52012DC0174

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Tussentijdse evaluatie van het Europees programma inzake onderzoek op het gebied van metrologie - EMRP /* COM/2012/0174 final */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Tussentijdse evaluatie van het Europees programma inzake onderzoek op het gebied van metrologie - EMRP

1.           Context en overzicht van het EMRP

Bij Beschikking 912/2009/EG van 16 september 2009 van het Europees Parlement en de Raad heeft de EU besloten deel te nemen aan het gemeenschappelijk Europees programma voor metrologisch onderzoek[1] (EMRP). De Unie levert voor de periode 2009-2017 een financiële bijdrage van 200 miljoen euro, evenveel als de 22 deelnemende landen[2]. De EMRP-beschikking is gebaseerd op artikel 185 VWEU (voormalig artikel 169 van het EG-Verdrag) dat, via de ten tenuitvoerlegging van het meerjarenkaderprogramma, de mogelijkheid biedt de nationale onderzoeksprogramma's te coördineren dankzij een vrijwillige wetenschappelijke, financiële en beheersmatige integratie tussen de deelnemende lidstaten. De gezamenlijke uitvoering van de nationale onderzoeksprogramma's vergt de oprichting of het bestaan van een specifieke uitvoeringsstructuur. In onderling overleg hebben de deelnemende staten EURAMET e.V[3] voorgesteld als specifieke uitvoeringsstructuur voor de tenuitvoerlegging van het EMRP. De financiële bijstand van de Unie moet worden toegekend aan de specifieke uitvoeringsstructuur, die ervoor dient te zorgen dat het EMRP efficiënt wordt uitgevoerd.

De kernactiviteit van het EMRP bestaat in het financieren van transnationale EMRP-projecten met meerdere partners voor onderzoek, technologische ontwikkeling, opleiding en verspreidingsactiviteiten. Gelet op de geconcentreerde capaciteiten op het gebied van metrologie wordt het kernonderdeel van de EMRP-projecten uitgevoerd door nationale meetinstituten en specifieke instituten (gespecialiseerde instituten die verantwoordelijk zijn voor bepaalde nationale standaarden en aanverwante diensten die niet worden onder de activiteiten van de nationale meetinstituten) vallen van de deelnemende staten . Om de capaciteiten inzake metrologie te verhogen en te diversifiëren, financiert het EMRP ook verschillende betoelagingssystemen voor onderzoekers die de EMRP-projecten aanvullen.

In de EMRP-beschikking van het Parlement en de Raad wordt ook in herinnering gebracht dat metrologie een multidisciplinair wetenschappelijk gebied is, dat een vitaal onderdeel vormt van een moderne, op kennis gebaseerde maatschappij. Betrouwbare en vergelijkbare meetstandaarden en aangepaste gevalideerde meet- en testmethoden zijn de fundamenten van de wetenschappelijke vooruitgang en technologische innovatie en hebben derhalve een aanzienlijke impact op de economie en de levenskwaliteit in Europa.

In haar mededeling betreffende het kerninitiatief Innovatie-Unie[4], die is aangenomen als onderdeel van de Europa 2020-strategie voor groei[5], heeft de Commissie de nadruk gelegd op het belang van duurzame en inclusieve groei voor onze burgers en een aantal doelstellingen en acties gedefinieerd op Europees en lidstaatniveau. Een belangrijk onderdeel van de EU-strategie zijn de inspanningen om van de Europese Unie een Innovatie-Unie te maken.

Onlangs heeft de Commissie in een mededeling aan de Raad en het Europees Parlement[6] gepleit voor de oprichting van Europese onderzoeks- en innovatiepartnerschappen om de krachten te bundelen, doorbraken te forceren en maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. In zijn conclusies[7] heeft de Raad erkend dat partnerschappen de optimale benutting van middelen en het volledige gebruik van het Europees intellectueel kapitaal kunnen faciliteren en kunnen bijdragen tot de integratie van de Europese Onderzoeksruimte en het wegwerken van overbodige doublures. Partnerschappen brengen Europese en nationale spelers samen om een kritische massa en gemeenschappelijke visies en strategische agenda's tot stand te brengen dankzij hun flexibiliteit, schaal en toepassingsgebied. Op deze manier vormt het EMRP sinds 2009 een sterk partnerschap tussen de 22 deelnemende landen.

