52009DC0540

Verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Voortgangsverslag over het geïntegreerd maritiem beleid van de EU {SEC(2009) 1343} /* COM/2009/0540 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 15.10.2009

COM(2009)540 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

VOORTGANGSVERSLAG OVER HET GEÏNTEGREERD MARITIEM BELEID VAN DE EU

{SEC(2009) 1343}

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO’S

VOORTGANGSVERSLAG OVER HET GEÏNTEGREERD MARITIEM BELEID VAN DE EU

1. INLEIDING

HET GEÏNTEGREERD MARITIEM BELEID VAN DE EU (GMB) HEEFT INMIDDELS EEN VASTE PLAATS VERWORVEN ALS NIEUWE BENADERING VOOR EEN OPTIMALE EN DUURZAME ONTWIKKELING VAN ALLE MARIENE ACTIVITEITEN. MET DIT BELEID IS BEVESTIGD DAT EUROPA DANKZIJ DE INTEGRATIE VAN BELEIDSLIJNEN OP HET GEBIED VAN ZEEËN EN OCEANEN DE OPBRENGST DIE DEZE OPLEVEREN, FORS KAN OPDRIJVEN EN DE IMPACT ERVAN OP HET MILIEU TEGELIJKERTIJD KAN VERMINDEREN. DE INSTELLINGEN VAN DE EU, DE LIDSTATEN EN DE REGIO’S HEBBEN BESTUURSSTRUCTUREN OPGEZET DIE ERVOOR MOETEN ZORGEN DAT BELEIDSLIJNEN INZAKE DE ZEEËN NIET LANGER LOS VAN ELKAAR WORDEN ONTWIKKELD EN BOVENDIEN DE VERBANDEN EN SYNERGIEËN MET ANDERE BELEIDSGEBIEDEN IN AANMERKING NEMEN. DE BELANGHEBBENDE PARTIJEN HEBBEN DE AANZIENLIJKE BELANGSTELLING DIE TIJDENS HET BREDE OVERLEGPROCES IN 2006/2007 bleek te bestaan voor de vaststelling van het GMB als een van onderop aangestuurd beleidsgebeid van de Europese Unie, bevestigd. Op het gebied van sectoroverschrijdende instrumenten, zoals maritieme ruimtelijke ordening, geïntegreerde bewaking en mariene kennis, is inmiddels tastbare vooruitgang geboekt die moet leiden tot een aanzienlijk beter marien beheer. In het kader van sectorale communautaire beleidsgebieden met een impact op onze zeeën en kusten, zoals visserij, vervoer, milieu, energie, industrie of onderzoek, zijn belangrijke stappen in de richting van meer integratie en coherentie gezet. Bovendien heeft de Commissie een begin gemaakt met de tenuitvoerlegging van het GMB op regionale basis. Kortom: het GMB van de EU verandert de kijk van de Europeaan op zijn zeeën en oceanen en bevestigt nogmaals het strategische belang van de zeeën en de kustgebieden van het Europese continent.

Naar aanleiding van de bekrachtiging van het GMB van de EU en het blauwboek[1] heeft de Europese Raad op 14 december 2007[2] de Commissie verzocht om binnen twee jaar verslag uit te brengen over de verwezenlijkingen van het beleid. In de onderhavige mededeling worden deze verwezenlijkingen opgesomd en wordt de koers voor de volgende fase van het GMB uitgezet. Bovendien wordt benadrukt hoe een geïntegreerde beleidsvorming inzake onze zeeën, maritieme sectoren en kustgebieden kan bijdragen tot de aanpak van de huidige mondiale economische crisis en tot de vereiste besluitvorming over maatregelen tegen de klimaatverandering en de achteruitgang van het milieu. In het blauwboek van oktober 2007 is een ambitieus actieplan vastgesteld. Dit bevat nieuwe werkmethoden, horizontale instrumenten en tal van specifieke acties om de maritieme economie te verbeteren, het mariene milieu te beschermen en te herstellen, onderzoek en innovatie te stimuleren, de ontwikkeling van kustgebieden en ultraperifere gebieden aan te moedigen, leiderschap op het gebied van internationale maritieme aangelegenheden te verzekeren en de zichtbaarheid van de Europese maritieme dimensie te vergroten.

Samengevat worden met het GMB vier doelstellingen nagestreefd (en hiermee is overigens reeds een begin gemaakt):

- bevordering van de integratie van bestuursstructuren door deze inclusiever en coöperatiever te maken;

- het creëren van de kennisbasis en de horizontale instrumenten die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van geïntegreerde beleidslijnen;

- het verbeteren van de kwaliteit van sectorale beleidslijnen door actief synergieën en betere coherentie tussen de sectoren na te streven;

- het via op maat gesneden oplossingen in aanmerking nemen van de specifieke kenmerken van de regionale Europese zeeën, teneinde het bovenstaande ten uitvoer te leggen.

De uitvoering van het actieplan evolueert goed. Zesenvijftig van de vijfenzestig acties in het plan zijn op de rails gezet of afgerond (meestal in de vorm van besluiten van de Commissie of de Raad). Voor negen acties zijn verschillende initiatieven genomen zonder dat daarvoor voorlopig formele documenten zijn vastgesteld. Nu de eerste fase is beëindigd, richten de Commissie en de lidstaten zich op de resultaatgerichte uitvoering aan de basis, waar nodig middels extra activiteiten op alle ter zake relevante beleidsgebieden.

