Brussel, 8.1.2018

JOIN(2018) 1 final

GEZAMENLIJKE MEDEDELING AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EMPTY

Elementen voor een EU-strategie voor Irak


Inleiding

De Iraakse bevolking, de Iraakse regering en het Iraakse leger hebben met internationale steun van de wereldwijde coalitie tegen Da‘esh 1 met succes een einde gemaakt aan de feitelijke controle van Da‘esh over het Iraakse grondgebied. Het land leidt al jaren, sinds 2003 en ook al daarvoor, onder conflicten, maar de terreur van Da‘esh sinds 2014 behoorde tot de gruwelijkste vorm van binnenlands geweld die het land ooit kende. Irak moet deze nieuwe kans aangrijpen om een inclusief en verantwoordingsplichtig politiek systeem op te bouwen dat ten dienste staat van alle gemeenschappen, regio's en geloofsovertuigingen, de diversiteit van het land bewaart en de democratische orde bevordert. Dit is essentieel om het vertrouwen tussen de bevolking en de regering te herstellen en te voorkomen dat het land opnieuw wordt verdeeld door sektarisme en separatisme.

De drie jaar strijd tegen Da‘esh heeft een zeer zware tol geëist van Irak, waaronder veel burger- en militaire doden, lijden en trauma's op grote schaal, miljoenen mensen die nog steeds ontheemd zijn, de ontwrichting van de sociale structuur, vooral binnen gemeenschappen die door het conflict werden getroffen, grootschalige verwoesting van publieke en private infrastructuur en een precaire financiële en economische situatie. De Iraakse regering en bevolking staan nu voor grote uitdagingen. Het is cruciaal dat Irak de problemen het hoofd biedt – voor Irak zelf, het Midden-Oosten en de internationale gemeenschap als geheel, die allemaal de gevolgen van de crisis hebben ervaren en negatieve consequenties zouden ondervinden als de instabiliteit in Irak zou aanhouden.

De EU heeft er in het bijzonder belang bij dat Irak sterker uit de crisis komt. Als de diepere oorzaken van de crisis niet worden aangepakt, vormt dit een bedreiging voor de eenheid van het land, zijn veiligheid, de democratische orde en de economische ontwikkeling, en zouden de inspanningen van de Iraakse regering met betrekking tot hervormingen en verzoening worden ondermijnd. Hierdoor zou de kloof tussen de geloofsgemeenschappen waarschijnlijk groter worden en zouden de spanningen tussen bevolkingsgroepen toenemen. Irak zou dan niet alleen een broeinest van terrorisme blijven, wat een rechtstreekse en aanhoudende bedreiging vormt voor de veiligheid in de EU, maar het land zou ook in een nieuwe crisis worden gestort met humanitaire gevolgen voor de buurlanden en de EU, met name in de vorm van irreguliere migratie. De EU en de internationale gemeenschap moeten Irak daarom in deze kritieke fase blijven bijstaan.

In het kader van de bredere doelstellingen van de integrale strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU 2 en voortbouwend op de lessen die zijn getrokken uit de uitvoering van de regionale EU-strategie voor Syrië en Irak en de dreiging die uitgaat van Da‘esh van 2015 3 , vormt deze mededeling een natuurlijke volgende stap in de betrokkenheid van de EU, waarbij we ons na de strijd tegen Da‘esh om het grondgebied nu richten op een bijdrage aan de aanpak van de specifieke problemen waar Irak nu voor staat. De mededeling beantwoordt aan het verzoek van de Raad Buitenlandse Zaken van 19 juni 2017 4 aan de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie om een strategie te presenteren voor de volgende stappen in de samenwerking tussen de EU en Irak. De strategie voor Irak omvat drie hoofddoelstellingen:

1) beschrijven van de aanzienlijke problemen waarmee Irak wordt geconfronteerd;

2) identificeren van de belangen en strategische doelstellingen van de EU in haar betrekkingen met Irak;

3) identificeren van de prioriteiten voor EU-optreden, voortbouwend op de bestaande EU-steun, in de eerste plaats gericht op EU-steun voor de dringendste problemen in verband met aanhoudende ontheemding, stabilisering en verzoening, overeenkomstig de prioriteiten van de Iraakse regering. Het succes van de uitvoering van de strategie hangt uiteindelijk af van de politieke wil van de Iraakse beleidsmakers.

1. Problemen voor Irak en de regionale context

1.1 Humanitaire situatie, lokaal bestuur en stabilisering: de humanitaire problemen in Irak zijn grootschalig en dringend. Drie jaar van conflict in het hele land heeft geleid tot ernstige schendingen van basale mensenrechten van de lokale bevolking, waaronder minderheden, die waarschijnlijk kunnen worden beschouwd als misdaden tegen de mensheid en waardoor het sociale weefsel van het land ernstig is aangetast. Meer dan drie miljoen Irakezen zijn ontheemd in eigen land, en nog eens miljoenen hebben nog steeds dringend humanitaire hulp nodig. Dit betreft kwetsbare groepen, zoals kinderen die al verschillende jaren niet voltijds naar school gaan en vrouwen die blootstaan aan seksueel geweld. Als gevolg van het conflict is veel civiele infrastructuur, waaronder waterleidingen, medische faciliteiten en scholen, verwoest, en zijn ook ernstige lacunes in de verlening van essentiële diensten ontstaan. Het conflict heeft ook aanzienlijke gevolgen gehad voor het milieu, bijvoorbeeld door de vervuiling van de bodem en het grondwater, met navenante effecten op de menselijke gezondheid en de bestaansmiddelen.

De initiële inspanningen van Irak en de internationale gemeenschap om bevrijde gebieden te stabiliseren, hebben al heel wat vruchten afgeworpen: twee miljoen mensen zijn al teruggekeerd naar hun plaats van oorsprong, wat doorgaans vreedzaam en ordelijk is verlopen. Er moet echter nog heel wat worden gedaan om de resterende drie miljoen binnenlandse ontheemden terug naar huis te krijgen. Om veilige, vrijwillige, waardige en niet-discriminerende terugkeer mogelijk te maken, moet de Iraakse regering zorgen voor veiligheid, ontmijning, herstel van basisdiensten en basisinfrastructuur, en bestaansmogelijkheden, en op korte termijn zorgen voor verantwoordingsplichtig en representatief civiel bestuur in de bevrijde gebieden, zodat vertrouwen kan worden opgebouwd. Ook de vraagstukken in verband met identiteitsdocumenten, huisvesting en grond- en eigendomsrechten moeten worden aangepakt om succesvolle stabilisering op langere termijn mogelijk te maken. Deze taak omvat politieke, financiële, logistieke en veiligheidsaspecten. In recent bevrijde gebieden hebben zich al moeilijkheden voorgedaan met het herstel van de rechtsstaat en de volledige naleving van de mensenrechten. Een doeltreffend proces van stabilisering en wederopbouw moet worden gekoppeld aan inspanningen op het gebied van politieke verzoening en de aanpak van grieven en kwetsbaarheden die de opkomst van Da‘esh in de hand hebben gewerkt. Zo kan ook worden voorkomen dat deze processen op hun beurt weer tot nieuwe spanningen tussen de gemeenschappen leiden.

