Brussel, 14.9.2016

COM(2016) 595 final

2016/0279(COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake de grensoverschrijdende uitwisseling tussen de Unie en derde landen van exemplaren in toegankelijke vorm van bepaalde door het auteursrecht en naburige rechten beschermde werken en ander materiaal ten behoeve van personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De voorgestelde verordening zal het de Unie mogelijk maken om te voldoen aan een internationale verplichting ingevolge het Verdrag van Marrakesh tot bevordering van de toegang tot gepubliceerde werken voor personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben (hierna "het Verdrag van Marrakesh" genoemd). Het Verdrag van Marrakesh is in 2013 goedgekeurd door de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO) om de beschikbaarheid en de grensoverschrijdende uitwisseling van boeken en ander gedrukt materiaal in toegankelijke vormen overal ter wereld te bevorderen. Dat verdrag is in april 2014 door de Unie ondertekend 1 . Het Verdrag van Marrakesh verplicht de partijen om te voorzien in uitzonderingen en beperkingen op het auteursrecht en de naburige rechten ten behoeve van personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben, en maakt de grensoverschrijdende uitwisseling mogelijk van exemplaren van boeken in speciale vormen, inclusief luisterboeken, maar ook ander gedrukt materiaal, tussen de landen die partij zijn bij het Verdrag.

De Unie heeft zich er dus politiek toe verbonden het Verdrag van Marrakesh uit te voeren, hetgeen inmiddels door zowel de Raad als het Europees Parlement kracht is bijgezet. De Commissie heeft in oktober 2014 afzonderlijk een voorstel voor een besluit van de Raad gepresenteerd betreffende de ratificatie van het Verdrag van Marrakesh door de Unie. In mei 2015 heeft de Raad bij de Commissie een verzoek ingediend krachtens artikel 241 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), waarin hij benadrukte zich volledig te verbinden tot de snelle inwerkingtreding van het Verdrag van Marrakesh en de Commissie vroeg om onverwijld een wetgevingsvoorstel in te dienen tot wijziging van het rechtskader van de Unie in overeenstemming met het Verdrag.

De begunstigden van het Verdrag van Marrakesh, dat wil zeggen personen die blind of visueel gehandicapt zijn of anderszins een leeshandicap hebben, worden geconfronteerd met talrijke obstakels voor de toegang tot boeken en ander gedrukt materiaal dat wordt beschermd door het auteursrecht en naburige rechten. De beschikbaarheid van boeken in vormen die toegankelijk zijn voor personen met een leeshandicap wordt geschat op tussen de 7 % 2 en de 20 % 3 , ondanks het feit dat digitale technologie publicatie in toegankelijke vorm in hoge mate vergemakkelijkt 4 . Toegankelijke vormen zijn onder meer braille, groteletterdruk, e-boeken en luisterboeken met speciale navigatie, audiobeschrijving en radio-uitzendingen.

Het Verdrag van Marrakesh verplicht de overeenkomstsluitende partijen, enerzijds, om hun interne wetgeving in overeenstemming te brengen met dat verdrag en, anderzijds, om de grensoverschrijdende uitwisseling mogelijk te maken van exemplaren in toegankelijke vorm die zijn vervaardigd op grond van nationale uitzonderingen op of beperkingen van het auteursrecht in derde landen die partij zijn bij dat verdrag. Met het oog op de uitvoering van het Verdrag van Marrakesh binnen de Unie, verplicht Richtlijn [...] de lidstaten ertoe een verplichte uitzondering in te voeren op bepaalde rechten van de rechthebbenden, die door het recht van de Unie zijn geharmoniseerd ten behoeve van begunstigden, en om te zorgen voor grensoverschrijdende toegang, binnen de interne markt, tot exemplaren in speciale vormen. Het doel van de voorgestelde verordening is om ten behoeve van de begunstigden uitvoering te geven aan de verplichtingen van de Unie krachtens het Verdrag van Marrakesh ten aanzien van de uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm tussen de Unie en derde landen die partij zijn bij het Verdrag van Marrakesh.

