VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Voortgang van het geïntegreerd maritiem beleid van de EU /* COM/2012/0491 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN
DE REGIO'S Voortgang van het geïntegreerd maritiem
beleid van de EU 1. Inleiding De zeeën en oceanen van Europa zijn een rijke
en vaak onderschatte bron van innovatie, groei en werkgelegenheid. Ze leveren
waardevolle ecosysteemdiensten en hulpbronnen waarvan alle mariene activiteiten
afhankelijk zijn. Sinds de totstandbrenging van het Geïntegreerd Maritiem
Beleid (GMB) in 2007 wordt beoogd om middels dit beleid de duurzame
ontwikkeling van de Europese maritieme economie te verbeteren en het maritieme
milieu beter te beschermen door sector- en grensoverschrijdende samenwerking
tussen alle maritieme spelers te faciliteren. Vijf jaar later is het economische klimaat
ingrijpend veranderd. Met de Europa 2020-strategie probeert de EU de Europese
economie weer op de rails te krijgen en voor werkgelegenheid,
concurrentievermogen en sociale cohesie te zorgen. Het potentieel voor groei in
de maritieme economie is een kans die Europa als maritiem continent niet mag
laten liggen. Sinds 2009 heeft de EU belangrijke zeegerelateerde
beleidsinitiatieven ontplooid om het Europese concurrentievermogen te
versterken. Door dubbele uitgaven en inspanningen te voorkomen en de duurzame
ontwikkeling van maritieme bedrijvigheid te bevorderen, heeft het GMB de
Europese economie en de maritieme sectoren in de lidstaten concrete voordelen
gebracht. Omdat er in Europa wordt bespaard op de
overheidsuitgaven, is het cruciaal met beperkte middelen maximale resultaten te
boeken. Door samenwerking worden activiteiten op zee kostenefficiënter en wordt
het gebruik van gegevens geoptimaliseerd. Aangezien er elke dag nieuwe vormen
van gebruik van de zee worden ontwikkeld, is het essentieel dat de lidstaten
stabiele planningssystemen opzetten die langetermijninvesteringen en
grensoverschrijdende samenhang stimuleren. Het innovatiepotentieel van investeringen in
onderzoek moet ten volle worden benut ten voordele van de maritieme economie.
De EU-strategie voor marien en maritiem onderzoek heeft deze doelstelling
helpen verwezenlijken. Met de kaderrichtlijn mariene strategie kunnen we onze
zeeën en oceanen op duurzame wijze beheren. Duurzaamheid is een eerste vereiste
voor de groei van de maritieme economie en stimuleert de ontwikkeling van
geavanceerde technologieën die het concurrentievermogen van Europa op de lange
termijn verbeteren. In 2009 verwelkomden het Europees Parlement en
de Raad het eerste voortgangsverslag over het GMB en verzochten zij de
Commissie in 2012 de verdere ontwikkelingen te presenteren. In dit tweede
verslag worden de vorderingen voorgesteld die tussen 2010 en 2012 zijn geboekt
met het GMB en de op de maritieme sectoren gerichte beleidsplannen[1]. Bovendien wordt de bijdrage
van dit beleid aan de doelstellingen van de Europa 2020-strategie benadrukt aan
de hand van een inventaris van de concrete verwezenlijkingen die helpen groei
te creëren, het efficiënte gebruik van hulpbronnen te verhogen en
overheidsmiddelen te besparen. 2. De bijdrage van de maritieme economie
aan groei en werkgelegenheid 2.1. Blauwe groei In september 2012 heeft de Commissie een
mededeling vastgesteld over Blauwe groei, kansen voor duurzame mariene en
maritieme groei. Bedoeling is met de lidstaten, regio's en alle
belanghebbenden een gemeenschappelijk initiatief te ontplooien om het
potentieel van de blauwe economie aan te boren. In een studie van de Commissie uit 2010 is een
aantal gemeenschappelijke knelpunten vastgesteld: het ontbreken van de nodige
vaardigheden, te weinig toegang tot durfkapitaal, gefragmenteerde mariene
