52013DC0074

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ Meer productveiligheid en beter markttoezicht in de interne markt voor goederen /* COM/2013/074 final */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Meer productveiligheid en beter markttoezicht in de interne markt voor goederen

(Voor de EER relevante tekst)

1.           Productveiligheid en markttoezicht behoren tot de essentie van de interne markt

Europa vecht zich nog een weg uit de diepte van de economische recessie om opnieuw groei en banen te creëren. De EU 2020-strategie wil Europa uit de recessie halen door slimme, duurzame en inclusieve groei, hetgeen moet leiden tot meer werkgelegenheid. De interne markt moet een belangrijke rol spelen om deze doelstelling te bereiken.

Van de vier "vrijheden" die de interne markt vormen, is het vrije verkeer van goederen het meest ontwikkeld. Circa 75 % van de intra-EU-handel betreft goederen. In de interne markt voor goederen is het vandaag de dag eenvoudig producten te kopen en te verkopen in de 27 lidstaten, die een totale bevolking van ruim 503 miljoen mensen vertegenwoordigen. Consumenten hebben een ruime keuze en kunnen rondkijken waar zij de beste aanbiedingen vinden. Het vrije verkeer van goederen is dan ook van groot belang voor het welslagen van duizenden Europese ondernemingen.

Dit vrije verkeer van goederen in de Unie hebben wij nu omdat wij voor de meeste producten erin geslaagd zijn tot overeenstemming te komen over de vraag hoe wij een aantal openbare belangen moeten beschermen op het niveau van de Unie, waar deze belangen anders konden worden ingeroepen door de lidstaten om belemmeringen te rechtvaardigen voor goederen die hun grondgebied binnenkomen (of verlaten). Met de zogenoemde "harmonisatiewetgeving" worden de voornaamste voorschriften vastgesteld waaraan producten moeten voldoen om in het vrije verkeer te worden gebracht. De wetgeving inzake algemene productveiligheid vereist dat consumentenartikelen veilig zijn wanneer zij op de markt van de Unie beschikbaar worden gesteld. Wanneer er geen harmonisatiewetgeving bestaat, is het Verdrag van toepassing in overeenstemming met de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie, in het bijzonder met betrekking tot het beginsel van wederzijdse erkenning.

Het belangrijkste (maar niet het enige) openbare belang dat wordt aangevoerd, is de bescherming van de gezondheid en veiligheid van personen, hetgeen in de context van het vrije verkeer van goederen betrekking heeft op de consument. Veilige producten genieten vrij verkeer. Productveiligheid en het markttoezicht dat daarvoor moet zorgen, vormen dus de basis van de interne markt voor goederen. Als wij het volle economische voordeel uit de interne markt voor goederen willen halen, hebben wij behoefte aan strenge normen en voorschriften inzake de veiligheid van te koop aangeboden producten en een doeltreffend, goed gecoördineerd toezichtstelsel over heel de Unie dat deze veiligheid ondersteunt. Veiligere en conformere producten zullen eveneens bijdragen tot veiligere, beter presterende diensten in heel de Unie en zullen de grensoverschrijdende levering ervan bevorderen en zo bijdragen tot een meer geïntegreerde eengemaakte markt voor diensten.

Tegen de achtergrond van de economische crisis zijn de consumentenuitgaven gedaald, hetgeen grotendeels het gevolg is van lagere inkomens en onzekerheid over de toekomst. Om die reden moeten wij ervoor blijven zorgen dat de consumenten vertrouwen kunnen hebben in het beginsel dat producten veilig en geschikt voor gebruik zijn. Eerlijke en degelijke ondernemingen zullen wellicht beter van de grond komen en opbloeien als zij weten dat zij hun activiteiten ontplooien in een gelijk speelveld waarin deelnemers die een loopje nemen met de regels, worden afgestraft.