De voorgestelde verordening zorgt er daarom voor dat exemplaren in toegankelijke vorm die vervaardigd zijn in een lidstaat overeenkomstig de nationale bepalingen ter uitvoering van Richtlijn [...] kunnen worden uitgevoerd naar derde landen die partij zijn bij het Verdrag van Marrakesh. Bovendien staat de verordening de invoer toe van exemplaren in toegankelijke vorm die in overeenstemming met het Verdrag van Marrakesh zijn vervaardigd in derde landen die partij zijn bij het Verdrag ten behoeve van begunstigden in de Unie. Zowel de begunstigden als de toegelaten entiteiten die gevestigd zijn in de Unie moeten in staat zijn dergelijke exemplaren te verkrijgen en die exemplaren moeten op de interne markt in het verkeer kunnen worden gebracht onder dezelfde voorwaarden als exemplaren in toegankelijke vorm die in de Unie zijn vervaardigd overeenkomstig de op grond van Richtlijn [...] aangenomen nationale bepalingen.

De voorgestelde verordening is eveneens in overeenstemming met de verbintenissen van de Unie die voortvloeien uit het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap ( hierna "het UNCRPD" genoemd). De EU is sinds januari 2011 gebonden door het UNCRPD overeenkomstig Besluit 2010/48/EG van de Raad 5 . De bepalingen van het UNCRPD zijn derhalve een integrerend onderdeel geworden van de rechtsorde van de Unie. Het recht van personen met een handicap op toegang tot informatie en op deelname aan het culturele leven op voet van gelijkheid met anderen is vastgelegd in het UNCRPD. Op grond van artikel 30 moeten de partijen bij het UNCRPD in overeenstemming met het internationale recht alle passende maatregelen nemen om te waarborgen dat wetgeving ter bescherming van de intellectuele eigendom geen onredelijke of discriminatoire belemmering vormt voor de toegang van personen met een handicap tot cultuuruitingen. In zijn slotopmerkingen over het eerste verslag van de Europese Unie 6 , aangenomen op 4 september 2015, heeft het Comité van de Verenigde Naties voor de rechten van personen met een handicap de Unie aangespoord alle passende maatregelen te treffen om het Verdrag van Marrakesh zo spoedig mogelijk ten uitvoer te leggen.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsterrein

De voorgestelde verordening betreft de uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm van bepaalde auteursrechtelijk beschermde inhoud met derde landen die partij zijn bij het Verdrag van Marrakesh. Samen met Richtlijn [...] dient zij derhalve om het Verdrag van Marrakesh in wetgeving van de Unie ten uitvoer te leggen. De voorgestelde verordening is de eerste wettekst van de EU waarmee specifiek bepalingen op het gebied van de internationale uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm ten behoeve van begunstigden worden geïntroduceerd.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De voorgestelde verordening voldoet, in combinatie met Richtlijn [...], aan de verbintenissen en verplichtingen van de Unie betreffende de integratie van personen met een handicap, zoals hierboven beschreven. Het is in overeenstemming met andere EU-wetgeving en -beleid op dit gebied.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Evenredigheid

De Unie dient te voldoen aan haar internationale verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van Marrakesh. Deze verordening dient ter uitvoering van de bepalingen van dat verdrag inzake de uitwisseling van werken in toegankelijke vorm met derde landen die partij zijn bij dat verdrag. Dergelijke maatregelen kunnen slechts worden genomen op het niveau van de Unie, aangezien de uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm van werken en ander beschermd materiaal betrekking heeft op de handelsaspecten van intellectuele eigendom. Een verordening is daarom het enige geschikte instrument. Overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Het voorgestelde instrument is een verordening overeenkomstig artikel 207 VWEU.

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Het doel van de voorgestelde verordening is ervoor te zorgen dat de wetgeving van de Unie aan de nieuwe internationale verplichtingen voldoet. Een retrospectieve evaluatie van de bestaande Europese wetgeving op dit gebied is dus niet relevant en is in dit verband niet vereist. Er is echter wel rekening gehouden met de beschikbare informatie over verwante Europese wetgeving, met name de resultaten van de openbare raadplegingen en de bestaande expertise.

