Brussel, 2.2.2016

COM(2016) 43 final

2016/0027(COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het gebruik van de 470-790 MHz-frequentieband in de Unie

{SWD(2016) 19 final}
{SWD(2016) 20 final}


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De strategie voor een digitale eengemaakte markt voor Europa biedt een visie op een universele, hoogwaardige connectiviteit voor het bedrijfsleven en de burgers. De strategie omvat specifieke voorstellen van de Commissie met betrekking tot "de gecoördineerde vrijgave van de 694-790 MHz-band ("700 MHz-band"), die zeer geschikt is voor de verlening van breedbanddiensten in rurale gebieden", waarbij rekening wordt gehouden "met de specifieke eisen die de verspreiding van audiovisuele media stelt".

Voor draadloze connectiviteit is toegang tot spectrum in de banden onder 1 GHz nodig, aangezien deze ideaal zijn voor een brede dekking en hoge snelheden. Naar aanleiding van de overstap op meer spectrumefficiënte technologieën op het gebied van digitale televisie, was de 800 MHz-band (790-862 MHz, ook bekend als het "digitale dividend") het eerste gedeelte van de UHF-omroepband (470-862 MHz) die is vrijgemaakt voor draadloze breedbanddiensten in de Unie. Momenteel omvat de UHF-omroepband de frequentieband van 470 tot en met 790 MHz (hierna "de UHF-band" genoemd). Deze band wordt gebruikt voor digitale terrestrische televisie ("DTT") en apparatuur, voornamelijk draadloze microfoons, voor audioprogrammaproductie en speciale evenementen ("audio-PMSE").

Op de Wereldradiocommunicatieconferentie van 2012 (WRC-12), de conferentie van de Internationale Telecommunicatie-unie ("ITU") waarop het bindende radioreglement wordt herzien, is besloten de 700 MHz-band met ingang van 2015 in regio 1 (Europa en Afrika) toe te wijzen aan omroepdiensten en mobiele diensten.

Op de WRC-15, die in november 2015 heeft plaatsgevonden, zijn de internationale onderhandelingen over de parameters op technisch en regelgevingsgebied met betrekking tot het gebruik van de 700 MHz-band voor draadloze breedband afgerond. De coherente situatie op de 700 MHz-frequentieband in alle ITU-regio's 1 biedt een unieke kans voor de vrijwel mondiale harmonisering van deze frequentieband voor gebruik door draadloze breedband. Op de WRC-15 is verder bevestigd dat de 470-694 MHz-frequentieband ("sub-700 MHz-band") in regio 1 exclusief wordt toegewezen aan omroepdiensten.

In 2013 heeft vicevoorzitter van de Commissie Neelie Kroes voormalig commissaris Pascal Lamy gevraagd voorzitter te worden van een groep op hoog niveau van vertegenwoordigers van de sectoren mobiele diensten, omroep en media, om tot een gemeenschappelijk standpunt met betrekking tot het toekomstige gebruik van de UHF-band te komen. In het verslag van de voorzitter (het "verslag-Lamy") heeft deze op persoonlijke titel aanbevolen de 700 MHz-band vrij te maken voor draadloze breedband en tegelijkertijd het Europese audiovisuele model te handhaven door te garanderen dat terrestrische omroep toegang heeft tot spectrum op de sub-700 MHz-frequentieband.

Uit de openbare raadpleging over het verslag-Lamy die de Commissie heeft gehouden, bleek dat gecoördineerde actie door de Unie op steun kon rekenen. Bovendien heeft de Beleidsgroep Radiospectrum een advies aangenomen 2 , waarin een gecoördineerde EU-aanpak voor het verstrekken van draadloze breedband in de 700 MHz-frequentieband wordt gesteund. In het advies van de Beleidsgroep Radiospectrum wordt aanbevolen de technische voorwaarden te harmoniseren en een gemeenschappelijke termijn vast te leggen voor het doeltreffende gebruik van de 700 MHz-band en het gebruik op lange termijn van de sub-700 MHz-frequentieband voor audiovisuele distributie, met inbegrip van de beschikbaarheid ervan voor DTT.

Naar aanleiding van de resultaten van de raadpleging van de Europese betrokkenen en van internationale overeenkomsten die onder auspiciën van de ITU tot stand zijn gekomen, heeft de Commissie een strategie voor het gebruik op lange termijn van de UHF-band in de Unie uitgestippeld. In het kader van die strategie wordt de digitale eengemaakte markt bevorderd en wordt gewaarborgd dat het radiospectrum in de UHF-band efficiënt wordt beheerd, waarbij de sociale, culturele en economische waarde ervan tot uitdrukking komt. De strategie voor de UHF-band omvat drie hoofdlijnen:

geharmoniseerde technische voorwaarden voor draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie in de 700 MHz-frequentieband, gebaseerd op het beginsel van technologie- en dienstenneutraliteit;

een gemeenschappelijke termijn waarop de 700 MHz-band beschikbaar wordt gesteld voor doeltreffend gebruik voor draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie overeenkomstig de hierboven genoemde geharmoniseerde technische voorwaarden, en coördinerende maatregelen waarmee deze overgang wordt ondersteund;

prioriteit voor de distributie van audiovisuele mediadiensten in de sub-700 MHz-frequentieband, in combinatie met een flexibele aanpak ten aanzien van de manier waarop de band wordt gebruikt; dit is nodig met het oog op de diversiteit betreffende het belang van DTT voor de markt in de lidstaten.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Dit voorstel draagt bij tot de doelstelling van 1200 MHz voor draadloze breedband, één van de hoofddoelen van Besluit 2012/243/EU van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid. Het voorstel bevordert tevens de toekomstige ontwikkeling van innovatieve audiovisuele mediadiensten en sluit daardoor aan bij de doelstellingen van het meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid alsmede bij de machtigingsrichtlijn 3 en de kaderrichtlijn 4 , en met name met de artikelen 9 en 9 bis van de laatstgenoemde richtlijn.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Deze wetgevingsmaatregel is gebaseerd op artikel 114 VWEU teneinde de werking van de interne markt te waarborgen.

