52009DC0400

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comite en het Comite van de Regio's - Integratie van duurzame ontwikkeling in het EU-beleid : toetsing 2009 van de strategie van de Europese Unie voor duurzame ontwikkeling /* COM/2009/0400 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 24.7.2009

COM(2009) 400 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN HET COMITE VAN DE REGIO'S

Integratie van duurzame ontwikkeling in het EU-beleid: toetsing 2009 van de strategie van de Europese Unie voor duurzame ontwikkeling

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN HET COMITE VAN DE REGIO'S

Integratie van duurzame ontwikkeling in het EU-beleid: toetsing 2009 van de strategie van de Europese Unie voor duurzame ontwikkeling

1. INLEIDING

In het Verdrag is duurzame ontwikkeling vastgelegd als overkoepelende langetermijndoelstelling van de EU. De strategie voor duurzame ontwikkeling van de Europese Unie (EU-SDO), die in 2006 is herzien, is een kader voor een langetermijnvisie op duurzaamheid, waarin economische groei, sociale cohesie en milieubescherming hand in hand gaan en elkaar ondersteunen om hetzelfde doel te bereiken.

In de voorbije jaren heeft de Europese Unie de doelstelling duurzame ontwikkeling in een hele reeks beleidsterreinen geïntegreerd. Meer in het bijzonder heeft zij internationaal het voortouw genomen bij de bestrijding van de klimaatverandering en zich ingezet voor een koolstofarme kenniseconomie met een efficiënt gebruik van hulpbronnen. Tegelijk tekenen zich op verschillende terreinen niet-duurzame tendensen af, ondanks het feit dat een hele reeks positieve beleidsmaatregelen is genomen. De vraag naar natuurlijke hulpbronnen is snel gegroeid en overtreft de draagkracht van de aarde op lange termijn. De biodiversiteit gaat er wereldwijd op achteruit en grote ecosystemen staan steeds meer onder druk. Het energieverbruik van het vervoer blijft stijgen. De armoede in de wereld blijft bestaan: om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te halen zullen zware inspanningen nodig zijn.

De huidige economische en financiële crisis heeft aangetoond dat duurzaamheid ook cruciaal is voor onze financiële systemen en de economie in haar geheel. De crisis treft alle sectoren van de economie, gezinnen, bedrijven en de werkgelegenheid. Uit de jongste gegevens blijkt dat de situatie op de arbeidsmarkten in de EU verder verslechtert als reactie op de economische crisis. De werkloosheid neemt toe, het aantal beschikbare banen gaat nog steeds in dalende lijn en het bedrijfsleven blijft forse ontslagen in verschillende sectoren aankondigen. De kwetsbaarste lagen van de beroepsbevolking zijn het zwaarst getroffen.

In antwoord op de economische en financiële crisis hebben de EU en haar lidstaten maatregelen getroffen om het financiële stelsel te hervormen, de reële economie te ondersteunen, de werkgelegenheid te stimuleren en bij te dragen tot het algemeen herstel. In november 2008 heeft de Commissie een grootscheeps herstelplan voor groei en banen gestart[1]. Het herstelplan omvat maatregelen om de vraag aan te wakkeren, het vertrouwen te herstellen en werkgelegenheid en sociale integratie te bevorderen. Het plan houdt ook voorstellen in voor "slimme investeringen" in de vaardigheden en technologieën van morgen met het oog op meer groei en duurzame welvaart op lange termijn.

Het is van cruciaal belang dat maatregelen om de reële economie te ondersteunen en de sociale effecten van de huidige crisis te verminderen, compatibel zijn met langetermijndoelstellingen inzake duurzaamheid. De EU moet de crisis ombuigen tot een kans om financiële en ecologische duurzaamheid te creëren en een dynamische, koolstofarme, op kennis gebaseerde, geïntegreerde samenleving met een efficiënt energiegebruik te ontwikkelen en deze aanpak wereldwijd te bevorderen. Het herstelplan en de overeenkomstige nationale plannen omvatten al een aantal initiatieven ter ondersteuning van dit doel. Er worden inspanningen geleverd om de crisis te bestrijden, met name in het kader van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid, met de nadruk op groene groei. Op korte termijn dragen groene maatregelen bij tot het herstel van de economie en het creëren van werkgelegenheid. Op middellange en lange termijn stimuleren zij ook nieuwe technologieën en verminderen zij onze bijdrage tot de klimaatverandering, de uitputting van natuurlijke hulpbronnen en de aantasting van de ecosystemen.

De Europese Raad van december 2007 heeft de Commissie gevraagd tegen juni 2009 een tweede voortgangsverslag[2] over de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling voor te leggen. Deze toetsing vormt een antwoord op de vraag van de Europese Raad.

In aanvulling op deze toetsing zal Eurostat later in 2009 een controleverslag over de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling publiceren, waarin de vorderingen aan kwantitatieve indicatoren worden getoetst.

2. DE GROEIENDE ROL VAN DUURZAME ONTWIKKELING IN DE BELEIDSVORMING VAN DE EU

In de afgelopen jaren heeft de EU blijk gegeven van een vastberaden engagement voor duurzame ontwikkeling en de dimensie duurzaamheid met succes in talrijke beleidsterreinen geïntegreerd. Het EU-beleid inzake klimaatverandering en energie toont duidelijk aan welk effect de strategie voor duurzame ontwikkeling op de politieke agenda heeft gehad. De EU heeft een aanvang gemaakt met het integreren van de dimensie duurzaamheid in vele andere beleidsterreinen.

