7.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 36/5


BESLUIT VAN HET PERMANENT COMITÉ VAN DE EVA-STATEN

Nr. 3/2012/SC

van 26 oktober 2012

tot vaststelling van de procedures voor de comités die de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bijstaan bij de uitoefening van haar taken op grond van artikel 3 van Protocol nr. 1 bij de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie

HET PERMANENT COMITE VAN DE EVA-STATEN,

Gezien de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, hierna "Toezichtovereenkomst" genoemd, en met name artikel 3 van Protocol nr. 1;

Overwegende hetgeen volgt:

Het Europees Parlement en de Raad kennen de Europese Commissie in bepaalde rechtshandelingen bevoegdheden toe voor de uitvoering van de daarin opgenomen voorschriften. Volgens artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dienen het Europees Parlement en de Raad de algemene voorschriften en beginselen vast te stellen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren.

Het Europees Parlement en de Raad hebben deze voorschriften en algemene beginselen vastgelegd in Verordening (EU) nr. 182/2011 van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (1);

Artikel 3 van Protocol nr. 1 bij de Toezichtovereenkomst kent de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bepaalde taken toe die binnen de Europese Unie door de Europese Commissie worden uitgeoefend; de Europese Commissie dient bij het uitvoeren van bepaalde van deze taken procedures te volgen met betrekking tot het uitoefenen van haar uitvoeringsbevoegdheden. Volgens deze procedures moet de Europese Commissie een ontwerp van de te nemen maatregelen voorleggen aan een comité;

In artikel 3 van Protocol nr. 1 bij de Toezichtovereenkomst wordt bepaald dat het Permanent Comité de te volgen procedures dient vast te leggen wanneer de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA een ontwerp-maatregel aan een comité moet voorleggen dan wel een comité moet raadplegen;

Deze procedures dienen identiek te zijn of zo goed mogelijk overeen te stemmen met die welke de Europese Commissie, overeenkomstig de besluiten waarnaar wordt verwezen in de bijlagen bij de EER-overeenkomst, moet volgen wanneer zij de overeenkomstige taken uitoefent.

De benoeming van de comités onder de EVA-staten, die overeenkomen met de betreffende comités van de Europese Unie, maakt, op grond van artikel 5, lid 2, van de Overeenkomst betreffende een Permanent Comité van de EVA-staten, het voorwerp uit van afzonderlijke besluiten van het Permanent Comité, na een voorstel van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,

BESLUIT:

Artikel 1

Gemeenschappelijke bepalingen

1.   De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA wordt bijgestaan door een comité samengesteld uit vertegenwoordigers van de EVA-staten en voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA. De voorzitter neemt niet aan de stemming van het comité deel.

2.   De voorzitter legt een ontwerp van de te onderzoeken maatregelen aan het comité voor. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter mag vaststellen naargelang van de urgentie van de zaak, advies uit over de ontwerp-maatregelen, zo nodig door middel van een stemming. De termijn staat in verhouding tot het vereiste dat de leden van het comité snel en daadwerkelijk de ontwerp-maatregelen kunnen onderzoeken en hun standpunten kenbaar kunnen maken.

3.   Zolang geen advies is uitgebracht, kan elk lid van het comité wijzigingen voorstellen en kan de voorzitter gewijzigde versies van de ontwerp-maatregelen voorleggen teneinde rekening te houden met de besprekingen binnen het comité. De voorzitter streeft ernaar oplossingen te vinden die in het comité de ruimst mogelijke steun genieten. Hiertoe kan de voorzitter verscheidene vergaderingen van het comité bijeenroepen.

4.   Het advies van het comité wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere EVA-staat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

5.   De controleregeling omvat in voorkomend geval tevens de verwijzing naar een comité van beroep. Het comité van beroep stelt zijn eigen reglement van orde bij gewone meerderheid van stemmen van zijn leden vast. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA dient een voorstel voor reglement van orde bij het comité in. Het comité van beroep brengt binnen de twee maanden na de verwijzing advies uit. Het comité van beroep wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.

Artikel 2

Raadplegingsprocedure

1.   Wanneer de raadplegingsprocedure van toepassing is, brengt het comité advies uit, zo nodig door middel van een stemming. Indien een stemming is vereist, brengt het comité zijn advies bij gewone meerderheid uit.

2.   De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA neemt een besluit over de aan te nemen maatregelen, waarbij zij zoveel mogelijk rekening houdt met de conclusies van de besprekingen binnen het comité en met het uitgebrachte advies. Zij stelt het comité in kennis van de wijze waarop zij met het advies rekening heeft gehouden.

