Brussel, 15.12.2016

COM(2016) 789 final

2016/0394(COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 87/217/EEG van de Raad, Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 86/278/EEG van de Raad en Richtlijn 94/63/EG van de Raad wat betreft procedureregels inzake rapportage op milieugebied en tot intrekking van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Algemene achtergrond

Veel rechtshandelingen van de Unie bevatten bij de vaststelling ervan geen vervaldatum. Deze handelingen blijven formeel gezien van kracht, hoewel zij geen rechtsgevolgen meer hebben.

Door handelingen die niet langer van toepassing of relevant zijn te elimineren, worden een gebruiksvriendelijkere presentatie en een efficiënter en tijdbesparend gebruik mogelijk van de hulpmiddelen die toegang tot het recht van de Unie bieden, namelijk Celex, EUR-Lex en het Repertorium op de geldende wetgeving (in de zoekresultaten zouden bijvoorbeeld geen achterhaalde handelingen meer worden getoond naast nog geldende handelingen). De verbetering van de transparantie van het recht van de Unie is een essentieel onderdeel van de agenda voor betere regelgeving waar de Europese instellingen ook in het kader van het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven 1 aan werken. In de Refit-mededeling van 2014 2 is aangekondigd dat de Commissie de intrekking van bepaalde wetgeving zou voorbereiden, onder andere in verband met de gestandaardiseerde milieurapportage. In de Mededeling inzake betere regelgeving van 2015 3 wordt bovendien opgeroepen tot een brede evaluatie van de rapportagevoorschriften op verschillende beleidsterreinen, waaronder milieu. In het licht van het voorgaande wordt nu werk gemaakt van de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991 tot standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde richtlijnen op milieugebied ("Richtlijn 91/692/EEG"). Dit past ook binnen een ruimere geschiktheidscontrole inzake milieumonitoring en -rapportage. Die geschiktheidscontrole is nu bezig, zoals vastgesteld in het werkprogramma van de Commissie voor 2016 4 . Richtlijn 91/692/EEG en de daarmee verband houdende Beschikking 95/337/EG inzake de vragenlijsten voor de richtlijnen voor de sector water zijn in bijlage V bij dat werkprogramma opgenomen in de lijst van voorgenomen intrekkingen. 

Het intrekkingspakket bestaat uit vier voorgestelde initiatieven in verband met de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG en Beschikking 95/337/EG:

1.een mededeling waarbij wordt verklaard dat elf uitvoeringshandelingen van de Commissie tot vaststelling van vragenlijsten voor milieurapportage, waaronder Beschikking 95/337/EG, achterhaald zijn;

2.twee voorstellen voor besluiten van de Commissie tot intrekking (via comitéprocedures) van de twee uitvoeringsbesluiten, namelijk Besluit 2011/92/EU van de Commissie van 10 februari 2011 5 en Besluit 2010/681/EU van de Commissie van 9 november 2010 6 , die geen rechtsgevolgen meer hebben maar om procedurele redenen via een latere comitéprocedure door de Commissie zullen worden ingetrokken;

3.een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad waarbij bepalingen van de zes rechtshandelingen die naar Richtlijn 91/692/EEG verwijzen, zullen worden ingetrokken en gewijzigd.

Ter voorbereiding van deze initiatieven heeft de Commissie een analyse uitgevoerd en heeft zij de gevolgen van het behouden alsook het intrekken van de verschillende verplichtingen onderzocht. Het resultaat van dit werk wordt hieronder samengevat en wordt in een afzonderlijk gepubliceerde ondersteunende studie 7 nader toegelicht. Aangezien het de bedoeling is achterhaalde bepalingen en rechtshandelingen in te trekken, wordt een formele effectbeoordeling niet nodig geacht. Het is belangrijk te benadrukken dat deze intrekkingen naar verwachting geen wezenlijke economische voordelen tot gevolg zullen hebben. De voornaamste voordelen zullen hoofdzakelijk verband houden met de duidelijkere rapportagevoorschriften die het resultaat van deze opschoonactie zullen zijn.

Tekortkomingen van Richtlijn 91/692/EEG

Richtlijn 91/692/EEG beoogde de stroomlijning van de rapportageverplichtingen van alle milieuwetgeving van de Unie die op het moment van de vaststelling van de richtlijn gold. In de praktijk zijn echter niet alle milieurapportagevoorschriften door Richtlijn 91/692/EEG geharmoniseerd. De Richtlijnen 91/271/EEG 8 en 91/676/EEG 9 zijn bijvoorbeeld van het toepassingsgebied uitgesloten. Bovendien was de uitvoering van de richtlijn van het begin af aan moeilijk en ondoeltreffend. Een van de voornaamste problemen is dat de richtlijn is vastgesteld vóór algemeen gebruik werd gemaakt van informatietechnologie. Bovendien zijn veel van de individuele instrumenten waarvoor bij Richtlijn 91/692/EEG rapportageverplichtingen waren vastgesteld vervolgens vervangen door instrumenten die geen rekening hielden met de rapportagebepalingen van de richtlijn. Bij Richtlijn 2000/60/EG 10 zijn bijvoorbeeld zeven wetteksten inzake water ingetrokken, waardoor Beschikking 95/337/EG inzake de watervragenlijsten, die op grond van Richtlijn 91/692/EEG was vastgesteld, overbodig werd. Bij instrumenten zoals Richtlijn 2000/60/EG en Richtlijn 2010/75/EU 11 (en haar voorloper, Richtlijn 96/61/EG 12 ) zijn onafhankelijke rapportageverplichtingen ingevoerd.

Met de succesvolle ontwikkeling van Reportnet door het Europees Milieuagentschap en sectorale initiatieven ter stroomlijning van de rapportage (bv. het Waterinformatiesysteem voor Europa) werden de behoefte aan en de doeltreffendheid van een horizontaal instrument inzake rapportage steeds meer ter discussie gesteld. Met de vaststelling van de Inspire-richtlijn (Richtlijn 2007/2/EG) en de daarmee samenhangende ontwikkeling van het gemeenschappelijk milieu-informatiesysteem (SEIS) 13 , ten slotte, is een modernere en doeltreffendere horizontale benadering van het informatiebeheer en de rapportage in verband met het milieubeleid van de Unie ingevoerd.