De interne markt voor goederen is een onbetwistbaar succes. Om blijvend succes te boeken en duurzame groei met nieuwe, blijvende werkgelegenheid op lange termijn aan te zwengelen moet elk radertje in het geheel van de interne markt voor goederen degelijk functioneren. In de interne markt voor goederen is er nog een niet aangesneden potentieel dat volledig moet worden gerealiseerd. Er bestaat nog ruimte om de kosten voor naleving voor de ondernemingen te drukken, de administratieve lasten voor nationale autoriteiten te verlagen en de oneerlijke concurrentie van kwaadwillende handelaren aan te pakken. Producten op de markt kunnen nog veiliger, het consumentenvertrouwen kan nog omhoog en de verkoop kan daardoor nog beter.

Op 1 januari 2010 zijn nieuwe regels voor geharmoniseerde producten in werking getreden. Toch is het duidelijk dat de regels en procedures voor markttoezicht verder moeten worden gestroomlijnd, vereenvoudigd en verbeterd zodat de nationale autoriteiten en de ondernemingen het makkelijker krijgen om deze te volgen en toe te passen. Met dat doel voor ogen moet de werking van het stelsel in de praktijk worden verbeterd zodat synergieën kunnen worden benut en waar mogelijk kostenefficiëntie kan worden bereikt. De nationale autoriteiten moeten beter samenwerken op hun eigen grondgebied en met hun tegenhangers in andere lidstaten. De activiteiten op het gebied van markttoezicht moeten over heel de Unie beter worden afgestemd en sterker worden gecoördineerd. Dit betekent dat het gemeenschappelijke gebruik van middelen beter moeten worden georganiseerd, dat er betere IT-instrumenten moeten komen en dat aan de buitengrenzen van de Unie strengere en meer gerichte controles moeten worden verricht met zwaardere straffen voor inbreuken.

Richtlijn 2001/95/EG inzake algemene productveiligheid bevat de voornaamste voorschriften inzake veiligheid die voor een groot aantal consumentenartikelen moeten worden nageleefd: deze richtlijn schrijft voor dat producten veilig moeten zijn, bevat basisnormen, legt verplichtingen op aan lidstaten en nationale autoriteiten voor markttoezicht en voorziet in procedures voor de uitwisseling van informatie en voor snelle interventie in geval van onveilige producten. De richtlijn moet worden herzien om de regels voor productveiligheid te actualiseren en voor zover mogelijk af te stemmen op die welke voor geharmoniseerde producten gelden. In het bijzonder moeten de verplichtingen van marktdeelnemers (vooral wat de identificatie van producten en de vereisten inzake traceerbaarheid betreft) worden verstrengd om de autoriteiten voor markttoezicht de instrumenten te bezorgen die nodig zijn voor een efficiënte uitvoering van hun taken.

Vandaag heeft de Commissie het wetgevingspakket over productveiligheid en markttoezicht goedgekeurd om de voor niet-voedingsproducten geldende regels inzake veiligheid eenvoudiger en meer eenvormig te maken, de procedures voor markttoezicht te stroomlijnen en de activiteiten op het gebied van markttoezicht in de EU beter te coördineren en te volgen.

Het pakket bestaat uit:

· een voorstel voor een nieuwe verordening inzake veiligheid van consumentenartikelen

· een voorstel voor één enkele verordening inzake markttoezicht voor producten

· een mededeling inzake veiligere en conforme producten voor Europa, waarin een meerjarenplan voor markttoezicht wordt voorgesteld

· een verslag over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008, dat ook een financiële evaluatie bevat.

2.           De verordening inzake veiligheid van consumentenartikelen

In twee decennia tijd heeft de Europese wetgeving inzake productveiligheid (Richtlijn 92/59/EEG en vervolgens Richtlijn 2001/95/EG) een regelgevingskader voor productveiligheid en markttoezicht opgeleverd dat in sterke mate bijgedragen heeft tot de veiligheid van consumentenartikelen. Het kader omvat een waarschuwingssysteem voor snelle uitwisseling van informatie (RAPEX) over gevaarlijke producten en voorziet in procedures voor de invoering van Europese normen voor producten die anders niet door de harmonisatiewetgeving worden gedekt.