Artikel 3

Onderzoeksprocedure

1.   Wanneer de onderzoeksprocedure van toepassing is, brengt het comité advies uit, zo nodig door middel van een stemming. Indien een stemming is vereist, brengt het comité zijn advies bij gewone meerderheid uit.

2.   Indien het comité een positief advies uitbrengt, neemt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de beoogde ontwerp-maatregelen aan.

3.   Indien het comité een negatief advies uitbrengt, neemt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA deze maatregelen niet aan. Indien de ontwerp-maatregelen noodzakelijk worden geacht, kan de voorzitter het comité een gewijzigde versie van de ontwerp-maatregelen indienen of de ontwerp-maatregelen voor verdere bespreking aan het comité van beroep voorleggen.

4.   Indien geen advies wordt uitgebracht, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de beoogde maatregelen vaststellen, tenzij in het basisbesluit wordt bepaald dat de ontwerp-maatregelen niet kunnen worden vastgesteld zonder advies.

Artikel 4

Verwijzing naar het comité van beroep

1.   Het comité van beroep bestaat uit één vertegenwoordiger uit elke EVA-staat en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA. De leden van het comité dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bijstaat (artikel 1), mogen geen leden van het comité van beroep zijn. Het comité van beroep dient zijn advies bij gewone meerderheid uit te brengen. De voorzitter van het comité van beroep neemt niet aan de stemming van het comité van beroep deel.

2.   Zolang er geen advies is uitgebracht, kan elk lid van het comité van beroep wijzigingen aan de ontwerp-maatregelen voorstellen en kan de voorzitter besluiten deze al dan niet aan te brengen. De voorzitter streeft ernaar oplossingen te vinden die binnen het comité van beroep de ruimst mogelijke steun genieten. De voorzitter deelt het comité van beroep mee op welke manier rekening is gehouden met de gevoerde besprekingen en voorgestelde wijzigingen, met name de voorgestelde wijzigingen die ruime steun binnen het comité van beroep hebben genoten.

3.   Indien het comité van beroep:

a)

een positief advies uitbrengt, neemt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de ontwerp-maatregelen aan;

b)

geen advies uitbrengt, kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de ontwerp-maatregelen aannemen;

c)

een negatief advies uitbrengt, neemt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de ontwerp-maatregelen niet aan.

Artikel 5

Onmiddellijk toepasselijke maatregelen

1.   In afwijking van de artikelen 2 en 3 kan in een basisbesluit worden vastgesteld dat, om naar behoren gemotiveerde redenen van urgentie, onmiddellijk toepasselijke uitvoeringsmaatregelen vereist zijn.

2.   De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stelt dan maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn zonder voorafgaandelijke voorlegging aan een comité en die gedurende ten hoogste zes maanden van kracht blijven, behoudens andersluidende bepalingen in het basisbesluit.

3.   De voorzitter legt onverwijld de in lid 1 bedoelde maatregelen aan het desbetreffende comité voor om diens advies te verkrijgen overeenkomstig de voor dit comité van toepassing zijnde procedure.

4.   In het kader van een onderzoeksprocedure waarbij de maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité, trekt de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de overeenkomstig lid 1 vastgestelde maatregelen onmiddellijk in.

5.   De in lid 1 genoemde maatregelen blijven van kracht tot ze worden ingetrokken of vervangen.

Artikel 6

Intrekking van Besluit van het Permanent Comité nr. 3/94/SC van 10 januari 1994

Besluit nr. 3/94/SC van het Permanent Comité van de EVA-staten van 10 januari 1994 wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 7

Overgangsbepalingen: aanpassing van bestaande basisbesluiten

Wanneer basisbesluiten die vóór de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 182/2011 van 16 februari 2011 werden vastgesteld, naar Besluit 1999/486/EG verwijzen, is het volgende van toepassing:

(a)

verwijzingen naar artikel 3 van Besluit 1999/486/EG worden begrepen als verwijzingen naar artikel 2 (raadplegingsprocedure) van dit besluit;

(b)

verwijzingen naar de artikelen 4 en 5 van Besluit 1999/486/EG worden begrepen als verwijzingen naar artikel 3 (onderzoeksprocedure) van dit besluit.

Artikel 8

Overgangsbepaling

Dit besluit laat de lopende procedures onverlet waarin een comité reeds overeenkomstig Besluit nr. 3/94/SC van het Permanent Comité advies heeft uitgebracht.

Artikel 9

Informatie over de werkzaamheden van het comité

De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA brengt jaarlijks verslag uit over de werkzaamheden van de comités.

Artikel 10

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag dat het wordt vastgesteld.

Artikel 11

Bekendmaking

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 26 oktober 2012.

Voor het Permanent Comité

De voorzitter

Atle LEIKVOLL

De secretaris-generaal

Kristinn F. ÁRNASON


(1)  PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.