52014DC0356

VERSLAG VAN DE COMMISSIE Stand van zaken bij de invoering van slimme metersystemen in de EU-27 met bijzondere aandacht voor elektriciteitsmeters /* COM/2014/0356 final */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Stand van zaken bij de invoering van slimme metersystemen in de EU-27 met bijzondere aandacht voor elektriciteitsmeters

Doelstelling

Het doel van dit verslag is de voortgang te meten bij de invoering van intelligente meetsystemen in de lidstaten overeenkomstig het bepaalde in het derde energiepakket[1]. Afhankelijk van het resultaat van een economische evaluatie van de langetermijnkosten en -baten moeten de lidstaten een tijdschema (dat tot 10 jaar loopt in het geval van elektriciteit) vaststellen voor de uitrol van slimme metersystemen[2]. In dit verslag wordt gekeken naar de tot dusverre geboekte vooruitgang in de EU-27[3] en worden aanbevelingen geformuleerd voor de volgende fasen.

Twee werkdocumenten van de Commissiediensten begeleiden dit verslag. Daarin wordt de stand van zaken bij de tenuitvoerlegging van slimme metersystemen in de EU gepresenteerd en wordt een overzicht gegeven van de kosten-batenanalyses die door de lidstaten zijn uitgevoerd, samen met daarmee verband houdende landenspecifieke gegevens.

Slimme meters in de EU-wetgeving

Krachtens het derde energiepakket moeten de lidstaten intelligente meetsystemen invoeren met het oog op de baten op lange termijn voor de consument. Deze invoering mag afhankelijk worden gemaakt van een positieve economische evaluatie van de langetermijnkosten en -baten (kosten-batenanalyse – KBA) die uiterlijk op 3 september 2012 moest zijn afgerond. Wat elektriciteit betreft, is er een streefcijfer vastgesteld, namelijk een uitrol die resulteert in ten minste 80% slimme meters tegen 2020 in alle positief beoordeelde gevallen.

In lijn met de geest van het derde energiepakket en ter aanvulling daarvan ondersteunt de energie-efficiëntierichtlijn[4] de ontwikkeling van energiediensten die gebaseerd zijn op van slimme meters ontvangen data, vraagrespons[5]. en dynamische tarifering. Zij doet dit met daarbij inachtneming en bevordering van de rechten van het individu op bescherming van zijn persoonsgegevens als vastgelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met waarborgen voor een hoog niveau van consumentenbescherming (artikel 38 van het handvest).

In het derde energiepakket wordt geen specifiek streefcijfer vastgelegd voor de invoering van slimme meters in de gassector, maar in de interpretatieve notitie betreffende de retailmarkten[6] wordt gesteld dat de uitrol in deze sector binnen een redelijk tijdsbestek moet zijn afgerond.

Voortgang bij de invoering van slimme metersystemen in de EU-27

Uit analyse blijkt dat sprake is van een aanmerkelijke vooruitgang. Na positieve KBA's voor elektriciteit in meer dan twee derde van de gevallen hebben de lidstaten zich er nu toe verbonden om voort te gaan met de uitrol van slimme metersystemen (als zij die al niet hebben voltooid). Er zijn al bijna 45 miljoen slimme meters geïnstalleerd in drie lidstaten (Finland, Italië en Zweden), wat goed is voor 23% van de totale geplande uitrol in de EU tegen 2020. Overeenkomstig onze ramingen vergen de tenuitvoerleggingsverbintenissen een investering van ongeveer 45 miljard EUR voor de installatie tegen 2020 van bijna 200 miljoen slimme elektriciteitsmeters (voor ongeveer 72% van alle Europese consumenten) en 45 miljoen gasmeters (voor ongeveer 40% van de consumenten). Deze cijfers zijn bemoedigend. Zij tonen aan dat waar de uitrol van slimme metersystemen in positieve zin wordt beoordeeld, de verwachte penetratiegraad voor elektriciteit in deze lidstaten hoger ligt dan het 80%-streefcijfer van het derde energiepakket, maar wat het geheel van de EU betreft nog geen penetratiegraad van 80% haalt. Dit wijst er ook op dat de business case voor de uitrol van slimme metersystemen nog niet overweldigend is in geheel Europa. Dit geldt in zekere zin nog meer voor de gassector.