Subsidiariteit en evenredigheid

Zoals ook in de effectbeoordeling is uiteengezet, is de oplossing die dit voorgestelde besluit biedt, de beste optie wat betreft de subsidiariteit en evenredigheid.

Er wordt aan het subsidiariteitsbeginsel voldaan, aangezien de doelstellingen van het initiatief niet door de lidstaten afzonderlijk kunnen worden verwezenlijkt; tegelijkertijd wordt wel in de mogelijkheid voorzien rekening te houden met nationale omstandigheden (in zowel de 700 MHz-band als de sub-700 MHz-band).

Indien de EU uiteenlopende nationale benaderingen wil voorkomen en interferentie over de grenzen heen wil beperken, dient zij vast te leggen hoe de 700 MHz-frequentieband in de toekomst wordt gebruikt. Indien er geen Uniebrede gemeenschappelijke wetgeving voor de UHF-band is, blijft het gebruik van de UHF-band in de Unie op nadelige wijze versnipperd. Versnippering leidt tot grensoverschrijdende interferentie die tot nadelige effecten voor 13 % van de EU-bevolking kan leiden.

Om die reden is er behoefte aan een gecoördineerde aanduiding en machtiging van de 700 MHz-band voor draadloze breedband tegen 2020 en gecoördineerde aanduiding van de sub-700 MHz-band voor flexibel gebruik ten behoeve van de levering van audiovisuele mediadiensten aan het grote publiek en van investeringen in efficiëntere technologieën om de 700 MHz-band vrij te maken door beëindiging van het huidige gebruik daarvan door DTT.

Door flexibel gebruik van de sub-700 MHz-band wordt verder voldaan aan het evenredigheidsbeginsel, aangezien het probleem hierdoor doeltreffend wordt aangepakt en de doelstelling op de meest efficiënte wijze wordt verwezenlijkt. Het vrijmaken van de volledige sub-700 MHz-band voor draadloze breedband bijvoorbeeld zou verder gaan dan momenteel nodig om tegemoet te komen aan de behoefte aan sub-1 GHz-spectrum voor draadloos gegevensverkeer. Tegelijkertijd biedt flexibel gebruik zekerheid op regelgevingsgebied voor DTT in de sub-700 MHz-band voor de lidstaten die hun huidige DTT-capaciteit in stand willen houden. Bovendien kunnen geharmoniseerde technische voorwaarden voor spectrum overeenkomstig Beschikking 676/2002/EG in overleg met de nationale technische deskundigen worden vastgesteld in het kader van het Radiospectrumcomité.

Keuze van het instrument

De strategie van de Commissie voor de UHF-band in de Unie wordt op basis van twee rechtsinstrumenten verwezenlijkt. Op grond van een niet-bindende maatregel, zoals een aanbeveling van het Parlement en de Raad, zou coördinatie op het niveau van de Unie niet nodig zijn en hoeven de lidstaten geen actie te ondernemen. De voorkeur gaat uit naar een besluit en niet naar een verordening, aangezien de maatregel verplichtingen oplegt aan de lidstaten, maar geen rechtstreeks toepasselijke effecten op particuliere partijen in de lidstaten heeft. Een besluit is verder passender dan een richtlijn, aangezien met de ontwerphandeling geen pakket van algemene regels worden vastgesteld die in nationaal recht moeten worden omgezet, maar slechts een beperkt aantal door de lidstaten te nemen specifieke maatregelen. Soortgelijke verplichtingen voor de lidstaten zijn bijvoorbeeld vastgesteld in artikel 6, lid 4, van Besluit nr. 243/2012/EU van het Europese Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid; verder zijn in het verleden Beschikking nr. 128/1999/EG, Beschikking nr. 626/2008/EG en Beschikking nr. 676/2002/EG vastgesteld om ook dergelijke verplichtingen en maatregelen aan de lidstaten op te leggen.

In overeenstemming met artikel 114 VWEU gaat de maatregel vergezeld van een uitvoeringsbesluit van de Commissie dat in overeenstemming met Beschikking nr. 676/2002/EG 5 volgens de comitéprocedure is vastgesteld teneinde de 700 MHz-frequentieband aan te duiden en beschikbaar te stellen voor gebruik voor draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie op geharmoniseerde technische voorwaarden die met ondersteuning van CEPT 6 zijn ontwikkeld. Deze aanpak is ook gehanteerd voor de harmonisering van de 800 MHz-frequentieband voor draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie in het kader van het meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid en Besluit 2010/267/EU van de Commissie 7 .

3.RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Raadplegingen van belanghebbenden

In dit voorstel wordt rekening gehouden met de volgende bijdragen van belanghebbenden:

(a)het verslag-Lamy 8 dat Pascal Lamy heeft opgesteld naar aanleiding van de werkzaamheden die zijn verricht door de groep op hoog niveau waarvan hij de voorzitter was;

(b)bijdragen in het kader van de openbare raadpleging 9 over het verslag-Lamy;

(c)het verslag van de Beleidsgroep Radiospectrum "RSPG report on proposed spectrum coordination approach for broadcasting in the case of a reallocation of the 700 MHz band" 10 ;

(d)het advies van de Beleidsgroep Radiospectrum over een langetermijnstrategie voor het toekomstig gebruik van de UHF-band (470-790 MHz) in de Europese Unie.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

In opdracht van de Commissie zijn twee specifieke studies uitgevoerd, waarmee in dit voorstel rekening is gehouden. Deze studies zijn:

"Economic and Social Impact of Repurposing the 700 MHz frequency band for Wireless Broadband Services in the European Union";

"Challenges and opportunities of broadcast-broadband convergence and its impact on spectrum and network use".

De eerste studie heeft betrekking op de kosten van overgangsprocessen, de impact van dekking door draadloze breedband die gebruikmaakt van de 700 MHz-frequentieband en de sociaal-culturele aspecten van herconfiguratie van DTT-spectrum in de sub-700 MHz-frequentieband.