De economische omstandigheden waarin het blauwboek en het actieplan zijn opgesteld, hebben inmiddels een grote omslag gemaakt. De crisis heeft ook in de maritieme sector tot lagere inkomsten en achteruitgang geleid. Daarom worden in dit document niet alleen de tot dusverre bereikte resultaten geschetst, maar ook de maatregelen die genomen moeten worden om het wel degelijk bestaande potentieel van onze zeeën, oceanen en kustgebieden te ontginnen en de economische problemen van de maritieme sectoren aan te pakken.

2. MARITIEM BESTUUR EN INSPRAAK VAN DE BELANGHEBBENDE PARTIJEN

In het blauwboek wordt gepleit voor een radicaal andere visie op de manier waarop zeeën en oceanen op alle overheidsniveaus (EU, lidstaten en regio’s) worden bestuurd. De politieke actoren hebben dit pleidooi doorgaans zeer goed ter harte genomen: twee jaar na dato zijn in de hele Unie stappen gezet om de schotten tussen de diverse maritieme beleidsgebieden weg te halen, de belanghebbende partijen uit de maritieme sector meer inspraak te geven en beleidssynergieën te identificeren.

2.1. EU-instellingen

De Commissie heeft verschillende maatregelen genomen om haar maritieme beleidsvorming te integreren. Sinds 2005 heeft een stuurgroep van commissarissen alle belangrijke beleidsinitiatieven die in het actieplan van het blauwboek waren opgenomen, besproken. Er zijn structuren opgezet voor geregelde bijeenkomsten waar de betrokken directoraten-generaal synergieën identificeren en potentiële beleidsincoherenties wegwerken. Bovendien heeft de Commissie haar diensten gereorganiseerd en het takenpakket van haar directoraat-generaal voor Maritieme Zaken en visserij uitgebreid met als doel de omvattende coördinatie van het beleid te garanderen, waar nodig horizontale instrumenten te ontwikkelen en rekening te houden met regionale specifieke kenmerken.

Ook de Raad heeft zich een vastberaden voorstander van het GMB getoond. In zijn conclusies van 8 december 2008[3] erkent de Raad de horizontale aard van het GMB door dit onderwerp via de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen te behandelen en “herbevestigt (hij) dat een geïntegreerde benadering van maritieme aangelegenheden inderdaad een belangrijke doelstelling is, aangezien de synergieën, de samenhang en de meerwaarde van de door de Europese Unie ondernomen sectorale acties dienen te worden versterkt middels integratie ervan in een Europese visie op zeeën, oceanen en hun kusten, waarbij rekening dient te worden gehouden met de eigen kenmerken van de regio (…)”.

Binnen het institutionele kader komt de actieve betrokkenheid van de Raad en de lidstaten in concreto tot uiting in het werk van de Raad Algemene Zaken en in de bijeenkomsten van de lidstaten in contactgroepen op het gebied van het GMB. Deze groepen zien erop toe dat de expertise van nationale overheden volledig wordt benut, de specifieke noden van de lidstaten en de kustgebieden volledig tot hun recht komen en een optimaal transparante en doeltreffende politieke consensus wordt bereikt.

Wat de behandeling van het maritieme beleid en de steun ervoor in het Europees Parlement betreft, blijkt de balans eveneens zeer positief[4]. Dit neemt niet weg dat maritieme beleidsaangelegenheden er nog steeds over verschillende commissies en structuren versnipperd zijn.

Ook het Comité van de Regio’s heeft het GMB een impuls gegeven. De Commissie heeft vooral nota genomen van het CvdR-advies over het blauwboek[5] en de belangrijke aanstoten daarin voor de verdere werkzaamheden. Het recente advies van het Comité inzake het “pakket maatregelen voor kust en zee”[6] illustreert duidelijk hoe uiteenlopende belangen op een coherente, samenhangende en synergetische manier op elkaar kunnen worden afgestemd.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité, tot slot, heeft op 14 april 2008[7] een advies goedgekeurd waarin het zich zeer positief over het GMB uitspreekt.

2.2. Lidstaten

Ten tijde van het groenboek bestonden in de lidstaten slechts enkele initiatieven ter bevordering van geïntegreerde benaderingen. Frankrijk en Nederland hebben gerapporteerd over de vereiste administratieve structuur te beschikken om de beleidscoördinatie van maritieme aangelegenheden te organiseren. Portugal had in die periode reeds de eerste stappen genomen om te komen tot een strategie voor de oceaan.

Sindsdien is substantiële vooruitgang geboekt: meer lidstaten hebben initiatieven voor de integratie van het maritieme beleid genomen en wisselen in hogere mate beste praktijken uit op het gebied van geïntegreerde maritieme beleidsbenaderingen. Deze zijn volledig in overeenstemming met de richtsnoeren die de Commissie in juni 2008[8] heeft bekendgemaakt en hebben betrekking op organisatorische veranderingen en/of de uitbouw van geïntegreerde langeretermijnstrategieën voor de duurzame ontwikkeling van maritieme sectoren en kustgebieden.