De Commissie heeft destijds geconcludeerd dat "de modernisering van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de manier waarop de voor de milieuwetgeving vereiste informatie ter beschikking wordt gesteld, een belangrijke stap [is] bij de tenuitvoerlegging van het SEIS en met name om de verwachte voordelen van de vereenvoudiging op gang te brengen. Dit doel zou kunnen worden bereikt met de herziening van de gestandaardiseerderapportagerichtlijn (91/692/EEG), die moet worden geactualiseerd en in lijn gebracht met de SEIS-beginselen. Hiertoe wil de Commissie in 2008 een wetgevingsvoorstel doen en achterhaalde bepalingen in de bestaande richtlijn intrekken." 14  De Commissie heeft uiteindelijk besloten geen nieuw rechtsinstrument inzake rapportage voor te stellen, maar deze agenda na te streven met een niet-juridische aanpak (zie EU Shared Environmental Information System —Implementation Outlook 15 ) in combinatie met een gecoördineerd optreden op de verschillende milieubeleidsterreinen (zoals water, lucht en natuur).

Samenvatting van het huidige toepassingsgebied en de huidige relevantie van Richtlijn 91/692/EEG

In Richtlijn 91/692/EEG wordt naar 28 handelingen inzake milieu verwezen. Ook andere handelingen maken gebruik van Richtlijn 91/692/EEG. Wegens intrekkingen van die handelingen (zie het overzicht in tabel 2) zijn momenteel nog 1 verordening en 9 richtlijnen (zie het overzicht in tabel 1) (Richtlijn 91/692/EEG blijft van toepassing op 2 richtlijnen, namelijk Richtlijn 86/278/EEG en Richtlijn 87/217/EEG) en 23 beschikkingen en besluiten (zie het overzicht in tabel 3) van kracht die nog naar Richtlijn 91/692/EEG verwijzen.

Het grootste deel van de oorspronkelijke verplichtingen van Richtlijn 91/692/EEG is achterhaald en heeft geen rechtsgevolgen meer. Het voorstel voor een intrekking is dan ook gedaan omwille van de juridische zekerheid, een verbeterde transparantie, een lagere administratieve last en een wetgeving van de Unie die, overeenkomstig de agenda voor betere regelgeving, geschikt is voor het beoogde doel.

Voorgestelde maatregelen tot intrekking van Richtlijn 91/692/EEG en daarmee verband houdende handelingen

De eerste maatregel is een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot schrapping van voorschriften voor gestandaardiseerde rapportage. Er wordt ook voorgesteld verwijzingen naar de oude comitéregels te vervangen door verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren, zoals bepaald in artikel 13 van die verordening betreffende overgangsbepalingen.

De tweede maatregel is de vaststelling van een mededeling waarin wordt verklaard dat de op grond van Richtlijn 91/692/EEG vastgestelde beschikkingen en uitvoeringsbesluiten die nog van kracht zijn, achterhaald zijn. In de mededeling worden de beschikkingen en besluiten vermeld die achterhaald zijn en waarvan de rechtsgrondslag is ingetrokken.

De derde maatregel beoogt de intrekking van twee uitvoeringsbesluiten die nog een geldige rechtsgrondslag maar geen rechtsgevolgen meer hebben 16 .

In de voorbereidende analyse zijn verschillende mogelijkheden overwogen om een doeltreffende intrekking te verzekeren waarbij de rechtsgevolgen indien nodig worden behouden. De conclusies van deze analyse zijn opgenomen in de ondersteunende studie 17 die aanbeveelt dat Richtlijn 91/692/EEG volledig wordt ingetrokken en achterhaalde bepalingen worden geschrapt en dat wordt verwezen naar nieuwe voorschriften betreffende uitvoeringshandelingen. De optie bestaande uit de drie bovengenoemde maatregelen bleek de meest doeltreffende te zijn wat betreft de vermindering van de administratieve last en de verbetering van de juridische duidelijkheid.

Reeds bestaande richtlijnen waarnaar Richtlijn 91/692/EEG verwijst

Zoals reeds vermeld blijven van de 28 instrumenten (zie het overzicht in tabel 2) die oorspronkelijk in Richtlijn 91/692/EEG worden genoemd enkel nog de Richtlijnen 86/278/EEG en 87/217/EEG (zie het overzicht in tabel 1) over.

Er wordt voorgesteld de rapportagebepalingen van Richtlijn 86/278/EEG te behouden en die richtlijn met de bij het VWEU vastgestelde nieuwe voorschriften betreffende uitvoeringshandelingen in overeenstemming te brengen.

De rapportagevoorschriften van Richtlijn 87/217/EEG worden niet gebruikt, voornamelijk omdat asbest niet langer wordt gebruikt in de lidstaten wegens de geleidelijke stopzetting in de Unie, door middel van de REACH-verordening (1907/2006/EG), van de productie en het gebruik van ruw asbest en van producten die asbest bevatten.