gegevens, milieuproblemen en moeizame planningsprocessen. In de lidstaten lopen
acties om het gebrek aan vaardigheden te verhelpen, bijvoorbeeld door
samenwerkingsverbanden tussen het bedrijfsleven en het onderwijs aan te
moedigen. De gegevens- en planningskwesties worden aangepakt via initiatieven
in het kader van het geïntegreerd maritiem beleid. Bepaalde sectoren vereisen
echter een gerichtere aanpak. Daarom zijn vijf gebieden met groeipotentieel –
maritiem en kusttoerisme, energie uit hernieuwbare oceanische bronnen, mariene
minerale hulpbronnen, aquacultuur en blauwe biotechnologie – grondiger
geanalyseerd om extra maatregelen voor te stellen die nodig zijn om voor meer
groei en banen te zorgen. 2.2. Vervoer over zee Om wereldwijd te kunnen concurreren, kan de
Europese economie onmogelijk zonder zeevervoer. In 2011 heeft de Commissie een witboek
inzake vervoer aangenomen. Daarin worden de oogmerken van de zeevervoersstrategie
tot 2018 nader uiteengezet: het vermogen om kostenefficiënte
zeevervoersdiensten aan te bieden, het concurrentievermogen op lange termijn
van de scheepvaartsector van de EU en de creatie van vervoersketens voor
passagiers en cargo waarin de verschillende vervoersmodi naadloos op elkaar
aansluiten. Nadat in 2009 een mededeling over een maritieme
vervoersruimte zonder grenzen was verschenen, is de richtlijn over
meldingsformaliteiten voor schepen in 2010 in werking getreden. Door dit
initiatief worden administratieve procedures vereenvoudigd en geharmoniseerd om
het zeevervoer binnen de EU een krachtige impuls te geven. In 2011 heeft de Commissie de nieuwe
richtsnoeren voor trans-Europese netwerken voorgesteld om de rol van de
snelwegen op zee als belangrijkste Europese corridors te verruimen. Via
meerjarige oproepen speelt de Commissie een voortrekkersrol bij het verminderen
van de milieu-impact van vervoer en het verhogen van de vervoersefficiëntie. 2.3. Energie De Europese burgers, bedrijven en economie
zijn afhankelijk van veilige, continu geleverde, duurzame en betaalbare
energie. Dit draagt bij aan de doelstelling om het aandeel energie uit
hernieuwbare bronnen uiterlijk in 2020 tot 20 % op te trekken.
Offshorewindenergie is een prioriteit van het strategisch plan voor
energietechnologie van de EU, waarmee het bedrijfsleven, de lidstaten en de
Commissie een langetermijnaanpak voor de ontwikkeling en demonstratie van
technologie uitwerken. Door het kaderprogramma voor onderzoek en het programma
voor intelligente energie wordt verder ondersteuning geboden voor de
ontwikkeling van technologie voor wind- en oceaanenergie, die aanzienlijk
bijdraagt aan groei in kustgebieden. In 2011 heeft de Commissie richtsnoeren
voorgesteld om regels vast te leggen voor de ontwikkeling en interoperabiliteit
van trans-Europese energienetwerken. Er werden prioritaire corridors
vastgesteld, waaronder het offshorenetwerk in de Noordzee en het
interconnectieplan voor de energiemarkt in het Oostzeegebied. 2.4. Scheepsbouw Met zijn sterke innovatie- en
ontwerpcapaciteit heeft de Europese maritieme sector een strategische rol te
spelen in het aanpakken van uitdagingen zoals klimaatverandering,
luchtverontreiniging, energie-efficiëntie en de ontwikkeling van
offshoreactiviteiten. Als een strategisch antwoord op de uitdagingen in de
sector wordt met het initiatief LeaderSHIP het concurrentievermogen
bevorderd in segmenten waar de EU op technologisch gebied een leiderspositie
inneemt. Het initiatief wordt momenteel herzien om in te spelen op toekomstige
kansen door de zeevaart te vergroenen en door te diversifiëren naar nieuwe
bedrijfssectoren zoals offshorewindenergie. De kaderregeling inzake staatssteun aan de
scheepsbouw bepaalt welke soorten staatssteun zijn toegestaan voor scheepswerven.
