52014DC0297

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S over de herziening van de lijst van voor de EU kritieke grondstoffen en de uitvoering van het grondstoffeninitiatief /* COM/2014/0297 final */


1. INLEIDING

Deze mededeling, die volgt op de mededeling van de Commissie van 24 juni 2013 over de tenuitvoerlegging van het grondstoffeninitiatief[1], bevat de nieuwe lijst van kritieke grondstoffen en geeft in de conclusies een overzicht van de komende activiteiten in verband met het grondstoffeninitiatief, het Europees innovatiepartnerschap inzake grondstoffen en het onderdeel van Horizon 2020 in verband met grondstoffen.

Tegelijkertijd geeft een werkdocument van de diensten van de Commissie een samenvatting van zowel de werkzaamheden van het voorbije jaar in het kader van de drie pijlers van het grondstoffeninitiatief[2] als van transversale activiteiten.

In de mededeling van 2011 over grondstoffen[3] heeft de Commissie officieel een lijst van veertien kritieke grondstoffen (d.w.z. grondstoffen met een groot economisch belang waarvan de toevoer aan grote risico's is blootgesteld) goedgekeurd en verklaard de situatie te zullen blijven volgen met het oog op het vaststellen van prioritaire maatregelen. Ook heeft de Commissie zich ertoe verbonden de lijst minstens om de drie jaar te herzien en bij te werken. Deze mededeling bevat daarom een herziene lijst van voor de Europese Unie kritieke grondstoffen (zie bijlage 1).

Doel van de lijst is bij te dragen aan de uitvoering van het industriebeleid van de EU en ervoor te zorgen dat het Europees industrieel concurrentievermogen via maatregelen op andere beleidsgebieden wordt versterkt. Hierdoor zou het algemene concurrentievermogen van de EU-economie moeten toenemen in overeenstemming met het streven van de Commissie het aandeel van de industrie in het bbp uiterlijk 2020 tot 20% te verhogen. Ook is het de bedoeling de Europese productie van kritieke grondstoffen te helpen stimuleren en het opstarten van nieuwe mijnbouwactiviteiten te vergemakkelijken. De lijst wordt ook gebruikt om de prioriteit te helpen bepalen van behoeften en maatregelen. De lijst dient bijvoorbeeld als hulpmiddel bij handelsbesprekingen, het aanvechten van handelsverstorende maatregelen of het bevorderen van onderzoek en innovatie. Er is echter maar weinig bekend over de wijze waarop de lidstaten en het bedrijfsleven de lijst gebruiken. Benadrukt moet ook worden dat alle grondstoffen – ook die niet als kritiek worden beschouwd – voor de Europese economie belangrijk zijn en dat de toevoer van bepaalde grondstoffen niet mag worden verwaarloosd omdat de grondstoffen in kwestie niet als kritiek worden beschouwd.

2. DE HERZIENING VAN DE LIJST VAN VOOR DE EU KRITIEKE GRONDSTOFFEN

De herziening – de eerste sinds de lijst in 2011 werd goedgekeurd – had drie doelstellingen:

a) Meer grondstoffen analyseren

In de studie uit 2013 werden 54 niet-energetische, niet voor voeding bestemde grondstoffen geanalyseerd (in de studie uit 2010: 41), waarbij dezelfde methode werd gebruikt als in de voorgaande studie. De analyse werd uitgebreid met zeven abiotische en drie biotische materialen (rubber, vezelhout en gezaagd zachthout). De lijst van kritieke grondstoffen van 2014 bevat dertien van de veertien grondstoffen van de lijst van 2013. Alleen tantalaam is uit de lijst verwijderd, omdat de toevoer ervan sindsdien minder aan risico's is blootgesteld. Er zijn zes nieuwe materialen toegevoegd: boraat, chroom, cokeskolen, magnesiet, natuurfosfaat en siliciummetaal.