Overzicht van de resultaten van de benchmarking

De resultaten van de kosten-batenanalyses van de lidstaten zijn als volgt:

Elektriciteit

- 16 lidstaten (Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Spanje, Zweden en het VK[7]) gaan voort met de grootschalige uitrol van slimme metersystemen tegen 2020 of eerder, of hebben dit proces al afgerond. In twee van die landen, namelijk in Polen en Roemenië, leverden de KBA's een positief resultaat op, maar zijn de officiële beslissingen over de feitelijke invoering nog hangende;

- in zeven lidstaten (België, Duitsland, Letland, Litouwen, Portugal, Slowakije en Tsjechië) was het KBA-resultaat, wat de grootschalige uitrol van slimme meters betreft, negatief of onbeslist, maar in Duitsland, Letland en Slowakije werd geoordeeld dat invoering van slimme metersystemen economisch verantwoord was voor specifieke consumentengroepen;

- voor vier lidstaten (Bulgarije, Cyprus, Hongarije en Slovenië) waren op het moment van opstelling van dit verslag nog geen KBA-resultaten of invoeringsplannen beschikbaar[8]; en

- wetgeving voor slimme elektriciteitsmeters is vastgesteld in de meeste lidstaten, zodat voor een juridisch kader is gezorgd voor de uitrol en/of voor de regeling van specifieke kwesties, zoals een tijdschema voor de uitrol, het vastleggen van technische specificaties voor de meters, enz. Slechts in vijf lidstaten (België, Bulgarije, Hongarije, Letland en Litouwen) is een dergelijke wetgeving nog niet vastgesteld.

Gas

- vijf lidstaten (Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland en het VK) hebben besloten tot invoering van slimme meters tegen 2020 of eerder;

- twee lidstaten (Frankrijk en Oostenrijk) hebben plannen voor een grootschalige invoering, maar hebben nog geen officiële besluiten genomen;

- in 12 lidstaten (België, Denemarken, Finland, Duitsland, Griekenland, Letland, Portugal, Roemenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden) waren de KBA-resultaten negatief; terwijl

- de overige lidstaten hun evaluatie nog moeten voltooien (opmerking: er is geen gasnetwerk in Cyprus en Malta).

Eigendom van elektriciteitsmeters en gegevensbehandeling

- in 15 van de 16 lidstaten die hebben besloten tot grootschalige uitrol zijn de distributiesysteembeheerders (DSB's) verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging en zijn zij eigenaar van de meters zodat de invoering via de netwerktarieven wordt gefinancierd;

- in vier lidstaten (Denemarken, Estland, Polen en het VK) worden de gegevens behandeld door een onafhankelijke centrale gegevenshub; en

- een vergelijkbaar beeld rijst op in de lidstaten die niet tot grootschalige uitrol tegen 2020 overgaan (althans niet in de huidige omstandigheden); in die landen, behalve in Duitsland, Slowakije en Tsjechië, waar alternatieve opties voor de gegevensverwerking worden overwogen, kunnen ook de DSB's verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging, eigendom en gegevensbehandeling.

Slimme meters — waardevol voor de consument en voor het energiesysteem

De verschillen op het gebied van de belangrijkste uitrolparameters (zie tabel 1 en tabel 2) nopen weliswaar tot voorzichtigheid, maar de beschikbare gegevens leiden tot de conclusie dat een intelligent meetsysteem ongeveer 200 tot 250 EUR per afnemer zal kosten. De kosten per meetpunt gaan van minder dan 100 EUR (77 EUR in Malta, 94 EUR in Italië) tot 766 EUR in Tsjechië.

Tabel 1 Overzicht van gegevens — Voornaamste parameters voor de uitrol van slimme metersystemen voor elektriciteit (gebaseerd op economische evaluaties van de lidstaten voor de lange termijn)[9]

|| Interval || Gemiddelde op basis van gegevens van positief beoordeelde gevallen

Disconteringspercentage || 3,1 tot 10% || 5,7% + 1,8% (70%[10])

Levensduur || 8 tot 20 jaar || 15 + 4 jaar (56%)

Energiebesparing || 0 tot 5% || 3% + 1,3% (67%)

Verschuiving piekbelasting || 0,8 tot 9,9% || niet beschikbaar

Kosten per meetpunt || €77 tot €766 || €223 + €143 (80%)