De tweede studie biedt een alomvattende beoordeling van de mogelijkheden van convergentie tussen DTT en draadloze breedband tegen 2020.

Effectbeoordeling

De Raad voor regelgevingstoetsing heeft op 27 november 2015 een positief advies 11 uitgebracht over de door de Commissie uitgevoerde effectbeoordeling.

In het kader van de effectbeoordeling zijn vier beleidsopties onderzocht:

(1)Geen actie op EU-niveau.

(2)Gecoördineerde aanduiding en machtiging van de 700 MHz-frequentieband voor draadloze breedband tegen 2020 en reservering van de sub-700 MHz-frequentieband voor DTT en audio-PMSE.

(3)Gecoördineerde aanduiding en machtiging van de 700 MHz-frequentieband voor draadloze breedband tegen 2020. Gecoördineerde aanduiding van de sub-700 MHz-frequentieband voor flexibel gebruik, afhankelijk van de nationale behoefte, waarbij wordt gewaarborgd dat de levering van audiovisuele mediadiensten aan het grote publiek wordt gehandhaafd (op technologisch neutrale wijze), met inbegrip van gratis distributie, alsmede beschikbaarheid van spectrum voor gebruik door audio-PMSE. Om interferentie te voorkomen, moet het gebruik van sub-700 MHz-spectrum in technisch opzicht worden beperkt tot de downlink-modus 12 . In deze optie is verder voorzien dat er een spectrumstrategie voor audio-PMSE wordt ontwikkeld om tegemoet te komen aan het verlies van spectrum voor audio-PMSE in de UHF-band.

(4)Gecoördineerde aanduiding en machtiging van de volledige UHF-band voor draadloze-breedbanddiensten tegen 2020.

De Commissie heeft gekozen voor optie 3 en beschouwt deze als voorkeursoptie met het oog op het verwezenlijken van de beleidsdoelstellingen. Door middel van de voorkeursoptie wordt bijgedragen tot de doelstellingen betreffende spectrum en connectiviteit op EU-niveau. Gebruik van de 700 MHz-frequentieband voor draadloze breedband in combinatie met spectrum in de 800 MHz- en 900 MHz-frequentiebanden betekent een stimulans voor de capaciteit van mobiele netwerken. Hierdoor wordt universele dekking mogelijk met hoge transmissiesnelheden voor ten minste 30 Mb/s per gebruiker op een representatieve, competitieve markt met drie of vier exploitanten. Daarnaast is de vaststelling van 2020 als gemeenschappelijke termijn voor het vrijmaken van de 700 MHz-frequentieband passend, omdat dit aansluit bij de initiële uitrol van 5G. Optie 3 biedt verder zekerheid wat betreft de toegang tot spectrum in de sub-700 MHz-band voor omroeporganisaties en aanbieders van audiovisuele mediadiensten aan het grote publiek, met name op het gebied van digitale terrestrische omroep. Door flexibel gebruik voor spectrum in de sub-700 MHz-band wordt het gemakkelijker om de nadelige gevolgen van interferentie terug te dringen en kan een innovatief "ecosysteem" tot stand worden gebracht, waarin investeringen en nieuwe bedrijfsmodellen worden bevorderd.

Optie 3 wordt ondersteund door het reeds genoemde resultaat van WRC-15, zowel voor de 700 MHz-frequentieband als voor de sub-700 MHz-frequentieband. De sub-700 MHz-band blijft uitsluitend toegewezen aan omroepdiensten in Europa en Afrika en in een groot deel van de rest van de wereld.

Uit de eerste studie die hierboven is vermeld en die in opdracht van de Commissie is uitgevoerd, blijkt dat het vrijmaken van de 700 MHz-band in 2020 en de overgang naar terrestrische-omroeptechnologie van de volgende generatie naar schatting 1,2 tot 4,4 miljard EUR kost. Het overgrote merendeel van deze kosten zou worden gedragen door eindgebruikers zodra zij overstappen naar gemoderniseerde ontvangstapparatuur voordat de normale vervangingscyclus van hun apparatuur is afgelopen. De kosten voor de overstap van audio-PMSE in 2020 zouden 200 miljoen EUR bedragen, waarbij ervan wordt uitgegaan dat 30 % van de huidige gebruikers van audio-PMSE de 700 MHz-frequentieband gebruiken. Indien de EU-lidstaten voldoen aan de staatssteunregels, mogen zij technologieneutrale steunmaatregelen aanbieden om ervoor te zorgen dat deze kosten beperkt blijven 13 . Daarnaast kost de aanpassing van DTT-netwerken, om in dezelfde hoeveelheid geprogrammeerde inhoud met gereduceerde spectrale capaciteit te kunnen voorzien, naar schatting maximaal 890 miljoen EUR. Daartoe kunnen met name kosten behoren die worden gedragen door rechthebbenden wier gebruiksrechten zouden moeten worden aangepast voordat de termijn waarvoor deze rechten zijn verleend, verstrijkt. Indien de lidstaten maatregelen overwegen om dergelijke kosten te beperken, moeten zij voldoen aan het beginsel van technologische neutraliteit en rekening houden met de relevante besluitvormingspraktijk van de Commissie op het gebied van staatssteun 14 en de aanverwante jurisprudentie van de gerechtelijke instanties van de EU 15 . In bepaalde omstandigheden kunnen maatregelen die worden vastgesteld om de intrekking van rechten te compenseren in overeenstemming zijn met de EU-wetgeving inzake staatssteun, voor zover een dergelijke compensatie het nadeel als gevolg van de intrekking niet overschrijdt. Volgens de Beleidsgroep Radiospectrum zijn in 14 lidstaten gebruiksrechten toegekend voor onbepaalde tijd of voor een periode die zich uitstrekt tot na 2020.