b) De analyse verfijnen en aanvullende gegevens gebruiken

In vergelijking met de studie uit 2010 zijn de gegevens over zeldzame aardmetalen gedetailleerder omdat ze zijn uitgesplitst in 'zware' en 'lichte' metalen. Deze twee categorieën zijn afzonderlijk in de nieuwe lijst opgenomen. Voor de studie zijn ook nieuwe Europese gegevens gebruikt en is voor alle kritieke grondstoffen een waardeketenanalyse uitgevoerd.

c) De vergelijkbaarheid met de studie uit 2010 waarborgen

Om de resultaten te kunnen vergelijken met het verslag uit 2010 werd de gebruikte methode niet wezenlijk veranderd. Nieuwe gegevens en inzichten (bijvoorbeeld over de downstream-toeleveringsketens) zijn daarom gebruikt om de kwalitatieve analyse, maar niet de kwantitatieve methode te verbeteren. Het nieuwe verslag bevat aanbevelingen om de methode voor het volgende verslag in 2016 te verbeteren.

In de nieuwe lijst in bijlage 1 zijn twintig kritieke grondstoffen opgenomen (met belangrijke gegevens voor elke grondstof).

3. CONCLUSIE

Het grondstoffeninitiatief is een project op middellange tot lange termijn. In het algemeen is aanzienlijke vooruitgang bij de uitvoering ervan geboekt, in het bijzonder wat de eerste en derde pijler betreft. De meeste in de twee mededelingen beschreven maatregelen zijn uitgevoerd, maar het ontbreekt nog steeds aan indicatoren om de resultaten te monitoren. Verwacht wordt dat de komende jaren op een groot aantal gebieden vooruitgang zal worden geboekt dankzij het Europees innovatiepartnerschap en het programma Horizon 2020.

De verdere ontwikkeling van de tweede pijler, vooral wat de raamvoorwaarden voor mijnbouw en de verbetering van de kennisbasis over grondstoffen betreft, moet nu prioriteit krijgen. Er zou onder meer uiterlijk 2020 een pan-Europese kennisbasis over niet-energetische, niet-agrarische grondstoffen kunnen worden opgezet. Verder zouden geschikte indicatoren voor het meten van de geboekte vooruitgang kunnen worden ontwikkeld.

De Commissie is voornemens om begin 2015 een discussienota over zeemijnbouw te publiceren.

Tevens zal de Commissie in een mededeling over het Europees Innovatiepartnerschap toelichten hoe zij samen met de lidstaten, de bedrijfswereld, de academische wereld en ngo's het strategisch implementatieplan van het EIP wil uitvoeren.

Het EIP organiseert sinds het ontstaan van het partnerschap jaarlijks een conferentie voor deskundigen. In 2014 heeft de conferentie in het najaar in Italië plaats. Tijdens die conferentie zullen een aantal cruciale 'raw materials commitments' worden gepresenteerd.

De procedure voor de volgende strategische programmeringsfase van onderzoek in de periode 2016-2018 begint in 2014. Met betrekking tot grondstoffen zal de klemtoon liggen op industriële demonstratie- en proefactiviteiten.

Met de publicatie van een oproep tot het indienen van voorstellen op 14 februari 2014 (met als termijn 10 september 2014) heeft het Europees Instituut voor Innovatie en Technologie de selectieprocedure gestart voor een kennis- en innovatiegemeenschap (KIC) inzake grondstoffen. Deze KIC brengt hogeronderwijsinstellingen, onderzoeksinstituten en bedrijfsorganisaties samen om de innovatiecapaciteit van de EU op het gebied van grondstoffen te vergroten.

Eind 2014 wordt de slotbijeenkomst van het Erecon-project (European Rare Earth Competency Network) gehouden. Tijdens die bijeenkomst zullen sectorspecifieke papers worden ingediend en beleidsaanbevelingen worden gedaan.

In 2014 staan zijn in het kader van de grondstoffendiplomatie evenementen met Groenland, de Afrikaanse Unie en verschillende technologisch geavanceerde landen als de Verenigde Staten en Canada gepland. Vanaf 2015 zouden tal van activiteiten op het gebied van grondstoffendiplomatie en bedrijfsontwikkeling met niet-EU-partners kunnen worden uitgevoerd met behulp van het nieuwe partnerschapsinstrument.

Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van maart 2014 dat "inspanningen moeten worden voortgezet om wereldwijd de markttoegang te verbeteren door de integratie van Europese ondernemingen in mondiale waardeketens te faciliteren en vrije, billijke en open handel te bevorderen en tegelijkertijd de belangen van de EU te behartigen, in een geest van wederkerigheid en tot wederzijds voordeel" en dat "verder werk [moet] worden gemaakt van het waarborgen van de toegang tot cruciale grondstoffen" , blijven onderhandelingen en de handhaving van handelsregels van hoog prioritair belang. Dat geldt met name voor de TTIP-onderhandelingen met de Verenigde Staten.

Wat ten slotte de derde pijler betreft, komt in 2014 de hoogste prioriteit toe aan de herziening van het afvalstoffenbeleid (met inbegrip van een herziening van de doelstellingen).

Bijlage 1

Lijst van kritieke grondstoffen

De onderstaande twintig grondstoffen zijn kritieke grondstoffen omdat het risico op een ontoereikende toevoer en de daaruit voortvloeiende economische effecten groter zijn dan bij de meeste andere grondstoffen. Uit de tabel blijkt duidelijk dat China het invloedrijkste land is wat de wereldwijde toevoer van de twintig kritieke grondstoffen betreft. Verscheidene andere landen hebben een dominante positie bij de toevoer van specifieke grondstoffen, zoals Brazilië (niobium). De toevoer van andere grondstoffen, zoals platinametalen en boraten, is weliswaar gediversifieerder, maar komt nog steeds uit een beperkt aantal landen. De risico's van deze productieconcentratie worden in veel gevallen nog vergroot door een lage substitueerbaarheid en lage recyclingpercentages.

Grondstoffen || Belangrijkste producenten (2010, 2011, 2012) || Belangrijkste bronnen van invoer in de EU (hoofdzakelijk 2012) || Substitueer-baarheidsindex* || Recycling-percentage**

Antimoon (stibium) || China 86% || China 92% (ruw en in poedervorm) || 0,62 || 11%

Bolivia 3% || Vietnam 3% (ruw en in poedervorm)

Tadzjikistan 3% || Kirgizië 2% (ruw en in poedervorm); Rusland 2% (ruw en in poedervorm)

Beryllium || Verenigde Staten 90% || Verenigde Staten, China en Mozambique[4] || 0,85 || 19%

China 9%

Mozambique 1%

Boraten || Turkije 41% || Turkije 98% (natuurlijke boraten) en 86% (geraffineerde boraten) || 0,88 || 0%

Verenigde Staten 33% || Verenigde Staten 6%, Peru 2% (geraffineerde boraten); Argentinië 2% (natuurlijke boraten)

Chroom || Zuid-Afrika 43% || Zuid-Afrika 80% || 0,96 || 13%

Kazachstan 20% || Turkije 16%

India 13% || Overige 4%

Kobalt (cobaltum) || DRC 56% ↑ || Rusland 96% (kobalterts en -concentraat) || 0,71 || 16%

China 6%; Rusland 6%; Zambia 6% || Verenigde Staten 3% (kobalterts en -concentraat)