Tabel 1: Overzicht van de richtlijnen en verordeningen waarop het voorgestelde besluit tot intrekking van Richtlijn 91/692/EEG van toepassing is (alle andere handelingen die relevant zijn voor Richtlijn 91/692/EEG zijn achterhaald of niet langer relevant)

Nog van kracht zijnde rechtshandelingen die verwijzen naar of waarnaar wordt verwezen in Richtlijn 91/692/EEG

Bepalingen van de rechtshandelingen waarop de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG invloed heeft

Artikel van het voorgestelde besluit dat de rechtshandeling behandelt

1) Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw

artikelen 13, 14, 15, 15 bis en 17

artikel 3

2) Richtlijn 87/217/EEG van de Raad van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest

artikel 13

artikel 4

3) Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap

artikel 21

artikel 1

4) Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide verwijst naar Richtlijn 91/692/EEG

artikelen 27, 29, 30

artikel 2

5) Verordening 1257/2013/EU inzake scheepsrecycling

artikel 21

artikel 5

6) Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations

artikel 9

artikel 6

7) Artikel 37, lid 1, van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen 18

valt onder het afvalpakket

valt onder het afvalpakket

8) Artikel 9 van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken 19

valt onder het afvalpakket

valt onder het afvalpakket

9) Artikel 15 van Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen 20

valt onder het afvalpakket

valt onder het afvalpakket

10) Artikel 17 van Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval 21  

valt onder het afvalpakket

valt onder het afvalpakket

Tabel 2: Overzicht van de ingetrokken richtlijnen en verordeningen die voorheen onder Richtlijn 91/692/EEG vielen

Ingetrokken rechtshandelingen die voorheen onder Richtlijn 91/692/EEG vielen

Datum van intrekking

Richtlijn 76/160/EEG van de Raad van 8 december 1975 betreffende de kwaliteit van het zwemwater 22 , gewijzigd bij artikel 3 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG 23 .

31 december 2014

Richtlijn 76/464/EEG van de Raad van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd 24 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2006/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd 25 .

23 maart 2006

Richtlijn 78/176/EEG van de Raad van 20 februari 1978 betreffende de afvalstoffen afkomstig van de titaandioxyde-industrie 26 zoals gewijzigd bij Richtlijn 83/29/EEG 27 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies 28 .

7 januari 2014

Richtlijn 78/659/EEG van de Raad van 18 juli 1978 betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft ten einde geschikt te zijn voor het leven van vissen 29 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2006/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft teneinde geschikt te zijn voor het leven van vissen 30 , die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid 31 .

21 december 2013

Richtlijn 79/869/EEG van de Raad van 9 oktober 1979 inzake de meetmethodes en de frequentie van de bemonstering en de analyse van het oppervlaktewater dat is bestemd voor productie van drinkwater in de lidstaten 32 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/855/EEG 33 , werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/60/EG.

21 december 2007

Richtlijn 79/923/EEG van de Raad van 30 oktober 1979 inzake de vereiste kwaliteit van schelpdierwater 34 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken en gecodificeerd bij Richtlijn 2006/113/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 inzake de vereiste kwaliteit van schelpdierwater 35 , die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/60/EG.

21 december 2013

Richtlijn 80/68/EEG van de Raad van 17 december 1979 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging veroorzaakt door de lozing van bepaalde gevaarlijke stoffen 36 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/60/EG.

21 december 2013

Richtlijn 82/176/EEG van de Raad van 22 maart 1982 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor kwiklozingen afkomstig van de sector elektrolyse van alkalichloriden 37 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/105/EG inzake milieukwaliteitsnormen op het gebied van het waterbeleid 38 .

22 december 2012

Richtlijn 83/513/EEG van de Raad van 26 september 1983 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van cadmium 39 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/105/EG.

22 december 2012

Richtlijn 84/156/EEG van de Raad van 8 maart 1984 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor kwiklozingen afkomstig van andere sectoren dan de elektrolyse van alkalichloriden 40 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/105/EG.

22 december 2012

Richtlijn 84/491/EEG van de Raad van 9 oktober 1984 betreffende de grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor de lozing van hexachloorcyclohexaan 41 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/105/EG.

22 december 2012

Richtlijn 86/280/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van bepaalde onder lijst I van de bijlage van Richtlijn 76/464/EEG vallende gevaarlijke stoffen 42 , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/415/EEG 43 , gewijzigd bij artikel 2, lid 1, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/105/EG.

22 december 2012

Richtlijn 75/440/EEG van de Raad van 16 juni 1975 betreffende de vereiste kwaliteit van het oppervlaktewater dat is bestemd voor productie van drinkwater in de lidstaten 44 , gewijzigd bij artikel 2, lid 2, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/60/EG.

21 december 2007

Richtlijn 80/778/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water 45 , gewijzigd bij artikel 2, lid 2, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water 46 .

25 december 2003

Richtlijn 85/203/EEG van de Raad van 7 maart 1985 inzake luchtkwaliteitsnormen voor stikstofdioxyde 47 , zoals gewijzigd bij Richtlijn 85/580/EEG 48 , gewijzigd bij artikel 4, lid 3, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 1999/30/EG van de Raad van 22 april 1999 betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht, die geen verwijzing naar Richtlijn 91/692/EEG bevatte en die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa.

11 juni 2010

Richtlijn 75/716/EEG van de Raad van 24 november 1975 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen 49 , gewijzigd bij artikel 4, lid 2, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 93/12/EEG van de Raad 50 .

30 september 1994

Richtlijn 84/360/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de bestrijding van door industriële inrichtingen veroorzaakte luchtverontreiniging 51 , gewijzigd bij artikel 4, lid 2, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging 52 , die werd ingetrokken bij Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies 53 .

7 januari 2014

Richtlijn 80/779/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende grenswaarden en richtwaarden van de luchtkwaliteit voor zwaveldioxyde en zwevende deeltjes 54 , gewijzigd bij artikel 4, leden 1 en 3, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 1999/30/EG 55 , die op 11 juni 2010 op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/50/EG.

11 juni 2010

Richtlijn 82/884/EEG van de Raad van 3 december 1982 betreffende een grenswaarde van de luchtkwaliteit voor lood 56 , gewijzigd bij artikel 4, leden 1 en 3, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 1999/30/EG, die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/50/EG.

11 juni 2010

Richtlijn 85/203/EEG van de Raad van 7 maart 1985 inzake luchtkwaliteitsnormen voor stikstofdioxyde 57 , zoals gewijzigd bij Richtlijn 85/580/EEG 58 , gewijzigd bij artikel 4, leden 1 en 3, van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 1999/30/EG, die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/50/EG.

11 juni 2010

Richtlijn 75/439/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie 59 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen 60 .