Na oproepen van bijna alle belanghebbenden en van het Europees Parlement om de regels van de Unie inzake markttoezicht te vereenvoudigen en beter toegankelijk te maken, worden nu de bepalingen van de richtlijn algemene productveiligheid die betrekking hebben op het markttoezicht, waaronder RAPEX, geschrapt en worden zij overgenomen in de nieuwe verordening inzake markttoezicht, die deel uitmaakt van dit pakket.

Voor de overblijvende bepalingen van de richtlijn algemene productveiligheid is uit herhaalde waarschuwingen op het gebied van veiligheid van producten duidelijk gebleken dat meer doeltreffende, geactualiseerde regels voor productveiligheid noodzakelijk zijn. De eis dat in de EU beschikbaar gestelde consumentenartikelen veilig moeten zijn, blijft ook in de nieuwe verordening inzake veiligheid van consumentenartikelen de centrale bepaling. De interactie van dit voorschrift met sectorspecifieke wetgeving voor consumentenartikelen wordt echter verduidelijkt om onnodige overlappingen weg te werken en de rechtszekerheid voor ondernemingen te vergroten.

Om in te spelen op de uitdagingen die zich op de wereldmarkt aandienen, wordt de klemtoon gelegd op identificatie en traceerbaarheid van producten. De verplichtingen voor ondernemingen (fabrikanten, invoerders, distributeurs) worden ter wille van de consistentie met sectorspecifieke regels afgestemd op het in 2008 vastgestelde "nieuwe wetgevingskader voor het in de handel brengen van producten". Even belangrijk is verder dat de voorgestelde verordening meer gebruik van Europese normen promoot. De procedures om bestaande normen te identificeren of te actualiseren of om nieuwe normen te ontwikkelen, waarop het vermoeden wordt gebaseerd dat een product "veilig" is, worden sterk vereenvoudigd en worden afgestemd op die van de recent goedgekeurde Verordening (EU) nr. 1025/2012 betreffende Europese normalisatie.

De nieuwe verordening inzake veiligheid van consumentenartikelen vervolledigt de Europese regelgeving inzake productveiligheid van de 21e eeuw. Zij zal het vertrouwen van de consumenten in de interne markt voor producten aanzwengelen en zorgen voor een gelijk speelveld voor ondernemingen.

3.           De verordening inzake markttoezicht

Ondanks de bestaande wetgeving worden er nog steeds onveilige en niet-conforme producten op de markt gebracht. Er zijn nog altijd mensen die hierdoor schade ondervinden en schadelijke producten tasten nog steeds het milieu aan. Malafide handelaars volharden, treden de voorschriften met de voeten en ondermijnen zo de concurrentievoorwaarden die voor alle ondernemingen duidelijk gelijk zijn. Daardoor wordt de interne markt aangetast terwijl ondernemingen die er alles aan doen om veilige producten te ontwerpen en te fabriceren, daarin ontmoedigd worden. Dit is vaak een gevolg van het feit dat de bestaande regels niet worden nageleefd. De activiteiten op het gebied van handhaving moeten worden opgevoerd om te voorkomen dat consumenten schade ondervinden, om het milieu te beschermen en om eerlijke handelaren een kans te geven onder gelijke voorwaarden te concurreren.

Markttoezicht is daarbij ons voornaamste instrument. Meer overleg en vastberadenheid bij het markttoezicht over heel de Unie zal ertoe bijdragen dat onveilige of schadelijke producten van de markt worden geweerd, zal malafide handelaren afschrikken en zal ondernemingen ertoe aanzetten de regels in acht te nemen.

3.1.        Eenvoudiger, duidelijker en beter

Het markttoezicht wordt door de autoriteiten van de lidstaten uitgeoefend door middel van controles en tests op producten die op de markt worden aangeboden of aan de buitengrenzen van de Unie aankomen. Voor producten bestaan geen interne grenzen – en ook voor nationale autoriteiten voor markttoezicht is het essentieel dat er geen grenzen bestaan. Om dit markttoezicht doeltreffender te maken is het uiterst belangrijk dat de grensoverschrijdende activiteiten en samenwerkingsvormen verbeterd worden.