Belangrijke voorbeelden hiervan zijn het “Nationaal Waterplan” (Nederland), de “Grenelle de la Mer” (Frankrijk), het "Entwicklungsplan Meer" (Duitsland), de Zweedse wet inzake een samenhangend maritiem beleid, het Poolse interdepartementale maritieme beleidsplan en de “Marine Bill” (Verenigd Koninkrijk).

Ierland, Portugal en Slovenië hebben eveneens stappen in deze richting gezet. Soortgelijke activiteiten worden gerapporteerd door België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Italië, Griekenland, Finland en Spanje.

2.3. Regio’s

Sinds het prille begin zijn de kustgebieden als volwaardige partners in het GMB ingebed. Zij zijn het best geplaatst om na te gaan wat nodig is om het beleid lokaal en op het niveau van elk zeegebied ten uitvoer te leggen. Bovendien hebben zij aangetoond zeer goed met hun nationale overheden en met regio’s uit andere lidstaten te kunnen samenwerken aan de bevordering van geïntegreerde oplossingen voor maritieme aangelegenheden. De ca. 160 Europese regio’s die deel uitmaken van de Conferentie van de Perifere en Maritieme Regio's (CPMR) volgen de voortgang van het actieplan op de voet via geregelde vergaderingen van de werkgroep Aquamarina die is opgericht om GMB-acties op regionaal niveau te bevorderen.

Drie belangrijke initiatieven verdienen extra aandacht in dit verband:

- de eerste regionale actieplannen inzake geïntegreerd maritiem beleid (het maritieme plan van Asturias[9] en het maritieme actieplan van Sleeswijk-Holstein[10]);

- het charter voor de Bretonse kust van 29 april 2009[11];

- de atlas “Channel Spaces — A world within Europe”[12] van november 2008 van het Frans-Britse samenwerkingsverband Arc Manche is een voorbeeld van beste praktijken op het gebied van documentatie van grensoverschrijdende maritieme betrekkingen.

De Commissie heeft vernomen dat andere regio’s er eveneens innoverende geïntegreerde praktijken inzake kust- en marien bestuur op nahouden en steunt hen daar volledig in.

2.4. Belanghebbende partijen

Sinds de overweldigende respons in het kader van het overlegproces in 2006 hebben de belanghebbende partijen een cruciale rol gespeeld in de vaststelling van een geïntegreerd maritiem beleid voor de EU. Partijen uit de regionale overheden, de bedrijfswereld en NGO’s sloten zich als eerste aan bij het pleidooi voor integratie van de communautaire beleidsgebieden die gevolgen hebben voor de zeeën, de maritieme regio’s en de kustgebieden. Hun bijdragen hebben de weg geëffend voor de invoering van innovatieve concepten en instrumenten.

Het GMB van de EU heeft bijzonder actieve steun gekregen van de hierboven genoemde CPMR, het forum van de maritieme industrieën[13] (het Maritime Industries Forum of “MIF” waarbij momenteel 25 maritieme handelsverenigingen zijn aangesloten) en het Europees netwerk van maritieme clusters[14]. Ook belangrijke milieu-NGO’s hebben zich als actieve deelnemers aan het GMB-proces opgesteld.

De jaarlijkse conferentie van belanghebbenden in het kader van de Europese Maritieme Dag heeft inmiddels een goede reputatie als platform voor uitermate productieve uitwisselingen tussen de verschillende gemeenschappen van belanghebbenden[15]. De Commissie zal een nog grotere betrokkenheid van de belanghebbende partijen bij dit evenement blijven steunen. Tegelijkertijd zullen de belanghebbenden worden gestimuleerd om nogmaals gedecentraliseerde evenementen in het kader van de Europese Maritieme Dag op 20 mei te organiseren en zo uiting te geven aan de nationale, regionale en lokale bijdragen tot het GMB.

Uit recente, zeer bemoedigende tekenen blijkt dat de belanghebbende partijen bezig zijn met het opzetten van eigen, meer permanente uitwisselingsstructuren. Waar de onderzoeksgemeenschap, de regionale organisaties, de maritieme sectoren en de milieu-NGO’s voor hun contacten met de EU traditioneel elk over eigen instrumenten beschikken, was de openbare dialoog tussen de verschillende belangengroepen veeleer een uitzondering. De Commissie zal meer steun verlenen voor initiatieven van belanghebbende partijen om zichzelf in sectoroverschrijdende verbanden te organiseren.

3. SECTOROVERSCHRIJDENDE INSTRUMENTEN

In het blauwboek wordt gewezen op de behoefte aan sectoroverschrijdende instrumenten ter ondersteuning van het GMB, zoals maritieme ruimtelijke ordening, geïntegreerde bewaking en de opbouw van een mariene-kennisbasis. Inmiddels is met de ontwikkeling van deze drie instrumenten goede vooruitgang geboekt en kunnen de eerste belangrijke resultaten worden gemeld.

3.1 Maritieme ruimtelijke ordening (MRO) en geïntegreerd beheer van kustgebieden (Integrated Coastal Zone Management -ICZM)

Door de toenemende activiteit in de Europese zeeën neemt de concurrentie voor de beperkte mariene ruimte toe. MRO is een essentieel instrument om de sectorale belangen in evenwicht te brengen en te komen tot een duurzaam gebruik van de mariene hulpbronnen volgens een op ecosystemen gebaseerde benadering. MRO biedt een stabiel, betrouwbaar en gericht planningskader waarbinnen de overheden en de belanghebbende partijen hun acties kunnen coördineren en het gebruik van de mariene ruimte kunnen optimaliseren ten bate van de economische ontwikkeling en het mariene milieu.