Raadplegingen van belanghebbenden

Er heeft in het kader van de voorgestelde verordening, waarin uitvoering wordt gegeven aan bepalingen die op internationaal niveau zijn vastgesteld, geen specifieke raadpleging van belanghebbenden plaatsgevonden. In de uitgebreide openbare raadpleging over de herziening van de EU-regels inzake auteursrecht die de Commissie tussen december 2013 en maart 2014 heeft gehouden, was tevens een onderdeel opgenomen over uitzonderingen en beperkingen ten behoeve van personen met een handicap en over de toegang tot en het verkeer van werken in toegankelijke vormen, waarin eveneens werd verwezen naar het Verdrag van Marrakesh 7 . Onder andere de standpunten van eindgebruikers, consumenten en institutionele gebruikers (waaronder organisaties die voorzien in de behoeften van mensen met een handicap, en bibliotheken) wezen op de uiteenlopende toepassingsgebieden van de nationale stelsels van uitzonderingen en beperkingen, waardoor het moeilijk is om rechtszekerheid te verkrijgen bij de uitvoer en invoer van exemplaren in toegankelijke vorm die op grond van een beperking of uitzondering op het auteursrecht zijn vervaardigd. Deze institutionele respondenten waren steeds van oordeel dat het Verdrag van Marrakesh een afdoende oplossing zou bieden voor deze bezwaren. De rechthebbenden en de organisaties voor collectief beheer waren over het algemeen van mening dat de nationale uitvoering van de facultatieve uitzondering of beperking als bedoeld in de wetgeving van de Unie geen problemen opleverde. Zij merkten eveneens op dat de bestaande marktmechanismen het probleem van toegang tot werken voor personen met een handicap effectief aanpakten. Deze mening werd niet gedeeld door de eindgebruikers, de consumenten en de institutionele gebruikers.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

Ter voorbereiding van dit voorstel werd geen specifieke deskundigheid bijeengebracht. De Commissie heeft rekening gehouden met een studie uit 2013 over de toepassing van Richtlijn 2001/29/EG 8 , waarin onder meer werd beoordeeld hoe elf lidstaten de facultatieve uitzonderingen of beperkingen van de EU ten behoeve van personen met een handicap overeenkomstig artikel 5, lid 3, onder b), van die richtlijn toepassen.

Effectbeoordeling

De voorgestelde verordening heeft betrekking op de implicaties van het Verdrag van Marrakesh voor de uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm met derde landen, en heeft tot doel het recht van de Unie op dat punt in overeenstemming te brengen met het Verdrag. Op grond van de richtsnoeren voor betere regelgeving 9 hoeft geen effectbeoordeling te worden uitgevoerd wanneer de Commissie geen zeggenschap heeft over de inhoud van het beleid.

Grondrechten

De voorgestelde verordening ondersteunt het recht van personen met een handicap om te profiteren van maatregelen die beogen hun zelfstandigheid, hun maatschappelijke en beroepsintegratie en hun deelname aan het gemeenschapsleven, zoals verankerd in artikel 26 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna "het Handvest" genoemd), te garanderen. De verordening is ook een weerspiegeling van de verbintenissen van de Unie in het kader van het UNCRPD. Het UNCRPD garandeert personen met een handicap het recht op toegang tot informatie en het recht op deelname aan het culturele, economische en sociale leven op voet van gelijkheid met anderen. In dit licht is het gerechtvaardigd om de eigendomsrechten van de rechthebbenden in te perken in het licht van de verplichtingen van de Unie uit hoofde van het Handvest 10 .

