3.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 353/176


Dinsdag 11 september 2012
Energie-efficiëntie ***I

P7_TA(2012)0306

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 september 2012 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende energie-efficiëntie en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (COM(2011)0370 – C7-0168/2011 – 2011/0172(COD))

2013/C 353 E/28

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0370),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 194, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0168/2011),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door de Zweedse Rijksdag, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 26 oktober 2011 (1),

gezien het advies van het Comité van de Regio's van 14 december 2011 (2),

gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 27 juni 2012 om het standpunt van het Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

gezien artikel 55 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie en de adviezen van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid (A7-0265/2012),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd;

3.

neemt kennis van de verklaringen van de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie zijn gevoegd;

4.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


(1)  PB C 24 van 28.1.2012, blz. 134.

(2)  PB C 54 van 23.2.2012, blz. 49.


Dinsdag 11 september 2012
P7_TC1-COD(2011)0172

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 11 september 2012 met het oog op de vaststelling van Richtlijn 2012/…/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn 2012/27/EU.)


Dinsdag 11 september 2012
Bijlage bij de wetgevingsresolutie

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de voorbeeldfunctie van hun gebouwen in het kader van de richtlijn energie-efficiëntie

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie verklaren dat, aangezien hun gebouwen een prominent karakter hebben en uit het oogpunt van energieprestaties een voorbeeldfunctie moeten hebben, zij, onverminderd de voorschriften betreffende de begroting en de overheidsopdrachten, op de gebouwen waarvan zij eigenaar en gebruiker zijn de voorschriften zullen toepassen die, krachtens de artikelen 5 en 6 van Richtlijn 2012/XX/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende energie-efficiëntie en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG, ook gelden voor de gebouwen van de centrale overheid van de lidstaten.

Verklaring van de Commissie met betrekking tot de energie-audits

Zoals te lezen staat in haar Mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over de modernisering van het EU-staatssteunbeleid (COM(2012)0209 def. van 8 mei 2012), beschouwt de Commissie de richtsnoeren van de Unie inzake staatssteun voor milieubescherming als een van de instrumenten waarmee de Europa 2020-groeistrategie en haar doelstellingen kunnen worden verwezenlijkt, en die eind 2013 kunnen worden herzien. In dat verband mag de Commissie erop toezien dat ook de toekomstige regels inzake staatssteun voor milieubescherming de duurzame groei optimaal bevorderen, onder meer doordat zij in overeenstemming met de doelstellingen van de onderhavige richtlijn energie-efficiëntie aanmoedigen.

Verklaring van de Commissie met betrekking tot de EU-regeling voor de emissiehandel

Gegeven de noodzaak om de stimulansen uit de EU-regeling voor de emissiehandel te handehaven, zal de Commissie:

met spoed het eerste verslag overeenkomstig artikel 10, lid 5, van Richtlijn 2003/87/EG over de koolstofmarkt presenteren, samen met een beoordeling van het tijdschema voor de veilingen in fase 3;

in dat verslag nagaan welke mogelijkheden er zijn - onder meer het definitief inhouden van het vereiste bedrag aan rechten - om zo spoedig mogelijk te komen tot de vaststelling van verdere passende structurele maatregelen die de emissiehandelsregeling tijdens fase 3 versterken, en deze effectiever maken.