12 december 2010

Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen 61 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen, die op haar beurt werd ingetrokken bij Richtlijn 2008/98/EG 62 .

11 december 2010

Richtlijn 76/403/EEG van de Raad van 6 april 1976 betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen 63 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 96/59/EG van de Raad van 16 september 1996 betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen (PCB's/PCT's) 64 .

16 september 1996

Richtlijn 78/319/EEG van de Raad van 20 maart 1978 betreffende toxische en gevaarlijke afvalstoffen 65 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 91/689/EEG van de Raad van 12 december 1991 betreffende gevaarlijke afvalstoffen 66 .

27 juni 1995

Richtlijn 84/631/EEG van de Raad van 6 december 1984 betreffende toezicht en controle in de Gemeenschap op de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen 67 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap 68 , die op haar beurt werd ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen 69 .

11 juli 2007

Richtlijn 85/339/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende verpakkingen voor vloeibare levensmiddelen 70 , gewijzigd bij artikel 5 van Richtlijn 91/692/EEG, werd ingetrokken bij Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval 71 .

29 juni 1996



Tabel 3: Overzicht van de uitvoeringshandelingen die van kracht blijven, moeten worden ingetrokken of achterhaald moeten worden verklaard

Rechtshandelingen die op grond van Richtlijn 91/692/EEG zijn vastgesteld

Blijft van kracht

Achterhaald te verklaren

In te trekken

1) Uitvoeringsbesluit 2014/166/EU van de Commissie van 21 maart 2014 tot wijziging van Beschikking 2005/381/EG wat betreft de vragenlijst voor de rapportage over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 1726) 72

2) Beschikking 2005/381/EG van de Commissie van 4 mei 2005 tot vaststelling van een vragenlijst voor de rapportage over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 1359) 73  

3) Beschikking 2006/803/EG van de Commissie van 23 november 2006 houdende wijziging van Beschikking 2005/381/EG tot vaststelling van een vragenlijst voor de rapportage over de toepassing van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5546) 74

4) Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 18 april 2012 tot vaststelling van een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen 75

5) Beschikking 2004/249/EG van de Commissie van 11 maart 2004 betreffende een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) 76  

6) Beschikking 2007/151/EG van de Commissie van 6 maart 2007 tot wijziging van de Beschikkingen 94/741/EG en 97/622/EG wat betreft de vragenlijsten voor het verslag over de uitvoering van Richtlijn 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en over de uitvoering van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen 77

7) Beschikking 2000/738/EG van de Commissie van 17 november 2000 inzake een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen 78  

8) Beschikking 2001/753/EG van de Commissie van 17 oktober 2001 inzake een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende autowrakken 79

9) Beschikking 97/622/EG van de Commissie van 27 mei 1997 inzake de vragenlijsten voor de verslagen van de lidstaten betreffende de toepassing van bepaalde richtlijnen in de sector afvalstoffen 80  

10) Beschikking 94/741/EG van de Commissie van 24 oktober 1994 inzake de vragenlijsten voor de verslagen van de lidstaten betreffende de toepassing van bepaalde richtlijnen in de sector afvalstoffen 81

11) Uitvoeringsbesluit 2011/632/EU van de Commissie van 21 september 2011 tot vaststelling van een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2000/76/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verbranding van afval 82  

12) Besluit 2011/92/EU van de Commissie van 10 februari 2011 tot vaststelling van de vragenlijst die gebruikt moet worden voor het eerste verslag over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de geologische opslag van kooldioxide 83  

13) Besluit 2010/681/EU van de Commissie van 9 november 2010 betreffende een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 1999/13/EG van de Raad inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties in de periode 2011-2013 84

14) Beschikking 2007/531/EG van de Commissie van 26 juli 2007 betreffende een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 1999/13/EG van de Raad inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties in de periode 2008-2010  85

15) Beschikking 2003/241/EG van de Commissie van 26 maart 2003 tot wijziging van Beschikking 1999/391/EG van de Commissie van 31 mei 1999 betreffende de vragenlijst met betrekking tot Richtlijn 96/61/EG van de Raad inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC) 86

16) Beschikking 2002/605/EG van de Commissie van 17 juli 2002 inzake de vragenlijst over Richtlijn 96/82/EG van de Raad betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken 87

17) Beschikking 1999/391/EG van de Commissie van 31 mei 1999 betreffende de vragenlijst met betrekking tot Richtlijn 96/61/EG van de Raad inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC)  88

18) Beschikking 1999/314/EG van de Commissie van 9 april 1999 inzake de vragenlijst over Richtlijn 96/82/EG van de Raad betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken 89

19) Beschikking 98/184/EG van de Commissie van 25 februari 1998 inzake een vragenlijst voor de verslagen van de lidstaten over de uitvoering van Richtlijn 94/67/EG van de Raad betreffende de verbranding van gevaarlijke afvalstoffen 90

20) Beschikking 96/511/EG van de Commissie van 29 juli 1996 inzake de vragenlijsten bedoeld in de Richtlijnen 80/779/EEG, 82/884/EEG, 84/360/EEG en 85/203/EEG van de Raad 91

21) Beschikking 96/302/EG van de Commissie van 17 april 1996 tot vaststelling van de vorm waarin de ingevolge artikel 8, lid 3, van Richtlijn 91/689/EEG van de Raad betreffende gevaarlijke afvalstoffen vereiste informatie moet worden verstrekt 92

22) Beschikking 92/446/EEG van de Commissie van 27 juli 1992 inzake de vragenlijsten voor de richtlijnen voor de sector water werd gewijzigd bij Beschikking 95/337/EG van de Commissie van 25 juli 1995 tot wijziging van Beschikking 92/446/EEG inzake de vragenlijsten voor de richtlijnen voor de sector water 93 .