In december 2011 is een nieuwe kaderregeling vastgesteld, die geldig is tot
eind 2013. Ze bevat specifieke bepalingen met betrekking tot zowel
innovatiesteun en regionale steun voor de scheepsbouw als exportkredieten. Het
toepassingsgebied is uitgebreid tot binnenschepen en drijvende en bewegende
offshoreconstructies. 2.5. Visserij en aquacultuur De EU-visserij heeft te lijden onder
verschillende, onderling verbonden problemen. De visbestanden worden
overbevist; de economische toestand van delen van de vloot is ondanks het hoge
subsidieniveau kwetsbaar; werken in de visserijsector is onaantrekkelijk en tal
van kustgemeenschappen die afhankelijk zijn van de visserij, verkeren in een
precaire situatie. In juli 2011 heeft de Commissie een pakket
initiatieven goedgekeurd, waaronder nieuwe wetgevingsvoorstellen, om het gemeenschappelijk
visserijbeleid te hervormen. Ze beoogt hiermee de bouwstenen te leveren
voor een duurzame visserij die het ecosysteem respecteert, en tegelijk te
zorgen voor kwaliteitsvoedsel, florerende kustgemeenschappen, rendabele
ondernemingen en aantrekkelijker en veiliger banen. Centraal in deze
voorstellen staan langetermijnbeheer met duidelijke duurzaamheidsdoelstellingen
voor de exploitatie van hulpbronnen en het stopzetten van verspillende
praktijken. Ook wordt steun verleend om te zorgen voor betere gegevens ter
onderbouwing van beleidskeuzen en voor betere handhaving en controle. De overgang zal worden begeleid door gebruik
te maken van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij, dat de
duurzaamheid moet stimuleren, de prestaties van kleinschalige kustvisserijen
moet verbeteren, de aquacultuur moet bevorderen, de schepping van banen in
maritieme gemeenschappen moet ondersteunen en voor kostenefficiëntie in
maritieme zaken moet zorgen. 3. Grens- en sectoroverschrijdende
samenwerking met het oog op optimale groeiomstandigheden voor de maritieme
economie In het GMB is een coherente strategie
vastgesteld om de duurzame ontwikkeling van de maritieme sectoren te
verbeteren. Coördinatie is noodzakelijk om de toenemende impact van maritieme
activiteiten op elkaar en op het milieu te beheersen, de veiligheid en
beveiliging van de Europese burger te waarborgen en een tekort aan geschoolde
arbeidskrachten te voorkomen. 3.1. De duurzame ontwikkeling van
activiteiten aan de kust en op zee maximaliseren Sectoren beconcurreren elkaar om ruimte en
hulpbronnen in de zeegebieden. Verschillende vormen van gebruik van de zee
zullen steeds meer met elkaar botsen en de vraag naar zeeruimte zal blijven
toenemen, met name vanwege de opmars van nieuwe offshoreactiviteiten. Omdat
Europa een ernstige economische crisis doormaakt, zijn er instrumenten nodig
die groei mogelijk maken door het naast elkaar bestaan van verschillende
activiteiten te faciliteren en tegelijk de milieueffecten ervan te verminderen. Maritieme ruimtelijk ordening (MRO) en geïntegreerd beheer van kustgebieden (GBKG) zorgen
voor de efficiënte grens- en sectoroverschrijdende planning in mariene wateren
en het efficiënte beheer van kustgebieden. Deze instrumenten zijn cruciaal om
duurzaamheid te waarborgen, voor juridische voorspelbaarheid te zorgen en de
kosten voor investeerders en exploitanten te verminderen, met name voor die
welke actief zijn in grensoverschrijdende gebieden. Er zijn vorderingen gemaakt bij de
verwezenlijking van nationale GBKG-strategieën, maar uit verslagen die in 2011
van 16 EU-lidstaten zijn ontvangen, blijkt dat er grote verschillen bestaan. In
2011 is het GBKG-protocol bij het Verdrag van Barcelona in werking
getreden en werd GBKG verplicht voor kustlidstaten in het Middellandse
Zeegebied. De Commissie treedt op als facilitator voor de
ontwikkeling van een gemeenschappelijk kader voor MRO binnen de EU en heeft
aangekondigd vóór het einde van 2012 met een wetgevingsvoorstel inzake MRO
en GBKG te komen. Studies over de economische baten en de impact van MRO en
GBKG, twee proefprojecten inzake grensoverschrijdende samenwerking en het
Ourcoastplatform inzake beste praktijken voor GBKG hebben aan het voorstel bijgedragen. 3.2. De Europese burger en de
maritieme sector beschermen tegen zeegerelateerde bedreigingen Zowat 80 % van de buitenlandse handel van
de EU verloopt over zee. Voor de groei van maritieme economische activiteiten
zijn veilige en beveiligde omstandigheden vereist. Na het in 2010 vastgestelde
routekaartproces werkt de Commissie nu aan een gemeenschappelijke
gegevensuitwisselingsstructuur (CISE) voor het maritieme gebied van de EU.