Op grond van de EMRP-beschikking diende de Commissie, bijgestaan door onafhankelijke deskundigen, drie jaar na de start van het EMRP een tussentijdse evaluatie van dat programma uit te voeren. Die evaluatie moest inzicht verschaffen in de vooruitgang die is geboekt bij het verwezenlijken van de doelstellingen van het EMRP, met inbegrip van aanbevelingen over de meest geschikte manier om de integratie te versterken en de kwaliteit en doelmatigheid van de uitvoering van het EMRP, met inbegrip van de wetenschappelijke, beheers- en financiële integratie, te bevorderen. Ook moest een antwoord worden geboden op de vraag of de hoogte van de financiële bijdrage van de deelnemende staten passend is in het licht van de potentiële vraag van hun verschillende nationale onderzoeksgemeenschappen.

De Commissie werd verzocht de conclusies van de tussentijdse evaluatie, vergezeld van haar eigen opmerkingen, mee te delen aan het Europees Parlement en de Raad.

De Commissie kreeg voor deze evaluatie ondersteuning van een panel van deskundigen, dat een tussentijds evaluatierapport (hierna: "het rapport") heeft opgesteld met een diepgaande analyse van het EMRP en de voortgang ten opzichte van de oorspronkelijke doelstellingen en waarin tevens een aantal aanbevelingen zijn geformuleerd over de beste manier om de integratie te versterken en de kwaliteit en efficiency van het programma te verbeteren.

In dit verslag formuleert de Commissie haar standpunt over de belangrijkste aanbevelingen in het rapport van de deskundigen[8].

2.           Opmerkingen van de Commissie bij de tussentijdse evaluatie van het panel van onafhankelijke deskundigen

Het rapport van het panel van deskundigen bestrijkt alle in de EMRP-beschikking genoemde relevante aspecten en bevat talrijke feitelijke gegevens, commentaren en aanbevelingen. De Commissie beschouwt het volledige rapport als een integrerend onderdeel van het tussentijds evaluatieproces. In de volgende punten zet zij derhalve de belangrijkste conclusies/aanbevelingen betreffende het EMRP op een rij en formuleert zij haar standpunt.

2.1 Kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering

Door de tenuitvoerlegging van het EMRP te delegeren aan een specifieke uitvoeringsstructuur heeft de Commissie de bepalingen van artikel 185 VWEU en de regels inzake het indirect gecentraliseerd beheer toegepast overeenkomstig het Financieel Reglement. EURAMET e.V. is aangewezen als specifieke uitvoeringsstructuur. De efficiënte governance-structuur ervan is bijzonder waardevol gebleken voor de tenuitvoerlegging van het EMRP. Gelet op de operationele sterkte van het EMRP, maar ook op zijn wetenschappelijke inhoud, is het panel van oordeel dat de bredere gemeenschap van belanghebbenden en de maatschappij in het algemeen baat zouden hebben bij een betere bekendheid van het EMRP.

De Commissie waardeert de grote inzet en het professionele beheer van EURAMET e.V. en het EMRP-comité tijdens de eerste drie werkjaren van het EMRP-programma, dat in 2009 van start is gegaan, en moedigt alle betrokken actoren aan de kwaliteit van het programma nog verder te verbeteren en het nog meer in de kijker te plaatsen.

De Commissie onderschrijft de aanbeveling van het panel om een prestatiekernindicator te bepalen voor de periode tot de totstandkoming van een contract en verbeterdoelstellingen te formuleren om ervoor te zorgen dat alle projecten zo snel mogelijk na hun selectie van start gaan.