23) Beschikking 95/337/EG van de Commissie van 25 juli 1995 tot wijziging van Beschikking 92/446/EEG inzake de vragenlijsten voor de richtlijnen voor de sector water 94



Effectbeoordeling

Ter voorbereiding van de mededeling betreffende een gemeenschappelijk milieu-informatiesysteem (SEIS) 95 zijn reeds een beoordeling van de economische, milieu- en sociale gevolgen en een uitgebreidere raadpleging uitgevoerd. Sindsdien is de onderliggende analyse bijgewerkt en is een geactualiseerd achtergronddocument 96 opgesteld. Dit verschafte voldoende bewijs voor het intrekkingsvoorstel, zodat een bijkomende effectbeoordeling niet nodig is.

De instrumenten die zijn gekozen om de doelstellingen te behalen, namelijk de twee besluiten en de mededeling, zouden de rapportagepraktijk niet wijzigen. Dit komt omdat het voorgestelde intrekkingspakket door de schrapping van reeds achterhaalde bepalingen tot meer juridische duidelijkheid zal leiden en door de lissabonisering 97 van de procedures een aantal rapportageverplichtingen zal stroomlijnen. Naar verwachting zal de vereenvoudiging van het acquis van de Unie leiden tot een grotere efficiëntie; de voordelen zullen dus niet van economische maar van technische en juridische aard zijn. Er konden echter geen kwantitatieve cijfers voor kosten en/of baten worden verkregen die rechtstreeks met de intrekking in verband kunnen worden gebracht, voornamelijk omdat een groot deel van de oorspronkelijke verplichtingen krachtens de richtlijn in de praktijk reeds achterhaald zijn.

3.JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Samenvatting van de voorgestelde maatregelen

In het intrekkingsvoorstel op het gebied van milieurapportage worden achterhaalde wettelijke maatregelen aangeduid of worden, in voorkomend geval, bestaande bepalingen door passende verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 182/2011 vervangen.

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor de vaststelling van het intrekkingsbesluit is artikel 192 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel

De maatregelen waarop dit voorstel van toepassing is, zijn achterhaald, omdat de inhoud ervan in latere handelingen is opgenomen of omdat zij wegens hun tijdelijke aard niet meer relevant zijn. De intrekking van die maatregelen is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel. De wetgever moet de daartoe noodzakelijke maatregelen vaststellen.

Belangrijkste wettelijke bepalingen van het voorgestelde besluit

Artikel 1

Bij artikel 1 wordt artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad gewijzigd door toevoeging van een verwijzing naar Verordening (EU) nr. 182/2011.

Artikel 2

Bij artikel 2 wordt artikel 27, lid 1, van Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide gewijzigd door toevoeging van een verwijzing naar Verordening (EU) nr. 182/2011 en wordt artikel 29 van die richtlijn, dat in het gebruik van de regelgevingsprocedure met toetsing voorziet, aan artikel 290 van het VWEU aangepast.

Artikel 3

Bij artikel 3 worden de artikelen 13, 15 en 17 van Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw gewijzigd door toevoeging van verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 182/2011 en wordt een nieuw artikel 15 bis ingevoegd.

Artikel 4

Bij artikel 4 wordt artikel 13 van Richtlijn 87/217/EEG van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest gewijzigd door schrapping van het eerste lid ervan.

Artikel 5

Bij artikel 5 wordt artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1257/2013 inzake scheepsrecycling gewijzigd.

Artikel 6

Bij artikel 6 wordt Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations gewijzigd door wijziging van artikel 4, lid 4, en artikel 6, lid 4, en door schrapping van artikel 9, eerste zin, inzake toezicht en rapportage.

Artikel 7 en artikel 8

Bij de artikelen 7 en 8 wordt de richtlijn ingetrokken en worden de datum van inwerkingtreding en de datum van toepassing van de rechtshandeling tot intrekking van de richtlijn bepaald. De inwerkingtreding zal worden afgestemd op het voorstel betreffende de circulaire economie 98 dat van toepassing is op Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen, Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken, Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen en Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval, en op het Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen 99 .

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: besluit van het Europees Parlement en de Raad.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting.

2016/0394 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot wijziging van Richtlijn 87/217/EEG van de Raad, Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 86/278/EEG van de Raad en Richtlijn 94/63/EG van de Raad wat betreft procedureregels inzake rapportage op milieugebied en tot intrekking van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale Parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 100 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s 101 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De Richtlijnen 86/278/EEG 102 en 87/217/EEG 103 van de Raad zijn gebaseerd op de artikelen 100 en 235 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, thans de artikelen 115 en 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Wijzigingen van die richtlijnen houden verband met het beleid van de Unie op milieugebied en zijn een rechtstreeks gevolg van de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG van de Raad 104 op grond van artikel 192, lid 1, van het VWEU. Derhalve is het passend de Richtlijnen 86/278/EEG en 87/217/EEG op grond van artikel 192, lid 1, van het VWEU te wijzigen.

(2)Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad 105 is gebaseerd op artikel 100 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, thans artikel 114 van het VWEU. Wijzigingen van die richtlijn houden verband met het beleid van de Unie op milieugebied en zijn een rechtstreeks gevolg van de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG op grond van artikel 192, lid 1, van het VWEU. Derhalve is het passend Richtlijn 94/63/EG op grond van artikel 192, lid 1, van het VWEU te wijzigen.

(3)Richtlijn 91/692/EEG is vastgesteld met het oog op de rationalisering en verbetering per sector van de bepalingen inzake de toezending van informatie en de publicatie van verslagen over bepaalde richtlijnen inzake milieubescherming. Om dat doel te bereiken, zijn bij Richtlijn 91/692/EEG verschillende richtlijnen gewijzigd om eenvormige rapportagevoorschriften in te voeren.

(4)De uitvoering van de bij Richtlijn 91/692/EEG ingevoerde rapportagevoorschriften is moeilijk en ondoeltreffend. Veel handelingen van de Unie die bij Richtlijn 91/692/EEG zijn gewijzigd, zijn vervangen en bevatten geen rapportagevoorschriften meer zoals bij Richtlijn 91/692/EEG ingevoerd. Bij Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad 106 zijn bijvoorbeeld zeven handelingen van de Unie op het gebied van waterbeleid ingetrokken en in die richtlijn is het bij Richtlijn 91/692/EEG ingevoerde rapportagesysteem niet overgenomen. Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad 107 bevat geen verwijzing naar Richtlijn 91/692/EEG en voorziet in een afzonderlijk rapportagesysteem.