Deze zal de efficiëntie en de kosteneffectiviteit van maritieme bewaking
verbeteren door passende, legale, beveiligde en efficiënte grens- en
sectoroverschrijdende gegevensuitwisseling in de hele EU mogelijk te maken. Deze werkzaamheden bouwen voort op het succes
van twee proefprojecten, MARSUNO en BluemassMed. De totstandbrenging van CISE
is een eerste stap op weg naar betere uitwisseling van gegevens tussen circa 400
sectorale autoriteiten in de hele EU. Het is ook een eerste stap op weg naar
een betere coördinatie tussen sectorale activiteiten met betrekking tot
maritiem vervoer, de bescherming van handelsschepen, defensietaken waarmee de
marine is belast, de controle van illegale immigratie en douanecontrole, de
preventie van illegale visserij en verontreiniging en het behoud van het
mariene milieu. Sinds 2009 vormen de EU en haar lidstaten een
voorhoede bij de verbetering van de maritieme veiligheid. Bedoeling is
niet-conforme scheepvaart te elimineren, passagiers en bemanningsleden te
beschermen, ongevallen te voorkomen en het risico op milieuverontreiniging te
verminderen. De tenuitvoerlegging van het derde pakket maritieme veiligheid
uit 2009 heeft geleid tot een verbetering van de kwaliteit van onder de
Europese vlag varende schepen, de door classificatiemaatschappijen verrichte
werkzaamheden, de inspectie van vaartuigen in havens, de monitoring van het
scheepvaartverkeer, het onderzoek naar ongevallen en de bescherming van
slachtoffers. De beveiliging van de Europese maritieme
grenzen is een uitdaging voor de lidstaten. In 2011 heeft de Commissie de
instelling van het Europees grensbewakingssysteem voorgesteld. De
bedoeling is de controle van de buitengrenzen van de Schengenruimte te
versterken en een mechanisme voor informatie-uitwisseling op te zetten waardoor
de grensbewakingsautoriteiten van de lidstaten het aantal illegale immigranten
dat de EU binnenkomt en het verlies aan mensenlevens op zee kunnen verminderen. 3.3. Maritieme werkgelegenheid en
carrièremobiliteit In veel maritieme bedrijfstakken heerst een
tekort aan mensen met de juiste kwalificaties, vaardigheden en ervaring. Er
zijn acties ondernomen om aantrekkelijke maritieme carrières te ontwikkelen op
basis van mobiliteit tussen sectoren en landen en anticipatie op toekomstige
behoeften. Na de
vaststelling van de zeevervoersstrategie voor 2018 heeft de taskforce
maritieme werkgelegenheid en concurrentievermogen in juni 2011
aanbevelingen gedaan, onder meer om de herziening van de uitsluiting van
zeevarende werknemers van het toepassingsgebied van de EU-arbeidswetgeving te
voltooien, om de richtlijn over de opleiding van zeevarenden te actualiseren en
om de uitvoering van het IAO-verdrag betreffende maritieme arbeid te
waarborgen. Op 21
mei 2012 heeft het comité voor de sociale dialoog van de EU een overeenkomst
goedgekeurd waarmee uitvoering wordt gegeven aan delen van het ILO-verdrag 188
betreffende werkzaamheden in de visserijsector teneinde de
arbeidsomstandigheden aan boord van vissersvaartuigen te verbeteren.
Overeenkomstig artikel 155 kan de Commissie op gezamenlijk verzoek van de
sociale partners van de EU voorstellen deze overeenkomst ten uitvoer te leggen
via een EU-richtlijn. In de eerste plaats zou de verenigbaarheid van de
overeenkomst met bestaande EU-wetgeving worden beoordeeld. Van 2007 tot en met 2010 is met het zevende
kaderprogramma voor onderzoek (KP7) een financiële bijdrage van circa 1,4
miljard euro geleverd aan maatregelen met betrekking tot marien en maritiem
onderzoek; dat komt neer op zo'n 6,4 % van het KP7. Van dit bedrag ging 89
miljoen euro naar de mobiliteit en opleiding van onderzoekers. Deze initiatieven sluiten volledig aan bij de Agenda
voor nieuwe vaardigheden en banen en Jeugd in beweging, twee
vlaggenschipinitiatieven van de Europa 2020-strategie om de
werkgelegenheidscijfers en de kwaliteit van het onderwijs in de EU te verhogen. 4. Onderzoek, kennis en eindgebruikers:
bruggen slaan tussen onderzoek en het bedrijfsleven De Europese maritieme industrie wordt
gekenmerkt door innovatie en hoogwaardige markten. De Commissie versterkt deze
concurrerende kant door een ambitieus programma voor marien onderzoek te
ontwikkelen en mariene gegevens toegankelijker te maken met het oog op
innovatie. 4.1. Europees maritiem leiderschap
waarborgen door innovatie en onderzoek De EU-strategie voor marien en maritiem
onderzoek is door de Commissie sinds eind 2008 ten uitvoer gelegd om de
waarde van de maritieme economie op duurzame wijze te maximaliseren. In de periode 2007-2010 heeft de EU 1,4
miljard euro bijgedragen aan 644 zeegerelateerde projecten voor onderzoek en
innovatie. Via drie gezamenlijke oproepen in het kader van KP7, onder de noemer
De oceaan van morgen, zijn multidisciplinaire mariene en maritieme
projecten ondersteund met een totale bijdrage van de EU van 134 miljoen euro.