Uitgaande van de resultaten van recente veilingen van spectrum voor de 800 MHz- en 900 MHz-frequentiebanden komt een voorzichtige raming van de volledige opbrengst van de toewijzing van de 700 MHz-frequentieband in de EU-28 tegen 2020 uit op ongeveer 11 miljard EUR, wanneer alle andere factoren gelijk blijven.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Naar verwachting zijn er geen specifieke gevolgen voor de begroting van de Unie.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Gedetailleerde toelichting van de specifieke bepalingen van het voorstel

In overeenstemming met de strategie voor de UHF-band omvat dit voorstel vaststelling van:

termijnen voor het vrijmaken van de 700 MHz-frequentieband voor draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie in overeenstemming met geharmoniseerde technische voorwaarden op EU-niveau;

maatregelen om de overgang wat betreft het spectrumgebruik in de UHF-band te vergemakkelijken;

maatregelen voor het gebruik op lange termijn van de sub-700 MHz-frequentieband, waarbij hiervoor een herziening is voorzien.

In artikel 1 worden twee bindende gemeenschappelijke termijnen voor de lidstaten vastgesteld betreffende het vrijmaken van de 700 MHz-frequentieband voor draadloze breedband:

de grensoverschrijdende coördinatieovereenkomsten moeten uiterlijk eind 2017 zijn voltooid;

de 700 MHz-frequentieband moet uiterlijk halverwege 2020 beschikbaar worden gesteld voor doeltreffend gebruik voor draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie, in overeenstemming met het uitvoeringsbesluit van de Commissie betreffende de geharmoniseerde technische voorwaarden voor het gebruik van de band 16 .

In artikel 1 is verder bepaald dat het gebruik van de 700 MHz-frequentieband voor draadloze breedband na de gemeenschappelijke EU-termijn over de grenzen heen moet zijn beschermd.

In artikel 2 is bepaald dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat gebruiksrechten in de 700 MHz-frequentieband verhandelbaar zijn. Dit sluit aan bij de beleidsdoelstellingen en bepalingen van het meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid 17 en de kaderrichtlijn.

In artikel 3 is bepaald dat de lidstaten op nationaal niveau raadplegingen moeten uitvoeren en in overweging moeten nemen maatregelen te treffen om een hoogwaardige dekking van hun bevolking en grondgebied te waarborgen bij het verlenen van gebruiksrechten van de 700 MHz-band voor draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie. Het doel is de sociaaleconomische voordelen van de UHF-band te benutten door een bijdrage te leveren tot het dichten van de digitale kloof en mogelijk te maken dat het internet van de dingen alom wordt verspreid.

Artikel 4 heeft betrekking op het langetermijngebruik van de sub-700 MHz-frequentieband. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat het gebruik van deze band op de lange termijn voor de distributie van audiovisuele mediadiensten ten behoeve van het grote publiek wordt gewaarborgd. Daartoe dient voortdurend gebruik voor draadloze audio-PMSE te behoren, in overeenstemming met de nationale prioriteiten.

Om voor samenhang tussen de verplichtingen van de lidstaten en de artikelen 9 en 9 bis van de kaderrichtlijn te zorgen, is de verplichting om het gebruik van de sub-700 MHz-band te waarborgen van toepassing op het leveren van audiovisuele mediadiensten aan een groot publiek en niet op het type onderliggende draadloze technologie of het type elektronische-communicatiedienst. Met de in artikel 4 vastgestelde waarborg wordt derhalve zekerheid geboden inzake de toegang tot spectrum en wordt de toekomstige ontwikkeling van DTT als belangrijk platform voor de terrestrische omroep van audiovisuele mediadiensten ten behoeve van het grote publiek mogelijk gemaakt. Op grond van het artikel is verder toegestaan dat de sub-700 MHz-frequentieband tevens wordt gebruikt voor andere technologie of elektronische-communicatiediensten, voor zover dit gebruik beperkt blijft tot downlink (dat wil zeggen van het netwerk naar ontvangende toestellen, zoals televisietoestellen of tablets).

In artikel 5 is bepaald dat de lidstaten nationale stappenplannen met betrekking tot het vrijmaken van de 700 MHz-frequentieband voor draadloze breedband en het daarmee samenhangende overgangsproces voor de volledige UHF-band moeten vaststellen en dat zij deze in de hele Unie bekend moeten maken. Bij deze bepaling is uitgegaan van het stappenplan voor de overgang waarover de belanghebbenden overeenstemming hebben bereikt (zie bijlage 2 bij het verslag-Lamy). Het stappenplan omvat het toepassingsgebied van de maatregelen die bij de overgang naar nieuwe DTT-technologieën in samenhang met het vrijmaken van de 700 MHz-frequentieband in overweging moeten worden genomen. Het doel is ervoor te zorgen dat de impact op de burgers en het bedrijfsleven door middel van een transparant proces beperkt blijft.

In artikel 6 is bepaald dat de Commissie tegen 2025 in samenwerking met de lidstaten een beoordeling van het spectrumgebruik in de sub-700 MHz-frequentieband moet uitvoeren. Nadat de Commissie deze beoordeling heeft uitgevoerd, moet zij het Europees Parlement en de Raad in kennis stellen van haar conclusies en van een eventueel voorstel voor wijzigingen van de regelgeving, waardoor bijvoorbeeld de aard, structuur of duur van waarborgen wordt veranderd. Deze bepaling sluit aan bij een aanbeveling in het verslag-Lamy. Bij de beoordeling van het spectrumgebruik in de sub-700 MHz-frequentieband moet de Commissie rekening houden met de geplande beoordeling van deze band in het kader van de Wereldradiocommunicatieconferentie 2023 van de ITU.

2016/0027 (COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

betreffende het gebruik van de 470-790 MHz-frequentieband in de Unie

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité 18 ,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's 19 ,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)In het meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid dat bij Besluit nr. 243/2012/EU 20 is vastgesteld, hebben het Europees Parlement en de Raad zich ten doel gesteld om uiterlijk in 2015 ten minste 1 200 MHz geschikt spectrum voor draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie in de Unie aan te wijzen, om de toekomstige ontwikkeling van innovatieve audiovisuele mediadiensten te steunen door te zorgen voor voldoende spectrum voor de levering van dergelijke diensten via satelliet- en terrestrische verbindingen, mits de behoefte daaraan naar behoren gestaafd wordt, en om te zorgen voor voldoende spectrum voor programmaproductie en speciale evenementen ("programme making and special events", "PMSE").