(5)Richtlijn 91/692/EEG voorziet bovendien niet in het gebruik van elektronische hulpmiddelen. Met de succesvolle ontwikkeling van Reportnet door het Europees Milieuagentschap en sectorale initiatieven ter stroomlijning van de rapportage, bijvoorbeeld het Waterinformatiesysteem voor Europa, worden de behoefte aan en de doeltreffendheid van een horizontaal instrument inzake rapportage steeds meer ter discussie gesteld. Met de vaststelling van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad 108 en de daarmee samenhangende ontwikkeling van het gemeenschappelijk milieu-informatiesysteem (SEIS) 109 , ten slotte, is een modernere en doeltreffendere horizontale benadering van het informatiebeheer en de rapportage in verband met het milieubeleid van de Unie ingevoerd.

(6)Richtlijn 91/692/EEG moet derhalve worden ingetrokken.

(7)De meeste bij Richtlijn 91/692/EEG gewijzigde richtlijnen zijn niet meer van kracht. De Richtlijnen 87/217/EEG en 86/278/EEG zijn echter wel nog van kracht.

(8)Krachtens Richtlijn 86/278/EEG moeten de lidstaten een verslag over de uitvoering van die richtlijn indienen op basis van een vragenlijst of een schema uitgewerkt door de Commissie volgens de procedure van Richtlijn 91/692/EEG. Om te vermijden dat naar aanleiding van de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG een juridisch vacuüm ontstaat, moet de verwijzing naar Richtlijn 91/692/EEG door een verwijzing naar de procedure van Richtlijn 86/278/EEG worden vervangen.

(9)Ten gevolge van de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad 110 , die voorziet in de geleidelijke stopzetting in de Unie van de productie en het gebruik van ruw asbest en van producten die asbest bevatten, is rapportage krachtens Richtlijn 87/217/EEG niet langer noodzakelijk. Derhalve is het passend de rapportagevoorschriften van Richtlijn 87/217/EEG te schrappen.

(10)Na de vaststelling van Richtlijn 91/692/EEG is in de volgende verordeningen en richtlijnen een verwijzing naar Richtlijn 91/692/EEG opgenomen: Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad 111 , Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 1999/31/EG van de Raad 112 , Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad 113 , Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad 114 , Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad 115 , Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad 116 en Verordening (EU) nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad 117 .

(11)De Commissie heeft in het kader van een EU-actieplan voor de circulaire economie 118 voorgesteld de Richtlijnen 2008/98/EG, 94/62/EG, 1999/31/EG en 2000/53/EG te wijzigen om de verwijzing naar Richtlijn 91/692/EEG te vervangen. Om te vermijden dat naar aanleiding van de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG een juridisch vacuüm ontstaat, moet dit besluit van toepassing worden op dezelfde datum als de in het kader van het Pakket circulaire economie voorgestelde handelingen.

(12)Ingevolge de Richtlijnen 2009/31/EG en 2003/87/EG moeten de lidstaten een verslag over de uitvoering van die richtlijnen indienen op basis van een vragenlijst of een schema uitgewerkt door de Commissie volgens de in Richtlijn 91/692/EEG bedoelde procedure. Om te vermijden dat naar aanleiding van de intrekking van Richtlijn 91/692/EEG een juridisch vacuüm ontstaat, moet de verwijzing naar Richtlijn 91/692/EEG worden vervangen door een verwijzing naar de procedure die in de relevante richtlijn wordt bedoeld.

(13)Om te verzekeren dat bepaalde bepalingen van de bijlagen bij Richtlijn 86/278/EEG actueel zijn, moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen aan de Commissie worden overgedragen wat betreft de aanpassing van die bepalingen aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang. Om te verzekeren dat de bijlagen bij Richtlijn 2009/31/EG actueel zijn, moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen aan de Commissie worden overgedragen wat betreft de aanpassing van die bijlagen aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016. Om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(14)Verordening (EU) nr. 1257/2013 bevat een verwijzing naar Richtlijn 91/692/EEG. De bepaling in kwestie heeft betrekking op de eerste verslagperiode, die reeds voorbij is. De bepaling in kwestie moet derhalve worden geschrapt.

(15)De rapportagevoorschriften van Richtlijn 94/63/EG zijn niet langer noodzakelijk om de uitvoering van Richtlijn 94/63/EG te controleren. De bepaling in kwestie moet derhalve worden geschrapt.

(16)De Richtlijnen 87/217/EEG, 2003/87/EG en 2009/31/EG, Verordening (EU) nr. 1257/2013 en de Richtlijnen 86/278/EEG en 94/63/EG moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1
Wijziging van Richtlijn 2003/87/EG

In artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2003/87/EG wordt de vierde zin vervangen door:

"Het verslag wordt opgesteld aan de hand van een vragenlijst die of een kader dat door de Commissie in de vorm van uitvoeringshandelingen wordt vastgesteld. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 22 bis, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.".

Artikel 2
Wijziging van Richtlijn 2009/31/EG

Richtlijn 2009/31/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)In artikel 27, lid 1, wordt de derde zin vervangen door:

"Het verslag wordt opgesteld aan de hand van een vragenlijst die of een schema dat door de Commissie in de vorm van uitvoeringshandelingen wordt vastgesteld. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 30, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.".

2)Artikel 29 wordt vervangen door:

"Artikel 29
Wijziging van de bijlagen

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 29 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de aanpassing van de bijlagen aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang.".

3) Het volgende artikel 29 bis wordt ingevoegd:



"Artikel 29 bis
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.    De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.    De in artikel 29 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van [datum van inwerkingtreding van dit besluit].