2.2 Financiële bijdrage van de deelnemende landen

(1) In de EMRP-beschikking is de EU-bijdrage gekoppeld aan de formele verbintenis van alle deelnemende landen om bij te dragen aan de financiering van het EMRP-programma en aan de effectieve betaling van die bijdragen aan de begunstigden. De totale bijdrage van alle 22 deelnemende landen is vastgesteld op minstens 200 miljoen euro, waarvan 10% in contanten om de lopende uitgaven voor het beheer van het EMRP te dekken (tot 16 miljoen euro). De resterende middelen worden aangewend voor betoelagingsprogramma's. EURAMET heeft de Commissie overeenkomstig artikel 8 van de EMRP-beschikking in kennis gesteld van de toereikende financiële garanties van de deelnemende landen. De door de deelnemende landen gewaarborgde bedragen zijn berekend op basis van een vooraf vastgestelde verdeelsleutel per land. De garanties zijn verstrekt in de vorm van een waarborg of een aansprakelijkheidsverklaring door de deelnemende landen of hun nationale metrologie-instituten ten aanzien van de Commissie.

(2) Tot dusver zijn de deelnemende landen al hun financiële verplichtingen nagekomen en werden de procedures voor de tenuitvoerlegging van het EMRP correct toegepast. De nationale bijdragen aan de geselecteerde projecten werden overeenkomstig alle overeengekomen procedures betaald.

De Commissie bevestigt dat de deelnemende landen hun financiële verplichtingen op grond van de EMRP-beschikking zijn nagekomen en onderschrijft de stelling van het panel dat het EMRP met zijn financieringsmodel voor een sterke financiële integratie heeft gezorgd.

2.3 Integratie van nationale onderzoeksprogramma's op het gebied van metrologie

Doel van het EMRP-programma is de relevante nationale onderzoeksprogramma's op elkaar af te stemmen en te integreren in één gemeenschappelijk onderzoeksprogramma met wetenschappelijke, beheersmatige en financiële integratie.

De wetenschappelijke integratie is een belangrijke verwezenlijking van het EMRP maar komt ook de betrokken nationale metrologieprogramma's sterk ten goede. De aanpak als een grote uitdaging heeft de interdisciplinaire samenwerking tussen de nationale onderzoeksprogramma's op het gebied van metrologie sterk bevorderd. Ook derde partijen zijn tot op zekere hoogte bij de EMRP-projecten betrokken maar hun betrokkenheid en invloed op het programma lijken beperkt en zouden kunnen worden versterkt op gebieden met een sterke interdisciplinair karakter. Het is logisch dat in het EMRP in de eerste plaats de nadruk wordt gelegd op de ontwikkeling en versterking van de competenties en capaciteiten van de nationale metrologie-instituten of gespecialiseerde instellingen, maar het panel is van oordeel dat externe deskundigen voor deze gespecialiseerde gemeenschap een toegevoegde waarde kunnen bieden. De betrokkenheid van de bredere onderzoeksgemeenschap kan nog verder worden versterkt op gebieden die het traditioneel metrologisch onderzoek overstijgen.

Het EMRP–comité, dat in onderling overleg de onderzoeksthema's voor elke oproep tot het indienen van voorstellen vaststelt en beslist welke onderwerpen verder in overweging worden genomen, is de instantie die een gezamenlijke strategische visie uitstippelt op de prioriteiten voor het Europees metrologisch onderzoek. Het panel benadrukt dat de EMRP-onderzoeksthema's oordeelkundig zijn gekozen en dat het EMRP algemene erkenning geniet en erin slaagt dure doublures te vermijden. Naar schatting 50% van de nationale investeringen worden nu gecoördineerd binnen de werkingssfeer en thema's van het EMRP. Hieruit blijkt duidelijk dat het EMRP voor een verregaande wetenschappelijke en financiële integratie heeft gezorgd.