De EU-agenda voor betere regelgeving heeft bijgedragen tot het integreren van beleidsdoelstellingen en het verbeteren van de rentabiliteit van beleidsbeslissingen. Daartoe is de wetgeving van de EU vereenvoudigd en is de administratieve rompslomp beperkt. Ook de rol van effectbeoordeling moet de nodige aandacht krijgen. Het systeem van de Commissie voor effectbeoordeling draagt bij tot duurzame ontwikkeling doordat het de potentiële effecten van nieuwe wetgeving of beleidsvoorstellen op economisch, sociaal en milieugebied via een geïntegreerde aanpak evalueert.

De nieuwe sociale agenda van de Commissie presenteert een geïntegreerde en alomvattende aanpak en diverse beleidsinitiatieven op verschillende beleidsterreinen[3]. De nieuwe sociale agenda legt de klemtoon op het belang dat de Commissie aan de duurzame ontwikkeling van onze samenlevingen hecht en kondigt de ontwikkeling aan van welzijnsdoelstellingen die verder zullen gaan dan het bruto binnenlands product.

De werkgelegenheidsrichtsnoeren maken deel uit van de Europese werkgelegenheidsstrategie en bieden een kader voor het ontwikkelen en uitvoeren van maatregelen die in overeenstemming met de doelstellingen van een duurzame strategie zijn. Zo bijvoorbeeld steunt de EU via de structuurfondsen de activiteiten van de lidstaten voor een koolstofarme economie met een efficiënt gebruik van de hulpbronnen. De verdere ontwikkeling van de koolstofarme economie zal ook essentieel zijn om de EU terug op het spoor naar herstel te helpen.

Sociaal verantwoord ondernemen vormt een gelegenheid voor bedrijven om economische, sociale en milieudoelstellingen te combineren. Een krachtiger engagement van het Europese bedrijfsleven voor sociaal verantwoord ondernemen zal de Europese capaciteit voor duurzame ontwikkeling versterken. De Commissie en talrijke EU-lidstaten hebben hun inspanningen ter bevordering van sociaal verantwoord ondernemen opgevoerd, met de nadruk op een dialoog tussen de diverse actoren.

De EU heeft ook vorderingen geboekt bij de integratie van de SDO-agenda in haar extern beleid, bijvoorbeeld via duurzaamheidseffectbeoordelingen in het kader van de voorbereiding van vrijhandelsovereenkomsten en de werkzaamheden betreffende klimaatverandering.

De lidstaten werken ook aan de ontwikkeling van innovatieve oplossingen die van belang zijn voor de agenda duurzame ontwikkeling. Bij de evaluatie van beleidskeuzes wordt steeds vaker gebruik gemaakt van schaduwprijzen voor koolstof om de sociale kosten van de uitstoot van broeikasgassen weer te geven. Frankrijk heeft zich voor de periode 2007-2013 verbonden tot het verrichten van koolstofneutrale investeringen met de middelen van het cohesiebeleid. Een ander voorbeeld is de toewijzing van "koolstofbegrotingen" aan ministeries in het VK. Er zijn ook vorderingen gemaakt met de verrekening van koolstof in bedrijven. Voorts is uit proeven in een aantal lidstaten gebleken dat het energieverbruik door het gebruik van intelligente meters met 10% kan worden verlaagd. Sommige lidstaten hebben, ten dele met financiële steun, nieuwe systemen voor energieaudits ontwikkeld, wat ertoe heeft bijgedragen het energieverbruik in de bouwsector aanzienlijk te verlagen. In Frankrijk hebben vertegenwoordigers van regering, bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld in het kader van het "Grenelle environnement" (milieu- en duurzaamheidsprogramma) een debat op hoog niveau over nieuwe maatregelen voor duurzame ontwikkeling gevoerd.

3. VORDERINGEN BIJ DE EU-STRATEGIE VOOR DUURZAME ONTWIKKELING

Dit deel bevat een overzicht van de vorderingen die sinds het vorige verslag in oktober 2007 op EU-niveau zijn gemaakt met de zeven belangrijkste uitdagingen en horizontale onderwerpen. Het is niet bedoeld als een uitputtende lijst van alle genomen maatregelen maar wel als een overzicht van de belangrijkste initiatieven op de verschillende terreinen. Het Eurostat-verslag over de indicatoren, dat is gebaseerd op de EU-indicatoren voor duurzame ontwikkeling en later in de herfst 2009 zal worden gepubliceerd, zal nadere gegevens over de vorderingen ter plaatse bevatten. Een aantal voorlopige resultaten van dit verslag[4] zijn al in deze toetsing opgenomen.

Klimaatverandering en schone energie

Hoewel de uitstoot van broeikasgassen in de EU in de periode 2000-2004 is toegenomen, is deze tendens in de afgelopen drie jaar in gunstige zin omgebogen, zodat de EU op weg is om haar doelstellingen van het Kyotoprotocol te halen. Indien het beleid inzake de wereldwijde klimaatverandering niet snel in de praktijk wordt omgezet, zal de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd in 2020 evenwel minstens 60% hoger liggen dan in 1990[5]. Het aandeel van hernieuwbare grondstoffen in het bruto binnenlands energieverbruik groeit weliswaar sneller sinds 2002, maar is nog ver verwijderd van het streefcijfer van 12% in 2010.