3.    Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 29 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.    Vóór de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, raadpleegt zij de door elke lidstaat aangewezen deskundigen in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.

5.    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6.    Een overeenkomstig artikel 29 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.".

4)Artikel 30 wordt vervangen door:

"Artikel 30
Comitéprocedure

1.    De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 26 van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad* ingestelde Comité klimaatverandering. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad**.

2.    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

______________________________________

*    Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende een bewakings- en rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgassen en een rapportagemechanisme voor overige informatie op nationaal niveau en op het niveau van de Unie met betrekking tot klimaatverandering, en tot intrekking van Beschikking nr. 280/2004/EG (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 13).

**    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".

Artikel 3
Wijziging van Richtlijn 86/278/EEG

Richtlijn 86/278/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1) Artikel 13 wordt vervangen door:

"Artikel 13

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 15 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlagen aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang aan te passen.

De eerste alinea is noch van toepassing op de parameters en waarden die zijn aangegeven in de bijlagen I A, I B en I C, noch op gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van die waarden, noch op de te analyseren parameters die worden genoemd in de bijlagen II A en II B.".

2) Artikel 14 wordt geschrapt.

3) Artikel 15 wordt vervangen door:

"Artikel 15

1.    De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad* ingestelde comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad**.

2.    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

_______________________________________________

*    Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).

**    Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".

4) Het volgende artikel 15 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 15 bis

1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2. De in artikel 13 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.

3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 13 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4. Vóór de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, raadpleegt zij de door elke lidstaat aangewezen deskundigen in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven van 13 april 2016.

5. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

6. Een overeenkomstig artikel 13 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.".

5) In artikel 17, eerste alinea, wordt de tweede zin vervangen door:

"Dit sectoraal verslag wordt opgesteld aan de hand van een vragenlijst die of een schema dat door de Commissie in de vorm van een uitvoeringshandeling wordt vastgesteld. Deze uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 15, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.".

Artikel 4
Wijziging van Richtlijn 87/217/EEG

Lid 1 van artikel 13 van Richtlijn 87/217/EEG wordt geschrapt.

Artikel 5
Wijziging van Verordening (EU) nr. 1257/2013

In artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1257/2013 wordt lid 2 vervangen door:

"2. Elk verslag bestrijkt een periode van drie jaar en wordt uiterlijk negen maanden na het einde van de driejarige verslagleggingsperiode waarop het betrekking heeft langs elektronische weg aan de Commissie toegezonden.

Het eerste elektronische verslag bestrijkt de periode van de datum van bekendmaking van de Europese Lijst tot en met 31 december 2018.".

Artikel 6
Wijziging van Richtlijn 94/63/EG

Richtlijn 94/63/EG wordt als volgt gewijzigd:

1) In artikel 4, lid 4, wordt de tweede alinea vervangen door:

"De Lid-Staten delen de Commissie mede op welke terminals deze afwijking betrekking heeft.".

2) In artikel 6, lid 4, wordt de tweede alinea vervangen door:

"De Lid-Staten verstrekken de Commissie gedetailleerde informatie over de gebieden waarin zij voornemens zijn een dergelijke ontheffing te verlenen en vervolgens over wijzigingen van die gebieden.".

3) In artikel 9 wordt de eerste zin geschrapt.

Artikel 7
Intrekking van Richtlijn 91/692/EEG

Richtlijn 91/692/EEG wordt ingetrokken.

Artikel 8
Inwerkingtreding en toepassing

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing vanaf [OP: DATE of entry into force of amendment to Article 37(1) 119 of Directive 2008/98/EC, the amendment to Article 9 120 of Directive 2000/53/EC, the amendment to Article 15 121 of Directive 1999/31/EC, the amendment to Article 17 122 of Directive 94/62/EC].

Artikel 1 is van toepassing vanaf [OP: the DATE of entry into force of the amendment of Article 22a of Directive 2003/87/EC 123 ].