Het voorstel zal slechts een beperkt effect hebben op het auteursrecht als eigendomsrecht zoals erkend in het Handvest (artikel 17, lid 2) 11 . In dit verband moet worden opgemerkt dat bij Richtlijn [...] een verplichte uitzondering op het auteursrecht is ingesteld ten behoeve van de begunstigden van dit voorstel. Het effect van deze verordening wordt derhalve beperkt tot de regulering van de uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm met derde landen die partij zijn bij het Verdrag van Marrakesh.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende monitoring, evaluatie en rapportage

In overeenstemming met de richtsnoeren voor betere regelgeving voert de Commissie ten vroegste vijf jaar na de datum waarop de verordening van toepassing is een evaluatie uit van deze verordening en presenteert zij de voornaamste bevindingen aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité, indien nodig vergezeld van voorstellen tot wijziging van de verordening. Op dezelfde manier zal zij ook een evaluatie uitvoeren van Richtlijn [...].

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

In artikel 1 worden het onderwerp en het toepassingsgebied van de voorgestelde verordening beschreven. De voorgestelde verordening regelt de uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm van bepaalde, door het auteursrecht of naburige rechten beschermde werken en ander materiaal tussen de Unie en derde landen in overeenstemming met het Verdrag van Marrakesh.

Artikel 2 bevat de definities van de termen "werk of ander materiaal", "begunstigde", "exemplaar in toegankelijke vorm" en "toegelaten entiteit" die gelden voor de toepassing van de voorgestelde verordening.

Artikel 3 bevat bepalingen over de uitvoer van exemplaren in toegankelijke vorm vanuit de Unie naar derde landen.

Artikel 4 bevat bepalingen over de invoer van exemplaren in toegankelijke vorm vanuit derde landen naar de Unie.

In artikel 5 is bepaald aan welke verplichtingen de toegelaten entiteiten moeten voldoen bij de uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm met derde landen.

Artikel 6 bevat de regels voor de bescherming van persoonsgegevens.

Artikel 7 bevat de regeling voor de evaluatie van deze verordening, in overeenstemming met het beleid voor betere regelgeving.

In artikel 8 wordt bepaald wanneer de verordening in werking treedt en in artikel 9 vanaf welke datum zij van toepassing is.

2016/0279 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake de grensoverschrijdende uitwisseling tussen de Unie en derde landen van exemplaren in toegankelijke vorm van bepaalde door het auteursrecht en naburige rechten beschermde werken en ander materiaal ten behoeve van personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben, krijgen nog steeds te maken met tal van belemmeringen bij de toegang tot boeken en ander gedrukt materiaal. De noodzaak om het aantal werken en de hoeveelheid ander beschermd materiaal in toegankelijke vormen die voor deze personen beschikbaar is, uit te breiden, en om het verkeer en de verspreiding daarvan te verbeteren, is op internationaal niveau erkend. Het Verdrag van Marrakesh tot bevordering van de toegang tot gepubliceerde werken voor personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben (hierna “het verdrag van Marrakesh” genoemd) is op 30 april 2014 namens de Unie ondertekend 12 . Dat verdrag schrijft voor dat de verdragsluitende partijen voorzien in uitzonderingen op of beperkingen van de exclusieve rechten van de houders van auteursrechten en naburige rechten ten behoeve van de vervaardiging en verspreiding van exemplaren van bepaalde werken en ander materiaal in toegankelijke vormen en ten behoeve van de grensoverschrijdende uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm. De begunstigden van het Verdrag van Marrakesh zijn personen die blind of visueel gehandicapt zijn, of een waarnemings- of leeshandicap hebben, met inbegrip van dyslexie, waardoor zij niet in dezelfde mate als personen zonder een dergelijke handicap in staat zijn gedrukte werken te lezen, of ten gevolge van een lichamelijke handicap niet in staat zijn een boek vast te houden of te hanteren, dan wel scherp te zien en hun ogen te bewegen in een mate die gewoonlijk voor het lezen aanvaardbaar wordt geacht.