In de afgelopen jaren heeft de EU het voortouw genomen bij de strijd tegen de klimaatverandering. In december 2008 heeft de EU-wetgever zijn goedkeuring verleend aan een klimaat- en energiepakket[6], dat ambitieuze doelstellingen voor de EU omvat. De EU heeft zich unilateraal ertoe verbonden haar totale uitstoot tegen 2020 te verlagen met 20% vergeleken met de cijfers van 1990, en dat cijfer zelfs op te trekken tot 30% indien in december 2009 in Kopenhagen een alomvattende internationale klimaatovereenkomst tot stand komt. De EU heeft zich ook tot doel gesteld het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in het energiegebruik tegen 2020 met 20% te verhogen. Als onderdeel van het pakket is de richtlijn betreffende de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap[7] gewijzigd en zijn richtlijnen betreffende het afvangen en opslaan van koolstof[8] en betreffende hernieuwbare energiebronnen[9] goedgekeurd. Het energie-efficiencypakket versterkt de belangrijkste wetgeving inzake de energieprestaties van gebouwen[10] en energieverbruikende producten[11]. Bijkomende energiebesparingen zullen worden opgeleverd door de uitbreiding van de richtlijn ecologisch ontwerp[12] tot energiegerelateerde producten overeenkomstig het actieplan voor duurzame consumptie en productie/duurzame industriële productie[13]. De regels betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) zijn gewijzigd[14] en omvatten thans ook steun voor duurzame energie in de sector huisvesting, wat een verdere stimulans voor investeringen in die sector betekent. Het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET)[15] versnelt de ontwikkeling en het gebruik van rendabele koolstofarme technologieën. Voorts is in 2009 een mededeling goedgekeurd inzake de inzet van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) voor het vergemakkelijken van de overgang naar een energie-efficiënte economie[16].

De overeenstemming over het klimaat- en energiepakket was een belangrijke prestatie in het licht van de economische crisis en betekent een belangrijke bijdrage van de EU tot de inspanningen voor het sluiten van een alomvattende overeenkomst inzake klimaatverandering in Kopenhagen. De broeikasgasemissies in de EU vertegenwoordigen echter slechts een klein aandeel van de emissies wereldwijd. De EU is weliswaar op schema om haar doelstellingen voor het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen overeenkomstig het Kyotoprotocol te halen, maar wereldwijd ligt de uitstoot van CO2 vandaag circa 40% hoger dan in 1990, het startjaar van Kyoto[17]. Er wordt geraamd dat, wil men de gemiddelde temperatuurstijging wereldwijd beperken tot minder dan 2°C vergeleken met het pre-industriële peil, de totale uitstoot van broeikasgassen tegen 2050 tot minder dan 50% van het peil van 1990 moet worden teruggebracht[18]. Om een duurzame toekomst voor onze aarde veilig te stellen zal het van essentieel belang zijn de internationale onderhandelingen over de klimaatverandering in Kopenhagen met succes af te ronden.

Het Witboek betreffende de aanpassing aan de klimaatverandering[19] tekent een kader uit om de kwetsbaarheid van de EU voor de effecten van de klimaatverandering te verminderen, met de klemtoon op het integreren van aanpassingsmaatregelen in de belangrijkste beleidsterreinen en beleidsmaatregelen van de EU, kennisvergaring en het versterken van de internationale samenwerking.

Duurzaam vervoer

Hoewel de groei van het BBP hoger lag dan de groei van het energieverbruik in de vervoersector, blijven het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen door het vervoer stijgen. Terwijl zich bij het personenvervoer een ontkoppeling tussen de vervoersvolumes en de economische groei aftekent, is het vrachtvervoer sneller gegroeid dan het BBP. Lawaai en luchtverontreiniging als gevolg van het vervoer blijven belangrijke problemen in de hele EU en hebben ernstige gevolgen voor de gezondheid.

In het kader van het klimaat- en energiepakket[20] heeft de EU zich ertoe verbonden tegen 2020 10% van haar verbruik van vervoersbrandstof uit hernieuwbare energiebronnen te halen (met inbegrip van biobrandstoffen, hernieuwbare elektriciteit en waterstof). Aan dit streefcijfer zijn bindende duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen gekoppeld, die in de richtlijn hernieuwbare energie[21] en de richtlijn brandstofkwaliteit[22] zijn opgenomen.

Belangrijke ontwikkelingen van het EU-beleid zijn onder meer het pakket groen vervoer, dat betrekking heeft op de vergroening van het vervoer[23], de internalisering van externe kosten[24] en de vermindering van het lawaai van spoorvervoer[25]. Het pakket omvat ook een voorstel over de internaliseringskosten van vrachtwagens[26]. In april 2009 is een verordening tot vaststelling van bindende streefcijfers voor CO2-emissies van nieuwe personenwagens goedgekeurd[27].

Verdere resultaten zijn de goedkeuring van een richtlijn betreffende de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen[28], een actieplan voor de invoering van intelligente vervoerssystemen[29] en het opstarten van nieuwe maatregelen in aansluiting op het Groenboek over stedelijke mobiliteit. Voorts is overeengekomen om de luchtvaart vanaf 2012 in de EU-regeling voor de emissiehandel op te nemen. In de zeevaartsector omvatten de maatregelen de goedkeuring, uiterlijk in 2018, van het pakket maritieme veiligheid en de maritieme vervoersstrategie[30].

Voorts is een nieuwe richtlijn betreffende de etikettering van autobanden[31] goedgekeurd, alsook een verordening betreffende de beperking van het rolgeluid van banden, weerstandsnormen en het gebruik van waarschuwingssystemen voor de bandendruk[32].

Bij de uitwerking van het EU-vervoerbeleid is het essentieel rekening te houden met alle duurzaamheidselementen (zoals emissies, lawaai, bodemgebruik en biodiversiteit) en de maatregelen te baseren op een langetermijnconcept van de duurzame mobiliteit van mensen en goederen dat het volledige vervoersstelsel[33] omvat, en op complementaire werkzaamheden op EU-, nationaal en regionaal niveau.