(2)In haar strategie voor de digitale eengemaakte markt 21 wijst de Commissie op het belang van de 694-790 MHz-frequentieband ("700 MHz-frequentieband") voor het waarborgen van de levering van breedbanddiensten in landelijke gebieden en op de noodzaak van het gecoördineerd vrijmaken van die frequentieband, waarbij rekening moet worden gehouden met de specifieke behoeften inzake de distributie van audiovisuele mediadiensten.

(3)Spectrum in de 470-790 MHz-frequentieband is van groot belang voor de kostenefficiënte uitrol van draadloze netwerken met universele dekking binnens- en buitenshuis. Dit spectrum wordt momenteel in de hele Unie gebruikt voor digitale terrestrische televisie (DTT) en draadloze audio-PMSE-apparatuur. Hierdoor wordt de ontwikkeling van de mediasector, de creatieve sector en de culturele sector ondersteund, die in hoge mate afhankelijk zijn van dit hulpmiddel voor de draadloze levering van inhoud aan het grote publiek.

(4)Voor regio 1, waarvan de Unie deel uitmaakt, is in het door de Wereldradiocommunicatieconferentie aangenomen radioreglement van de Internationale Telecommunicatie-unie bepaald dat de 700 MHz-frequentieband op co-primaire basis wordt toegewezen aan omroep- en mobiele diensten (met uitzondering van mobiele diensten voor de luchtvaart) en dat de 470-694 MHz-frequentieband ("sub-700 MHz-frequentieband") op primaire basis exclusief wordt toegewezen aan omroepdiensten en op secundaire basis aan draadloos gebruik voor audio-PMSE.

(5)Door het snel groeiende draadloze-breedbandverkeer is het noodzakelijk de capaciteit van draadloze netwerken uit te breiden. Spectrum in de 700 MHz-frequentieband biedt zowel extra capaciteit als universele dekking, met name voor de in economisch opzicht problematische landelijke en afgelegen gebieden, voor gebruik binnenshuis en voor de communicatie met een breed bereik van machine tot machine. In dat kader moet er met samenhangende maatregelen voor hoogwaardige terrestrische draadloze dekking in de hele Unie, waarbij wordt uitgegaan van de beste nationale praktijken wat betreft de machtigingsverplichtingen voor exploitanten, naar worden gestreefd het in het meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid vastgelegde doel te verwezenlijken en ervoor te zorgen dat alle burgers tegen 2020 toegang hebben tot breedbandsnelheden van ten minste 30 Mb/s. Op die manier zullen de maatregelen innovatieve digitale diensten bevorderen en zorgen voor sociaaleconomische voordelen op lange termijn.

(6)Het delen van spectrum binnen een gemeenschappelijke frequentieband door bidirectioneel gebruik van draadloze breedband (uplink en downlink) enerzijds en unidirectionele televisieomroepdiensten of draadloze gebruik door audio-PMSE anderzijds is vanuit technisch oogpunt problematisch. Dit betekent dat het vrijmaken van de 700 MHz-frequentieband voor bidirectionele terrestrische draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie ertoe zou leiden dat DTT en gebruikers van draadloze audio-PMSE een deel van hun spectrumcapaciteit verliezen. De sectoren DTT en PMSE hebben derhalve behoefte aan voorspelbaarheid van de regelgeving op lange termijn wat betreft de beschikbaarheid van voldoende spectrum, zodat zij de duurzame levering en ontwikkeling van hun diensten, met name van gratis televisie, kunnen waarborgen. Er kunnen maatregelen op nationaal en EU-niveau nodig zijn om aanvullende spectrumcapaciteit voor draadloos gebruik voor gebruik door audio-PMSE buiten de 470-790 MHz-frequentieband te waarborgen.

(7)In zijn verslag aan de Commissie (het "verslag-Lamy") 22 heeft Pascal Lamy, de voorzitter van de groep op hoog niveau betreffende het toekomstige gebruik van de 470-790 MHz-frequentieband, aanbevolen de 700 MHz-frequentieband tegen 2020 (+/- twee jaar) beschikbaar te stellen voor draadloze breedband. Dit zou ertoe bijdragen het doel van voorspelbaarheid van de regelgeving op lange termijn voor DTT te verwezenlijken door tot 2030 toegang te bieden tot de sub-700 MHz-frequentieband, waarbij deze regeling in 2025 zou moeten worden beoordeeld. In het verslag-Lamy is verder aanbevolen te zorgen voor nationale flexibiliteit wat betreft het spectrumgebruik van de sub-700 MHz-frequentieband die is beperkt tot gebruik uitsluitend voor downlink. Gebruik uitsluitend voor downlink is de beperking van alle transmissies in een draadloos systeem, onafhankelijk van de technologie ervan, tot unidirectionele transmissie van centrale infrastructuurstations, zoals een televisieomroepmast of een mobiel basisstation, naar draagbare of mobiele toestellen, zoals televisietoestellen of mobiele telefoons.

(8)In zijn advies betreffende een langetermijnstrategie voor het toekomstig gebruik van de 470-790 MHz-frequentieband in de Unie heeft de Beleidsgroep Radiospectrum aanbevolen een gecoördineerde aanpak voor de hele Unie vast te stellen om tegen eind 2020 de 700 MHz-frequentieband beschikbaar te stellen voor doeltreffend gebruik voor draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie. Dit zou gepaard gaan met het waarborgen van de beschikbaarheid op lange termijn tot 2030 van de sub-700 MHz-frequentieband voor de levering uitsluitend via downlink van audiovisuele mediadiensten. De Beleidsgroep Radiospectrum beveelt met name aan een flexibele regeling in te voeren, zodat de sub-700 MHz-frequentieband ook kan worden gebruikt voor draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie die uitsluitend gebruikmaken van downlink.