In de “Routekaart naar maritieme ruimtelijke ordening: werken aan gemeenschappelijke principes in de EU”[16] van 2008 zet de Commissie tien basisprincipes voor MRO uiteen en geeft zij een aanzet tot discussie om de lidstaten te stimuleren een gemeenschappelijke aanpak te ontwikkelen en de toepassing van MRO op nationaal en EU-niveau aan te moedigen.

Belanghebbende partijen uit alle relevante maritieme sectoren hebben tijdens door de Commissie georganiseerde besprekingen in de loop van 2009 de tien basisprincipes bekrachtigd als zijnde een adequate, omvattende en belangrijke basis voor de ontwikkeling van MRO op Europees niveau[17]. Voorts heeft de Commissie twee voorbereidende acties opgezet in de Oostzee (als deel van de EU-strategie voor het Oostzeegebied) en in de regio Noordzee/noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan met als doel de grensoverschrijdende samenwerking inzake MRO te ontwikkelen, en heeft zij een studie laten verrichten over het potentieel van maritieme ruimtelijke ordening in de Middellandse Zee en de economische baten van MRO.

Naar aanleiding van de in het blauwboek van de Commissie opgenomen aanbeveling om een systeem voor de uitwisseling van beste praktijken inzake de ontwikkeling van ICZM op te zetten, heeft de Commissie in 2009 een steunproject in de steigers gezet om de uitwisseling van beste praktijken te stimuleren en de daadwerkelijke uitvoering van ICZM te bevorderen[18]. De Raad heeft eind 2008 het protocol inzake ICZM in het kader van Verdrag van Barcelona ondertekend.

3.2 Integratie van maritieme bewaking

De integratie van de maritieme bewaking moet uitmonden in efficiëntere acties op zee en in lagere werkingskosten. De potentiële besparingen op EU-niveau zijn aanzienlijk gezien de toenemende behoefte aan detectie, opsporing, interceptie en controle bij onwettelijke activiteiten op zee, ongevallenpreventie op zee, detectie van illegale olielozingen, toezicht op visserijactiviteiten en vrijwaring van het milieu.

Tot dusverre heeft de Commissie gedetailleerde overzichten van de verschillende nationale, regionale en Europese initiatieven inzake de integratie van maritieme bewaking opgesteld[19], een studie over de juridische en regelgevingsaspecten van een dergelijke integratie afgerond en samen met het Europese Defensieagentschap en de militaire staf van de EU een inventaris opgemaakt naar aanleiding van een verzoek van de Raad Defensie[20]. Bovendien heeft zij voor een gezamenlijk bedrag van 5,7 miljoen euro[21], twee uitnodigingen doen uitgaan tot het indienen van voorstellen voor proefprojecten op het gebied van de integratie van de maritieme bewaking, onder meer op het gebied van pre-operationele GMES-diensten, die nauwere samenwerking tussen de nationale autoriteiten in het Middellandse Zeegebied en het Noordzeegebied stimuleren.

Deze acties hebben de interne coördinatie over dit gevoelige onderwerp tussen de diensten van de Commissie en met de lidstaten aanzienlijk verbeterd. De mededeling “Naar de integratie van de maritieme bewaking: Een gemeenschappelijke gegevensuitwisselingstructuur voor het maritieme gebied van de EU”[22] bouwt voort op het reeds verrichte werk en reikt op bestaande en nieuwe controlemogelijkheden, waaronder pre-operationele GMES-diensten, gebaseerde leidende beginselen aan voor het creëren van een gemeenschappelijke structuur voor de uitwisseling van gegevens over communautaire maritieme aangelegenheden. De omzetting van deze beginselen in beleid zal uitgebreid overleg tussen de Commissie en de lidstaten vergen.

3.3 Opbouw van een kennisbasis inzake mariene aangelegenheden

Het is onmogelijk tot een maritiem beleid te komen zonder degelijke informatie en kennis inzake de Europese zeeën en kusten. Tot dusverre is de mariene kennis erg versnipperd en kosteninefficiënt verzameld. Het in het blauwboek aangekondigde Europese mariene observatie- en datanetwerk (EMODNET) moet zowel de onzekerheidsfactor in de mariene kennis als de werkingskosten voor de gebruikers van mariene gegevens reduceren. Bestaande databanken en observatieprogramam’s moeten worden beoordeeld op dekking, resolutie en dataverzamelingsfrequentie. Data uit verschillende bronnen moeten op een inzichtelijke en compatibele manier worden gecompileerd en als instrument voor beter bestuur beschikbaar worden gesteld. Er staan substantiële voorbereidende acties op stapel om hydrografische, geologische, biologische en chemische datalagen op zeegebiedsniveau te verzamelen. De Commissie heeft met de hulp van haar statistische dienst sociaaleconomische gegevens per zeegebied verzameld en een aantal analytische problemen geïdentificeerd.

Het project inzake de Europese maritieme atlas heeft tot doel het publiek bewuster te maken van maritieme aangelegenheden.