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

(1) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1-14.
(2) COM(2014) 368, Programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving (REFIT): stand van zaken en vooruitzichten, deel III "Toekomstige REFIT-initiatieven".
(3) COM(2015) 215 van 19 mei 2015.
(4) COM(2015) 610 van 27 oktober 2015.
(5) PB L 37 van 11.2.2011, blz. 19-24.
(6) PB L 292 van 10.11.2010, blz. 65-67.
(7) Beschikbaar op http://ec.europa.eu/environment/legal/reporting/other_actions_en.htm
(8) Richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater.
(9) Nitraatrichtlijn.
(10) Kaderrichtlijn water.
(11) Richtlijn industriële emissies.
(12) IPPC-richtlijn.
(13) COM(2008) 46 van 1 februari 2008.
(14) Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Naar een gemeenschappelijk milieu-informatiesysteem (SEIS) {SEK(2008) 111} {SEK(2008) 112} /* COM/2008/0046 def. */.
(15) SWD(2013) 18 van 25 januari 2013.
(16) Besluit 2011/92/EU van de Commissie van 10 februari 2011 (PB L 37 van 11.2.2011, blz. 19-24) en Besluit 2010/681/EU van de Commissie van 9 november 2010 (PB L 292 van 10.11.2010, blz. 65-67).
(17) Online beschikbaar op http://ec.europa.eu/environment/legal/reporting/index_en.htm
(18) Artikel 37, lid 1.
(19) Artikel 9.
(20) Artikel 15.
(21) COM(2015) 595 final; COM(2015) 593 final; COM(2015) 594 final; COM(2015) 596 final.
(22) PB L 31 van 5.2.1976, blz. 1-7.
(23) PB L 64 van 4.3.2006, blz. 37-51.
(24) PB L 129 van 18.5.1976, blz. 23-29.
(25) PB L 64 van 4.3.2006, blz. 52-59.
(26) PB L 54 van 25.2.1978, blz. 19-24.
(27) PB L 32 van 3.2.1983, blz. 28-28.
(28) PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17-119.
(29) PB L 222 van 14.8.1978, blz. 1-10.
(30) PB L 264 van 25.9.2006, blz. 20-31.
(31) PB L 327 van 22.12.2000, blz  1-73.
(32) PB L 271 van 29.10.1979, blz  44-53.
(33) PB L 319 van 7.11.1981, blz. 16-16.
(34) PB L 281 van 10.11.1979, blz  47-52.
(35) PB L 376 van 27.12.2006, blz  14-20.
(36) PB L 20 van 26.1.1980, blz. 43-48.
(37) PB L 81 van 27.3.1982, blz. 29-34.
(38) PB L 348 van 24.12.2008, blz  84-97.
(39) PB L 291 van 24.10.1983, blz  1-8.
(40) PB L 74 van 17.3.1984, blz. 49-54.
(41) PB L 274 van 17.10.1984, blz  11-17.
(42) PB L 181 van 4.7.1986, blz. 16-27.
(43) PB L 219 van 14.8.1990, blz  49-57.
(44) PB L 194 van 25.7.1975, blz  26-31.
(45) PB L 229 van 30.8.1980, blz. 11-29.
(46) PB L 330 van 5.12.1998, blz. 32-54.
(47) PB L 87 van 27.3.1985, blz. 1-7.
(48) PB L 372 van 31.12.1985, blz. 36-36.
(49) PB L 307 van 27.11.1975, blz. 22-24.
(50) PB L 74 van 27.3.1993, blz. 81-83.
(51) PB L 188 van 16.7.1984, blz. 20-25.
(52) PB L 24 van 29.1.2008, blz. 8-29.
(53) PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17-119.
(54) PB L 229 van 30.8.1980, blz. 30-48.
(55) PB L 163 van 29.6.1999, blz. 41-60.
(56) PB L 378 van 31.12.1982, blz  15-18.
(57) PB L 87 van 27.3.1985, blz. 1-7.
(58) PB L 372 van 31.12.1985, blz. 36-36.
(59) PB L 194 van 25.7.1975, blz. 23-25.
(60) PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3-30.
(61) PB L 194 van 25.7.1975, blz. 39-41.
(62) PB L 114 van 27.4.2006, blz. 9-21.
(63) PB L 108 van 26.4.1976, blz. 41-42.
(64) PB L 243 van 24.9.1996, blz. 31-35.
(65) PB L 84 van 31.3.1978, blz. 43-48.
(66) PB L 377 van 31.12.1991, blz. 20-27.
(67) PB L 326 van 13.12.1984, blz. 31-41.
(68) PB L 30 van 6.2.1993, blz. 1-28.
(69) PB L 190 van 12.7.2006, blz  1-98.
(70) PB L 176 van 6.7.1985, blz. 18-21.
(71) PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10-23.
(72) PB L 89 van 25.3.2014, blz. 45-76.
(73) PB L 126 van 19.5.2005, blz. 43.
(74) PB L 329 van 25.11.2006, blz. 38-63.
(75) C(2012) 2384 final.
(76) PB L 78 van 16.3.2004, blz. 56-59.
(77) PB L 67 van 7.3.2007, blz. 7-9.
(78) PB L 298 van 25.11.2000, blz. 24-26.
(79) PB L 282 van 26.10.2001, blz. 77-80.
(80) PB L 256 van 19.9.1997, blz. 13-19.
(81) PB L 296 van 17.11.1994, blz. 42-55.
(82) PB L 247 van 24.9.2011, blz. 54-58.
(83) PB L 37 van 11.2.2011, blz. 19-24.
(84) PB L 292 van 10.11.2010, blz. 65-67.
(85) PB L 195 van 27.7.2007, blz. 47-49.
(86) PB L 89 van 5.4.2003, blz. 17-23.
(87) PB L 195 van 24.7.2002, blz. 74-80.
(88) PB L 148 van 15.6.1999, blz. 39-43.
(89) PB L 120 van 8.5.1999, blz. 43-45.
(90) PB L 67 van 7.3.1998, blz. 48-50.
(91) PB L 213 van 22.8.1996, blz. 16-24.
(92) PB L 116 van 11.5.1996, blz. 26-27.
(93) PB L 247 van 27.8.1992, blz. 10-36.
(94) PB L 200 van 24.8.1995, blz. 1-34.
(95) Zie SEIS-effectbeoordeling, SWD(2008) 111 van 1 februari 2008.
(96) http://ec.europa.eu/environment/legal/reporting/index_en.htm
(97) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13-18).
(98) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, Maak de cirkel rond — Een EU-actieplan voor de circulaire economie, COM(2015) 614 final.
(99) COM(2015) 337 final/2.
(100) PB C [...] van [...], blz. [...].
(101) PB C [...] van [...], blz. [...].
(102) Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 6).
(103) Richtlijn 87/217/EEG van de Raad van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest (PB L 85 van 28.3.1987, blz. 40).
(104) Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991 tot standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde richtlijnen op milieugebied (PB L 377 van 31.12.1991, blz. 48).
(105) Richtlijn 94/63/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende de beheersing van de uitstoot van vluchtige organische stoffen (VOS) als gevolg van de opslag van benzine en de distributie van benzine vanaf terminals naar benzinestations (PB L 365 van 31.12.1994, blz. 24).
(106) Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).
(107) Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17).
(108) Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).
(109) COM(2008) 46 van 1 februari 2008.
(110) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
(111) Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval (PB L 365 van 31.12.1994, blz. 10).
(112) Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (PB L 182 van 16.7.1999, blz. 1).
(113) Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (PB L 269 van 21.10.2000, blz. 34).
(114) Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).
(115) Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).
(116) Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).
(117) Verordening (EU) nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 inzake scheepsrecycling, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 en Richtlijn 2009/16/EG (PB L 330 van 10.12.2013, blz. 1).
(118) COM(2015) 614 final van 2 december 2015.
(119) COM(2015) 595 final.
(120) COM(2015) 593 final.
(121) COM(2015) 594 final.
(122) COM(2015) 596 final COM(2015) 337.
(123) COM(2015) 337.