1.2 Op het gebied van veiligheid zijn er twee taken: de Iraakse samenleving beschermen tegen aanhoudende terroristische aanvallen en de feitelijke versnippering van de veiligheidsstructuren tegengaan. Het Iraakse leger werd in 2014 grotendeels onder de voet gelopen door Da‘esh, waardoor de politieke en religieuze autoriteiten zich gedwongen zagen burgers aan te moedigen zich aan te sluiten bij nieuwe of bestaande gewapende groeperingen onder de benaming van volksmobilisatiekrachten, als dringende en uitzonderlijke maatregel om de Iraakse veiligheidsroepen te helpen de opmars van Da‘esh te stoppen en verloren grondgebied terug te winnen. Irak heeft nog steeds een hooggekwalificeerd, maar klein nationaal kernleger, dat verdere structurele steun behoeft. De Iraakse regeringstroepen, met inbegrip van de Peshmergastrijders uit Iraaks Koerdistan, hebben veel internationale steun ontvangen, waaronder uitrusting en training voor de directe strijd tegen Da‘esh. Na jaren van conflict, die een gemilitariseerde politierespons in de hand werkten, moet de Iraakse politie nu worden hervormd zodat zij zich weer kan richten op civiele ordehandhaving binnen de rechtsstaat, waarover verantwoording wordt afgelegd, waarbij de mensenrechten worden geëerbiedigd en waarbij vertrouwen tussen alle gemeenschappen wordt opgebouwd. Doeltreffende en ingrijpende hervorming van de veiligheidssector, zowel in de militaire als in de civiele sfeer, is een dringende prioriteit, teneinde het gezag en de legitimiteit van de staat te consolideren om doeltreffende controle over het grondgebied en beheersing van terroristische en criminele dreigingen mogelijk te maken. Dit moet ook passende mechanismen omvatten voor de maatschappelijke re-integratie van grote aantallen gemobiliseerde soldaten. De consolidering van de rechtsstaat en strengere naleving van de normen op het gebied van de mensenrechten zijn ook essentieel om nieuwe uitbarstingen van geweld te voorkomen.

1.3 De politieke uitdaging: het aanvankelijke succes van Da‘esh hing in zekere mate samen met de politieke versnippering in Irak na eerdere crisissituaties, die hierdoor zelfs nog versterkt werd. Het behoud en de versterking van de eenheid van het land, de veiligheid en ontwikkeling zijn daarom belangrijker dan ook: politieke hervorming en nationale verzoening moeten de kern blijven vormen van de inspanningen van de politieke gevestigde orde. De regering heeft in september 2014 al een ambitieus hervormingsprogramma opgesteld voor de aanpak van de dringendste kwesties; dit plan moet op alle niveaus in het land worden uitgevoerd. Het programma berust op corruptiebestrijding en eerlijke verdeling van welvaart, consolidering van de rechtsstaat en volledige eerbiediging van de mensenrechten, en inspanningen om nationale verzoening en politieke participatie te bewerkstelligen. De uitvoering is niet alleen vertraagd doordat de strijd tegen Da‘esh alle aandacht opeiste, maar ook door de politieke verdeeldheid in het land en door de hardnekkige problemen in verband met corruptie en nepotisme. De Iraakse regering moet, voortbouwend op de reeds ontwikkelde initiatieven, het vertrouwen in het politieke systeem herstellen, versnippering tegengaan en de eenheid van het land consolideren. Het is essentieel dat een breed nationaal beleid wordt gevoerd met het oog op de sociale, politieke en economische re-integratie van bevolkingsgroepen, met name in de door het conflict getroffen gebieden, in plaats van alleen een terugkeerbeleid, om te voorkomen dat opnieuw eenzelfde klimaat ontstaat als waarbinnen Da‘esh voet aan de grond kon krijgen. De situatie in verband met de talrijke minderheden in Irak moet ook dringend worden opgelost om de diversiteit, eenheid en stabiliteit van de Iraakse maatschappij te bewaren. Ook moeten armoede en sociale uitsluiting worden aangepakt in gebieden die niet rechtstreeks getroffen werden door het conflict, zoals het zuiden van het land, aangezien evenwichtige vooruitgang en ontwikkeling in het hele land cruciaal zijn voor de stabiliteit. Nieuwe pogingen om via onderhandelingen politieke oplossingen te vinden voor oude en recentere geschillen zijn cruciaal voor de stabiliteit op lange termijn. Een dringende prioriteit is het creëren van een levensvatbare en stabiele basis voor de betrekkingen tussen de federale regering en de regering van de regio Koerdistan door middel van een constructieve dialoog over alle relevante vraagstukken op politiek, economisch en veiligheidsgebied. Daarbij moeten de partijen eenzijdig optreden voorkomen en de Iraakse grondwet ten volle eerbiedigen.

1.4. Economische en financiële vraagstukken: aan politieke hervormingen en verzoening moet coherent beleid voor economische en sociale ontwikkeling ten grondslag liggen dat ten goede komt aan alle Irakezen, op basis van een eerlijk model voor welvaartsverdeling en solidariteit tussen de generaties. De inkomsten uit olie hebben tot dusver te weinig opgeleverd voor het land als geheel, door het streven naar snelle winst, de inefficiëntie van overheidsbedrijven, de kortetermijnconsumptiedrang van de buitensporig grote overheid en de wijdverbreide corruptie. Daardoor verkeert Irak structureel in macro-economische problemen, die dringend moeten worden aangepakt, want een degelijk fiscaal en monetair kader is doorslaggevend voor de stabiliteit van het land. Irak behoort tot de landen met een hoger middeninkomen, maar deze classificatie is gebaseerd op het bruto binnenlands product (bbp) per inwoner, dat gedaald is van USD 7,021 in 2013 naar USD 4,533 in 2016, en de grimmige werkelijkheid verhult dat een kwart van de bevolking nu onder de armoedegrens verkeert. De afgelopen drie jaar is de olieproductie toegenomen tot in 2017 gemiddeld ongeveer 4,5 miljoen vaten per dag, een goede steun in de rug voor de economie en de overheidsinkomsten. Door de combinatie van de daling van de olieprijzen en het gewapende conflict is de niet van olie afhankelijke economie in een recessie geraakt en is het overheidstekort sterk opgelopen, tot 14 % van het bbp in 2016. De regering heeft intussen in juli 2016 een standby-overeenkomst met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) gesloten voor een bedrag van USD 5,3 miljard, waarvan tot nu toe USD 2,1 miljard is uitgekeerd. De G7, met inbegrip van de EU, ondersteunt de overeenkomst, waarvoor een programma van fiscale en economische hervormingen als voorwaarde is gesteld. Eind 2017 liep de voortzetting van de overeenkomst met het IMF gevaar doordat het begrotingsbeleid van de Iraakse regering niet voldoende in overeenstemming was met het overeengekomen hervormingsprogramma. Als het programma faalt, is Irak niet langer in staat om te voldoen aan zijn financiële verplichtingen en mist de aanzienlijke G7-steun zijn doel.