Zoals bij de EMRP-beschikking is overeengekomen, blijft het verschil tussen het door de kleine en grote financiers ingebrachte kapitaal echter aanzienlijk. Bijgevolg blijven de verschillen inzake de wetenschappelijke onderbouwing en onderzoeksinfrastructuur groot. Dit maakt de volledige wetenschappelijke integratie tussen alle 22 deelnemende landen soms moeilijk. Dat de kleine en nieuwe nationale metrologie-instituten slechts over beperkte financiële middelen en mogelijkheden beschikken om deskundigen aan EMRP-projecten te laten deelnemen, vormt een groot knelpunt. Het panel ziet dan ook een groot risico dat de bestaande competentie- en capaciteitskloof tussen de gevestigde grote metrologie-instituten en de nieuwe, kleine metrologie-instituten nog groter zal worden in plaats van kleiner.

De Commissie deelt de mening van het panel dat de capaciteitskloof tussen de deelnemende landen in een aantal gevallen lijkt toe te nemen en is het ermee eens dat het systeem voor de toekenning van toelagen aan onderzoekers efficiënter kan worden aangewend om de mogelijkheden van landen met beperkte middelen voor metrologisch onderzoek te versterken. De Commissie onderschrijft de aanbeveling van het panel om het beheer van mobiliteitssubsidies flexibeler te maken om de mobiliteitsbelemmering weg te werken.

De beheersmatige integratie is tot stand gekomen binnen EURAMET e.V, dat als professionele organisatie uitstekend werk heeft geleverd. Waar nodig werden en worden nog steeds verbeteringen aangebracht zodat het EMRP efficiënt ten uitvoer wordt gelegd. De huidige managementstructuur is tegelijk efficiënt en geïntegreerd.

Niettemin is het panel van oordeel dat moet worden onderzocht hoe overbodige administratieve procedures kunnen worden beperkt en vereenvoudigd. De coördinatoren en deelnemers aan projecten worden geconfronteerd met een zware administratieve last en de uitvoering van projecten loopt soms vertraging op door problemen met de toelagecontracten. Het modelcontract voor de subsidiëring van onderzoekers is in 2011 verbeterd en bestrijkt sinds 2012 alle belangrijke aspecten van de subsidiëring. Ondanks die verbeteringen wijst het panel erop dat de indruk blijft bestaan dat het systeem van de toelagen voor onderzoekers niet goed functioneert en moet worden bijgestuurd.

Een ander punt van zorg van een aantal leden van het EMRP-comité en het panel is de behoefte aan voldoende en geschikte projectcoördinatoren, die ervoor zorgen dat de projecten na het selectiebesluit zo snel mogelijk van start gaan. Het panel concludeert dat er voor het beheer van complexe internationale onderzoeksprojecten een algemeen gebrek aan vakbekwaamheid lijkt te bestaan.

De Commissie is het derhalve eens met het panel om de managementprocedures verder te vereenvoudigen en moedigt EURAMET e.V. aan opleidingen voor het beheer van Europese onderzoeksprojecten te organiseren voor projectcoördinatoren en potentiële projectpartners.

De financiële integratie van het EMRP staat op een hoog niveau en het panel concludeert dat een verdere financiële integratie moeilijk haalbaar is vanwege de blokfinanciering van de nationale instituten overeenkomstig de bijdragen van de deelnemende landen. Het EMRP gebruikt een "virtuele gemeenschappelijke pot" in combinatie met een passende reservefinanciering, waardoor projecten kunnen worden gefinancierd volgens het principe van een "reële gemeenschappelijke pot". De governance van het EMRP en de sterke financiële integratie daarvan waarborgen dat de beschikbare financiering per oproep steeds overeenstemt met de behoeften van de indieners. Hierdoor kon de volgorde van de ranglijsten van de centrale en onafhankelijke beoordelingen voor de drie oproepen volledig en zonder uitzondering worden geëerbiedigd.

2.4 Verwezenlijking van de doelstellingen

Om de verwezenlijking van de EMRP-doelstellingen te analyseren heeft het panel teruggegrepen naar de ex-ante effectbeoordeling[9] waarin de algemene beleidsdoelstellingen, de specifieke doelstellingen en de operationele doelstellingen van het EMRP zijn geschetst.