Baten per meetpunt || €18 tot €654 || €309 + €170 (75%)

Baten voor de consument (als % van totale baten) || 0,6% tot 81% || niet beschikbaar

Tabel 2 Overzicht van gegevens — Voornaamste parameters voor de uitrol van slimme metersystemen voor gas (gebaseerd op economische evaluaties van de lidstaten voor de lange termijn)

|| Interval || Gemiddelde op basis van alle gegevens

Disconteringspercentage || 3,1 tot 10% || niet beschikbaar

Levensduur || 10 tot 20 jaar || 15 - 20 jaar (75%)

Energiebesparing || 0 tot 7 % || 1,7 % + 1 % (55 %)

Kosten per meetpunt || €100 tot €268 || €200 + €55 (65%)

Baten per meetpunt || €140 tot €1000 || €160 + €30 (80%)

Slimme metersystemen zullen naar verwachting een totaal voordeel per consument opleveren van 160 EUR voor gas en 309 EUR voor elektriciteit, samen met een vermoedelijke energiebesparing van ongeveer 3%. Die besparing loopt van 0% in Tsjechië tot 5% in Griekenland en Malta. Van de landen die hun uitrol hebben voltooid, hebben Finland en Zweden een energiebesparing gemeld van de orde van 1 tot 3%; voor Italië waren echter geen gegevens beschikbaar.

Slimme metersystemen met retail- en consumentenvriendelijke functionaliteiten als kern van op de consument gerichte energiesystemen

De te installeren intelligente meetsystemen moeten zorgvuldig ontworpen zijn, wat inhoudt dat zij moeten:

- zijn uitgerust met passende ("fit-for-purpose") functionaliteiten overeenkomstig bestaande normen en zoals voorgesteld in Aanbeveling 2012/148/EU[11] van de Commissie teneinde hun technische en commerciële interoperabiliteit te waarborgen, of de mogelijkheid te waarborgen om later eventueel functies toe te voegen;

- gegevensprivacy en -beveiliging garanderen;

- het mogelijk maken dat vraagresponsdiensten en andere energiediensten zich ontwikkelen; en

- retailmarkten ondersteunen die de grootst mogelijke baten voor consumenten en het energiesysteem kunnen realiseren.

In acht van de lidstaten die slimme elektriciteitsbemetering op grote schaal willen uitrollen tegen 2020 zijn, naar wordt gerapporteerd, de functionaliteiten volledig overeenkomstig Aanbeveling 2012/148/EU.

De moeilijkste functionaliteit is de frequentie waarmee verbruiksgegevens kunnen worden geactualiseerd en aan consumenten en namens hen optredende derde partijen beschikbaar kunnen worden gesteld. Deze functionaliteit dient ter ondersteuning van directe feedback over de kosten aan de consument, maakt het voor de afnemers mogelijk geïnformeerde keuzes met betrekking tot hun verbruikspatroon te maken en vergemakkelijkt op de retailmarkt de ontwikkeling van nieuwe diensten en producten. Zeven van de lidstaten die overgaan tot een grootschalige uitrol van slimme bemetering tegen 2020 en drie van de lidstaten die geen uitrol plannen, voldoen niet aan deze functionaliteit. Als de slimme meetsystemen niet in staat is deze functionaliteit te verzorgen, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat deze functionaliteit later kan worden toegevoegd, of dat deze functionaliteit via andere regelingen kunnen worden verzorgd.

Er lijkt geen direct verband te bestaan tussen de omvang van de gemeenschappelijke minimumfunctionaliteiten die volgens planning bij uitrol zullen worden ingevoerd en de totale kostprijs daarvan. Met andere woorden, een beperktere selectie uit de verzameling van gemeenschappelijke minimumfunctionaliteiten maakt de systemen niet noodzakelijk goedkoper. De variatie qua 'kosten per meetpunt' tussen de lidstaten lijkt er veeleer op te wijzen dat de totale investeringskosten veel meer afhangen van andere parameters, zoals:

- de beginsituatie;

- plaatselijke kosten van arbeid;

- geografische configuraties;

- extra kenmerken bovenop de minimumverzameling van functionaliteiten; en

- totaalscenario's, disconteringspercentages en evaluatieperiodes die als uitgangspunt dienden voor de respectieve KBA's.