De Iraakse economie verkeerde in 2017 grotendeels in een recessie. De vooruitzichten voor 2018 zijn enigszins optimistisch, afhankelijk van de veiligheidssituatie en de oliemarkt. Voor 2017 had Irak met de Organisatie van olie-exporterende landen (OPEC) afgesproken om de olieproductie met 6 % terug te schroeven, wat de groei van het bbp en de overheidsinkomsten heeft beperkt. Aangezien deze afspraak met de OPEC is verlengd, is het niet waarschijnlijk dat de overheidsinkomsten uit olie in 2018 aanzienlijk zullen toenemen en dus zijn strengere besparingsmaatregelen nodig om te voldoen aan de voorwaarden van de IMF-regeling en de overheidsfinanciën overeind te houden. Irak kan alleen de hoognodige macro-economische stabiliteit bereiken en voldoen aan zijn financiële verplichtingen als sneller werk wordt gemaakt van de bestuurlijke en fiscale hervormingen, die al hadden moeten worden doorgevoerd voordat de veiligheidscrisis zich voordeed. Er wacht een zware economische en financiële belasting in verband met de humanitaire situatie, stabilisering en wederopbouw – de kosten van de wederopbouw na Da‘esh worden door de Iraakse regering momenteel geschat op USD 150 miljard. De maatschappelijke kosten van de wederopbouw zullen gigantisch zijn, bijvoorbeeld voor de re-integratie van miljoenen binnenlands ontheemden, personen die een handicap of trauma hebben opgelopen, veteranen en jongeren wier schoolloopbaan is onderbroken. Daarnaast heeft het land grote moeite om genoeg banen te scheppen voor de snel groeiende jonge bevolking. De lage olieprijs biedt de kans om werk te maken van economische diversificatie, maar een dergelijke structurele transformatie vergt doorgaans vele jaren. In de tussentijd zijn op korte termijn maatregelen nodig om het groeiende aantal jongeren in de arbeidsmarkt te integreren. Zij kunnen niet langer allemaal een baan bij de overheid krijgen, zoals gebeurde ten tijde van de hoge olieprijzen. De ontwikkeling van een sterke particuliere sector en buitenlandse directe investeringen zijn daarom van het grootste belang voor groei en werkgelegenheid.

1.5 Migratie: Irak is zowel een gastland voor vluchtelingen als een land van oorsprong van aanzienlijke migratiestromen. Het land vangt 250 000 Syrische vluchtelingen op, naast de drie miljoen binnenlands ontheemden. Het grote aantal binnenlands ontheemden, de moeilijke omstandigheden voor terugkeer naar bevrijde gebieden en de onstabiele politieke en economische situatie vergroten het risico op nieuwe migratiestromen, zowel binnen Irak als naar Europa. Tussen 2014 en 2016 kwamen meer dan 135 000 Irakezen op irreguliere wijze in de EU aan. Het aantal asielaanvragen van Iraakse burgers in de EU bedroeg in 2016 125 286. Na de start van de uitvoering van de verklaring EU-Turkije 5 daalde het aantal irreguliere aankomsten aanzienlijk, maar er bestaat nog steeds een grote kans op irreguliere migratie naar de EU. In 2017 kwamen tussen januari en september bijna 7 500 Irakezen op irreguliere wijze naar de EU. Tot dusver is slechts een kleine groep van de irregulier in de EU verblijvende Irakezen teruggekeerd naar Irak 6 . Het aantal mensen dat vanuit de EU vrijwillig terugkeert naar Irak, neemt evenwel gestaag toe 7 . Tegelijkertijd daalt ook het aantal asielaanvragen dat wordt ingewilligd 8 , waardoor een groter aantal Irakezen uit de EU terugkeert, ook door de verbetering van de situatie in Irak en de nederlaag van Da‘esh.

1.6 De regionale context: de betrekkingen tussen Irak en zijn buurlanden zijn van groot belang voor de stabiliteit van het land en het politieke en economische hervormingsprogramma. Irak bevindt zich op een breuklijn tussen verschillende gemeenschappen in de regio en heeft er fundamenteel belang bij dat de geschilpunten tussen hen niet verergeren. Het tijdperk na Da‘esh biedt Irak nieuwe mogelijkheden voor evenwichtige betrokkenheid bij alle buurlanden en re-integratie in de regionale economie, waarbij kan worden voortgebouwd op de positieve stappen die de Iraakse regering tot nu toe heeft gezet in de richting van al haar buurlanden. Dit kan een cruciale rol spelen bij het verminderen en wegnemen van regionale spanningen, in het algemeen belang van Irak en de regio als geheel, ook in het licht van de crisis in Syrië.

2. Strategische doelstellingen van de EU in Irak

Om Irak te helpen zijn binnenlandse problemen op te lossen heeft de EU een aantal strategische doelstellingen aangewezen die als uitgangspunt zullen dienen voor de steun die zij de komende vijf jaar aan Irak zal verlenen. Gezien het grote aantal uitdagingen moet de EU aan alle doelstellingen tegelijk werken. De strategische doelstellingen van de EU moeten betrekking hebben op:

ØBehoud van de eenheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Irak.

ØVersterking van het politieke systeem in Irak door het land te ondersteunen bij de totstandbrenging van een evenwichtig, verantwoordingsplichtig en democratisch bestuurssysteem dat de rechtsstaat en de mensenrechten eerbiedigt. Een essentieel onderdeel hiervan is verbetering van de civiele veiligheidssector, met name politie en justitie, en efficiënt en verantwoordingsplichtig centraal en lokaal bestuur.