Cokeskolen || China 53% || Verenigde Staten 41% || 0,68 || 0%

Australië 18% || Australië 37 %

Rusland 8%; Verenigde Staten 8% || Rusland 9%

Vloeispaat (fluoriet) || China 56% || Mexico 48% ↑ || 0,80 || 0%

Mexico 18% || China 13% ↓

Mongolië 7% || Zuid-Afrika 12% ↓

Gallium[5] || China 69% (geraffineerd) || Verenigde Staten 49% || 0,60 || 0%

Duitsland 10% (geraffineerd) || China 39%

Kazachstan 6% (geraffineerd) || Hongkong 8%

Germanium || China 59% ↓ || China 47% ↓ || 0,86 || 0 %

Canada 17% || Verenigde Staten 35 %

Verenigde Staten 15% || Rusland 14%

Indium || China 58% || China 24% ↓ || 0,82 || 0%

Japan 10% || Hongkong 19% ↑

Zuid-Korea 10% || Canada 13%

Canada 10% || Japan 11%

Magnesiet || China 69% || Turkije 91% || 0,72 || 0%

Rusland 6%; Slowakije 6% || China 8%

Magnesium || China 86% ↑ || China 91% ↓ || 0,64 || 14%

Rusland 5% || Israël 5%

Israël 4 % || Rusland 2%

Natuurlijk grafiet || China 68% || China 57 % ↓ || 0,72 || 0%

India 14% || Brazilië 15%

Brazilië 7% || Noorwegen 9%

Niobium || Brazilië 92% || Brazilië 86% (ferroniobium) || 0,69 || 11%

Canada 7% || Canada 14% (ferroniobium)

Natuurfosfaat || China 38% || Marokko 33% || 0,98 || 0%

Verenigde Staten 17% || Algerije 13%

Marokko 15% || Rusland 11%

Platinametalen || Zuid-Afrika 61% ↓ || Zuid-Afrika 32 % ↓ || 0,83 || 35%

Rusland 27% ↑ || Verenigde Staten 22% ↑

Zimbabwe 5% || Rusland 19% ↓

Zware zeldzame aardmetalen || China 99% || China 41% (alle zeldzame aardmetalen) Rusland 35% (alle zeldzame aardmetalen) Verenigde Staten 17% (alle zeldzame aardmetalen) || 0,77 || 0%

Australië 1 %

Lichte zeldzame aardmetalen || China 87% || 0,67 || 0%

Verenigde Staten 7%

Australië 3%

Siliciummetaal (silicium) || China 56% || Noorwegen 38% || 0,81 || 0%

Brazilië 11% || Brazilië 24%

Verenigde Staten 8%; Noorwegen 8% || China 8%

Frankrijk 6% || Rusland 7%

Wolfraam || China 85% || Rusland 98% ↑ || 0,70 || 37%

Rusland 4% || Bolivia 2%

Bolivia 2%

De zes nieuwe kritieke grondstoffen zijn in het donkergrijs weergegeven. Anders dan in het verslag uit 2010 zijn de zware zeldzame aardmetalen, de lichte zeldzame aardmetalen en scandium niet als groep ("zeldzame aardmetalen"), maar afzonderlijk beoordeeld. De zware en lichte zeldzame aardmetalen zijn in het lichtgrijs weergegeven.

De pijlen in de kolommen "belangrijkste producenten" en "belangrijkste bronnen van invoer in de EU" geven aan dat sinds het verslag uit 2010 een stijging/daling van ongeveer tien procentpunten heeft plaatsgevonden.

Opmerkingen:

(*) De "substitueerbaarheidsindex" is een maatstaf voor de moeilijkheid om de grondstof door een andere te vervangen, gewogen over alle toepassingen. De waarde ligt tussen 0 en 1, waarbij 1 aangeeft dat de grondstof het minst substitueerbaar is.

(**) Het "recyclingpercentage" is het percentage metaal en metaalproducten dat wereldwijd wordt gerecycled uit schroot en andere metaalhoudende laagwaardige residuen in schroot.

Bron: "Critical raw materials for the EU", een rapport uit 2014 van de ad-hocwerkgroep voor het definiëren van kritieke grondstoffen van de werkgroep Grondstoffenvoorziening.

[1] COM(2013) 442 def.

[2] De drie pijlers zijn: 1. waarborgen van een eerlijke en duurzame grondstoffenvoorziening door de internationale markten; 2. waarborgen van een duurzame grondstoffenvoorziening binnen de EU; 3. stimuleren van een efficiënt gebruik van hulpbronnen en vergroten van het recyclingpercentage. De Commissie zal via dergelijke werkdocumenten verslag blijven uitbrengen over het grondstoffeninitiatief.

[3] COM(2011) 25 final, "Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. Grondstoffen en grondstoffenmarkten: uitdagingen en oplossingen".

[4]               Onderhevig aan sterke schommelingen.

[5]               Gallium is een bijproduct. De beste beschikbare gegevens hebben betrekking op de productiecapaciteit, niet op de productie als zodanig.