(2)Bij Richtlijn [...] worden de verplichtingen van de Unie krachtens het Verdrag van Marrakesh op geharmoniseerde wijze uitgevoerd ter verbetering van de beschikbaarheid van exemplaren in toegankelijke vorm ten behoeve van begunstigden en het verkeer ervan binnen de interne markt. De lidstaten moeten op grond van de richtlijn een verplichte beperking invoeren van bepaalde rechten van rechthebbenden die door wetgeving van de Unie zijn geharmoniseerd. Deze verordening heeft tot doel uitvoering te geven aan de verplichtingen van het Verdrag van Marrakesh met betrekking tot de in- en uitvoer van exemplaren in toegankelijke vorm ten behoeve van begunstigden tussen de Unie en derde landen die partij zijn bij het Verdrag van Marrakesh, alsook de voorwaarden voor dergelijke in- en uitvoer vast te stellen. Dergelijke maatregelen kunnen slechts worden genomen op het niveau van de Unie, aangezien de uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm van werken en ander materiaal betrekking heeft op de handelsaspecten van intellectuele eigendom. Een verordening is het enige geschikte instrument.

(3)De verordening moet ervoor zorgen dat exemplaren in toegankelijke vorm van boeken, dagbladen, kranten, tijdschriften, andere geschriften, bladmuziek en ander gedrukt materiaal die vervaardigd zijn in een lidstaat overeenkomstig de nationale bepalingen ter uitvoering van Richtlijn [...] kunnen worden uitgevoerd naar derde landen die partij zijn bij het Verdrag van Marrakesh. Toegankelijke vormen zijn onder meer braille, groteletterdruk, aangepaste e-boeken, luisterboeken en radio-uitzendingen. De distributie, bekendmaking of beschikbaarstelling van exemplaren in toegankelijke vorm voor mensen met een leeshandicap of toegelaten entiteiten in het derde land mag alleen worden uitgevoerd door toegelaten entiteiten die in de Unie zijn gevestigd.

(4)Deze verordening moet ook de toegang tot en invoer van overeenkomstig de uitvoering van het Verdrag van Marrakesh vervaardigde exemplaren in toegankelijke vorm vanuit een derde land door begunstigden in de Unie en in de Unie gevestigde toegelaten entiteiten mogelijk maken ten behoeve van personen met een leeshandicap. Het moet mogelijk zijn om deze exemplaren in toegankelijke vorm op de interne markt in het verkeer te brengen onder dezelfde voorwaarden als exemplaren in toegankelijke vorm die in de Unie overeenkomstig Richtlijn [...] zijn vervaardigd.

(5)Met het oog op een betere beschikbaarheid van exemplaren in toegankelijke vorm en ter voorkoming van de illegale verspreiding van werken en ander materiaal, moeten toegelaten entiteiten die actief zijn op het gebied van de distributie en beschikbaarstelling van exemplaren in toegankelijke vorm aan bepaalde verplichtingen voldoen.

(6)De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening dient te gebeuren in overeenstemming met de grondrechten, met inbegrip van het recht op de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; daarbij moet Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad 13 die van toepassing is op de verwerking van persoonsgegevens die door toegelaten entiteiten kan worden uitgevoerd in het kader van deze verordening en onder toezicht van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met name de onafhankelijke autoriteiten die door de lidstaten zijn aangeduid, worden nageleefd.

(7)Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (hierna "het UNCRPD" genoemd), waarbij de EU partij is, garandeert personen met een handicap het recht op toegang tot informatie en het recht op deelname aan het culturele, economische en sociale leven op voet van gelijkheid met anderen. Op grond van het UNCRPD moeten de partijen bij dat verdrag in overeenstemming met het internationale recht alle passende maatregelen nemen om te waarborgen dat wetgeving ter bescherming van de intellectuele eigendom geen onredelijke of discriminatoire belemmering vormt voor de toegang van personen met een handicap tot cultuuruitingen.

(8)Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht. Deze verordening dient in het licht van deze rechten en beginselen te worden uitgelegd en toegepast,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied

In deze verordening worden voorschriften vastgesteld voor de grensoverschrijdende uitwisseling van exemplaren in toegankelijke vorm van bepaalde werken en ander materiaal tussen de Unie en derde landen die partij zijn bij het Verdrag van Marrakesh, zonder de toestemming van de rechthebbende, ten behoeve van personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben.