Duurzame consumptie en productie

Veranderingen in duurzame consumptie en productie vertonen een eerder gemengd beeld, waarbij sommige vorderingen worden bereikt door het ontkoppelen van enerzijds milieuaantasting en het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en anderzijds economische groei. De consumptiepatronen, vooral van energieverbruik, tonen echter een duidelijk ongunstige ontwikkeling, terwijl zich bij de productiepatronen een positief beeld aftekent.

Het Actieplan inzake duurzame consumptie en productie en een duurzaam industriebeleid[34] zal bijdragen tot het verbeteren van de milieuprestatie van producten, de vraag naar duurzamere goederen en productietechnologieën stimuleren en de innovatie bevorderen. Het actieplan is vergezeld van voorstellen voor de wijziging van de richtlijnen ecologisch ontwerp en energie-etikettering en de herziening van de milieukeurverordening en de EMAS-verordening[35]. De kleinhandel speelt een essentiële rol bij het bepalen van de keuze van de consument. Er is een forum opgericht om de ecologische voetafdruk van de kleinhandel te verminderen en de consument beter te informeren.

Op het gebied van groene overheidsopdrachten (GPP) zijn belangrijke beleidsinitiatieven genomen zoals de Energy Star-verordening[36] en een mededeling over overheidsopdrachten voor een beter milieu[37], waarin wordt voorgesteld dat de lidstaten met ingang van 2010 vrijwillig een streefcijfer van 50% groene overheidsopdrachten halen. De Commissiediensten hebben voor tien prioritaire product- en dienstengroepen (onder meer vervoer, levensmiddelen, bouw en kantooruitrusting) GPP-criteria ontwikkeld, die zij ter goedkeuring aan de lidstaten hebben voorgelegd.

De tenuitvoerlegging van het actieplan milieutechnologieën (ETAP) en de werkzaamheden voor de meting van ecologische innovaties zijn gevorderd. De herziene richtsnoeren inzake staatssteun voor het milieu voorzien in een bonus van 10% voor het maximale steunpeil van investeringen in ecologische innovatie[38]. De richtlijn betreffende geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging[39] is een belangrijk instrument voor duurzame productie en ecologische innovatie, dat nog zal worden versterkt door het voorstel voor een richtlijn betreffende industriële emissies[40].

2008 vormde een doorbraak met de implementatie van de nieuwe EU-voorschriften inzake chemische stoffen REACH en de start van de werkzaamheden van het nieuwe Europese Agentschap voor Chemische stoffen (ECHA). Daarnaast zijn nieuwe regels inzake indeling, etikettering en verpakking van chemische stoffen in werking getreden.

Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen

Hoewel zich positieve ontwikkelingen hebben voorgedaan in verband met de status en het gebruik van water en lucht, blijft de menselijke activiteit de biodiversiteit en natuurgebieden bedreigen.

De vraag naar natuurlijke hulpbronnen wereldwijd neemt snel toe en zal blijven groeien door de aanwas van de wereldbevolking, die in 2050 naar schatting negen miljard zal bedragen. Gemeten aan de hand van de ecologische voetafdruk zou dit betekenen dat de draagkracht van de aarde op lange termijn met 30% wordt overschreden[41].

De biodiversiteit neemt wereldwijd af en er zijn geen aanwijzingen dat deze tendens wordt omgekeerd of vertraagd. De EU zal haar doelstelling 2010 - stopzetting van het verlies aan biodiversiteit - waarschijnlijk niet kunnen halen[42]. De Europese visbestanden zijn gedurende decennia overbevist[43]. Het jaarlijks verlies aan ecosysteemdiensten wordt geraamd op een equivalent van 50 miljard euro en de gecumuleerde welvaartsverliezen tegen 2050 worden geraamd op een equivalent van 7% van het BBP[44].

Vergeleken met de voorafgaande jaren blijven de bosecosystemen in de EU stabiel. Zij worden echter in toenemende mate aangetast door stormen, branden, plagen en andere schadelijke effecten die verband houden met de klimaatverandering. De bodemkwaliteit blijft er als gevolg van de klimaatverandering op achteruitgaan. Ecosysteemdiensten zijn in het algemeen belangrijk in deze context, omdat zij onder meer extreme weersomstandigheden opvangen, klimatologische effecten afzwakken en de biodiversiteit in stand houden.

De initiatieven van de EU omvatten onder meer het EU-grondstoffeninitiatief[45], waarin een geïntegreerde strategie wordt voorgesteld voor het aanpakken van de diverse problemen bij de toegang tot grondstoffen, met inbegrip van secundaire grondstoffen die in de EU door meer en betere recycling kunnen worden verkregen. Het internationale panel voor duurzaam beheer van hulpbronnen[46] is in november 2007 door het VN-milieuprogramma en de Commissie opgestart. Er is nieuwe wetgeving betreffende de afzet van zaden en teeltmateriaal uitgewerkt om de achteruitgang van de biodiversiteit te helpen stoppen[47].

Met de herziene kaderrichtlijn afval[48] beschikt de EU over een belangrijke troef om het beheer van materiële hulpbronnen te versterken en de efficiency van hulpbronnen te verbeteren. De richtlijn verduidelijkt basisconcepten zoals de afvalhiërarchie, afvalpreventie en de integratie van het levenscyclusconcept. In de richtlijn worden belangrijke doelstellingen voor het recycleren van afval tegen het jaar 2020 vastgesteld: 50% voor het recycleren van huishoudelijk afval en 70% voor het recycleren van bouw- en sloopafval.

Via de uitvoering van de richtlijnen vogels en habitats hebben de lidstaten specifieke maatregelen voor de bescherming van de biodiversiteit genomen. De voltooiing van het netwerk Natura 2000 en het goed beheer van soorten en habitats laten evenwel nog op zich wachten.