Dit maakt duidelijk dat het beter is om van meet af aan te kiezen voor de volledige reeks van gemeenschappelijke minimumfunctionaliteiten. Als de KBA van een lidstaat een dergelijke aanpak niet ondersteunt, wordt ten zeerste aanbevolen ervoor te zorgen dat de ingevoerde systemen in ieder geval in staat zijn om gemoderniseerd te worden zodat ze op een later tijdstip bepaalde slimme diensten en producten wel gaan ondersteunen. Een keuze voor een suboptimaal, onaanpasbaar, niet-moderniseerbaar systeem zal uiteindelijk het duurst blijken te zijn, bijvoorbeeld wanneer het systeem kort na de installatie onder druk van markt- en consumenteneisen aanzienlijk moet worden aangepast of zelfs vervangen.

Tot dusverre heeft slechts een beperkt aantal lidstaten richtsnoeren vastgesteld inzake de functionele eisen voor slimme metersystemen. De overige lidstaten laten de analyse van de opties over aan de partijen die verantwoordelijk zijn voor de uitrol – doorgaans de distributiesysteembeheerders – en stellen geen duidelijke stimuli of eisen vast inzake functionaliteiten waarmee ook de consument zijn voordeel kan doen.

Normen en beveiligingsvoorzieningen voor gegevensbescherming en veiligheid — cruciaal om het potentieel van slimme meters in de EU volledig te realiseren

De interne energiemarkt moet zorgen voor de bescherming van de privacy van de consument wanneer toegang wordt gegeven tot data die als input dienen voor verwante zakelijke toepassingen. Overeenkomstig de waarborg van artikel 8 van het handvest moet dus worden gewaakt over het recht van de consument om zijn persoonsgegevens te beschermen. Nader onderzoek over deze kwestie heeft tot dusverre de volgende privacyaspecten aan het licht gebracht:

- het risico van gebruikersprofilering ("user profiling") door het zeer frequent uitlezen van data waardoor gevoelige informatie kan worden verzameld inzake de energievoetafdruk van de eindgebruiker; en

- bescherming van en toegang tot opgeslagen gegevens in het licht van het beleid betreffende bescherming van de privacy en de vertrouwelijkheid.

In dit verslag en de begeleidende werkdocumenten van de Commissiediensten worden kwesties besproken met betrekking tot door de markt en de relevante nationale autoriteiten, alsook op Europees niveau[12], ontwikkelde oplossingen voor privacyproblemen, en tevens wordt de cruciale rol van normalisatie belicht[13] die nodig is om het volledige potentieel van slimme bemetering als bijdrage aan slimme netwerken[14] te realiseren.

Lessen uit de programma's[15] en operationele ervaring

Op basis van de tot dusverre opgedane ervaring in afgeronde, dan wel aan de gang zijnde proefprogramma's moet bij de planning van de uitrol van slimme metersystemen de nodige aandacht gaan naar de volgende aspecten:

- benut de grootschalige invoering van de infrastructuur voor slimme meters ten volle:

o maak gebruik van de beschikbare normen en de juiste verzameling van functionaliteiten om zo de technische en commerciële interoperabiliteit te waarborgen, de bescherming en beveiliging van persoonsgegevens te verzekeren en de volledige potentiële baten voor de consument en het energiesysteem te realiseren; en

o evalueer de behoefte aan invoering van een specifiek kader voor gegevensbescherming en -beveiliging, in het raam van nationale en EU-wetgeving, voordat het slimme metersysteem wordt uitgerold;

- probeer de consument vanaf het begin van het proces volledig erbij te betrekken:

o werk een communicatiestrategie en een informatiecampagne uit;

o win het vertrouwen van de consument, waarbij het cruciaal is dat die begrijpt waarom gegevens worden doorgestuurd en hij toegang heeft tot die gegevens;

o gebruik de bemeteringsdata om informatie terug te voeren naar de consument en sta de ontwikkeling van nieuwe producten en klantgerichte diensten toe; en

o stimuleer de betrokkenheid van de consument door hem geschikte, gebruiksvriendelijke instrumenten en mechanismen ter hand te stellen die het maken van keuzes vergemakkelijken, en zorg voor aantrekkelijke stimulansen om zijn medewerking te belonen;