Wat de algemene beleidsdoelstellingen betreft, concludeert het panel dat het EMRP het vrij verkeer van kennis binnen de Europese onderzoeksruimte sterk heeft bevorderd. Tussen de belangrijkste onderzoeksactoren is een nauwe samenwerking tot stand gebracht om de ontwikkeling van kennis en groei te ondersteunen en het Europees concurrentievermogen op wereldschaal te ondersteunen. De gedeeltelijke focus op de grote uitdagingen op het gebied van energie, milieu en gezondheid opent de deur naar meer interdisciplinaire samenwerking binnen de metrologiegemeenschap om een antwoord te bieden op maatschappelijke behoeften. Het panel concludeert dat het EMRP door de invoering van een reële Europese ruimte voor metrologisch onderzoek (MERA) bijdraagt tot de totstandbrenging van een Europese onderzoeksruimte (ERA).

Met betrekking tot de specifieke doelstellingen wijst het panel op het structurerende effect van de financiële integratie, die reeds in het eerste jaar van het EMRP tot stand is gekomen. De zorgvuldige jaarlijkse prioriteitsbepaling voor de gemeenschappelijke oproepen blijkt nog een ander gunstig structurerend effect te sorteren en heeft ook een invloed op de door de lidstaten vastgestelde prioriteiten. Het structurerend effect en de afname van de versnippering is duidelijk sterker in de landen die over een gecentraliseerd metrologiesysteem beschikken. Het is nog te vroeg om de structurerende effecten op het bedrijfsleven, de samenleving en de exploitatie van nieuwe technologieën te beoordelen maar het panel is ervan overtuigd dat een kritische massa tot stand is gebracht die zonder het EMRP niet haalbaar was.

De operationele doelstellingen van het EMRP bestrijken thema's in verband met de grote uitdagingen, capaciteitsopbouw, open toegang tot infrastructuur, nauwere samenwerking met de brede wetenschappelijke gemeenschap, modernisering, mobiliteit van jonge onderzoekers, betere coördinatie van internationale aangelegenheden, ondersteuning van regulering en normen en ondersteuning van het bedrijfsleven en de economische groei. Overeenkomstig de beschikking wordt het EMRP geacht deze doelstellingen te verwezenlijken door:        

a) uitmuntendheid in metrologisch onderzoek samen te brengen - door het creëren van gezamenlijke onderzoeksprojecten, namelijk EMRP-projecten, door voldoende kritische massa samen te brengen uit de netwerken van de nationale metrologie-instituten en specifieke instituten van de deelnemende staten, teneinde de voornaamste uitdagingen inzake metrologie op Europees niveau aan te pakken;

b) de openstelling van het systeem voor de beste wetenschap — door het verhogen van de deelneming van de ruimere Europese onderzoeksgemeenschap via toelagen voor onderzoekers;

c) opbouw van capaciteit — door het verhogen van het vermogen van de Europese gemeenschap van metrologische onderzoekers via toelagen voor geografische mobiliteit van onderzoekers die gericht zijn op die lidstaten van EURAMET met beperkte mogelijkheden voor metrologisch onderzoek.

Het panel merkt met grote tevredenheid op dat men erin geslaagd is uitmuntendheid samen te brengen binnen de Europese metrologiegemeenschap. EURAMET e.V. en het EMRP-comité verdienen volgens het panel alle lof voor hun bijdrage tot de wetenschappelijke coördinatie. Het panel pleit voor een aantal verbeteringen bij de selectie van strategische onderzoeksthema's voor elke oproep, waardoor het EMRP nog beter op de behoeften van de belanghebbenden zou kunnen inspelen. Een dergelijke aanpak kan misschien tot een betere benutting van de resultaten op industrieel en regelgevingsniveau leiden en aansporen tot een uitbreiding van de bestaande mogelijkheden inzake metrologisch onderzoek binnen de nationale instituten en daarbuiten.