De belangrijkste maatregelen voor waterbeheer omvatten de verdere toepassing van de kaderrichtlijn water en van het communautaire beleid ter bestrijding van waterschaarste en droogte[49]. Het doel van de richtlijn is ervoor te zorgen dat alle waterlichamen een goede milieukwaliteit hebben tegen 2015. Dit is een ernstige uitdaging, aangezien van de meeste waterlichamen in de EU is geconstateerd dat zij de doelstellingen van de richtlijn waarschijnlijk niet zullen halen indien de nodige stappen uitblijven. De kaderrichtlijn water is aangevuld met een richtlijn tot vaststelling van milieukwaliteitsnormen voor een aantal prioritaire chemische stoffen[50].

Het geïntegreerd maritiem beleid, dat in oktober 2007 is gestart, bevat een gemeenschappelijk kader voor alle maritieme beleidsaspecten in de EU en heeft sectoroverschrijdende instrumenten ingevoerd om ervoor te zorgen dat het mariene milieu (oceanen, zeeën en kustlijnen) op werkelijk duurzame wijze wordt gebruikt. Er is belangrijke vooruitgang geboekt bij de sectorale beleidsinitiatieven op maritiem gebied[51]. Er zijn strategieën voor het bekken van de Noordelijke IJszee, de Oostzee en de Middellandse Zee uitgewerkt, waarmee de specifieke problemen van deze waterlichamen zullen worden aangepakt.

Het groenboek over de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid[52] biedt een overzicht van de stand van zaken in de Europese visserij en een analyse van het huidige visserijbeleid. Het stimuleert en ondersteunt het publieke debat over de wijze waarop de duurzaamheid en de levensvatbaarheid van de visserijsector op lange termijn kunnen worden gegarandeerd.

Volksgezondheid

De ontwikkeling van de volksgezondheid in de EU vertoont in het algemeen een eerder gemengd beeld. De levensverwachting in goede gezondheid neemt in Europa langzaam maar zeker toe. De verbeteringen van de gezondheidssituatie blijken uit de dalende sterftecijfers als gevolg van chronische ziekten en zelfdoding. Ook het aantal ernstige arbeidsongevallen neemt af. De blootstelling aan luchtverontreiniging en de productie van toxische chemische stoffen nemen echter toe en er ontstaan nog andere problemen.

Met de goedkeuring van de EU-gezondheidsstrategie in oktober 2007[53] is de aanzet gegeven tot een geïntegreerde aanpak voor het bereiken van vooruitgang en duurzaamheid in het leven van de EU-burgers.

De maatregelen voor het bevorderen van een goede gezondheid, het verminderen van ongelijkheden op gezondheidsgebied en het verhogen van de bescherming tegen bedreigingen van de gezondheid, omvatten onder meer onderzoek van ernstige en chronische ziekten zoals kanker en van zeldzame ziekten. Verschillende beleidsinitiatieven hadden betrekking op geestelijke gezondheid, alcohol, zwaarlijvigheid en tabak, en de bestrijding van hiv/aids. De gezondheidsindicatoren van de Europese Gemeenschap (ECHI)[54] bevatten informatie over de gezondheidstoestand, met inbegrip van het aantal gezonde levensjaren, alsook levensstijlgebonden gezondheidsfactoren en milieuverontreiniging.

Het Europees Parlement en de Raad zijn het eens geworden over een nieuw juridisch kader voor het duurzaam gebruik van pesticiden[55], dat een belangrijke verbetering op het gebied van milieubescherming en veiligheid vertegenwoordigt. De bestaande communautaire fytosanitaire regeling wordt thans geëvalueerd en bijgewerkt[56].

De nieuwe EU-regeling voor de toelating van toevoegingen in dierenvoeding[57] is een van de speerpunten van innovatie in de sector dierenvoeding en de verbetering van de omzettingscoëfficiënt voor dierenvoeding. Het actieplan voor de tenuitvoerlegging van de nieuwe strategie voor diergezondheid[58] omvat verschillende initiatieven om de normen voor de gezondheid van mens en dier op een duurzaam hoog niveau te handhaven.

Ook door financiële steun voor research en geavanceerde diensten voor e-gezondheidszorg draagt de Commissie bij tot een betere gezondheid, bijvoorbeeld door het gebruik van ICT in Europese stelsels voor gezondheidszorg te stimuleren.

In 2009 heeft de Commissie een initiatief voor de gezondheid van jongeren opgestart, dat tot doel heeft de gezondheid en het welzijn van jongeren te verbeteren. De Commissie heeft ook haar samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie voortgezet in verband met kwesties zoals klimaatverandering, kwaliteit van de binnenlucht, bestrijding van tabaksgebruik en ongevallenpreventie.

Sociale integratie, demografie en migratie

Het aantal werkloze gezinnen, de inkomensongelijkheid en de werkloosheid op lange termijn zijn verminderd, maar het aantal werkende armen en het algemene armoederisico zijn niet gewijzigd. De doelstelling dat ten minste de helft van de oudere werknemers tegen 2010 actief is, zal waarschijnlijk worden gehaald, maar de doelstelling om de gemiddelde pensioenleeftijd tegen 2010 tot 65 jaar op te trekken zal waarschijnlijk niet worden gehaald. Uit demografische tendensen blijkt dat de bevolking in de beroepsactieve leeftijd in EU-27 tegen 2013 zal beginnen af te nemen en tegen 2050 zal dalen met circa 39 miljoen (12%) vergeleken met 2008[59].

Het demografisch potentieel van Europa maximaal benutten blijft een belangrijke uitdaging: optrekken van werkgelegenheid en productiviteit en geslaagde integratie van migranten. Er zijn verdere inspanningen nodig om discriminatie van migranten te bestrijden.