- ontwikkel maatregelen om alle betrokken partijen te stimuleren de ontwikkeling en marktintroductie van op slimme bemetering gebaseerde producten en diensten te versnellen;

- zorg voor een tijdige ontwikkeling en tenuitvoerlegging van regelgeving of neem maatregelen om vertrouwen te geven aan nutsbedrijven en netwerkexploitanten om te investeren in technologie voor slimme meetsystemen en de ontwikkeling van verwante diensten; en

- zorg ervoor dat bij de grootschalige uitrol van de systemen de lessen en beste praktijken uit de huidige kleinschalige invoering en proefprojecten worden benut, met name wat de technisch-economische aspecten, de betrokkenheid van de consument en de marktontwikkeling van op slimme metersystemen gebaseerde diensten betreft.

Beperkingen van de benchmarking

De belangrijkste in deze fase beschikbare parameters voor de uitrol zijn gebaseerd op prognoses en extrapolaties, aangezien nog zeer weinig EU-landen hun uitrol hebben voltooid of daarmee in een geavanceerd stadium zijn beland. De hier gepresenteerde resultaten van de vergelijkende analyse moeten dus zorgvuldig worden geïnterpreteerd. Zoals blijkt uit tabel 1 en tabel 2 variëren de belangrijkste aannames en de waarden van de parameters. Dit kan een gevolg zijn van de verschillende plaatselijke situaties en de beginsituatie en de opname van extra kenmerken in de in te voeren slimme meetsystemen (invoegtoepassingen, functionaliteiten bovenop de minimumverzameling, enz.), maar ook van de verschillende toegepaste methodes (gehanteerde disconteringspercentages, evaluatieperiode, enz.).

Afgezien van de nauwkeuriger factureringsinformatie, is het moeilijk de baten voor de consument in te schatten aangezien die afhangen van de feitelijke betrokkenheid van die consument (bv. op het gebied van vraagrespons) en van stimuli zoals gedifferentieerde tariferingssystemen.

In sommige gevallen is het door gebrek aan voldoende gegevens onmogelijk duidelijke conclusies te trekken. Op het tijdstip van de onderhavige analyse moesten bijvoorbeeld vier lidstaten nog steeds hun KBA-gegevens indienen. Ook ontbreken belangrijke gegevens inzake systeemfunctionaliteiten.

Volgende fasen en verwachtingen

De voornaamste resultaten van dit verslag, met name wat de gevolgen van slimme bemetering voor de markt, de relaties tussen de belangrijkste betrokken partijen en de gegevensverwerking betreft, zullen worden verwerkt in het initiatief inzake de retailmarkt dat momenteel wordt uitgewerkt.

De autoriteiten van de lidstaten die zich momenteel buigen over de volgende fasen bij de invoering van slimme metersystemen, wordt aangeraden na te denken over de hieronder gepresenteerde kwesties. Daarbij is voornamelijk geput uit de tot dusverre opgedane ervaring met lopende of afgeronde uitroloperaties, en de daarbij geleerde lessen.

Vertrouwen van de consument

Er is een intensieve communicatie-inspanning vereist om consumenten voor te lichten over hun rechten, de voordelen van installatie van een slimme meter en het belang van deelname aan vraagresponsprogramma's. Consumenten moeten worden geïnformeerd over de functionaliteiten, over welke gegevens zullen worden ingezameld en over het beoogde gebruik van die gegevens.

Een innovatieve energiedienstenmarkt

Regelgeving moet het realiseren van waarde voor de consument en het energiestelsel als geheel via slimme bemetering vergemakkelijken en een innovatieve energiedienstenmarkt bevorderen. Er moeten maatregelen worden ontwikkeld om stimuli te verstrekken voor alle betrokken partijen teneinde de snelle ontwikkeling van op slimme bemetering gebaseerde producten en diensten te waarborgen en hun snelle marktintroductie te bevorderen. In de mededeling betreffende de Interne energiemarkt[16] is de lidstaten verzocht actieplannen op te stellen met een visie op de wijze waarop het netwerk kan worden gemoderniseerd, inclusief de rol en de verplichtingen van de distributiesysteembeheerders, synergieën met de ICT-sector en bevordering van vraagrespons en dynamische tarifering.