Artikel 2
Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

(1)"werk of ander materiaal": een werk in de vorm van een boek, dagblad, krant, tijdschrift of ander geschrift, met inbegrip van bladmuziek en daarmee samenhangende illustraties, op om het even welke drager, met inbegrip van audioformaten, zoals luisterboeken, dat wordt beschermd door auteursrecht of naburige rechten en dat op geoorloofde wijze is gepubliceerd of op een andere manier rechtmatig algemeen beschikbaar is gemaakt;

(2)"begunstigde":

(a)een persoon die blind is;

(b)een persoon met een visuele handicap die niet zodanig kan worden verbeterd dat de persoon het gezichtsvermogen krijgt dat wezenlijk gelijkwaardig is aan dat van een persoon zonder een dergelijke handicap;

(c)een persoon met een waarnemings- of leeshandicap, met inbegrip van dyslexie, die daardoor geen gedrukte werken kan lezen in wezenlijk dezelfde mate als een persoon zonder handicap; of

(d)een persoon die anderszins, ten gevolge van een fysieke handicap, niet in staat is een boek vast te houden of te hanteren, dan wel scherp te zien of zijn of haar ogen te bewegen in een mate die gewoonlijk voor het lezen aanvaardbaar wordt geacht;

(3)"exemplaar in toegankelijke vorm": een exemplaar van een werk of ander materiaal in een alternatieve vorm waarmee dat werk of dat andere materiaal voor een begunstigde toegankelijk wordt, onder meer om de toegang tot het werk voor de begunstigde even eenvoudig en gemakkelijk te maken als voor een persoon zonder visuele handicap of andere leeshandicap of welk van de in punt 2 bedoelde handicaps ook;

(4)"toegelaten entiteit": een entiteit die, als haar voornaamste of een van haar voornaamste activiteiten of taken van openbaar belang heeft zonder winstoogmerk onderwijs, opleiding, aangepast lezen of toegang tot informatie aan begunstigden te bieden.

Artikel 3
Uitvoer van exemplaren in toegankelijke vorm naar derde landen

Een toegelaten entiteit die gevestigd is in een lidstaat, mag een exemplaar in toegankelijke vorm dat is vervaardigd overeenkomstig de krachtens Richtlijn [...] goedgekeurde nationale wetgeving, verspreiden, bekendmaken of ter beschikking stellen aan de begunstigde of aan een toegelaten entiteit die gevestigd is in een derde land dat partij is bij het Verdrag van Marrakesh.

Artikel 4
Invoer van exemplaren in toegankelijke vorm
uit derde landen

Een begunstigde of een toegelaten entiteit die gevestigd is in een lidstaat mag een exemplaar in toegankelijke vorm dat is verspreid, bekendgemaakt of ter beschikking is gesteld aan begunstigden of aan toegelaten entiteiten door een toegelaten entiteit in een derde land dat partij is bij het Verdrag van Marrakesh, invoeren of anderszins verkrijgen of er toegang toe verwerven, en vervolgens gebruiken overeenkomstig de krachtens Richtlijn [...] goedgekeurde nationale wetgeving.

Artikel 5
Ve
rplichtingen van toegelaten entiteiten

1.Een toegelaten entiteit die is gevestigd in een lidstaat en die de in de artikelen 3 en 4 bedoelde handelingen uitvoert, ziet erop toe dat:

(a)zij exemplaren in toegankelijke vorm uitsluitend verspreidt, bekendmaakt of ter beschikking stelt aan begunstigden of aan andere toegelaten entiteiten;

(b)zij passende maatregelen neemt om de ongeoorloofde reproductie, verspreiding, bekendmaking en beschikbaarstelling van exemplaren in toegankelijke vorm te ontmoedigen;

(c)zij getuigt van de nodige zorgvuldigheid bij, en registers bijhoudt van de handelingen die zij uitvoert met werken en ander materiaal en met de exemplaren in toegankelijke vorm daarvan; en

(d)zij op haar website, in voorkomend geval, informatie publiceert en actualiseert over de manier waarop zij voldoet aan de verplichtingen van het bepaalde onder a) tot en met c).