4. KERNACTIES IN SECTORALE BELEIDSGEBIEDEN

Het actieplan voorziet in sectorale acties binnen alle beleidsgebieden die in verband staan met de zee, of het nu gaat om vervoer, milieu, energie, industrie en werkgelegenheid, of om onderzoek, visserij, externe betrekkingen of nog andere onderwerpen. Aan de hand van een geïntegreerde benadering zijn de verbanden tussen deze verschillende beleidsgebieden blootgelegd, synergieën geïdentificeerd en incoherenties tussen de sectoren gereduceerd. Voor bepaalde sectorale beleidsgebieden zijn belangrijke, specifiek op integratie gerichte initiatieven genomen. De uitvoering ervan zal de komende jaren een rechtstreekse impact hebben op de ontwikkeling van horizontale benaderingen in het brede GMB-kader. Twee hieronder toegelichte gevallen verdienen bijzondere aandacht.

Dankzij de invoering van de Europese strategie voor marien en maritiem onderzoek[23] beschikt Europa voor het eerst over een strategie ter bevordering van marien onderzoek. Het pionierswerk in het kader van deze strategie moet het terrein effenen voor de invoering van een Europese onderzoeksruimte die wetenschappelijke uitmuntendheid en de ontwikkeling van spitsinnovatie moet bevorderen via een betere integratie van bestaande onderzoeksinspanningen en de ontwikkeling van nieuwe multidisciplinaire wetenschappelijke capaciteiten. Deze geïntegreerde onderzoeksstrategie moet baten opleveren voor maritieme sleutelsectoren op het gebied van energie, scheepvaart en de nieuwe blauwe biotechnologieën, en bijdragen tot de verwezenlijking van de milieudoelstellingen van de EU.

De kaderrichtlijn mariene strategie[24] (KRMS) – de milieupeiler van het GMB – legt de lidstaten op tegen 2020 een goede milieusituatie in hun wateren te bereiken en zo de mariene rijkdommen die de basis vormen voor de economische en sociale mariene activiteiten, te beschermen. De tenuitvoerlegging van deze richtlijn zal profiteren van de verdere ontwikkeling van horizontale GMB-instrumenten, zoals mariene ruimtelijke ordening en EMODNET, terwijl de verschillende acties die voor de uitvoering van de richtlijn nodig zijn, zoals de sociaaleconomische analyse van menselijke activiteiten op zee die met ingang van 2012 geregeld moet worden opgeleverd, op hun beurt de verdere ontwikkeling van het GMB zullen ondersteunen. De ecosysteembenadering is inmiddels ook als leidend beginsel geïntegreerd in het gemeenschappelijk visserijbeleid, dat nauw met de KRMS is verweven. Wat de gemeenschappelijke natuurlijke rijkdommen betreft, heeft de EU het voortouw in de mondiale besluitvorming genomen en een verordening vastgesteld betreffende de bescherming van kwetsbare mariene ecosystemen in volle zee tegen de nadelige effecten van bodemvistuig[25].

Bovenop de integratie binnen bepaalde sectorale beleidsgebieden is de Commissie er bovendien in geslaagd de coördinatie te verbeteren en een omvattender, strategischer aanpak van de sectorale beleidsvorming te ontwikkelen die naar verwachting een blijvend positief effect zal sorteren en nog verder zal worden uitgebouwd.

Zo heeft de Commissie op 13 november 2008 een mededeling inzake windenergie op zee[26] aangenomen waarin wordt nagegaan hoe het potentieel waarover Europa op dit gebied beschikt, kan worden geëxploiteerd. Essentieel in dit verband is de bijdrage van maritieme ruimtelijke ordening tot de duurzame energiewinning op zee.

In zijn conclusies van 8 december 2008 over het geïntegreerd maritiem beleid toont de Raad zich verheugd over de belangrijke bijdrage die met deze mededeling tot een geïntegreerd maritiem beleid wordt geleverd, en wijst hij erop dat verder werk nodig is voor de opwekking op zee van hernieuwbare energie uit andere bronnen dan wind, zoals golven, getijden, stromingen en de thermische gradiënt[27].

In het kader van het cohesiebeleid van de EU wordt in de periode 2007-2013 financiering verleend ter ondersteuning van belangrijke programma’s met een duidelijke maritieme dimensie in onder meer de Griekse eilanden en de Oostzee. De uit het cohesiefonds gesteunde programma’s voor de ultraperifere gebieden brengen bovendien forse financieringsmogelijkheden voor acties in de maritieme sfeer met zich mee.

In de strategie zeevervoer 2009-2018[28] worden de voornaamste doelstellingen voor het Europese zeevervoerssysteem voor de komende jaren gepresenteerd. Doel van deze mededeling is te bepalen op welke essentiële actieterreinen de EU moet ingrijpen om het concurrentievermogen van de sector te versterken en tegelijkertijd de kwaliteit van de scheepvaart en de prestaties op het gebied van veiligheid, sociale aspecten en milieu te verbeteren.

Van bijzonder belang in dit verband zijn de mededeling en het actieplan met het oog op de instelling van een Europese maritieme ruimte zonder grenzen[29]. De voorgestelde maatregelen, vooral op het gebied van douane- en gezondheidscontroles, vergen verregaande sectoroverschrijdende samenwerking en moeten de administratieve procedures in het kader van zeevervoer tussen EU-havens vereenvoudigen en versnellen, en de interne markt uitbreiden tot de intracommunautaire scheepvaart. Doel hiervan is de kustvaart ( short sea shipping ) in Europa aan te moedigen en nieuwe kansen voor groei en werkgelegenheid te creëren.