Deze inspanning werd in 2012 aangevuld met de invoering van gecoördineerde
thema's om de tenuitvoerlegging van de kaderrichtlijn mariene strategie te
ondersteunen; de EU-bijdrage hiervoor bedroeg in totaal 42 miljoen euro. Betere governancemechanismen zoals het MARCOM+-forum
en het EMAR2RES-partnerschap dragen ook bij aan samenhangender onderzoek
door de interactie tussen onderzoekers, bedrijfsleven en beleidsmakers te
verbeteren. Het Gemeenschappelijk Centrum voor
onderzoek (JRC) van de Europese Commissie heeft onafhankelijk,
wetenschappelijk onderbouwd advies verleend om de ontwikkeling van EU-beleid
inzake onder meer visserij, milieu en maritieme veiligheid en beveiliging te
ondersteunen. 4.2. Mariene kennis delen om
innovatie, investeringen en gedegen beleidsvorming te faciliteren Betere kennis is cruciaal voor duurzame groei
en voor gezonde en productieve oceanen. De huidige fragmentatie van mariene
gegevens vergt veel middelen van gebruikers van deze gegevens die snelle
toegang tot meervoudige gegevensreeksen nodig hebben. Het Europees marien
observatie- en datanetwerk (EMODnet) verbetert de toegang tot gegevens,
drukt de kosten voor gebruikers, stimuleert innovatie en vermindert de
onzekerheid over de aard van onze zeeën. Met het mariene kennis 2020-initiatief
wordt ernaar gestreefd een omvattend kader te bieden om de gegevens te
stroomlijnen, van initiële plaatselijke waarneming tot interpretatie,
verwerking en verspreiding op Europese schaal. De Commissie en meer dan 50 organisaties
werken aan een naadloze multiresolutiezeebodemkaart van de Europese wateren, die
uiterlijk in 2020 beschikbaar moet zijn voor bedrijven, onderzoekers en
overheidsinstanties. Thematische groepen inzake hydrografie, geologie, chemie,
biologie en habitats hebben al voor een beter inzicht in het gegevensbeleid van
de houders van gegevens in de EU gezorgd. Vier van de vijf groepen hebben via
kosteloze webportalen bepaalde gegevens beschikbaar gesteld die voorheen
moeilijk te verkrijgen waren. Nadere bijzonderheden worden verstrekt in de
tussentijdse beoordeling van EMODNet, die door de Commissie in augustus 2012 is
vastgesteld, samen met een groenboek, Mariene kennis 2020 – van zeebodemkaarten
tot oceaanprognoses. 5. De territoriale voordelen van maritiem
beleid Kustgebieden beschikken over belangrijke
hernieuwbare hulpbronnen voor maritieme groei, waaronder water-, golfslag-,
wind-, getijden- en biomassaenergie. Kusttoerisme is afhankelijk van een
aantrekkelijk en gezond marien milieu. Aangezien sociale uitsluiting in
kustgebieden en eilanden zeer prangend kan zijn, is het essentieel een inclusieve
maritieme economie te ontwikkelen. 5.1. Regionaal beleid Europa is zowel een terrestrische als een
maritieme entiteit. Opdat maritieme sectoren groei aan land zouden
ondersteunen, moet de connectiviteit worden verhoogd. In een mededeling uit 2011,
Bijdrage van het regionaal beleid aan de slimme groei in het kader van de
Europa 2020-strategie, werden nationale en regionale overheden opgeroepen slimme
specialisatieplatforms op het gebied van onderzoeks-, ondernemingen-,
innovatie-, onderwijs- en regionaal beleid op te zetten. Dankzij deze aanpak is
betere coördinatie mogelijk van programmering die op de ontwikkeling van
kustgebieden en hun economieën is gericht. Een volgende stap is het voorstel voor gemeenschappelijke
bepalingen en een gemeenschappelijk strategisch kader om
investeringsprioriteiten van het cohesiebeleid, het
plattelandsontwikkelingsbeleid en het beleid inzake maritieme zaken en visserij
aan elkaar te koppelen in de periode 2014-2020. Met de EU-fondsen voor regionaal beleid is
steun verleend voor tal van maritieme projecten. Voorbeelden hiervan zijn onder
meer ontziltingunits en offshore-infrastructuurprojecten voor de demonstratie
van golfslagenergieopwekking. Verscheidene programma's voor
grensoverschrijdende samenwerking van de EU hebben eveneens maritieme groei
bevorderd, onder meer via projecten ter bestudering van algen als potentiële
bron van biobrandstof en beste praktijken om de gevolgen van de
klimaatverandering in kustgebieden op te vangen. 5.2. Zeebekkenstrategieën Transnationale samenwerking op zeegebiedniveau
is een efficiënte aanpak om de maritieme economie te ontwikkelen en het mariene
milieu te beschermen. Zeegebiedstrategieën spelen in op de economische
kenmerken van de Europese zeebekkens en maken het mogelijk overheidsmiddelen
efficiënter in te zetten. Doordat bestaande Europese en nationale middelen voor
overeengekomen groeiprioriteiten op elkaar worden afgestemd, fungeren deze
strategieën als economische motoren in maritieme regio's. De EU-strategie voor het Oostzeegebied
heeft meer dan 80 vlaggenschipprojecten voortgebracht waarvan de impact
uitvoerig wordt beschreven in het in juni 2011 goedgekeurde voortgangsverslag.