De Commissie onderschrijft de aanbeveling van het panel en roept EURAMET e.V. op na te gaan in hoeverre stakeholderworkshops een meerwaarde bieden om de prioriteiten op het gebied van strategische onderzoeksthema's te bepalen, met name bij oproepen voor grote uitdagingen, waar meer openheid van geest wenselijk is.

De Commissie is het voorts eens met de aanbeveling van het panel dat bepaalde onderzoeksthema's er baat bij zouden hebben dat meer belang wordt gehecht aan een snelle benutting van de resultaten in Europa.

In tegenstelling tot de goede resultaten van de inspanningen om de uitmuntendheid binnen de metrologiegemeenschap samen te brengen, is de openstelling van het systeem voor de beste wetenschap bescheiden gebleven. Het panel wijst op de externe perceptie dat het EMRP nog steeds vrij gesloten lijkt voor de bredere Europese onderzoeksgemeenschap.

Overeenkomstig de aanbeveling van het panel roept de Commissie EURAMET e.V. op te onderzoeken hoe de subsidieregelingen kunnen worden aangewend om de banden met de Europese topcentra te versterken.

In haar verdere analyse concludeert het panel ten slotte dat het EMRP niet heeft geleid tot de gewenste uitbreiding van de capaciteit in landen die over geen of slechts beperkte mogelijkheden voor metrologisch onderzoek beschikken. Terwijl een aantal landen het programma te baat hebben genomen om op gebieden van strategisch belang capaciteit te ontplooien, lijkt de capaciteitskloof met de landen die de grootste onderzoeksinspanningen leveren nog toe te nemen.

Voorts moet erop worden gewezen dat het mechanisme waarin het bestaande EMRP voorziet voor de openstelling van het systeem voor de beste wetenschap en de capaciteitsopbouw voornamelijk gebaseerd is op de toelageregeling binnen het EMRP. De financiële mogelijkheden van het subsidiesysteem zelf lijken niet het grootste knelpunt. Het panel herinnert eraan dat het bestaande EMRP in de EMRP-beschikking is opgezet als een onderzoeksprogramma dat middels zijn operationele processen en financiële instrumenten naar wetenschappelijke uitmuntendheid streeft. Ondersteuning voor het complexe vraagstuk van de capaciteitsopbouw door het lopende EMRP ligt niet voor de hand. In dit verband heeft het panel een aantal interessante en belangrijke aanbevelingen geformuleerd voor een potentiële toekomst op langere termijn van het EMRP.

De Commissie deelt de visie van het panel over de stappen op weg naar de genoemde doelstellingen en de Commissie steunt volmondig de aanbeveling om een beroep te doen op deskundige bemiddelaars om de integratie van landen met beperkte mogelijkheden op het gebied van metrologisch onderzoek te verbeteren teneinde de kloof met de vooraanstaande landen te dichten.

2.5 Europese toegevoegde waarde van het EMRP

Het panel benadrukt dat het EMRP een uitstekend voorbeeld is van de resultaten die kunnen worden geboekt dankzij de coördinatie van met begrotingsmiddelen gefinancierde nationale O&O-programma's. Volgens het panel bezit het EMRP drie specifieke aspecten met een grote Europese toegevoegde waarde:

· Het EMRP maakt het mogelijk een kritische massa tot stand te brengen om een antwoord te zoeken op complexe, interdisciplinaire thema's, zoals de grote maatschappelijke uitdagingen, die de mogelijkheden van één land overstijgen.

· Het EMRP beschikt over aanzienlijke gezamenlijke middelen en bundelt de inspanningen van 22 landen op het gebied van metrologisch onderzoek. Het panel raamt dat 50% van de totale middelen voor metrologie in Europa nu worden gecoördineerd via het EMRP. Samen met de bijdrage van de Unie beschikt het gemeenschappelijke programma over een budget van 400 miljoen euro.