De beleidsvorderingen omvatten onder meer een aanbeveling van de Commissie van oktober 2008 over de actieve integratie van mensen die van de arbeidsmarkt zijn uitgesloten. De hervormingen van de lidstaten op het gebied van sociale integratie en sociale bescherming zijn gestimuleerd in het kader van de open coördinatiemethode. De EU-structuurfondsen steunen de lidstaten bij de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Over de periode 2007-2013 wordt circa 10 miljard euro voor die doelstellingen uitgetrokken.

Het tweede demografisch verslag[60] is in 2008 gepubliceerd in samenwerking met het Europees Demografieforum. Voorts is een Europese Alliantie voor het gezin opgericht, alsook een nieuwe adviesgroep demografische kwesties op regeringsniveau.

Het vergrijzingsverslag van de Commissie van 2009[61] bevat een uitvoerige langetermijnanalyse tot 2060 van de economische en budgettaire effecten van een vergrijzende bevolking.

In het kader van het actieplan ter verbetering van de levenskwaliteit van ouderen in de informatiemaatschappij is een actieprogramma voor onderzoek naar ondersteuning van de woonomgeving (Ambient Assisted Living – AAL) goedgekeurd[62], waarvoor circa 150 miljoen euro is uitgetrokken.

Op migratiegebied zet de EU zich in voor de verbetering van het beheer van migratiestromen, de coördinatie van nationale integratiemaatregelen en de bestrijding van illegale migratie. In het kader van de tenuitvoerlegging van het beleidsplan voor legale migratie zijn wetgevingsvoorstellen ingediend voor de harmonisatie van de toelatingsprocedures, de criteria en de rechten van bepaalde categorieën onderdanen van derde landen[63]. De Europese blauwe kaart voor hooggekwalificeerde migranten is een realiteit geworden[64]. De bestrijding van illegale immigratie is aangescherpt door de goedkeuring van de "Terugkeerrichtlijn" en een richtlijn tot vaststelling van sancties voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen[65].

Er zijn handboeken over integratie voor beleidsmakers en mensen uit de praktijk opgesteld en er is een Europese één-loket-website voor integratie gecreëerd[66] alsook een Europees integratieforum. Het Europees fonds voor integratie heeft de lidstaten 825 miljoen euro voor de periode 2007-2013 verstrekt.

De mededeling over een gemeenschappelijk immigratiebeleid voor Europa[67] en het Europees Pact inzake Immigratie en Asiel[68] hebben de basis gelegd voor een coherente aanpak in de toekomst. De Europese Raad van zijn kant heeft besloten om vanaf juni 2010 jaarlijks een debat over het immigratie- en asielbeleid te houden.

Armoede in de wereld en uitdagingen voor duurzame ontwikkeling

In 2008 heeft de EU de dalende tendens van de officiële ontwikkelingshulp van 2007 omgebogen. Desondanks zien de vooruitzichten voor de komende jaren er eerder ongunstig uit, omdat vele lidstaten nog ver verwijderd zijn van hun individuele doelstellingen voor 2010[69]. De meeste andere indicatoren voor de mondialisering van de handel, de financiering van duurzame ontwikkeling en het wereldwijde beheer van hulpbronnen vertonen echter een gunstige tendens.

Het is absoluut noodzakelijk partners uit derde landen te betrekken bij het aanpakken van wereldwijde uitdagingen voor duurzame ontwikkeling. De EU blijft samenwerken met derde landen en regio's, zowel bilateraal als in de context van multilaterale fora zoals de G8, de VN-commissie voor duurzame ontwikkeling, het VN-milieuprogramma, andere desbetreffende VN-organen en de OESO. Op de bijeenkomst van de VN-commissie voor duurzame ontwikkeling in mei 2009 is overeengekomen dat voedselzekerheid op lange termijn alleen kan worden bereikt indien bij de toekomstige beleidsuitstippeling rekening wordt gehouden met milieuproblemen zoals de vraag naar water in de landbouw, ontbossing, bodembederf en noodzakelijke aanpassingen aan de klimaatverandering, waarbij gebruik wordt gemaakt van hedendaagse wetenschappelijke gegevens en de traditionele kennis van de inheemse bevolking.

Met talrijke landen zoals Brazilië, China, India, Rusland, Mexico en Zuid-Afrika is een milieudialoog op hoog niveau opgezet. Een dergelijke dialoog bestaat al met Australië, Canada, Japan en de Verenigde Staten. Met een aantal landen, zoals India en China, zijn al ruimere samenwerkingsverbanden ontwikkeld. Er zijn ook gezamenlijke verklaringen over de klimaatverandering overeengekomen met het Caribisch Forum, het Pacific Islands Forum en de Afrikaanse Unie. Voorts is een gezamenlijke ACS-EU-verklaring ondertekend.

De dialoog en de samenwerking met de partners van het Europees nabuurschapsbeleid bevorderen de verwezenlijking van doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. De Unie heeft de regionale samenwerking in dit verband versterkt voor het Middellandse Zeegebied, de Zwarte Zeesynergie en het oostelijk partnerschap.

Op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking omvatten de initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen van duurzame ontwikkeling onder meer een mededeling over een EU-strategie ter beperking van het risico op rampen in ontwikkelingslanden[70], een strategisch Europees kader voor internationale samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie[71], een werkdocument van de Commissie "Improving environmental integration in development cooperation" (verbetering van de integratie van het milieu in de ontwikkelingssamenwerking)[72], en overeenkomsten in het kader van wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT). Die omvatten onder meer een vrijwillige partnerschapsovereenkomst met Congo Brazzaville en onderhandelingen met verschillende andere landen.

