19.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 162/9


Bericht van opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, zoals uitgebreid tot de invoer vanuit Canada, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada

(2015/C 162/09)

De Europese Commissie (hierna „de Commissie” genoemd) heeft een verzoek ontvangen voor een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 19 en artikel 23, lid 6, van Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (1) (hierna „de basisverordening” genoemd).

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek om een nieuw onderzoek werd ingediend door DSM Nutritional Products (hierna „de indiener van het verzoek” genoemd), een producent-exporteur in Canada (hierna „het betrokken land” genoemd).

Het nieuwe onderzoek is beperkt tot een onderzoek naar de mogelijkheid van vrijstelling van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, zoals uitgebreid tot de invoer vanuit Canada, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, voor wat betreft de indiener van het verzoek.

2.   Onderzocht product

Dit nieuwe onderzoek heeft betrekking op door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong, beter bekend als „biodiesel”, in zuivere vorm of in mengsels bevattende meer dan 20 gewichtspercenten door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika of verzonden vanuit Canada, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada (hierna „het onderzochte product” genoemd), momenteel vallende onder de GN-codes ex 1516 20 98, ex 1518 00 91, ex 1518 00 99, ex 2710 19 43, ex 2710 19 46, ex 2710 19 47, ex 2710 20 11, ex 2710 20 15, ex 2710 20 17, ex 3824 90 92, ex 3824 90 93, 3826 00 10 en ex 3826 00 90.

3.   Bestaande maatregelen

Momenteel is een definitief compenserend recht van toepassing dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 598/2009 van de Raad (2) en dat bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 443/2011 van de Raad (3) is uitgebreid tot uit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, en tot biodiesel in een mengsel bevattende 20 % of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (hierna „de bestaande maatregelen” genoemd).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het op grond van artikel 19 en artikel 23, lid 6, van de basisverordening ingediende verzoek is gebaseerd op door de indiener van het verzoek verstrekt voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat de indiener van het verzoek daadwerkelijk een producent van het onderzochte product is en in staat is om de volledige hoeveelheid te produceren die hij naar de Unie heeft verzonden sinds het begin van het onderzoektijdvak van het antiontwijkingsonderzoek dat heeft geleid tot de instelling van de bestaande maatregelen.

Voorts voert de indiener van het verzoek aan dat hij geen banden heeft met de producenten-exporteurs die aan de bestaande maatregelen onderworpen zijn, en dat hij de bestaande maatregelen niet ontwijkt.

5.   Procedure

Daar de Commissie na kennisgeving aan de lidstaten tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om de opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te rechtvaardigen dat beperkt is tot een onderzoek naar de mogelijkheid om aan de indiener van het verzoek vrijstelling te verlenen van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, zoals uitgebreid tot de invoer vanuit Canada, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, opent zij hierbij een nieuw onderzoek op grond van artikel 19 en artikel 23, lid 6, van de basisverordening.

5.1.   Onderzoek van de producent-exporteur

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het onderzoek nodig acht, zal de Commissie de indiener van het verzoek in zijn hoedanigheid van producent-exporteur een vragenlijst toezenden. Tenzij anders aangegeven, moet de indiener van het verzoek de ingevulde vragenlijst en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie bij de Commissie indienen.

5.2.   Andere schriftelijke opmerkingen

Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie ingediend worden bij de Commissie.

5.3.   Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

5.4.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited” (4).

Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 29, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte informatie. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan verstrekt in de vereiste vorm en met de vereiste kwaliteit, kan deze vertrouwelijke informatie buiten beschouwing worden gelaten.

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer CHAR 04/039

1040 Brussel

BELGIË

E-mail: TRADE-BIODIESEL-DSM@ec.europa.eu

6.   Niet-medewerking

Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de in de basisverordening gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening conclusies worden getrokken aan de hand van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, zullen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruikgemaakt worden overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening.

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 28 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

7.   Raadadviseur-auditeur

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.

Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de mogelijkheid om vrijstelling te verlenen aan de indiener van het verzoek.

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel: http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/

8.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt krachtens artikel 22, lid 1, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

9.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (5).


(1)  PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93.

(2)  Verordening (EG) nr. 598/2009 van de Raad van 7 juli 2009 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 179 van 10.7.2009, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 443/2011 van de Raad van 5 mei 2011 tot uitbreiding van het definitieve compenserende recht dat bij Verordening (EG) nr. 598/2009 is ingesteld op biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika tot uit Canada verzonden biodiesel, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Canada, en tot uitbreiding van het definitieve compenserende recht dat bij Verordening (EG) nr. 598/2009 is ingesteld tot biodiesel in een mengsel bevattende 20 of minder gewichtsprocenten biodiesel van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot beëindiging van het onderzoek naar de uit Singapore verzonden biodiesel (PB L 122 van 11.5.2011, blz. 1).

(4)  Een „Limited”-document wordt als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst) beschouwd. Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(5)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.