ØOndersteuning van de Iraakse autoriteiten bij het ontwikkelen en uitvoeren van een brede, strategische respons op de prioritaire behoeften in het land nu Da‘esh is verdreven. Dit omvat onder andere humanitaire hulp, steun voor snel herstel, stabilisering, ontwikkeling en wederopbouw. Deze steun moet zo naadloos mogelijk worden verstrekt om te voorkomen dat het geweld weer oplaait.

ØBevordering van duurzame, op kennis gebaseerde en inclusieve economische groei in Irak, die werkgelegenheid en economische perspectieven kan bieden aan de groeiende groep jongeren, overeenkomstig de duurzameontwikkelingsdoelstellingen.

ØOndersteuning van de weerbaarheid van de staat en de samenleving door middel van nationaal beleid ter bevordering van onder meer de etnische en religieuze diversiteit in Irak, ter versterking van de nationale identiteit en verzoening tussen de verschillende gemeenschappen, op basis van gelijk burgerschap, en ter ontwikkeling van een sterk maatschappelijk middenveld.

ØBevordering van een doeltreffend en onafhankelijk justitieel stelsel en efficiënte handhaving daarvan om de algehele verantwoordingsplicht te verbeteren en de misdaden van Da‘esh te berechten.

ØInstelling van een migratiedialoog met Irak om de belangrijkste achterliggende oorzaken van irreguliere migratie aan te pakken, de Iraakse autoriteiten de migratiestromen doeltreffend te helpen beheren, met name door meer samenwerking op prioritaire gebieden zoals overname van irreguliere Irakezen uit de EU (onder andere door afspraken te maken over procedures om de identificatie en terugkeer te vergemakkelijken), bijstand op het gebied van grensbeheer, betere contacten met de Iraakse diaspora in de EU, informatiecampagnes over de risico's van irreguliere migratie en de bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel.

ØOndersteuning van de goede betrekkingen tussen Irak en al zijn buurlanden en bevordering van zijn bijdrage aan de vrede in de regio.

ØNastreven van een sterk partnerschap tussen de EU en Irak over de hele linie.

De EU moet hierbij haar beleidslijnen op elkaar afstemmen en samenwerken met de lidstaten, met name op het gebied van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, economische ontwikkeling, investeringen en goed bestuur, handel, humanitaire hulp en migratie, en daarnaast streven naar optimale samenhang met de lopende inspanningen van de wereldwijde coalitie tegen Da‘esh, de Verenigde Naties (VN), de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), de Wereldbank (WB), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en andere partners.

3. EU-steun tot nu toe

Sinds 2003 ondersteunt de EU de overgang van Irak naar een inclusieve democratie die stevig verankerd is in de rechtsstaat en waar de mensenrechten worden geëerbiedigd. In 2012 gingen de EU en Irak bovendien een partnerschap op lange termijn aan in de vorm van een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst, die op voorlopige basis wordt toegepast en binnenkort in werking zal treden 9 . De afgelopen drie jaar heeft de EU de Iraakse regering krachtig gesteund bij haar strijd tegen Da‘esh en bij haar inspanningen om de hoognodige hervormingen door te voeren en verzoening te bewerkstelligen, zoals werd beschreven in de regionale EU-strategie voor Syrië en Irak en de dreiging die uitgaat van Da‘esh van 2015 10 . In de periode 2014 – 2017 bedroeg de EU-steun in totaal meer dan EUR 650 miljoen. Bij de toewijzing van deze middelen heeft de EU zich altijd gericht op heel Irak en is steun verleend voor onder andere:

·aanzienlijke humanitaire hulp en ondersteuning van de weerbaarheid, naargelang van de behoefte en kwetsbaarheid van alle bevolkingsgroepen die werden getroffen door het conflict, met inbegrip van situaties van ontheemding en situaties waarin mensen zijn teruggekeerd naar heroverde gebieden; de EU heeft het voortouw genomen bij de humanitaire inspanningen ter bescherming van burgers tijdens en na gevechten, met inachtneming van het internationale humanitaire recht, en heeft steun verleend voor principiële humanitaire bijstand en bescherming;

·stabilisering van de bevrijde gebieden en capaciteitsopbouw van de veiligheidssector – de EU fungeert als coördinator en belangrijke donor van het initiatief voor het terugdringen van explosiegevaar (Explosive Hazard Mitigation, EHM);

·advies met betrekking tot nationale en lokale verzoeningsprocessen binnen een beter mensenrechtenkader;

·verbetering van lokaal en nationaal bestuur;

·inclusief, rechtvaardig en hoogwaardig onderwijs.

Deze steun werd gekoppeld aan de diplomatieke inspanningen van de EU om zo veel mogelijk internationale steun voor Irak te mobiliseren in zijn strijd tegen Da‘esh.

4. EU-beleidsmaatregelen ter ondersteuning van de strategische doelstellingen

Om haar strategische doelstellingen te bereiken zou de EU steun aan Irak moeten verstrekken op de volgende gebieden:

4.1 Voortzetting van de humanitaire hulp en de ondersteuning van de weerbaarheid voor Iraakse burgers die langdurig ontheemd zijn

Irak is geen arm land, maar jaren van conflict en de strijd tegen Da‘esh hebben hun tol geëist, waardoor nu veel mensen in armoede, en zelfs grote armoede, verkeren. De omvang van de humanitaire gevolgen van het conflict wordt nu pas ten volle zichtbaar. De lokale en nationale responscapaciteit is uitgeput en behoeft langdurige betrokkenheid van internationale actoren, waarbij de EU het voortouw wil nemen bij de humanitaire hulp en de eerste hulp bij herstel. De EU moet er daarom naar streven de kloof te dichten en de Iraakse overheid in staat te stellen beter te voldoen aan de behoeften van de bevolking.

In het kader van de humanitaire bijstand in Irak moet verdere hulp en bescherming worden verleend aan alle Irakezen die getroffen zijn door het conflict, en moet hun bescherming worden bevorderd overeenkomstig de nationale wetgeving van Irak, het internationale humanitaire recht en de richtsnoeren met betrekking tot binnenlandse ontheemding.