· Het panel ziet de versnippering van het onderzoek afnemen en constateert dat er minder overbodige doublures zijn dankzij een zorgvuldige planning en uitvoering van elke gemeenschappelijke oproep (gemeenschappelijke programmering).

In deze context roept het panel EURAMET e.V. op na te gaan hoe de EMRP-resultaten snel door het Europees bedrijfsleven kunnen worden benut en vraagt het meer aandacht voor innovatie en kennisoverdracht op langere termijn.

Het EMRP biedt op Europees en nationaal niveau eveneens waardevolle input voor de vaststelling van regelgeving, bijvoorbeeld de Europese kaderrichtlijn Water. Het panel herinnert eraan dat de ontwikkeling en definiëring van metrologische aspecten van dergelijke regelgeving voorbeelden zijn waarbij de metrologie-onderzoeksgemeenschap onder de auspiciën van het EMRP en EURAMET e.V. een leidende rol zou moeten spelen bij de ontwikkeling en onderbouwing van nieuwe meetmethoden. Het panel is van oordeel dat dit grote prognose-inspanningen vergt en een vroegtijdig engagement van beleidsmakers en regelgevende instanties op nationaal en Europees niveau. Alleen indien dit samenwerkingsniveau wordt bereikt, zal het potentieel van het EMRP ter ondersteuning van het EU-beleid volledig kunnen worden aangeboord.

De Commissie moedigt EURAMET e.V. op basis van de aanbevelingen van het panel aan te bekijken of prognoseworkshops kunnen worden opgezet met regelgevende ministeries/instanties en de betrokken directoraten-generaal van de Commissie.

Bovenop potentiële prognoseactiviteiten op regelgevingsgebied, merkt het panel op dat de metrologiegemeenschap de groei van opkomende sectoren, waarvoor nieuwe of nauwkeuriger meetmethoden moeten worden ontwikkeld, kan ondersteunen door de metrologieaspecten met betrekking tot nieuwe technologieën uit te klaren. "Nieuwe technologieën" lijkt dan ook een gebied dat zich leent tot een nauwere samenwerking met de bredere onderzoeksgemeenschap, rechtstreeks binnen EMRP-projecten, maar ook via de coördinatie met aanvullende KP7-projecten en ‑actoren.

De Commissie juicht de aanbeveling van het panel toe om na te gaan welke de toegevoegde waarde is van stimulansen voor kruisbestuiving tussen aanvullende EMRP- en KP7-actoren en –projecten.

2.6 De toekomstige ontwikkeling van het EMRP na KP7 en algemene lessen voor toekomstige gemeenschappelijke programmering

Het panel is van oordeel dat naast mogelijke genoemde verbeteringen van het lopende EMRP, uit deze tussentijdse evaluatie ook een aantal lessen kunnen worden getrokken voor gemeenschappelijke programmering in het algemeen. Een aantal daarvan zijn van algemene strekking, andere hebben specifiek betrekking op de situatie van de Europese metrologiegemeenschap – bijvoorbeeld het overwicht van nationale institutionele of blokfinanciering.

Zonder vooruit te lopen op een beslissing over de toekomst van het EMRP na de afloop van KP7, drukt de Commissie haar waardering uit voor het initiatief van het panel om een advies uit te brengen over de elf bij toekomstige initiatieven mee te nemen aspecten die EURAMET e.V. in staat moeten stellen tot een sterkere Europese integratie te komen.

Met betrekking tot lessen voor toekomstige gemeenschappelijke programma's is het panel van oordeel dat het EMRP in een aantal gevallen een voorbeeld kan zijn voor gemeenschappelijke programmeringsactiviteiten of andere initiatieven waarbij een gemeenschappelijk programma wordt uigevoerd op grond van artikel 185 VWEU. Het panel concludeert dat niet in alle belangstellende lidstaten reeds geschikte programma's lopen die in een gemeenschappelijk programma kunnen worden geïntegreerd of dat de programma's daar niet voldoende flexibel voor zijn. Daarbij moet worden vermeld dat in de meeste EU-lidstaten slechts beperkte concurrerende middelen beschikbaar zijn voor coördinatie op Europees niveau.