(9)Aangezien sommige lidstaten al met een nationaal proces zijn begonnen of dit hebben voltooid om het gebruik van de 700 MHz-frequentieband voor bidirectionele terrestrische draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie toe te staan, dient de Unie onmiddellijk actie te ondernemen om te voorkomen dat de eengemaakte markt versnipperd raakt. Er is behoefte aan een gecoördineerde aanpak voor het toekomstig gebruik van de 470-790 MHz-frequentieband, die ook moet zorgen voor voorspelbaarheid op regelgevingsgebied, evenwicht moet brengen tussen de diversiteit van de lidstaten via de doelstellingen van de eengemaakte markt, en een coherent standpunt van de Unie op het internationaal vlak moet bevorderen. In dat kader moeten de lidstaten worden verplicht om de 700 MHz-frequentieband tijdig vrij te maken, in overeenstemming met het recht van de Unie en het nationaal recht.

(10)Het gebruik van de 700 MHz-frequentieband door andere toepassing in niet-EU-landen in overeenstemming met internationale overeenkomsten of in gedeelten van nationaal grondgebied waarover de autoriteiten van de lidstaten geen daadwerkelijke controle hebben, kan in sommige lidstaten een beperking vormen voor het gebruik van de band voor terrestrische draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie. Hierdoor zouden zij niet kunnen voldoen aan het gemeenschappelijke, op EU-niveau vastgestelde tijdschema. De betrokken lidstaten dienen alle nodige maatregelen te treffen om de duur en het geografische bereik van deze beperkingen tot een minimum te beperken en daarbij zo nodig overeenkomstig artikel 10, lid 2, van het meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid om bijstand door de Unie verzoeken. Zij moeten verder de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 2, en artikel 7 in kennis stellen van dergelijke beperkingen en de informatie moet overeenkomstig artikel 5 van Beschikking nr. 676/2002/EG 23 worden gepubliceerd.

(11)Op het gebruik van de 700 MHz-frequentieband voor terrestrische draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie dient zo spoedig mogelijk een flexibele machtigingsregeling van toepassing te zijn. Houders van gebruiksrechten betreffende spectrum dienen daarbij te beschikken over de mogelijkheid tot handel in en verhuur van hun bestaande rechten in het kader van de toepassing van de artikelen 9, 9 bis en 9 ter van Richtlijn 2002/21/EG 24 .

(12)Overeenkomstig de artikelen 9 en 9 bis van Richtlijn 2002/21/EG dienen de lidstaten voor zover mogelijk een flexibele aanpak te hanteren en mogen zij de invoering van alternatieve, tot downlink beperkte toepassingen, zoals terrestrische draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie in de sub-700 MHz-frequentieband, toestaan in overeenstemming met de nationale behoeften wat betreft de distributie van audiovisuele mediadiensten aan een groot publiek. Indien de lidstaten gebruik binnen de sub-700 MHz-frequentieband voor tot downlink beperkte terrestrische draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie toestaan, dienen zij ervoor te zorgen dat een dergelijk gebruik geen negatieve invloed heeft op het gebruik van de sub-700 MHz-band voor digitale terrestrische omroep in aangrenzende lidstaten, zoals bepaald in de op de regionale radiocommunicatieconferentie van 2006 gesloten overeenkomst 25 .

(13)Het spectrumgebruik in de 470-694 MHz-frequentieband dient in ieder geval uiterlijk in 2025 op EU-niveau te worden beoordeeld. Bij deze beoordeling dient tevens rekening te worden gehouden met de geplande beoordeling van deze frequentieband in het kader van de Wereldradiocommunicatieconferentie in 2023. Bij wijzigingen van het gebruik van de sub-700 MHz-frequentieband dient rekening te worden gehouden met technologische ontwikkelingen, consumentengedrag, het belang van het voortzetten van de levering van gratis televisiediensten 26 en sociale, economische en culturele doelstellingen van algemeen belang. In dit verband moeten studies over de technische en regelgevingsvoorwaarden voor de co-existentie van bestaande en nieuwe soorten spectrumgebruik in de sub-700 MHz-frequentieband worden uitgevoerd. Met behulp van deze studies kan worden gezorgd voor coherentie tussen de benaderingen die de verschillende lidstaten hanteren met betrekking tot flexibel en efficiënt spectrumgebruik en worden maatregelen inzake technische harmonisering voor gebruik en co-existentie in deze band mogelijk gemaakt. Dergelijke studies en maatregelen kunnen op grond van Beschikking nr. 676/2002/EG worden ontwikkeld.

(14)De lidstaten dienen coherente nationale stappenplannen vast te stellen om het gebruik van de 700 MHz-frequentieband voor terrestrische draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie te vergemakkelijken, waarbij moet worden gezorgd voor continuïteit voor de televisieomroepdiensten die geen gebruik meer maken van deze band. De lidstaten dienen de stappenplannen, zodra deze zijn vastgesteld, op transparante wijze in de hele Unie bekend te maken. De stappenplannen dienen het volgende te omvatten: activiteiten en tijdschema's voor de nieuwe frequentie-indeling, technische ontwikkelingen op het gebied van netwerkapparatuur en apparatuur voor eindgebruikers, co-existentie van radio- en niet-radioapparatuur, bestaande en nieuwe machtigingsregelingen en informatie over de mogelijkheid om migratiekosten, voor zover deze ontstaan, te compenseren, teneinde onder andere kosten voor de eindgebruikers te voorkomen. Indien de lidstaten van plan zijn DTT voort te zetten, dient in de stappenplannen bijzondere aandacht te worden besteed aan het vergemakkelijken van de modernisering van omroepapparatuur en de toepassing van meer spectrumefficiënte technologieën, zoals geavanceerde videoformaten (bijv. HEVC) of signaaltransmissietechnologieën (bijv. DVB-T2).