Om de arbeidsomstandigheden voor zeevarenden te verbeteren, zijn elementen uit de conventie inzake maritieme arbeid van 2006 in het Gemeenschapsrecht overgenomen[30]. De Commissie is tevens bezig met een herbeoordeling van de uitsluiting van maritieme werknemers uit delen van de Europese arbeids- en sociale wetgeving.

Het GMB heeft duidelijk geleid tot betere coördinatie binnen tal van andere ter zake relevante beleidsgebieden van de EU, onder meer inzake veiligheid van navigatie en havens, bevordering van maritieme clusters en steunverlening voor de Europese scheepsbouw- en mariene-uitrustingssector overeenkomstig het LeaderSHIP 2015-proces, ontwikkeling van duurzaam kust- en maritiem toerisme en de strategie inzake de aanpassing aan de klimaatverandering.

Andere door de Commissie voorgestelde sectorale zeegerelateerde initiatieven en een aantal documenten van de Commissie die weliswaar niet rechtstreeks met de zee te maken hebben, maar toch een duidelijke maritieme dimensie vertonen, worden vermeld in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij dit voortgangsverslag hoort[31].

Zoals uit het bovenstaande blijkt, heeft de Commissie zich niet alleen gericht op de ontwikkeling van zowel horizontale als sectorale acties ter bevordering van de groei in de kustregio’s en de maritieme sectoren, maar ook op de toepassing van een meer strategische en geïntegreerde aanpak van de sectorale zeegerelateerde beleidsvorming, die naar verwachting een blijvend positief effect zal sorteren en nog verder zal worden uitgebouwd.

5. REGIONALE STRATEGIEËN

De Europese zeegebieden kunnen bogen op een buitengewone diversiteit aan ecosystemen en economische sectoren die elk hun specifieke eigenheid ontlenen aan zeer uiteenlopende geografische, klimatologische, historische, politieke en menselijke invloeden. De algemene beginselen die aan de basis van het GMB liggen, zijn weliswaar overal dezelfde, maar moeten met het oog op de toepassing van het beleid worden omgezet in gerichte strategieën en specifieke maatregelen die op maat van elk zeegebied zijn toegesneden. Daarom heeft de Commissie voor de toepassing van het GMB gekozen voor een benadering die uitgaat van het unieke karakter van elk zeegebied en erop gericht is de verschillende gebruikswijzen van elk zeegebied op een duurzame manier met elkaar in evenwicht te brengen. De zeer uiteenlopende specifieke ecologische kenmerken van de Europese zeeën staan ook centraal in de kaderrichtlijn mariene strategie (KRMS) waarin verschillende mariene gebieden worden onderscheiden.

Versterkte samenwerking met de regio waarin een bepaald zeegebied is gelegen, vormt bijgevolg een belangrijke bouwsteen van een geslaagde uitvoering van het GMB.

Tot dusverre heeft de Commissie regionale strategieën voorgesteld voor de Noordelijke IJszee en de Middellandse Zee en heeft zij een strategie gelanceerd voor de Oostzee.

In de mededeling inzake de Europese Unie en het noordpoolgebied[32] worden specifieke voorstellen gedaan om dit gebied in samenwerking met de plaatselijke bevolking te beschermen en in stand te houden, het duurzame gebruik van de hulpbronnen te bevorderen en bij te dragen tot een versterkt multilateraal bestuur. De Commissie is van plan haar inbreng in de Arctische raad te verbeteren en de dialoog met de Arctische landen te versterken.

In juni 2009 heeft de Commissie een EU-strategie voor het Oostzeegebied[33] voorgesteld. Deze eerste macroregionale EU-strategie heeft betrekking op milieu-, energie- en vervoersaangelegenheden, economisch groeipotentieel en veiligheid en beveiliging. Dankzij deze strategie, met haar sterke maritieme dimensie en geïntegreerde benadering, wordt een belangrijke eerste stap gezet naar een regionale uitvoering van het GMB in de Oostzee die zal bijdragen tot het aanpakken van de problemen in de regio, niet alleen via versterkte samenwerking tussen de lidstaten, maar ook via grensoverschrijdende netwerken en goede samenwerking met Rusland.

In haar mededeling inzake het Middellandse Zeegebied[34] suggereert de Commissie hoe in de complexe politieke context van deze regio een geïntegreerd maritiem beleid tot stand kan worden gebracht. De Middellandse Zee kan vanwege zijn half ingesloten karakter en zeer dicht bevolkte kusten slechts worden beheerd middels versterkte dialoog en samenwerking, zowel tussen de mediterrane EU-lidstaten als met de niet tot de EU behorende kuststaten. In de mededeling wordt bekeken hoe het bestuur van maritieme aangelegenheden kan worden verbeterd en hoe de kuststaten beter bij het beheer van de mariene ruimte kunnen worden betrokken.

6. PERSPECTIEVEN EN EEN VISIE VOOR DE TOEKOMST

De afgelopen twee jaar is bevestigd dat het GMB zich kan ontpoppen tot een veelbelovend beleid met een significante bijdrage tot groei, werkgelegenheid en ecologische duurzaamheid in de kustgebieden van Europa en op ruimere schaal. Dit weliswaar nog prille EU-beleid is er nu al in geslaagd de wijze waarop Europa zijn maritieme en kustrijkdommen benadert, te veranderen.