Er zou aanvullende EU-steun moeten worden verstrekt om ervoor te zorgen dat acute en chronische noden van door het conflict getroffen bevolkingsgroepen worden gelenigd. In dit verband moet rechtstreekse hulp worden geboden aan mensen die fysieke verwondingen en trauma's hebben opgelopen, slachtoffers van gendergerelateerd en seksueel geweld, mensen die familieleden hebben verloren in de strijd, en gedetineerden en hun familieleden. Met de humanitaire hulp en de weerbaarheidsgerelateerde bijstand op langere termijn worden ook de Iraakse autoriteiten geholpen om gezinnen en individuen bij te staan die nog niet konden terugkeren naar hun regio van oorsprong en die secundair of langdurig ontheemd zijn als gevolg van conflicten tussen gemeenschappen. De verlening van levensreddende basisdiensten en het werken aan toegang tot duurzame oplossingen voor hun gedwongen ontheemding zijn daarbij essentieel. Om Irak te helpen zijn behoefte aan noodhulp zo snel en doeltreffend mogelijk af te bouwen, moet de EU streven naar optimale inzet van en wisselwerking tussen haar instrumenten.

4.2 Bijdragen tot de stabilisering van bevrijde gebieden en snel herstel met het oog op de veilige, vrijwillige en waardige terugkeer van ontheemden

In de eerste achttien maanden na de verdrijving van Da‘esh uit een bepaald gebied moet de EU zich vooral richten op de ondersteuning van de inspanningen van de regering om de bevrijde gebieden te stabiliseren en ervoor te zorgen dat ontheemde burgers, met inbegrip van minderheden, zo snel mogelijk veilig, goed geïnformeerd, vrijwillig en waardig kunnen terugkeren naar hun rechtmatige thuis. Dit is van het grootste belang om de desillusie en uitzichtloosheid tegen te gaan die het gevolg kunnen zijn van aanslepende ontheemding en een voedingsbodem vormen voor extremisme en geweld. Stabilisering en terugkeer zijn ook cruciale factoren voor de stabiliteit op langere termijn en voor het behoud van de diversiteit van het land, en daarnaast om irreguliere migratie en de daaruit voortvloeiende braindrain te ontmoedigen, die een negatieve invloed hebben op de langetermijnvooruitzichten voor groei in Irak.

In het kader van haar inspanningen op het gebied van stabilisering zou de EU ook veel steun moeten blijven verlenen voor de werkzaamheden om explosiegevaar terug te dringen (EHM) door het opruimen van boobytraps en andere explosieven waardoor al terugkerende burgers om het leven zijn gekomen. Gezien het aantal explosieven dat nog niet is opgeruimd, is dit een essentiële voorwaarde voor een aantal andere stabiliseringsactiviteiten. Binnen de wereldwijde coalitie tegen Da‘esh zal de EU verder als coördinator optreden van de subgroep EHM en de nieuwe "gemengde" aanpak toepassen waarbij op grote schaal alle nationale en internationale EHM-middelen, alsmede binnen Irak beschikbare capaciteit, zullen worden ingezet.

Onder auspiciën van de Iraakse regering en met de steun van de wereldwijde coalitie tegen Da‘esh, de VN en andere passende kanalen, zou de EU financiële steun moeten verstrekken voor de onderstaande gebieden en zij zou moeten aandringen op volwaardige betrokkenheid van vrouwen en jongeren bij de volgende maatregelen:

a)herstel van belangrijke openbare diensten (zoals elektriciteit, water en riolering, gezondheidszorg, waaronder maatregelen om vervuilde locaties schoon te maken) en essentiële lichte infrastructuur;

b)bestaansmiddelen als bron van inkomen voor gezinnen die terugkeren en om de economie aan te jagen;

c)capaciteitsopbouw van het lokale bestuur, vestiging van doeltreffend bestuur en participatie van de gemeenschap;

d)verzoening tussen gemeenschappen; het is essentieel dat bijzonder kwetsbare personen hier ook bij betrokken worden. In dit verband is het noodzakelijk dat het bestaande socialezekerheidsstelsel wordt herzien om de doeltreffendheid en verantwoordingsplicht te vergroten.

4.3 Herstructurering en ondersteuning van de civiele veiligheidssector, ook op het gebied van terrorismebestrijding

Een grondige hervorming van de civiele en de militaire veiligheidssector in Irak is cruciaal voor de stabiliteit op lange termijn. De EU zal haar steun op dit vlak concentreren op de civiele veiligheidssector en daarbij gebruik maken van de capaciteit van verschillende lidstaten. Om het vertrouwen van de Iraakse burgers in hun regering te herstellen moet deze aantonen dat zij in staat is om de veiligheid en de rechtsstaat te garanderen door middel van betrouwbare, officiële civiele veiligheidstroepen die de mensenrechten eerbiedigen, beantwoorden aan de behoeften van de burgers en als enige verantwoordelijk zijn voor de veiligheid.

In dit verband, en om te voldoen aan het desbetreffende verzoek van de Iraakse autoriteiten, heeft de EU in november 2017 een adviesmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van de hervorming van de veiligheidssector in Irak (EUAM Iraq) 11 naar Irak gestuurd om de autoriteiten te helpen de overheidsinstellingen en het bestuur te versterken, overeenkomstig zijn nationale veiligheidsstrategie. Via deze missie in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) kan de EU strategisch beleidsadvies verstrekken aan het bureau van de nationale veiligheidsadviseur en het ministerie van Binnenlandse Zaken en daarnaast de mogelijkheden beoordelen voor bredere betrokkenheid van de EU op dit vlak in de toekomst. Er moet strategisch advies worden verstrekt over het algemene veiligheidsbeleid, de bestrijding van terrorisme, georganiseerde misdaad en gewelddadig extremisme, en institutionele hervormingen. De missie moet ook bijdragen tot nauwere coördinatie tussen de internationale gemeenschap en de Iraakse autoriteiten met betrekking tot een grootschalige hervorming van de Iraakse veiligheidssector. Daartoe werkt de missie nauw samen met de Iraakse autoriteiten, de EU-instellingen en lidstaten, en andere partners, waaronder de VN (onder andere het ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) en de VN-missie voor bijstand aan Irak (UNAMI)), de wereldwijde coalitie tegen Da‘esh en de NAVO, om de steun voor de militaire en de civiele veiligheidssector duidelijk af te bakenen. Bij deze hervormingen moeten ook de behoeften van oud-strijders in aanmerking worden genomen, want dit is een belangrijke factor voor de stabilisering van het land. Oud-strijders moeten mogelijkheden worden geboden op het vlak van onderwijs en werkgelegenheid, alsmede re-integratie in een vreedzame samenleving.