De strategie omvat maatregelen om de verontreiniging door vaartuigen te
verminderen, duurzame korte zeevaart te ontwikkelen, eutrofiëring aan te
pakken, nieuwe clusters voor innovatieve kmo's te creëren, onderzoek te
ondersteunen en systemen voor maritieme bewaking te integreren. In november 2011 is een maritieme strategie
voor de Atlantische Oceaan goedgekeurd om nieuwe werkgelegenheid en groei
in het Atlantisch gebied te stimuleren door het maritieme potentieel te
verbeteren. Door het Atlantisch forum worden prioritaire acties vastgesteld via
een actieplan dat in 2013 moet worden goedgekeurd. Een en ander zal het
mogelijk maken de EU-structuurfondsen strategisch in te zetten om maritieme
groei te ondersteunen in de periode 2014-2020. Om de governance op het gebied van maritieme
zaken en milieubescherming te verbeteren, is in 2009 een mededeling voor beter maritiem
bestuur in het Middellandse Zeegebied goedgekeurd. De regio's en de
lidstaten hebben financiering die aanvankelijk voor Europese territoriale
samenwerking in de periode 2007-2013 was bestemd, gereserveerd voor maritieme
doelstellingen. Technische bijstand ter ondersteuning van mariene groei en
betere maritieme beleidsvorming in niet-EU-partnerlanden wordt nu verleend via
het IMP-MED-project in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid. Italië, Slovenië, Griekenland en Kroatië zijn
betrokken bij nauwere maritieme samenwerking op subregionaal niveau in de
Adriatische en de Ionische Zee. Er wordt een maritieme strategie ontwikkeld
om prioritaire gebieden voor groei vast te stellen en de EU-financiering in het
licht daarvan te stroomlijnen. Na een brainstormsessie op hoog niveau met
Bulgarije en Roemenië in oktober 2011 is ook de samenwerking rond de Zwarte
Zee goed op weg. In juni 2012 hebben de Commissie en de hoge
vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid een
mededeling goedgekeurd waarin 28 actiepunten voor de constructieve
betrokkenheid van de EU in het Noordpoolgebied worden voorgesteld.
Hierin wordt gepleit voor een doeltreffend beheer van het Noordpoolgebied op
basis van kennis, verantwoordelijkheid en betrokkenheid om de toenemende
strategische, economische en ecologische uitdagingen aan te gaan. 6. Mariene ecosystemen beschermen – een
voorwaarde en een factor voor groei De EU heeft het grootste zeeterritorium ter
wereld. De gezondheid van maritieme ecosystemen waarborgen, is noodzakelijk
voor de toekomstige biodiversiteit van de oceanen en om maritieme groei te
ondersteunen. Aangezien Europese maritieme ondernemingen vaak toppresteerders
zijn op het gebied van innovatieve milieutechnologie bevordert milieuwetgeving
ook onze economische ontwikkeling. 6.1. De uitdaging van gezonde
mariene ecosystemen De kaderrichtlijn mariene strategie uit
2008 is de milieupijler van het GMB. De overkoepelende doelstelling bestaat
erin om in de mariene wateren van de EU uiterlijk in 2020 een goede
milieutoestand (GMT) te bereiken. Een aantal mijlpalen zijn gehaald om dit doel
te bereiken. In 2010 heeft de Commissie een besluit tot vaststelling van
criteria en methodologische normen voor de beoordeling van GMT goedgekeurd, dat
door de lidstaten zal worden gebruikt om monitoringprogramma's en
kosteneffectieve maatregelen te ontwikkelen om de goede milieutoestand van hun
mariene wateren te waarborgen. In 2011 heeft de Commissie ook de relatie tussen
de initiële beoordeling van mariene wateren en de criteria voor een goede
milieutoestand verduidelijkt. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de
totstandbrenging van het Natura 2000-netwerk, maar er zijn nog steeds lacunes,
met name offshore. In 2011 heeft de Commissie richtsnoeren voor de
tenuitvoerlegging van de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn in estuaria en
kustgebieden goedgekeurd met speciale aandacht voor havenontwikkeling en
baggeren. Door innovatieve beschermingsmaatregelen en capaciteitsopbouw te
bevorderen, draagt het financieringsinstrument LIFE+ van de Commissie bij aan
het beheer van het Natura 2000-netwerk in het mariene milieu. 6.2. Aanpassing aan en mildering
van klimaatverandering Klimaatverandering kan dramatische gevolgen