(15)Het toepassingsgebied en de mechanismen in verband met de mogelijke compensatie voor de voltooiing van de overgang wat betreft het spectrumgebruik binnen de 470-790 MHz-frequentieband moeten worden geanalyseerd in overeenstemming met de relevante nationale bepalingen op grond van artikel 14 van Richtlijn 2002/20/EG 27 en moeten in overeenstemming zijn met het bepaalde in de artikelen 107 en 108 VWEU.

(16)Aangezien de doelstelling van dit besluit, namelijk te zorgen voor een gecoördineerde overgang wat betreft het spectrumgebruik van de 470-790 MHz-frequentieband in de Unie overeenkomstig gemeenschappelijke doelstellingen, niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt en deze vanwege de omvang en de effecten ervan beter op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

(1)Uiterlijk op 30 juni 2020 staan de lidstaten het gebruik van de 694-790 MHz-frequentieband toe voor terrestrische systemen die in staat zijn tot levering van draadlozebreedbanddiensten voor elektronische communicatie, waarbij moet worden voldaan aan door de Commissie in overeenstemming met artikel 4 van Beschikking nr. 676/2002/EG vastgestelde geharmoniseerde technische voorwaarden. Indien nodig maken de lidstaten gebruik van het machtigingsproces of passen zij de relevante bestaande rechten op gebruik van spectrum aan overeenkomstig Richtlijn 2002/20/EG, om ervoor te zorgen dat dit gebruik kan plaatsvinden.

(2)Teneinde het gebruik van de 694-790 MHz-frequentieband overeenkomstig lid 1 toe te staan, hebben de lidstaten uiterlijk op 31 december 2017 alle nodige grensoverschrijdende coördinatieovereenkomsten binnen de Unie gesloten.

(3)De lidstaten zijn niet gebonden aan de verplichtingen uit hoofde van de artikelen 1 en 2 in geografische gebieden waar geen frequentiecoördinatie met niet-EU-landen kan plaatsvinden, indien de lidstaten al het mogelijke doen om de duur en het geografische bereik van dergelijke ontbrekende coördinatie zoveel mogelijk te beperken en zij jaarlijks verslag van de resultaten aan de Commissie uitbrengen totdat de bestaande coördinatieproblemen zijn opgelost. Dit lid is ook van toepassing op de problemen inzake spectrumcoördinatie in de Republiek Cyprus die voortvloeien uit het feit dat de regering van Cyprus ervan wordt weerhouden daadwerkelijk controle uit te oefenen in een gedeelte van haar grondgebied.

Artikel 2

Uiterlijk op 30 juni 2022 staan de lidstaten toe dat rechten inzake het gebruik van spectrum voor elektronische-communicatiediensten in de 694-790 MHz-frequentieband worden overgedragen of verhuurd.

Artikel 3

Indien de lidstaten het gebruik van de 694-790 MHz-frequentieband toestaan of bestaande rechten inzake het gebruik van de 694-790 MHz-frequentieband wijzigen, treffen zij alle nodige maatregelen om te zorgen voor een hoogwaardig dekkingsniveau voor hun bevolking en grondgebied met snelheden van ten minste 30 Mb/s, zowel binnenshuis als buitenshuis, voor zover nodig onder meer in van tevoren bepaalde nationale prioritaire gebieden, en langs belangrijke transportroutes over land. Dergelijke maatregelen kunnen voorwaarden omvatten waarmee het delen van netwerkinfrastructuur of spectrum in overeenstemming met het recht van de Unie wordt vergemakkelijkt of aangemoedigd.

Met dat doel voeren de lidstaten een beoordeling en een raadpleging uit over de noodzaak voorwaarden vast te stellen in verband met de gebruiksrechten voor frequenties binnen de 694-790 MHz-frequentieband.

Artikel 4

(1)De lidstaten zorgen voor de beschikbaarheid van de 470-694 MHz-frequentieband of gedeelten van die band voor de terrestrische levering van audiovisuele mediadiensten aan het grote publiek, met inbegrip van gratis televisie, en voor gebruik door draadloze audio-PMSE-apparatuur, waarbij wordt uitgegaan van nationale behoeften op het gebied van omroep. De lidstaten zorgen ervoor dat enig ander gebruik van de 470-694 MHz-frequentieband op hun grondgebied niet leidt tot schadelijke interferentie met de terrestrische levering van audiovisuele mediadiensten in een aangrenzende lidstaat.

(2)Indien de lidstaten toestemming geven voor het gebruik van spectrum in de 470-694 MHz-frequentieband voor terrestrische systemen die in staat zijn om elektronische-communicatiediensten te leveren, met uitzondering van televisieomroepnetwerken, wordt dat gebruik beperkt tot downlink. Dergelijk gebruik laat de uit internationale overeenkomsten voortvloeiende verplichtingen en het recht van de Unie onverlet.

Artikel 5

Uiterlijk op 30 juni 2017 stellen de lidstaten hun nationale plan en tijdschema ("nationaal stappenplan") met betrekking tot het voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van de artikelen 1 en 4 van dit besluit vast en maken zij deze bekend.

Om ervoor te zorgen dat het gebruik van de 694-790 MHz-frequentieband in overeenstemming is met artikel 1, lid 1, nemen de lidstaten in hun nationale stappenplannen, indien passend, informatie op over maatregelen die zijn gericht op het beperken van de impact van het uit te voeren overgangsproces op de burgers en de gebruikers van draadloze audio-PMSE-apparatuur en op het vergemakkelijken van de tijdige beschikbaarheid van interoperabele apparatuur en ontvangers op het gebied van televisieomroepnetwerken in de interne markt.