De EU moet ook steun blijven verlenen voor de grootschalige inspanningen op het gebied van terrorismebestrijding die worden geleverd door de wereldwijde coalitie tegen Da‘esh en de Verenigde Naties en die rechtstreeks van invloed zijn op de strijd die Irak voert tegen gewelddadig extremisme. In dit verband moet worden bijgedragen tot de capaciteit van Irak om terroristische dreigingen aan te pakken door middel van een dialoog over vraagstukken met betrekking tot terrorismebestrijding en maatregelen om gewelddadig extremisme tegen te gaan, waarvoor nadere technische ondersteuning en bijstand noodzakelijk zouden kunnen zijn. Irak staat zowel bij de EU als bij de Financiële-actiegroep (FATF) op de lijst van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen met betrekking tot de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering, en moet deze kwestie daarom met voorrang aanpakken, in nauwe samenwerking met de EU.

4.4. Politieke hervormingen, beter bestuur, mensenrechten en verzoening

De kerndoelstelling van het EU-beleid in Irak is om de Iraakse regering te ondersteunen bij politieke hervormingen die moeten leiden tot meer politieke inclusiviteit en een proces van gestage verzoening.

Vooruitgang bij de hervormingen, overeenkomstig de hervormingsprogramma's van de Iraakse regering van 2014 en 2015, is essentieel. De hervormingen moeten zich richten op de verbetering van het democratisch politiek bestuur, inclusiviteit, eerbiediging van de mensenrechten, gelijk burgerschap, eerlijke verdeling van hulpbronnen, en corruptiebestrijding, en zijn cruciaal voor elke poging tot stabilisering van het land, bevordering van vrede en het genereren van welvaart voor alle Irakezen. Het hervormingstempo lag tot nu toe laag, maar er zijn bemoedigende signalen dat de roep om hervormingen onder de Iraakse bevolking en het maatschappelijk middenveld steeds luider wordt, zoals blijkt uit demonstraties op straat en campagnes op internet, zelfs toen het land nog worstelde met Da‘esh. Gesterkt door de overwinning op Da‘esh en het behoud van de territoriale integriteit van het land moet de Iraakse regering deze kans aangrijpen om haar inspanningen op te voeren en te werken aan verzoening na het conflict.

De EU moet verzoeningsinitiatieven blijven ondersteunen, waar passend in samenwerking met de UNAMI. De EU moet zich daarbij vooral bemiddeling en dialoog ondersteunen die zich niet alleen richten op het nationale niveau, maar ook op het lokale en regionale niveau. Als de federale regering voldoende vooruitgang boekt met haar inspanningen op het gebied van hervorming en verzoening, moet de EU bereid zijn te investeren in gerichte steun voor goed bestuur ten behoeve van Iraakse overheidsinstellingen die representatief en inclusief zijn, de gemeenschappelijke Iraakse identiteit weerspiegelen en niet de nauwe belangen van één bepaalde gemeenschap behartigen. Dergelijke institutionele steun zou een cruciale aanvulling kunnen vormen op de inspanningen van de regering op het gebied van hervorming en verzoening, die zich richten op dezelfde doelstellingen en deze moeten bestendigen. De EU is ook bereid steun te verlenen voor politieke hervormingen om het kiesproces in overeenstemming te brengen met internationale normen en verbintenissen en voor de noodzakelijke begeleidende maatregelen ter ondersteuning van organisaties van het maatschappelijk middenveld. Volwaardige participatie van het maatschappelijk middenveld is essentieel voor het welslagen van het hervormingsproces. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de adequate vertegenwoordiging van vrouwen, jongeren en minderheden via passende participatieplatforms.

Het stabiliseren en herstellen van de civiele veiligheidssector en het bestuur in de bevrijde gebieden heeft vragen doen rijzen over de toekomstige relatie tussen de federale autoriteiten en de gouvernoraten, met name wat betreft het gezag over de veiligheidstroepen, hulpbronnen en de instelling van representatief en doeltreffend lokaal bestuur. De EU is bereid steun te verlenen voor maatregelen op het gebied van decentralisatie/deconcentratie die Irak binnen het federale constitutionele kader zou willen ondernemen, op voorwaarde dat zij deel uitmaken van de bredere hervormingsinspanningen. Ook is zij bereid de lokale autoriteiten die werken aan stabilisering te helpen de capaciteit van het civiele bestuur op te bouwen. Deze steun zou worden gebaseerd op een plan dat wordt opgesteld door de Iraakse regering.

4.5 Beslechting van geschillen tussen de federale regering en de Koerdische regionale regering door middel van een constructieve dialoog

Het succes van de militaire campagne was voor een groot deel ook te danken aan de goede samenwerking tussen en de eensgezindheid van de federale regering en de Koerdische regionale regering. Deze goede betrekkingen zijn onder druk komen te staan door het eenzijdige besluit van de regio Koerdistan om een referendum over onafhankelijkheid te houden. De EU ondersteunt de eenheid van Irak ten volle en moedigt de partijen aan opnieuw in een geest van samenwerking de federale structuur van Irak te versterken en de aanslepende geschilpunten die de betrekkingen belemmeren, zoals de verdeling van de olie-inkomsten en de betwiste grensgebieden, op te lossen door middel van een constructieve dialoog tussen de federale regering en de Koerdische regionale regering op basis van de Iraakse grondwet en de respectieve bevoegdheden en prerogatieven van de partijen. De EU acht een permanente dialoog over alle resterende kwesties essentieel om oplossingen te vinden die voldoen aan de eisen van de grondwet en een stabiele en voor beide partijen bevredigende relatie te bewerkstelligen.

4.6 Economische en financiële hervormingen en handel

De EU ondersteunt de voorgenomen economische hervormingen van de Iraakse regering, met name haar streven om subsidies en kapitaaluitgaven te verminderen, met behoud van de uitgaven voor sociale bescherming, en om de transparantie van de begroting en de monetaire stabiliteit te vergroten. De huidige standby-overeenkomst met het IMF is cruciaal om Irak te helpen zijn macro-economische stabiliteit te heroveren (handhaving van de wisselkoers, vermindering van het begrotingstekort, beperking van het schuldniveau, betaling van achterstanden aan internationale oliemaatschappijen, herstructurering van staatsbanken, enz.).

De regering moet nu resoluut hervormingen doorvoeren, want tot op heden laten de noodzakelijke fiscale hervormingen en de vermindering van het begrotingstekort tot een houdbaar niveau op zich wachten. De Iraakse regering moet zich geloofwaardig verbinden tot bestuurlijke en fiscale hervormingen, in overleg met de internationale financiële instellingen, om de internationale steun, met inbegrip van het IMF-programma, met succes te kunnen voortzetten. Efficiëntere benutting van de aanzienlijke inkomsten uit olie en gas en mobilisatie van inkomsten uit andere bronnen dan olie zijn noodzakelijk voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, de economische ontwikkeling die werkgelegenheid oplevert voor de jonge bevolking – een van de beste middelen in de strijd tegen de aantrekkingskracht van terroristische ideologieën – en de wederopbouw. Structurele hervormingen zijn cruciaal om het bedrijfsklimaat in Irak te verbeteren en de nutsvoorzieningen, met name in de elektriciteitssector, te herstellen. De lopende hervormingen die worden gesteund door de Wereldbank, samen met de EU, met name op het gebied van goed bestuur, modernisering van de systemen voor het beheer van de overheidsfinanciën, en de hervorming van staatsbedrijven en van de energiesector, zijn van strategisch belang als Irak de vruchten wil plukken van zijn winningsindustrieën en van de nog niet aangeboorde bronnen van hernieuwbare energie, ten gunste van de hele bevolking.

