeem is ontwikkeld en wordt beheerd door de Europese Commissie en de EU-/EER-landen. Het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid is verantwoordelijk voor de technische uitvoering van het systeem.
ACHTERGROND
Deze richtlijn maakt integraal onderdeel uit van het EU-beleid inzake maritieme veiligheid. Het systeem en platform spelen niet alleen een rol bij het garanderen van veiligheid, beveiliging en duurzaamheid, maar staan ook centraal bij het creëren van één Europees maritiem gebied zonder grenzen: de Europese Maritieme vervoersruimte.
Meer informatie is te vinden op:
— |
de website van de Europese Commissie met betrekking tot maritieme zaken
|
— |
de website van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid.
|
REFERENTIES
Besluit |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
Richtlijn 2002/59/EG |
5.8.2002 |
5.2.2004 |
Wijzigingsbesluit(en) |
Datum van inwerkingtreding |
Uiterste datum voor omzetting in nationaal recht |
Publicatieblad van de Europese Unie |
Richtlijn 2009/17/EG |
31.5.2009 |
31.11.2010 |
|
Richtlijn 2011/15/EUvan de Commissie |
16.3.2011 |
16.3.2012 |
|
Richtlijn 2014/100/EUvan de Commissie |
18.11.2014 |
18.11.2015 |
Laatste wijziging: 23.04.2015