Het is nu van het grootste belang om na drie jaar intense besprekingen dit elan niet te laten verslappen en de essentiële middellange- en langetermijnproblemen op het gebied van milieubescherming, economische groei en welzijn aan te pakken. De dubbele impact van de klimaatverandering en de economische crisis is bijzonder voelbaar in de maritieme wereld. Net zoals de oceanen ons klimaat sturen, hebben de maritieme sectoren de mondialisering en het welvaartspeil aangestuurd. Precies daarom is het van zo groot belang het economische potentieel van het maritieme Europa te ontsluiten, overheidsingrijpen op zee te optimaliseren en de synergieën die het samenspel van economische groei en ecologische stabiliteit wederzijds versterken, verder te verkennen.

Volgens de Commissie kunnen deze doelstellingen het beste worden bereikt via vooruitgang op zes strategische gebieden.

Het geïntegreerde maritieme bestuur moet verder worden versterkt. De vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt, moet worden geconsolideerd in efficiënte geïntegreerde structuren op alle bestuursniveaus. De EU-instellingen, de lidstaten en de kustregio’s dienen het als hun taak te beschouwen de stroomopwaartse beleidsintegratie te waarborgen door coherente, geïntegreerde agenda’s voor maritieme zaken vast te stellen en hokjesdenken in de sectorale beleidsvorming verder tegen te gaan. Voorts moet de betrokkenheid van de belanghebbende partijen bij de maritieme beleidsvorming steviger in de bestuursstructuren worden ingebed. Dit moet tevens uitmonden in een intensere dialoog tussen de EU, de regeringen van de lidstaten en de kustregio’s, die vaak de voor een geïntegreerde aanpak van maritieme aangelegenheden vereiste knowhow in huis hebben. Om dezelfde redenen moet steun worden verleend voor de instelling van een sectoroverschrijdend platform waar maritieme aangelegenheden met de belanghebbende partijen worden besproken.

Horizontale beleidsinstrumenten zijn van essentieel belang voor de bevordering van economische ontwikkeling, milieumonitoring, veiligheid, beveiliging en wetshandhaving in Europa’s zeeën en oceanen. Met name dankzij maritieme ruimtelijke ordening, gekoppeld aan een uitgebreidere mariene kennis, kunnen aanzienlijke economische investeringsstromen weer op gang worden gebracht en kan het beheer van de maritieme ruimte met behoud van de daarin aanwezige ecosystemen fors worden verbeterd. Maritieme ruimtelijke ordening moet ingang vinden op alle relevante bestuursniveaus en moet worden uitgerust met mechanismen die een gezamenlijke besluitvorming over grensoverschrijdende investeringen waarborgen. De invoering van een geïntegreerde maritieme bewaking kan een verandering teweegbrengen in de tenuitvoerlegging van essentiële beleidsdoelstellingen door de nationale overheden. Men denke hierbij aan de strijd tegen illegale immigratie, de vrijwaring van de koopvaardij en de bescherming van de natuurlijke hulpbronnen. Lidstaten en Commissie moeten samen naar deze doelstellingen toewerken, willen zij de vruchten plukken van de processen die de afgelopen twee jaar op de rails zijn gezet.

Dankzij de afbakening van de grenzen van de duurzaamheid van menselijke activiteiten met een impact op het mariene milieu, die de komende jaren in het kader van de KRMS zal plaatsvinden, zal een platform ontstaan waarbinnen alle maritieme activiteiten, met inachtneming van de cumulatieve effecten ervan, met meer succes kunnen worden ontwikkeld. Bijgevolg blijft de tenuitvoerlegging van die richtlijn een essentiële doelstelling van het GMB, dat hiertoe de vereiste samenwerking tussen alle relante sectoren en diensten moet ontwikkelen, onder meer tussen de mariene wetenschap en het beleid op het gebied van het mariene milieu.

Op specifieke zeegebieden gebaseerde strategieën zijn van essentieel belang voor een geslaagde tenuitvoerlegging van het GMB. Binnen elke specifieke strategie kunnen de beleidsprioriteiten en -instrumenten worden aangepast aan de kenmerkende geografische, economische en politieke omstandigheden in elke grote maritieme regio. Samenwerking met en tussen lidstaten en regio’s die een zeegebied delen, waar nodig geflankeerd door een adequate dialoog met derde landen die een zeegebied met de EU delen, is een voorwaarde voor succes. Maatregelen op het niveau van delen van zeegebieden kunnen eveneens nuttig zijn voor de vaststelling van positieve voorbeelden en beste praktijken.

Voorts moet meer aandacht worden besteed aan de internationale dimensie van het GMB [35], zoals blijkt uit de mededeling daarover die samen met dit verslag is bekendgemaakt. Europa moet, analoog aan zijn inspanningen tegen piraterij en destructieve visserijpraktijken, het voortouw nemen op het gebied van beter mondiaal maritiem bestuur. De Commissie is van plan de dialoog met een beperkt aantal grote maritieme partners en haar deelname aan internationale fora en informele processen te versterken.