De EU kan haar deskundigheid aanbieden om deze economische hervormingen in Irak te ondersteunen en daarbij gebruik te maken van de verschillende instrumenten waarover zij beschikt, waaronder de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Irak. In eerste instantie zal de nadruk liggen op het verbeteren van het beheer van de overheidsfinanciën, in nauwe samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank.

De EU ziet nauwe betrekkingen met Irak als een belangrijk onderdeel van de wederopbouw en ontwikkeling van Irak. Er zijn aanzienlijke mogelijkheden voor bilaterale handel tussen beide economieën. Investeringen vanuit de EU zouden een zeer gunstig effect op de ontwikkeling van Irak kunnen hebben. De EU moet de toetreding van Irak tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) blijven ondersteunen en Irak aanmoedigen steun aan te vragen bij de Wereldbank (programma voor handelsfacilitering) om zijn integratie in de wereldeconomie te vergemakkelijken.

4.7 Steun voor een doeltreffend en onafhankelijk justitieel stelsel en overgangsjustitie

De EU moet de Iraakse regering steunen bij de ontwikkeling van een onafhankelijk en efficiënt justitieel stelsel waarin democratische waarden, beginselen van goed bestuur, de rechtsstaat en internationale normen en standaarden op het gebied van de mensenrechten worden onderschreven. Het penitentiaire stelsel en de wettelijke voorwaarden voor detentie moeten worden herzien, met name wat betreft personen die worden vastgehouden omdat zij worden gescreend, en moeten in overeenstemming worden gebracht met internationale wetten en normen, om humane detentieomstandigheden te waarborgen. Als dit probleem niet wordt aangepakt, kunnen de inspanningen op het gebied van stabilisering en verzoening in gevaar komen.

De flagrante misdrijven van Da‘esh hebben veel lijden veroorzaakt bij slachtoffers en hun familie. De verzoeningsinspanningen moeten zeker een proces omvatten waarbij degenen die verantwoordelijk zijn voor die misdrijven, worden vervolgd, waarin recht gedaan wordt en de slachtoffers worden gecompenseerd en dat wordt geïntegreerd in een breder proces van overgangsjustitie dat ervoor zorgt dat verantwoording wordt afgelegd over alle mensenrechtenschendingen die tijdens het conflict zijn begaan. De EU moet ook steun verlenen voor de internationale inspanningen om de smokkel van cultuurgoederen te voorkomen en het cultureel erfgoed van Irak te herstellen en te bewaren.

De Iraakse regering heeft in het kader van Resolutie 2379 (2017) van de VN-Veiligheidsraad toegezegd Da‘esh ter verantwoording te roepen voor zijn daden in Irak. Er zal een VN-team naar Irak worden gestuurd om bewijsmateriaal van daden die kunnen wijzen op oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid of genocide die de terroristische groep in Irak heeft begaan, te verzamelen, te conserveren en op te slaan; daarbij moeten de soevereiniteit en bevoegdheid van Irak met betrekking tot misdaden die op zijn grondgebied zijn begaan, ten volle in acht worden genomen. De EU is bereid de Iraakse regering daarbij te ondersteunen en heeft al maatregelen genomen ter bevordering van de samenwerking, met het oog op de wederzijdse belangen van Irak en de EU op dit vlak. Aangezien een deel van de buitenlandse strijders zich vanuit de EU-lidstaten heeft aangesloten bij Da‘esh, zijn het onderzoek en de vervolging van hun misdaden tijdens een onafhankelijk strafrechtelijk proces volgens de beginselen inzake een behoorlijke rechtsgang en in overeenstemming met het internationale recht, ook voor de EU een prioriteit. De doelstellingen van de EU in dit verband sluiten nauw aan bij die van het actieplan van Parijs 12 en de prioriteiten voor actie van Madrid 13 met betrekking tot de aansprakelijkheid voor de misdaden van Da‘esh.

4.8 Steun voor inclusief, rechtvaardig en hoogwaardig onderwijs

Door de recente crisis is het onderwijssysteem in Irak behoorlijk ontwricht; naar schatting 3,5 miljoen kinderen gaan momenteel niet naar school. Er moeten dringend meer docenten worden opgeleid, er moeten meer schoolgebouwen komen en de belemmeringen die kinderen ondervinden bij de toegang tot onderwijs, moeten worden weggewerkt om te voorkomen dat er een verloren generatie ontstaat. De EU moet haar steun voor basis- en middelbaar onderwijs opvoeren en zich richten op de hervorming van het onderwijs, de terugkeer van nationale curricula in de bevrijde gebieden en toegang tot onderwijs voor ontheemde kinderen en kinderen die op het platteland wonen. Ook moet de steun worden voortgezet voor hoger onderwijs voor iedereen, en met name voor ontheemden en vluchtelingen. Een prioriteit daarbij moet zijn om zo veel mogelijk meisjes toegang te bieden tot alle onderwijsniveaus, met name meisjes die tot nu toe niet naar school konden.

Onderwijs kan een belangrijke katalysator voor ontwikkeling zijn en daarom moet de EU Irak helpen bij de hervorming van het beleid en het bestuur in deze sector door de randvoorwaarden voor leren te creëren, de capaciteit van docenten en begeleiders op te bouwen en jongeren het heft in eigen handen te leren nemen met door de lokale gemeenschap gedragen initiatieven. Dit moet hand in hand gaan met een duurzaam systeem voor kinderbescherming in het kader van de verbetering van het bestuur. Ook moeten de academische instellingen in Irak, met name universiteiten en onderzoekscentra – die ooit toonaangevend waren in de regio – worden versterkt en ondersteund.

4.9 Migratiebeheer

In het kader van het regionale proces van Boedapest worden al enkele jaren besprekingen over migratie gevoerd met Irak. De Raad Buitenlandse Zaken van juni 2017 herhaalde dat de EU Irak onverminderd zal blijven steunen bij de wederopbouw, met name door de uitvoering van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Irak, waaronder samenwerking inzake alle aspecten van migratie, en riep Irak op de terugkeer van Irakezen naar hun eigen land verder te faciliteren.