Het panel van deskundigen is van oordeel dat het bijzonder moeilijk is om op grond van artikel 185 tot financiële integratie te komen en dat het EMRP aantoont hoe een "virtuele gemeenschappelijke pot" op basis van een bijdrage in natura tot een zeer sterke financiële integratie kan leiden.

De Commissie neemt met belangstelling kennis van de overwegingen van het panel betreffende toekomstige programma's en zal haar coördinatie-inspanningen tussen de verschillende initiatieven op grond van artikel 185 voortzetten teneinde lessen te trekken voor de toekomst en steun te verlenen voor mogelijke publiek-publieke partnerschappen in het kader van Horizon 2020.

3.           Conclusie

Sedert de start van het EMRP in 2009 kan dit programma uitstekende operationele prestaties voorleggen als gemeenschappelijk onderzoeksprogramma tussen 22 deelnemende landen dat door EURAMET e.V. ten uitvoer wordt gelegd. Er is sprake van een verregaande integratie tussen de deelnemende nationale programma's. Overeenkomstig de EMRP-beschikking blijft de Commissie het lopende programma derhalve ondersteunen.

Het EMRP kan na 3 jaar goede resultaten voorleggen ten opzichte van zijn oorspronkelijk operationele doelstellingen, die betrekking hebben op ongeveer 85% van de EMRP-middelen, namelijk het samenbrengen van uitmuntendheid in metrologisch onderzoek. Met betrekking tot drie kwalitatieve impactindicatoren blijft er echter een aanzienlijke kloof bestaan tussen de verwachtingen en de realiteit: capaciteitsopbouw, interactie met de bredere wetenschappelijke gemeenschap en mobiliteit van onderzoekers.

EURAMET e.V. en het EMRP-comité worden als hoogste instanties van de EMRP-governance opgeroepen al het mogelijke te doen om deze situatie tijdens de resterende looptijd van het programma te verbeteren. Hoewel wijzigingen van de oorspronkelijke beschikking niet noodzakelijk worden geacht, moeten de hierboven geschetste aanbevelingen van het panel door EURAMET e.V. worden uitgevoerd, net als alle andere maatregelen die de EURAMET-leden nuttig of noodzakelijk achten om de capaciteitsopbouw, de interactie met de bredere wetenschappelijk gemeenschap en de mobiliteit binnen het EMRP te verbeteren.

Ten slotte is de Commissie bereid het volgende jaar verkennende gesprekken aan te knopen met EURAMET e.V. over een mogelijk vervolg van het huidige EMRP in de volgende programmeringsperiode, zonder daarbij vooruit te lopen op de uiteindelijke besluiten over HORIZON 2020 en het meerjarig financieel kader van de Unie en rekening houdend met de bredere politieke context van de EUROPA 2020-strategie.

[1]               Beschikking nr. 912/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 over de deelneming van de Gemeenschap aan een Europees programma voor metrologisch onderzoek en ontwikkeling dat door verschillende lidstaten is opgezet (PB L 257 van 30.9.2009, blz. 12).

[2]               België, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden, alsook Noorwegen, Turkije en Zwitserland.

[3]               Non-profitorganisatie naar Duits recht.

[4]               Mededeling van de Commissie van 6 oktober 2010 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: "Europa 2020-kerninitiatief Innovatie-Unie", COM(2010) 546 definitief.

[5]               Mededeling van de Commissie "Europa 2020 – Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei", COM(2010) 2020 definitief.

[6]               COM(2011) 572 definitief: Partnerschappen in onderzoek en innovatie.

[7]               Raad van de Europese Unie, Brussel, 8 december 2011 18349/11 RECH.

[8]               http://ec.europa.eu/research/evaluations/index_en.cfm.

[9]               SEC(2008) 2949 Effectbeooerdeling.