Gezien de huidige economische achteruitgang moet bij de uitvoering van het GMB de klemtoon weer worden gelegd op duurzame economische groei, werkgelegenheid en innovatie . Met het oog daarop moet de EU in de toekomst inzetten op synergieën tussen het Europese energiebeleid en het GMB ter bevordering van de winning van (onder meer hernieuwbare) energie op zee en een toenemend gebruik van de zee als kanaal voor het transport van energie via pijplijnen, onderwaternetwerken en vaartuigen. Voorts zal de band tussen het klimaatveranderingsbeleid van de EU en het GMB moeten worden versterkt aan de hand van een strategie voor de aanpassing aan de klimaatverandering in kust- en maritieme gebieden die gericht is op de bescherming van de kustinfrastructuur en de instandhouding van de mariene biodiversiteit. In het kader van het lopende debat over territoriale cohesie dient erop te worden toegezien dat de maritieme en de kustgebieden ten volle in aanmerking worden genomen.

In het belang van de intermodaliteit, de uitvoering van het concept inzake snelwegen op zee en de verbetering van het EU-programma voor de kustvaart zal de EU meer werk moeten maken van het maritieme vervoer. Nog steeds met de economische ontwikkeling van maritieme activiteiten voor ogen, moet worden nagegaan hoe zowel de werkgelegenheid in de maritieme sector als de investeringen in de scheepvaart die onder EU-vlaggen plaatsvindt, verder kunnen worden gestimuleerd zonder dat daarbij het streven naar schonere schepen wordt losgelaten. Steun voor innovatie en onderzoek met het oog op de constructie van vaartuigen met een zeer lage of zelfs een nulemissie zal een belangrijk onderdeel blijven uitmaken van het antwoord van de Gemeenschap op de problemen van de strategisch belangrijke scheepsbouwsector. Op die manier kan de EU de Europese scheepswerven en de mariene-uitrustingssector een technologisch concurrentievoordeel ten opzichte van regio’s elders ter wereld geven en het maritieme vervoer met name langs de Europese kusten veiliger en duurzamer maken.

Tot slot onderzoekt de Commissie in het kader van de volgende financiële vooruitzichten de toekomstige financieringsbehoeften voor eventuele GMB-acties.

De Commissie is van plan om in 2010 na overleg met de belanghebbende partijen een beleidsdocument op te stellen waarin zij ingaat op projecten en initiatieven voor de verdere ontwikkeling van de hierboven beschreven zes strategische doelstellingen.

[1] “Een geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie” – COM(2007) 575 definitief van 10.10.2007

en SEC(2007) 1278 van 10.10.2007.

[2] 16616/1/07 REV 1.

[3] 16503/1/08 REV 1.

[4] Niet het minst dankzij het verslag van wijlen Willi Piecyk, lid van het Europees Parlement: A6-0163/2008 (Commissie voor vervoer en toerisme).

[5] CvdR 22/2008 fin, goedgekeurd op 9 april 2008.

[6] CvdR 416/2008 fin, goedgekeurd op 17 juni 2009.

[7] PB 2008/C 211/07.

[8] COM(2008) 395 definitief van 26.6.2008.

[9] Zie “Inforegio panorama” nr. 23 van september 2007, ISSN 1608-389X.

[10] Landesinitiative Zukunft Meer, http://www.schleswig-holstein.de.

[11] Charte des espaces côtiers Bretons, http://www.bretagne.fr/.

[12] Espace Manche: un monde en Europe, http://www.arcmanche.com.

[13] Zie http://www.mif-eu.org.

[14] http://www.european-network-of-maritime-clusters.eu/.

[15] De volledige documentatie over de Europese Maritieme Dag is te vinden op: http://ec.europa.eu/maritimeaffairs/maritimeday/index_en.html.

[16] COM(2008) 791 definitief van 25.11.2008.

[17] http://ec.europa.eu/maritimeaffairs/spatial_planning_en.html#6.

[18] http://ec.europa.eu/environment/iczm/ourcoast.htm.

[19] SEC(2008) 2337.

[20] COSDP 949, PESC 1366.

[21] Uitnodigingen tot het indienen van voorstellen MARE/2008/13 en 2009/04.

[22] COM(2009) 538 definitief van 14.10.2009 en SEC(2009) 1341.

[23] COM(2008) 534 definitief van 3.9.2008.

[24] Richtlijn 2008/56/EG van 17 juni 2008.

[25] Verordening (EG) nr. 734/2008, PB L 201 van 30.7.2008, blz. 8.

[26] COM(2008) 768 definitief van 13.11.2008.

[27] Punt 8 van Raadsdocument 16503/1/08 Rev. 1 van 5.12.2008.

[28] COM(2009) 8 definitief van 21.1.2009.

[29] COM(2009) 10 definitief van 21.1.2009.

[30] Richtlijn 2009/13/EG.

[31] SEC(2009) 1343.

[32] COM(2008) 763 definitief van 20.11.2008.

[33] COM(2009) 248 definitief en SEC(2009) 712 van 10.6.2009.

[34] “Naar een geïntegreerd maritiem beleid voor beter bestuur in het Middellandse Zeegebied”, COM(2009) 466 definitief van 11.9.2009.

[35] "Ontwikkeling van de internationale dimensie van het geïntegreerd maritiem beleid van de Europese Unie", COM(2009) 536 definitief van 14.10.2009.