Ten gevolge van de uiteenlopende wetgeving die in de loop van de jaren tot stand is gekomen, zijn de regels inzake markttoezicht van de Unie versnipperd en verwarrend geworden, hetgeen voor ondernemingen hiaten, overlappingen en moeilijkheden oplevert. Consumentenartikelen zijn in het bijzonder onderworpen aan regels voor markttoezicht die verschillen naargelang het om consumentenwetgeving dan wel om wetgeving inzake productharmonisatie gaat. Dit zet een serieuze domper op de inspanningen die de markttoezichthouders in de praktijk leveren.

De regels voor het markttoezicht zijn meer in het bijzonder verdeeld over drie afzonderlijke "lagen", namelijk Verordening 765/2008, de richtlijn algemene productveiligheid en een aantal stukken wetgeving inzake productharmonisatie (die geleidelijk worden afgestemd op de in Besluit 768/2008 vastgestelde referentiebepalingen). De relaties tussen deze drie lagen zijn vaak onduidelijk, vooral omdat een groot aantal consumentenartikelen onder alle drie vallen.

In het Schaldemose-verslag van het Europees Parlement over de herziening van de richtlijn algemene productveiligheid en markttoezicht, dat erg kritisch was over deze drielagige aanpak, is verklaard dat dit aanleiding heeft gegeven tot onduidelijkheden, gebrek aan samenhang en verwarring op de interne markt. In het verslag is voorgesteld dat de Commissie een gemeenschappelijk Europees systeem voor markttoezicht instelt dat van toepassing is op alle producten die op de interne markt worden aangeboden of de interne markt binnenkomen. Voorts wordt de Commissie dringend verzocht één systeem voor markttoezicht op basis van één enkele wet in te voeren voor alle producten.

Dit voorstel voor één nieuwe verordening inzake markttoezicht vormt een antwoord op deze oproep en wil deze tekortkomingen aanpakken door de weg te openen voor een meer op samenwerking berustend, gezamenlijk gedragen systeem van markttoezicht in de Europese Unie. Het bevat een aantal zeer eenvoudige maar zeer doeltreffende maatregelen:

· de regels voor het markttoezicht die momenteel over de drie lagen van de wetgeving verspreid zijn, worden samengevoegd. Daardoor wordt het regelgevingskader voor markttoezicht van de Unie niet alleen vereenvoudigd door het in één enkel wetgevingsinstrument op te nemen maar worden ook gebreken in de samenhang aangepakt en worden overlappingen weggewerkt.

· Voor zover mogelijk maakt de voorgestelde wetgeving geen onderscheid tussen consumenten- en niet-consumentenartikelen of tussen geharmoniseerde en niet-geharmoniseerde producten. Alle producten zijn onderworpen aan dezelfde regels behalve wanneer de specifieke kenmerken van een categorie producten andere regels vergen. Bij gelegenheid moet dit onderscheid nog worden gemaakt maar dan zal het voor de ondernemingen en de markttoezichthouders duidelijk zijn hoe zij te werk moeten gaan.

· De procedures voor kennisgeving door de lidstaten van de informatie over producten die een risico inhouden, en de corrigerend maatregelen daarvoor worden gestroomlijnd. Tot dusver waren lidstaten vaak niet in staat te zeggen volgens welke wetgeving de vereiste kennisgeving van de informatie moest plaatsvinden. In grote mate zal hetzelfde stelsel van kennisgevingen voor alle producten worden gebruikt. Alleen de slotfase van de procedure voor markttoezicht (waarin de Commissie in geval van onenigheid tussen de lidstaten kan besluiten of de maatregelen die door de oorspronkelijke kennisgevende staat zijn genomen, gerechtvaardigd zijn) wordt beperkt tot geharmoniseerde goederen.