Onderwijs en opleiding

Het doorgaans lage onderwijspeil is in alle leeftijdsgroepen opgetrokken. De stijging van het aantal mensen die een leven lang leren en de daling van het aantal voortijdige schoolverlaters voltrekken zich echter te langzaam om de specifieke doelstellingen te halen.

Onderwijs en opleiding vormen het fundament van duurzame ontwikkeling. De Commissie moedigt de lidstaten aan zich toe te leggen op het ontwikkelen van meer strategische benaderingen van het delen van kennis en goede praktijken teneinde onderwijs voor duurzame ontwikkeling te stimuleren. De Commissie heeft een inventaris van innovatieve praktijken in de lidstaten en de landen van de EER opgesteld, waarin de klemtoon wordt gelegd op het belang van onderwijs voor duurzame ontwikkeling[73].

Het door de Commissie geactualiseerde "Strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding"[74] zal het richtsnoer voor de Europese samenwerking op dit gebied tot 2020 vormen. Het programma "Een leven lang leren 2007-2013" is een essentieel instrument om de rol van onderwijs en opleiding te ontwikkelen.

Onderzoek en ontwikkeling

Volgens gegevens van Eurostat is het aandeel van de bruto binnenlandse O&O-uitgaven in het BBP van 2000 tot 2007 gedaald van 1,85% naar 1,83%. Deze indicator verwijdert zich dus van de EU-doelstelling van 3% tegen 2010.

Een van de essentiële doelstellingen van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling over de periode 2007-2013 is bijdragen tot duurzame ontwikkeling. In 2007 en 2008 is circa 44% van de totale middelen voor samenwerkingsonderzoek uitgetrokken voor projecten in verband met duurzame ontwikkeling. Twee van de gezamenlijke technologie-initiatieven die een onderdeel van het zevende kaderprogramma vormen, namelijk "Clean Sky" (Schoon luchtvervoer) en de "waterstof- en brandstofcellen" houden eveneens verband met duurzaamheid. De totale EU-bijdrage beloopt 1,3 miljard euro. Voorts heeft de Commissie in het Europees economisch herstelplan drie belangrijke publiek-private partnerschappen voorgesteld in verband met drie cruciale duurzaamheidsaspecten: "groene auto's", "energiezuinige gebouwen" en "fabrieken van de toekomst". De Commissie wil ervoor zorgen dat de hele Europese onderzoekruimte de verwezenlijking van duurzame ontwikkelingsdoelstellingen nastreeft. De taak die ons nu wacht, is voortbouwen op de veelbelovende eerste stappen en de bijdrage van onderzoek tot duurzame ontwikkeling te versterken.

Financierings- en economische instrumenten

Op het gebied van het cohesiebeleid investeert de EU in maatregelen voor de bevordering van duurzame ontwikkeling door duurzame ontwikkelingsinitiatieven in nationale en regionale ontwikkelingsstrategieën te integreren. In de programmeringsperiode 2007-2013 is dit beleid verder gericht op belangrijke uitdagingen en horizontale thema's. Zo bijvoorbeeld gaat in de periode 2007-2013 een bedrag van 105 miljard euro, d.w.z. 30% van de totale toewijzing van 347 miljard euro voor de cohesiefondsen, naar het milieu. Het cohesiebeleid bevordert ook de ontwikkeling van beleidsmechanismen zoals programmeringsconcepten en governance op verschillende niveaus, die duurzame ontwikkeling binnen de structuren voor programmabeheer ondersteunen en de regio's aanmoedigen te zorgen voor duurzame ontwikkeling.

De doelstellingen en beginselen van de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling kunnen nog sterker in het cohesiebeleid worden geïntegreerd, zodanig dat die strategie de nieuwe uitdagingen inzake duurzame ontwikkeling waarmee de EU wordt geconfronteerd, bijvoorbeeld inzake demografische verschuivingen en klimaatverandering, kan aanpakken. Het cohesiebeleid kan bijdragen tot het opvangen van de gevolgen, in het bijzonder door de overgang naar de koolstofarme economie te ondersteunen, en tot aanpassingsmaatregelen.

De Commissie heeft de geleidelijke afschaffing van milieuschadelijke subsidies in haar sectoraal beleid geïntegreerd, bijvoorbeeld door de hervorming van het visserijbeleid en in het kader van de check-up van het GLB.

De Commissie heeft ook nieuwe richtsnoeren inzake staatssteun voor milieubescherming goedgekeurd[75], waarbij een evenwicht wordt gecreëerd tussen grotere milieuvoordelen en het beperken van de concurrentiedistorsies, zodat de lidstaten worden geholpen de juiste beleidsinstrumenten vast te stellen en eco-innovaties te financieren.

De publieke raadpleging via het Groenboek van 2007 over het gebruik van marktconforme instrumenten voor milieu- en daarmee verband houdende beleidsdoelstellingen heeft aangetoond dat er grote belangstelling bestaat voor het verdere gebruik van marktconforme instrumenten[76].

4. TOEKOMSTIGE EVOLUTIE VAN DUURZAME ONTWIKKELING

Na drie jaar tenuitvoerlegging van de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling is het passend na te denken over de komende stappen.

Op EU-niveau wordt duurzame ontwikkeling hoofdzakelijk gestimuleerd en gecontroleerd in het kader van afzonderlijke EU-beleidslijnen, en de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling speelt een rol bij het bevorderen van de algemene doelstelling van duurzame ontwikkeling. De EU-strategie voor duurzame ontwikkeling heeft ook een belangrijke rol gespeeld bij het ontwerpen van strategieën voor duurzame ontwikkeling op nationaal en regionaal niveau. Vandaag bestaat in bijna alle EU-lidstaten een nationale strategie voor duurzame ontwikkeling, in overeenstemming met de internationale aanbevelingen voor goede praktijken[77]. In een recente studie in opdracht van het Comité van de regio's[78] worden deze nationale strategieën uitgebreid geanalyseerd.