Artikel 6

Uiterlijk op 1 januari 2025 voert de Commissie in samenwerking met de lidstaten een beoordeling uit van de ontwikkelingen van het gebruik van de 470-694 MHz-frequentieband, waarbij rekening wordt gehouden met de sociale, economische, culturele en technologische aspecten die van invloed zijn op de band op grond van de artikelen 1 en 4, en brengt zij hiervan verslag uit aan de Raad en het Parlement. In het verslag wordt beoordeeld of het nodig is wijzigingen aan te brengen in het gebruik van de 470-694 MHz-frequentieband, of een gedeelte daarvan, in de Unie.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 8

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

(1) De 700 MHz-band in regio 3 en de 698-790 MHz-band in regio 2 waren voor 2012 op co-primaire basis toegewezen aan mobiele diensten.
(2) Document RSPG15-595 final, beschikbaar op: http://rspg-spectrum.eu/wp-content/uploads/2013/05/RSPG15-595_final-RSPG_opinion_UHF.pdf .
(3) Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33).
(4) Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (machtigingsrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 21).
(5) Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1).
(6) Europese Conferentie van post- en telecommunicatieadministraties
(7) Besluit van de Commissie van 6 mei 2010 betreffende de geharmoniseerde technische gebruiksvoorwaarden in de 790-862 MHz-frequentieband voor terrestrische systemen die elektronische-communicatiediensten kunnen verschaffen in de Europese Unie (PB L 117 van 11.5.2011, blz. 95).
(8) Beschikbaar op: http://ec.europa.eu/digital-agenda/en/news/report-results-work-high-level-group-future-use-uhf-band .
(9) Beschikbaar op: https://ec.europa.eu/eusurvey/runner/PublicConsultationLamyReport2014 .
(10) Document RSPG13-524 rev1, beschikbaar op: https://circabc.europa.eu/d/a/workspace/SpacesStore/614d3daf-76a0-402d-8133-77d2d3dd2518/RSPG13-524 %20rev1 %20Report_700MHz_reallocation_REV.pdf .
(11) Beschikbaar op: http://ec.europa.eu/smart-regulation/impact/ia_carried_out/cia_2015_en.htm#cnect
(12) Uitsluitend transmissie van de netwerkinfrastructuur naar ontvangende toestellen, zoals televisietoestellen of tablets.
(13) De Commissie heeft meerdere besluiten vastgesteld waarin staatssteun ter beperking van de impact op consumenten en PMSE-gebruikers wordt goedgekeurd. Dit zijn onder meer N622/03 Digitalisierungsfonds — Oostenrijk, PB C 228 van 17.9.2005; C25/04 Invoering van digitale terrestrische televisie (DVB-T) in Berlijn en Brandenburg— Duitsland, PB L 200 van 22.7.2006; C24/04 Digitale terrestrische televisie in Zweden, PB L 112 van 30.4.2007; C52/05 Digitale decoders in Italië, PB L 147 van 8.6.2007; N270/06 Subsidies voor digitale decoders met API — Italië, PB C 80 van 13.4.2007; N107/07 Subsidies voor IdTV — Italië, PB C 246 van 20.10.2007; C34/06 Invoering van digitale terrestrische televisie (DVB-T) in Noord-Rijnland-Westfalen, PB L 236 van 3.9.2008; SA.28685 Captación de Televisión Digital en Cantabria — Spanje, PB C 119 van 24.4.2012; N671b/2009 — Digitale omschakeling in Slowakije, PB C 39 van 8.2.2011.
(14) Staatssteun C 25/2004, DVB-T Berlijn-Brandenburg;  staatssteun C 52/2005, digitale decoders; Besluit van de Commissie, voorzien voor januari 2016, betreffende door het Koninkrijk Spanje aangemelde staatssteun SA.32619 voor de vergoeding van schade veroorzaakt door het vrijkomen van het digitale dividend.
(15) HvJ zaak C-222/04 van 10 januari 2006, Cassa di Risparmio di Firenze, punt 131; HvJ zaak C-126/01 van 20 november 2003, GEMO SA, punt 28; HvJ zaak C-53/00 van 22 november 2001, Ferring SA, punt 19 e.v.; HvJ zaak C-143/99 van 8 november 2001, Adria-Wien Pipeline, punt 38; HvJ zaak C-310/99, Italië/Commissie, punt 251; HvJ zaak T-109/01 van 14 januari 2004, Fleuren Compost BV/Commissie, punt 54; HvJ zaak C-251/97 van 5 oktober 1999, Frankrijk/Commissie, punt 40; Gerecht zaak T-177/07 van 15 juni 2010, Mediaset/Commissie; HvJ zaak C-403/10 P van 28 juli 2011, Mediaset/Commissie; Gerecht zaak T-21/06 van 6 oktober 2009, Duitsland/Commissie betreffende DVB-T – Berlin/Brandenburg; Gerecht zaken T-461/13 Spanje/Commissie, T-462/13 Baskenland en Itelazpi/Commissie, T-463/13 en T-464/13  Galicië/Commissie en Retegal/Commissie, T-465/13  Catalonië en CTTI/Commissie, T-487/13  Navarra/Commissie en tot slot T-541/13  Abertis Telecom en Retevisión/Commissie.
(16) Deze termijnen sluiten aan bij het verslag van de Beleidsgroep Radiospectrum, het advies van de Beleidsgroep Radiospectrum en het verslag-Lamy.
(17) Zie artikel 6, lid 8.
(18) PB C van , blz. .
(19) PB C van , blz. .
(20) Besluit nr. 243/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor het radiospectrumbeleid (PB L 81 van 21.3.2012, blz. 7).
(21) Zie http://ec.europa.eu/priorities/digital-single-market/index_en.htm .
(22) Verslag van de heer Pascal Lamy, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/digital-agenda/en/news/report-results-work-high-level-group-future-use-uhf-band .
(23) Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1).
(24) Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33).
(25) Regionale radiocommunicatieconferentie voor het plannen van de digitale terrestrische omroepdienst in delen van de regio’s 1 en 3 in de frequentiebanden 174-230 MHz en 470-862 MHz (RRC-06); de conferentie vond in 2006 in Genève plaats.
(26) In de zin van Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad (richtlijn audiovisuele mediadiensten).
(27) Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (machtigingsrichtlijn) (PB L 108 van 24.04.2002, blz. 21).