3.2.        Andere specifieke verbeteringen

Het voorstel zal leiden tot strengere controles aan de buitengrenzen. Er wordt immers duidelijk bepaald dat het proces waarbij een binnen het toepassingsgebied van de verordening vallend product in het vrije verkeer wordt gebracht, moet worden opgeschort indien de autoriteiten die bevoegd zijn voor de controles aan de buitengrenzen, redenen hebben om aan te nemen dat het product een risico inhoudt. De autoriteiten voor markttoezicht moeten dan nagaan of het product in werkelijkheid een risico inhoudt vooraleer zij de grensautoriteiten de opdracht geven het product naargelang van het geval in het vrije verkeer te laten brengen dan wel dit te weigeren. Alleen in de Unie binnenkomende producten die materieel in het bezit zijn van natuurlijke personen en voor hun persoonlijk gebruik bestemd zijn, zouden daarvan vrijgesteld zijn. Aankopen via het internet van producten uit derde landen kunnen aan controle worden onderworpen.

De verordening bevordert de uitwisseling en bewaring van informatie betreffende activiteiten op het gebied van markttoezicht in een gemakkelijk toegankelijke gegevensbank. Een gevolg dat daarbij wordt nagestreefd, is dat de autoriteiten voor markttoezicht niet langer tests en evaluaties moeten herhalen die met betrekking tot dat product al eens zijn verricht door de autoriteiten van een andere lidstaat. Het zou een standaardpraktijk moeten worden verslagen van dergelijke tests en evaluaties op te vragen uit de gegevensbank. Aangezien tests op producten zeer duur zijn, zal dit voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten aanzienlijke besparingen opleveren en een beter toezicht in de kleinere markten van de Unie mogelijk maken.

Aan de autoriteiten voor markttoezicht wordt bevoegdheid verleend om ondernemingen vergoedingen aan te rekenen wanneer zij corrigerende maatregelen met betrekking tot een product opleggen of wanneer zij toezicht uitoefenen op de door de onderneming voorgestelde maatregelen.

Het RAPEX-systeem, dat gebruikt wordt voor het verwerken van kennisgevingen van lidstaten wanneer een product risico's inhoudt, wordt verbeterd. Op die manier worden de criteria voor kennisgeving vereenvoudigd, moet omwille van de relevantie en voor een betere voortgangsbegeleiding nadere informatie worden verstrekt en worden voor de verzending van de kennisgevingen meer realistische en haalbare termijnen gebruikt.

Uit de ervaring die is opgedaan met de dringende maatregelen op het gebied van productveiligheid, is gebleken dat de geldigheid van deze maatregelen (tot één jaar) niet toereikend is om een permanente oplossing op het niveau van de EU te bewerkstelligen maar dat de maatregelen gewoonlijk herhaalde malen moeten worden vernieuwd. Dit leidt tot een gebrek aan rechtszekerheid en tot verwarring bij de ondernemingen die beslissingen moeten nemen aangaande langetermijninvesteringen om hun producten aan te passen aan de nieuwe voorschriften inzake productveiligheid. Volgens de nieuwe verordening moet aan de Commissie meer flexibiliteit worden verleend met betrekking tot het soort beperkende maatregelen en de inhoud daarvan ten aanzien van gevaarlijke producten. De Commissie moet derhalve in staat worden gesteld maatregelen vast te stellen die gericht zijn tot de lidstaten dan wel rechtstreeks van toepassing zijn op ondernemingen. Deze maatregelen kunnen al dan niet beperkt worden in de tijd.

De Commissie heeft het vaste voornemen richtsnoeren te verstrekken met nuttige informatie voor ondernemingen en andere belanghebbenden over de interpretatie en de toepassing van de nieuwe maatregelen inzake productveiligheid en markttoezicht. Het voorgestelde Europese forum voor markttoezicht zal een centrale rol spelen in het ontwikkelen van goede praktijken voor geharmoniseerde tenuitvoerlegging in heel de Unie. Bedrijfs- en consumentenorganisaties zullen hun stem kunnen laten horen op het forum. De kantoren van het European Enterprise Network (EEN) in elke lidstaat moeten de informatie verder verspreiden, in het bijzonder bij kleine en middelgrote ondernemingen, die collectief en individueel worden geadviseerd over hun rechten en verplichtingen in het kader van de nieuwe verordening. Het netwerk, dat ondersteund wordt door gezanten voor het midden- en kleinbedrijf, moet eveneens feedback van deze ondernemingen verzamelen en moet rapporteren over hun specifieke behoeften, belangen of problemen zodat hiermee rekening wordt gehouden bij de invoering van de nieuwe regels.