hebben voor kustgebieden, waaronder bedreigingen voor kustweringen, erosie,
overstromingen en stijgende zeeniveaus, en kan in combinatie met andere vormen
van druk op het mariene milieu een nog zwaardere impact hebben. In maart 2012
heeft de Commissie het Europese klimaataanpassingsplatform opgezet, de
meest omvattende website voor informatie over de effecten van en de
kwetsbaarheid voor de klimaatverandering in Europa. Deze website is erop
gericht beleidsmakers te ondersteunen bij de ontwikkeling van maatregelen om de
gevolgen van de klimaatverandering op te vangen, onder meer in kustgebieden. 6.3. Luchtverontreiniging door
schepen aanpakken Broeikasgasemissies van internationaal
zeevervoer maken momenteel zo'n 3 % van de
broeikasgasemissies wereldwijd uit. Dit percentage zal waarschijnlijk stijgen
door de toenemende wereldhandel en de groeiende vraag naar scheepvaart. In 2011
heeft de Commissie zich ten doel gesteld de broeikasgassen van het zeevervoer
van de EU uiterlijk in 2050 met 40 % terug te dringen. Door het Europees
Agentschap voor maritieme veiligheid, het Europees Milieuagentschap, het Fins
Meteorologisch Instituut en de Internationale Maritieme Organisatie zijn
samenwerkingsprojecten opgezet om de broeikasgasemissies van schepen in Europa
te monitoren. In 2011 heeft de Commissie ook een voorstel
voor een wijziging van Richtlijn 1999/32/EG goedgekeurd om de zwavelemissies
van de scheepvaart aanzienlijk terug te dringen en bij te dragen aan het
verminderen van de problemen inzake luchtkwaliteit in de EU die de
volksgezondheid aantasten en verzuring veroorzaken. 7. Beter beheer van maritieme zaken Goed beheer en goede coördinatie binnen en
tussen lidstaten, kustgebieden, bedrijven en belanghebbenden zijn essentieel om
de maritieme economie zo efficiënt en duurzaam mogelijk te ontwikkelen. De
naadloze uitwisseling van informatie, gegevens en beste praktijken kan
investeringen en innovatie versnellen en bijdragen aan een betere
milieubescherming. 7.1. Ontwikkelingen in de
lidstaten De lidstaten passen in toenemende mate
gecoördineerde benaderingen toe voor de ontwikkeling van hun maritieme
economie, door nationale strategieën zoals in Frankrijk, Portugal of Duitsland,
of door specifieke initiatieven zoals de Marine Bill in het VK, de Deense
maritieme strategie of de Ierse wetenschapsstrategie. In 2011 heeft Duitsland
ook een plan goedgekeurd om zijn maritieme economie een krachtige impuls te
geven. Een aantal lidstaten, zoals Cyprus, Frankrijk,
Nederland of Polen, heeft in dit verband interministeriële coördinatie opgezet
of ministersposten gecreëerd. Maritieme regio's zoals Schleswig-Holstein,
Västra Götaland en Bretagne hebben sinds 2009 hun regionale maritieme
strategieën verder ontwikkeld. In 2010 hebben 17 lidstaten en geassocieerde
landen het gezamenlijk programmeringsinitiatief voor onderzoek "Gezonde en
productieve zeeën en oceanen" opgezet om synergieën tussen
onderzoeksmiddelen en -capaciteit te bevorderen. 7.2. Ontwikkelingen op EU-niveau Het Europees Parlement heeft in oktober
2010 een resolutie inzake het GMB vastgesteld waarin de geldigheid van de
geïntegreerde benadering van maritieme zaken werd bevestigd en de Commissie
werd verzocht een maritieme dimensie aan de Europa 2020-strategie toe te
voegen. In december 2011 is een verordening van het
Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma ter
ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem
EU-beleid in werking getreden. Hierdoor wordt het GMB toegerust met zijn
eerste operationele programma voor de periode 2012-2013, waarvan de uitvoering
wordt beschreven in punt 6.2.5 van het begeleidende SEC-document. De
meervoudige rechtsgrondslagen van de verordening sluiten aan bij de horizontale
benadering van het GMB. Onder het Zweedse (november 2009), Spaanse
(juni 2010) en Poolse (december 2011) voorzitterschap heeft de Raad Algemene
Zaken beleidoverschrijdende conclusies over het GMB vastgesteld waarin een
overzicht van de recente ontwikkelingen wordt geboden, lopende initiatieven
worden bekrachtigd en een stimulans voor toekomstige ontwikkeling wordt
gegeven. In januari 2011 heeft het Comité van de
Regio's een advies uitgebracht waarin het ecologische, economische en