Gegevensbescherming

Het is raadzaam om, alvorens tot grootschalige uitrol over te gaan, de behoefte in te schatten aan een specifiek kader voor gegevensbescherming en -beveiliging, in het raam van nationale en EU-wetgeving. Voorts moet een hoog niveau van bescherming van de persoonsgegevens een centrale zorg blijven bij de ontwikkeling van normen voor slimme metersystemen.

Gegevensbehandeling

Er moet met name bijzondere aandacht gaan naar:

- de gevolgen voor de gereguleerde taken, stimulansen en verplichtingen van de distributiesysteembeheerders;

- de bevordering van een meer dynamische mededinging op de retailmarkt door marktregels die dynamische tarifering mogelijk maken; en

- de exploratie van de mogelijkheden bij het gegevensbeheer en de synergieën met de ICT-sector.

Functionaliteiten van slimme metersystemen

Er wordt ten zeerste aanbevolen om op EU-niveau minimaal uit te gaan van de in Aanbeveling 2012/148/EU van de Commissie voorgestelde minimumreeks van functionaliteiten, die in overeenstemming is met de relevante normalisatiewerkzaamheden op dit gebied. Dit is noodzakelijk om de technische en commerciële interoperabiliteit van slimme meetsystemen te waarborgen, de gegevensbescherming en –beveiliging te verzekeren en de invoering en ontwikkeling van vraagrespons- en andere energiediensten mogelijk te maken. Hiermee wordt het de lidstaten mogelijk gemaakt gemeenschappelijke manieren te identificeren om hun uitrolplannen op kostenefficiënte wijze te realiseren, vergemakkelijkt het de desbetreffende aanbestedingen en zorgen voor de uitrol van voor het doel geschikte slimme metersystemen die de investering waard zijn. De lidstaten wordt ook aangeraden om deze vereiste functionaliteiten tijdig vast te leggen zodat de operatie op een duidelijke en samenhangende wijze kan plaatsvinden, wat met name van belang zal zijn voor de organisaties die voor de uitrol verantwoordelijk worden.

Economische afweging van kosten en baten op de lange termijn

De nationale autoriteiten, met name in de lidstaten die niet voor een grootschalige uitrol van slimme metersystemen hebben gekozen[17], wordt aanbevolen een nieuwe evaluatie van de in hun huidige KBA-scenario's gebruikte kritische parameters en aannamen te overwegen en daarbij gebruik te maken van de relevante informatie uit testprogramma's en in de praktijk opgedane ervaring teneinde hun technologiekeuzes en aannamen inzake daarmee verbonden kosten en baten te verfijnen. De lidstaten die hun KBA's nog moeten afronden of hun uitrolplannen nog moeten aankondigen[18] wordt aanbevolen snelle voortgang te maken bij hun analyses en besluitvorming.

[1]        Bijlage I, afdeling 2, van de elektriciteitsrichtlijn (2009/72/EG) en de gasrichtlijn (2009/73/EG).

[2]        Met 'slim metersysteem' of 'intelligent meetsysteem' wordt een elektronische systeem bedoeld dat het energieverbruik kan meten, meer informatie kan leveren dan een conventionele meter en data kan doorgeven en ontvangen middels een vorm van elektronische communicatie — definitie 28 van artikel 2 van de energie-efficiëntierichtlijn (2012/27/EU), PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1.

[3]        EU-27: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Kroatië werd in deze analyse niet bekeken aangezien de gegevens voornamelijk werden ingezameld vóór de toetreding van dat land.

[4]        Richtlijn Energie-efficiëntie (2012/27/EU).

[5]        'Vraagrespons' moet worden begrepen als vrijwillige aanpassing door de eindverbruikers van hun gebruikelijk elektriciteitsconsumptiepatroon in reactie op marktsignalen (zoals verschillende tarieven naargelang van het tijdstip of stimulerende vergoedingen) of na aanvaarding van offertes van de consument (individueel dan wel in groepsverband) om op georganiseerde elektriciteitsmarkten hun bereidheid te verkopen om hun elektriciteitsvraag op gegeven tijdstippen aan te passen. Vraagrespons is dus noch onvrijwillig noch zonder beloning. (Werkdocument van de Commissiediensten, 5.11.2013).

[6]        Interpretatieve notitie met betrekking tot Richtlijn 2009/72/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en Richtlijn 2009/73/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas, Werkdocument van de Commissiediensten, 22.1.2010.