Na het technische bezoek van de EU-vertegenwoordigers aan Irak in december 2017 wil de EU een aanpak op maat voor het migratiebeheer ontwikkelen die zowel de EU als Irak ten goede komt. De samenwerking zal worden gebaseerd op een specifieke behoeftenevaluatie die in overleg tussen de partijen wordt uitgevoerd. Daarbij zal met name aandacht worden besteed aan de prioritaire gebieden zoals betere samenwerking bij de overname van irreguliere Iraakse migranten uit de EU, met volledige inachtname van de grondrechten en internationale normen, bijstand migratie en ontwikkeling beter aan elkaar te koppelen, informatiecampagnes over de risico's van irreguliere migratie en de bestrijding van migrantensmokkel en mensenhandel. De partijen zijn overeengekomen elkaars irreguliere migranten over te nemen, met inbegrip van degenen die ervoor kiezen vrijwillig terug te keren.

5. Uitvoering en internationale betrokkenheid

Bij de uitvoering van de in deze strategie beschreven beleidslijnen en maatregelen moet de EU nauw samenwerken met de Iraakse regering bij het nader bepalen van de behoeften en de prioriteiten. Nauwe coördinatie en een goede taakverdeling tussen de lidstaten, de VN, de wereldwijde coalitie tegen Da‘esh, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank, alsmede andere regionale en internationale partners zijn essentieel voor succesvolle uitvoering van de voorgestelde maatregelen. Dankzij de mechanismen die zijn ingesteld in het kader van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Irak, kan de EU toezicht houden op de vooruitgang en haar betrekkingen met Irak geleidelijk verdiepen. De EU zal ervoor zorgen dat vrouwen en jongeren, alsmede het Iraakse maatschappelijk middenveld, zo veel mogelijk worden betrokken bij de uitvoering van de strategie en de daarin beschreven beleidsmaatregelen en processen.

De financiële middelen die binnen de EU-begroting beschikbaar zijn voor de uitvoering, zijn geprogrammeerd binnen de portefeuille voor ontwikkelingssamenwerking. Er kan ook financiering beschikbaar zijn uit hoofde van de instrumenten voor humanitaire hulp en andere externe maatregelen binnen de huidige financiële planningscyclus van de EU, die in 2020 ten einde loopt.

De EU zal samen met de deelnemende lidstaten nagaan of het regionale EU-trustfonds (het "Madad-fonds") kan worden uitgebreid om een brug te slaan tussen humanitaire hulp en ontwikkelingshulp op langere termijn.

De EU zal ook de deelname van Iraakse publieke en particuliere entiteiten aan Horizon 2020, het onderzoeks- en innovatieprogramma van de EU, verder ondersteunen en financieren.

Het tempo en het welslagen van deze strategie hangen vooral af van de situatie in Irak zelf, en van de bereidheid en het vermogen van de Iraakse regering en de bevolking om de noodzakelijke hervormingen door te voeren. Nieuwe ontwikkelingen ter plaatse, met name wat betreft de veiligheidssituatie, de politieke stabiliteit, de uitvoering van hervormingen, alsmede de vooruitgang van het nationale proces van verzoening, kunnen de EU ertoe nopen haar beleidslijnen en instrumenten voor Irak aan te passen. De omvang van de steun die de EU aan Irak verleent, moet worden gekoppeld aan de inzet die het land tentoonspreidt met betrekking tot hervormingen en de mate waarin het de democratische beginselen eerbiedigt, inclusiviteit waarborgt, afziet van geweld en voorrang geeft aan civiele overheidsinstanties op het gebied van veiligheid en politiek bestuur. 

De houding van de buurlanden van Irak zal bepalend zijn voor de stabilisering van het land, het welslagen van het verzoeningsproces en de wederopbouw. De EU moet dit vraagstuk met de partners in de regio bespreken en de duidelijke boodschap uitdragen dat een constructieve en ondersteunende rol jegens de Iraakse regering en bevolking niet alleen Irak ten goede komt, maar de stabiliteit van de hele regio.

Om de regionale en internationale steun voor Irak te consolideren wil de EU samen met de Iraakse regering, Koeweit, de Verenigde Naties, de Wereldbank en andere partners in februari 2018 een conferentie over de wederopbouw en ontwikkeling van Irak beleggen. De conferentie zal worden georganiseerd door Koeweit en alle belangrijke donors zullen worden uitgenodigd, evenals de landen in de regio rond Irak.

De EU zal deze strategie over twee jaar evalueren om het effect van de maatregelen te beoordelen en waar nodig aanpassingen te doen. In dit verband zou de perceptie van het EU-beleid door de primaire betrokkenen in Irak moeten worden geanalyseerd, om ervoor te zorgen dat de lokale bevolking en de Iraakse regering achter de betrokkenheid van de EU blijven staan.

(1)

http://theglobalcoalition.org/en/home/

(2)

https://europa.eu/globalstrategy/en/global-strategy-foreign-and-security-policy-european-union

(3)

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1515583694520&uri=CELEX%3A52015JC0002

(4)

http://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2017/06/19/conclusions-iraq/

(5)

https://www.consilium.europa.eu/nl/policies/migratory-pressures/countries-origin-transit/eu-turkey-statement/#

(6)

17 065 terugkeerders in 2016, dat wil zeggen een terugkeerpercentage van 50 %; 4 950 in 2015, dat wil zeggen 16 % – gegevens van Eurostat.

(7)

11 723 in 2016, tegen 3 237 in 2015 – gegevens van de IOM.

(8)

84 % in 2015, 62 % in 2016, 53 % in het tweede kwartaal van 2017 – gegevens van Eurostat.

(9)

Besluit (EU) 2012/418 van de Raad van 21 december 2011 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Irak, anderzijds (PB L 67 van 31.7.2012, blz. 18) en de tekst van de overeenkomst (blz. 20). In afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst wordt zij voorlopig toegepast overeenkomstig artikel 3 van het besluit.

(10)

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1515583694520&uri=CELEX%3A52015JC0002

(11)

Besluit (GBVB) 2017/1869 van de Raad van 16 oktober 2017.

(12)

https://www.diplomatie.gouv.fr/en/country-files/north-africa-and-middle-east/events/article/the-paris-action-plan-09-08-2015

(13)

http://www.exteriores.gob.es/Portal/es/SalaDePrensa/ElMinisterioInforma/Documents/20170524_MADRID%20PRIORITIES%20FINAL.pdf