4.           Het meerjarenplan voor markttoezicht

Producten (waaronder producten die van buiten de Unie worden ingevoerd en in het vrije verkeer worden gebracht) reizen zonder enige moeite over de binnengrenzen van de Unie. Zij moeten in heel de Unie met voldoende regelmaat en op samenhangende wijze op veiligheid worden gecontroleerd. Dit betekent dat de markttoezichthouders van de lidstaten steeds nauwer en effectiever zullen moeten samenwerken.

Het opstellen van een meerjarenplan voor markttoezicht is een van de 50 actiepunten van de Akte voor de interne markt. De lidstaten zijn reeds verplicht nationale programma's voor markttoezicht op te stellen en regelmatig bij te werken. Het meerjarenplan mag geen duplicering worden van de activiteiten die op nationaal vlak reeds lopen of gepland zijn, maar moet de gebieden aanwijzen – en deze gebieden actief bestrijken – waarin de coördinatie door de Commissie toegevoegde waarde oplevert en voor daadwerkelijke verbeteringen zorgt. In het plan wordt een ambitieuze lijst opgemaakt van 20 individuele acties die de volgende drie jaar moeten worden ondernomen:

1)      Volgens het plan zullen de autoriteiten voor markttoezicht in de lidstaten de stimulans en de middelen krijgen om de onderlinge communicatie en ondersteuning te verbeteren. Informatie over nationale voorschriften en ondernemingspraktijken zal worden verzameld door middel van studies, onderzoeken en raadplegingen. Er zullen passende informatietechnologieën worden ingezet om de informatie op een vlot toegankelijke wijze te verzamelen en te bewaren. Verschillen, afwijkingen en specifieke behoeften zullen worden omschreven en er worden passende opleidingen, richtsnoeren en technische bijstand geboden.

2)      Het identificeren en evalueren van risico's behoort tot de fundamenten van het markttoezicht. In de hele Unie zullen gemeenschappelijke praktijken worden ontwikkeld en nagevolgd. De Commissie heeft het vaste voornemen doeltreffende methoden voor communicatie te bevorderen en zal daartoe richtsnoeren voorbereiden alsmede een gemeenschappelijke aanpak voorstellen voor het verrichten van materiële dossiercontroles en laboratoriumonderzoeken van producten.

3)      Door sterkere centralisatie van de coördinatie zal het maximale nut van gezamenlijke programma's en acties vergroten, stijgt de inhoudelijke kwaliteit en verbetert de effectiviteit.

4)      Door waar mogelijk hulpmiddelen te bundelen wordt het dupliceren van taken tegengegaan en worden uitwisselingen van ervaringen en informatie bevorderd. Een uitgebreid bestand van gegevens over risicobeoordeling, testmethoden, correctiemaatregelen enzovoort, dat de markttoezichthouders in de Unie hebben opgebouwd, wordt momenteel gerangschikt en opgeslagen in de ICSMS-gegevensbank, die door de Commissie wordt beheerd. De markttoezichthouder van één lidstaat zal in staat zijn snel en precies op te zoeken of (en zo ja, op welke manier) een bijzonder probleem reeds in een andere lidstaat is behandeld. De resultaten van de laboratoriumproeven zullen beschikbaar worden gesteld waardoor het overbodig wordt tests te herhalen, hetgeen dus leidt tot een besparing en een verlaging van de administratieve lasten. In hoeverre dit instrument nuttig zal zijn, is volledig afhankelijk van een snelle, accurate en gedegen invoer van gegevens in de database en de autoriteiten van alle lidstaten zullen dan ook worden aangemoedigd hun deel daarin op te nemen. De opleidingen en richtsnoeren die hiervoor noodzakelijk zijn, zullen beschikbaar worden gesteld zodat het immense potentieel van dit gestaag groeiende hulpmiddel volledig wordt benut.