2.Een toegelaten entiteit die is gevestigd in een lidstaat en die de in de artikelen 3 en 4 bedoelde handelingen uitvoert, verstrekt op verzoek de volgende informatie aan iedere begunstigde of rechthebbende:

(a)de lijst met werken en ander materiaal waarvan zij over exemplaren in toegankelijke vorm beschikt, alsmede de beschikbare vormen; en

(b)de naam en de contactgegevens van de toegelaten entiteiten waarmee zij de exemplaren in toegankelijke vorm op grond van de artikelen 3 en 4 heeft uitgewisseld.

Artikel 6
Bescherming van persoonsgegevens

De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening vindt plaats overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG.

Artikel 7
Evaluatie

Ten vroegste [vijf jaar na de datum van toepassing] voert de Commissie een evaluatie uit van deze verordening en presenteert zij de voornaamste bevindingen aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité, die in voorkomend geval vergezeld gaan van voorstellen tot wijziging van de verordening.

De lidstaten verstrekken de Commissie de informatie die nodig is voor de opstelling van het evaluatieverslag.

Artikel 8
Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 9
Datum van toepassing

Deze verordening is van toepassing met ingang van [datum van omzetting van Richtlijn [...]].

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

(1) Besluit 2014/221/EU van de Raad van 14 april 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van Marrakesh tot bevordering van de toegang tot gepubliceerde werken voor personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben (PB L115 van 17.4.2014, blz. 1).
(2) LISU voor het Royal National Institute of Blind People (RNIB), "Availability of accessible publications - 2011 update" (beschikbaarheid van toegankelijke publicaties - editie 2011), oktober 2011.
(3) Catherine Meyer-Lereculeur "Exception ʻhandicapʼ au droit d’auteur et développement de l’offre de publications accessibles à l’ère numérique" (uitzondering op het auteursrecht voor gehandicapten en ontwikkeling van het aanbod van toegankelijke publicaties in het elektronische tijdperk), mei 2013.
(4) Deze cijfers hebben betrekking op beschikbaarheid in sommige, maar niet alle toegankelijke vormen.
(5) Besluit 2010/48/EG van de Raad van 26 november 2009 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (PB L 23 van 27.1.2010, blz. 35).
(6) CRPD/C/EU/CO/1, beschikbaar op: http://tbinternet.ohchr.org/Treaties/CRPD/Shared%20Documents/EUR/CRPD_C_EU_CO_1_21617_E.doc
(7) Report on the responses to the Public Consultation on the Review of the EU Copyright Rules (verslag inzake de reacties op de openbare raadpleging over de herziening van de EU-regels inzake auteursrecht), juli 2014, blz. 61-63. http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/2013/copyright-rules/index_en.htm  
(8) "Study on the application of Directive 2001/29/EC on copyright and related rights in the information society" (studie over de toepassing van Richtlijn 2001/29/EG, betreffende auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij), december 2013, De Wolf en partners, beschikbaar op: http://ec.europa.eu/internal_market/copyright/docs/studies/131216_study_en.pdf , p. 417 e.v.
(9) SWD(2015) 111 final.
(10) Op grond van artikel 52, lid 1, van het Handvest mogen beperkingen worden gesteld op de uitoefening van de vrijheden van het Handvest. Deze beperkingen moeten (i) bij wet worden gesteld en (ii) de wezenlijke inhoud van die rechten en vrijheden eerbiedigen. Bovendien kunnen (iii) "[m]et inachtneming van het evenredigheidsbeginsel […] slechts beperkingen worden gesteld, indien zij noodzakelijk zijn en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen".
(11) PB C 83 van 30.3.2010, blz. 389.
(12) Besluit 2014/221/EU van de Raad van 14 april 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van Marrakesh tot bevordering van de toegang tot gepubliceerde werken voor personen die blind zijn, visueel gehandicapt of anderszins een leeshandicap hebben (PB L 115 van 17.4.2014, blz. 1).
(13) Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).