[7]        De gegevens betreffende het Verenigd Koninkrijk-Groot-Brittannië (VK-GB) worden in dit verslag beschouwd als zijnde representatief voor het gehele VK. De regio Noord-Ierland (NI) vertegenwoordigt, wat totaal aantal bemeteringspunten betreft, slechts een klein deel van het totale aantal meetpunten in het VK – ongeveer 1,5% van het VK-totaal – en is dus nauwelijks bepalend voor de lidstaat als geheel. Bovendien is het vrij moeilijk om gegevens te verkrijgen die representatief zijn voor het geheel van het VK ten gevolge van de onderling afwijkende methodologieën en verschillen op de energiemarkten tussen NI en GB. De specifieke positie van NI is overigens geïntegreerd in de gegevens per land van het werkdocument van de Commissiediensten dat het onderhavige document begeleidt.

[8]        Hongarije heeft de Commissie in december 2013 op de hoogte gebracht van zijn kosten-batenanalyse. In het onderhavige verslag en het begeleidende werkdocument van de Commissiediensten wordt verwezen naar KBA-data die eind juli 2013 beschikbaar waren.

[9]        Het 'disconteringspercentage' wordt gebruikt voor de kosten en baten van investeringen in slimme metersystemen in de diverse onderzochte scenario's. Daarbij wordt rekening gehouden met het tijdstip waarop de monetaire waarden betrekking hebben en met het risico of de onzekerheid van verwachte toekomstige kasstromen. Het disconteringspercentage heeft een significante impact op de evaluatie van potentiële investeringen in slimme metersystemen aangezien de desbetreffende kosten vooral worden gemaakt in het begin van de beschouwde scenario's terwijl het gebruik van de slimme meters vaak baten oplevert op de langere termijn.

De gegevens voor de 'Kosten per meetpunt' en 'Baten per meetpunt' zijn gebaseerd op de cijfers die zijn berekend met gebruikmaking van de netto contante waarde van de respectieve kosten (CAPEX en OPEX) en baten.

[10]          Dit percentage heeft betrekking op het aantal metingen (als onderdeel van de geconsulteerde data) dat valt binnen het bereik van de in de tabel vermelde gemiddelde waarde ± de gegeven standaardafwijking. De beschouwde gegevensverzameling voor elektriciteit heeft betrekking op de kosten-batenanalyses met positief eindresultaat van de 16 landen die hun grootschalige uitrol reeds hebben voltooid of er weldra een begin mee zullen maken.

[11]       Aanbeveling 2012/148/EU van de Commissie, PB L 73 van 13.3.2012, blz. 9;          

http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/ALL/?uri=CELEX:32012H0148.

[12]       Europese gegevensbeschermingshervorming:

http://ec.europa.eu/justice/newsroom/data-protection/news/120125_en.htm.

[13]       M/490 Smart Grids standardisation; CEN/CENELEC/ETSI related smart grids work; 

http://www.cencenelec.eu/standards/Sectors/SustainableEnergy/Management/SmartGrids/Pages/default.aspx.

[14]       De Europese taskforce voor slimme netten heeft slimme netwerken gedefinieerd als elektriciteitsnetten die het gedrag en de handelingen van alle gebruikers die met het net verbonden zijn - elektriciteitsproducenten, consumenten en gebruikers die zowel produceren als consumeren - op efficiënte wijze kunnen integreren om een economisch doeltreffend en duurzaam elektriciteitssysteem te waarborgen met geringe verliezen, een hoge kwaliteit en voorzieningszekerheid en een afdoende beveiliging;

http://ec.europa.eu/energy/gas_electricity/smartgrids/doc/expert_group1.pdf.

[15]       Smart Grid projects in Europe: Lessons learned and current developments — Actualisering 2012, Europese Commissie, 2013; http://ses.jrc.ec.europa.eu/jrc-scientific-and-policy-report2013;

European Smart Metering Landscape Report, Smart Regions Deliverable 2.1, Austrian Energy Agency (AEA), 2012;  http://www.smartregions.net/default.asp?sivuID=26927.

[16]       COM(2012) 663.

[17]       België, Duitsland, Hongarije, Letland, Litouwen, Portugal, Slowakije en Tsjechië.

[18]       Bulgarije, Cyprus en Slovenië.