5)      Om deze pan-Europese samenwerking te ondersteunen is het belangrijk dat de Commissie, de consumenten, de belanghebbende bedrijfssectoren en de nationale autoriteiten voortdurend ideeën blijven uitwisselen. Dit kan worden verwezenlijkt zonder dat de talloze contactpunten tussen burgers en bedrijven in de Unie nog verder worden uitgebreid.

6)      Om de veiligheidscontroles aan de grenzen efficiënter te maken, moeten de douanediensten en de autoriteiten voor markttoezicht beter samenwerken en moet gebruik worden gemaakt van moderne instrumenten met meer gerichte controles ten aanzien van producten die de markt van de Unie binnenkomen.

Het meerjarenplan voor markttoezicht van de Unie levert voor het voeren van acties op het gebied van markttoezicht reële voordelen op die in de praktijk voelbaar zullen zijn, en vormt op die manier een antwoord op de immense vraag naar een moderne, sterk functionele interne markt voor goederen.

5.           Het verslag over de toepassing van Verordening 765/2008

Dit verslag, dat de Commissie overeenkomstig artikel 36, lid 2, en artikel 40 van Verordening 765/2008 heeft opgesteld, vormt een aanvulling op het wetgevingspakket over productveiligheid en markttoezicht. Met dit verslag informeert de Commissie het Europees Parlement en de Raad over de resultaten van haar evaluatie met betrekking tot de uitvoering van deze verordening en de relevantie van de door de Unie gefinancierde activiteiten op het gebied van conformiteitsbeoordeling, accreditatie en markttoezicht. De bevindingen die de Commissie in haar evaluatie formuleert, zijn meegenomen bij de beoordeling van mogelijke verbeteringen en hebben dus hun weerslag gekregen in de voorgestelde reeks nieuwe regels.

6.           Conclusie

Met dit pakket van voorstellen worden drie grote doelstellingen nagestreefd: meer veiligheid voor consumenten, minder lasten voor ondernemingen, meer samenwerking tussen bevoegde autoriteiten. Door middel van betere en doelmatige regels wil dit pakket uiteindelijk meer vertrouwen in de interne markt opbouwen en dus groei stimuleren

Zodra deze voorstellen zijn aangenomen en ten uitvoer zijn gelegd, zullen consumenten kunnen rekenen op een veiligere markt voor consumentenartikelen en zullen zij in overeenstemming met de prioriteiten van de Europese consumentenagenda kunnen beschikken over transparante en vergelijkbare informatie. De tenuitvoerlegging van dit pakket zal ook aanzienlijke voordelen meebrengen voor ondernemingen, in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen, die zich op heldere regels zullen kunnen beroepen, hetgeen een betere concurrentie op de interne markt zal opleveren. Uiteindelijk zullen de overheden over heel Europa hun voordeel halen uit de rationalisering van het regelgevingskader voor markttoezicht en uit de versterking van de synergieën, en dit zal leiden tot een efficiënter gebruik van publieke middelen en overheidsuitgaven en tot een betere handhaving.

De medewetgevers worden verzocht de twee wetgevingsvoorstellen goed te keuren opdat in de EU voor deze kernactie van de Akte voor de interne markt II, zoals voor de overige kernacties, bij voorrang uiterlijk in het voorjaar van 2014 overeenstemming wordt bereikt.

Met dit pakket van wetgevende en niet-wetgevende maatregelen streeft de Commissie ernaar zowel burgers als ondernemingen ten volle te laten profiteren van de voordelen van de interne markt voor industriële producten en consumentenartikelen, hetgeen bijgevolg bijdraagt tot meer groei en banen in Europa.