sociale belang van het welslagen van het GMB werd benadrukt. Het Europees
Economisch en Sociaal Comité heeft in februari 2011 een advies over het GMB
uitgebracht waarin het zijn steun uitsprak voor sector- en grensoverschrijdende
synergieën voor maritieme activiteiten. 7.3. Ontwikkelingen op
internationaal niveau Overeenkomstig de mededeling uit 2009 over de internationale
dimensie van het GMB heeft de Commissie haar inspanningen op het
internationale maritieme toneel opgevoerd. Op mondiaal niveau heeft de EU geijverd voor
meer ambitie in de resoluties over oceanen, het zeerecht en duurzame visserij
door mondiaal lidmaatschap van instrumenten voor maritieme governance zoals
UNCLOS te bepleiten. Een bijzonder succes is
de aanvang van een proces op VN-niveau dat uiteindelijk moet leiden tot de
vaststelling van een UNCLOS-uitvoeringsovereenkomst betreffende de
instandhouding en het duurzame gebruik van mariene biodiversiteit in gebieden
buiten nationale jurisdictie. Op de
VN-conferentie over duurzame ontwikkeling in Rio in juni 2012 heeft de EU ook
gepleit voor een betere bescherming van oceanen en zeeën en een beter maritiem
bestuur. Doortastender externe actie werpt
vruchten af, in de vorm van sterkere prestaties van regionale organisaties voor
visserijbeheer en meer samenwerking met derde landen in de strijd tegen
illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij. Maritieme zaken zijn een regelmatig
terugkerend onderwerp geworden in besprekingen met de partners van de EU, zoals
China, Rusland, Japan, Canada en de VS. De
reikwijdte van de sectorale dialogen is geleidelijk uitgebreid om meer
overkoepelende samenwerking inzake mondiale maritieme zaken te omvatten. 7.4. Bewustzijn en zichtbaarheid
van maritiem Europa Een eerste doelstelling van het GMB bestond
erin de zichtbaarheid van de maritieme identiteit en het economische potentieel
van Europa te verhogen onder de Europese burgers. Bewustmaking van de burger is
essentieel op gebieden waar maritieme belangen met andere sectoren concurreren
om politieke steun en investeringen of op de arbeidsmarkt. Sinds de start van het geïntegreerd maritiem
beleid is Eurostat betrokken bij de productie van statistische
informatie om het beleid te ondersteunen en de economische gegevens over
maritieme sectoren en maritieme regio's te verbeteren. In werkprogramma's van
Eurostat zijn maritieme initiatieven opgenomen. Sinds 2009 zijn regelmatig
statistieken gepubliceerd voor kustgebieden en maritieme sectoren. Interactieve tools zoals het Maritiem Forum
of de Atlas van de zee faciliteren de toegang tot zeegerelateerde
informatie en helpen de kennis over maritiem Europa te verhogen. De Europese
maritieme dag op 20 mei is een belangrijk evenement om het bewustzijn over
het maritieme potentieel van Europa te verhogen. 8. Conclusie Het geïntegreerd maritiem beleid is opgezet om
de maritieme dimensie van de Europese Unie kracht bij te zetten. Het is vanuit
deze visie uitgegroeid tot een instrument dat concrete voordelen oplevert voor
maritieme groei en duurzaamheid in Europa. Zoals blijkt uit dit verslag wordt
de grote bijdrage van de maritieme sectoren aan de Europese economie en aan de
doelstellingen van de Europa 2020-strategie versterkt door gecoördineerde actie
om de kosten te verlagen, het efficiënte gebruik van hulpbronnen te verbeteren,
risico's te verminderen, innovatie te ondersteunen en overheidsmiddelen beter
in te zetten. De Commissie creëert de best mogelijke
voorwaarden om de zee te doen bijdragen aan duurzame economische ontwikkeling.
Voortbouwend op deze verwezenlijkingen is blauwe groei de doelstelling
voor de komende jaren. Tijdens het Cypriotische voorzitterschap van de Raad
wordt een informele ministeriële conferentie over het GMB gehouden die een
belangrijke aanzet voor het bereiken van deze doelstelling zal vormen. Dankzij blauwe
groei zal een tweede fase van het geïntegreerd maritiem beleid aanbreken
waarin een gezonde maritieme economie moet worden uitgebouwd die de Europese
burger innovatie, groei en duurzaamheid brengt. [1] Nadere bijzonderheden en referenties voor elk in het
verslag vermeld initiatief vindt u in het bijgevoegde document SWD(2012)255
definitief.