Voor diverse actoren valt het moeilijk te begrijpen dat er op EU-niveau verschillende horizontale prioritaire strategieën bestaan, bijvoorbeeld de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid en de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling. Andere voorbeelden van transversale strategieën zijn het klimaatwijzigings- en energiepakket of het geïntegreerd maritiem beleid. De Lissabonstrategie is een dynamische strategie waarin ook duurzaamheid is opgenomen (klimaatverandering, energie, financiële en sociale duurzaamheid). De EU-strategie voor duurzame ontwikkeling is een langetermijnstrategie die een goed kader biedt voor het sturen van en rapporteren over brede ontwikkelingen op lange termijn en voor de bevordering van toekomstgericht overleg over duurzaamheid, maar zij vereist tegelijk ook beleidsmaatregelen op korte termijn. Het lijkt echter niet mogelijk de horizontale strategieën onderling te koppelen, aangezien zij uiteenlopende functies vervullen. Het complementaire karakter van de strategie voor duurzame ontwikkeling en de Lissabonstrategie is uiteengezet in de vernieuwde EU-strategie voor duurzame ontwikkeling[79]. Er bestaat echter wel ruimte om de specifieke rol van de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling ten opzichte van andere EU-strategieën te verduidelijken en in die zin nader uit te stippelen.

In deze context zouden onderstaande elementen in verband met het toezicht op de strategie in aanmerking kunnen worden genomen:

1. sterkere synergie met de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid die in 2010 zal worden herzien, en aan andere horizontale EU-strategieën. De beleidsterreinen van de strategieën en hun follow-up zouden beter kunnen worden gecoördineerd en op elkaar afgestemd.

2. De strategie zou verder kunnen worden vereenvoudigd of zij zou ook opnieuw kunnen worden toegespitst op haar overkoepelend karakter en zodoende overeenkomstig de richtsnoeren van 2006 als algemeen beleidskader functioneren.

3. De strategie zou de uitwisseling van goede praktijken bij innovatieve maatregelen in de lidstaten kunnen bevorderen.

4. Met het oog op meer efficiënte controle en handhaving door de lidstaten zouden de mechanismen van de Lissabonstrategie ook kunnen worden gebruikt om de tenuitvoerlegging van de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling te controleren. Die mechanismen zouden elementen omvatten zoals gezamenlijk vastgelegde doelstellingen, meetinstrumenten (indicatoren, richtsnoeren), benchmarking (vergelijking van de prestaties van de lidstaten) en emulatie voor het repliceren en verbeteren van goede praktijken. Er kunnen maatregelen ter ondersteuning van beide strategieën worden vastgesteld, met zichtbare positieve resultaten inzake groei, werkgelegenheid en het milieu. Het integreren van milieu-innovatie zou een hoofdthema kunnen vormen.

5. Het toezicht op de strategie voor duurzame ontwikkeling is gebaseerd op de indicatoren voor duurzame ontwikkeling die door Eurostat zijn gecoördineerd. Indicatoren voor duurzame ontwikkeling zijn een alomvattend controle-instrument, hoewel sommige belangrijke indicatoren nog moeten worden uitgewerkt. Teneinde de indicatoren voor duurzame ontwikkeling aan te vullen en de informatie over uitdagingen voor duurzame ontwikkeling doeltreffender te verspreiden, onderzoekt de Commissie de mogelijkheden om een scorebord voor duurzame ontwikkeling te creëren.

6. Er ontstaan nieuwe problemen voor duurzame ontwikkeling, die thans niet of slechts marginaal zijn opgenomen in de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling. Het gaat om energiezekerheid, aanpassing aan de klimaatverandering[80], voedselzekerheid, landgebruik, duurzaamheid van de overheidsfinanciën en de externe dimensie van duurzame ontwikkeling. Wat de externe dimensie betreft, zouden de prioritaire terreinen klimaatverandering en energie moeten blijven, alsook het bereiken van de millenniumdoelstellingen.

Meer in het bijzonder zou de strategie kunnen worden toegespitst op de langetermijndoelstellingen van de EU op essentiële terreinen, met name door:

- bij te dragen tot een snelle omschakeling naar een koolstofarme economie met weinig productiemiddelen, gebaseerd op energiezuinige technologieën met efficiënt hulpbronnengebruik, duurzaam vervoer en een verschuiving naar duurzame consumptie.

- de milieu-inspanningen voor de bescherming van biodiversiteit, water en andere natuurlijke hulpbronnen op te voeren. Er zijn duidelijke bewijzen dat de vernietiging van de biodiversiteit in een zorgwekkend tempo voortschrijdt. De afbraak van de ecosystemen vermindert niet alleen de levenskwaliteit van de huidige en toekomstige generaties, maar belemmert ook de duurzame economische ontwikkeling op lange termijn.

- sociale integratie te bevorderen. De kwetsbaarste geledingen van de samenleving zullen waarschijnlijk het zwaarst en het langst door de economische crisis worden getroffen, tenzij doeltreffende maatregelen worden genomen.

- de internationale dimensie van duurzame ontwikkeling te versterken en de inspanningen op te voeren om de armoede wereldwijd te bestrijden.

5. CONCLUSIES

Deze mededeling maakt een balans op van de vorderingen van het EU-beleid op de terreinen die onder de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling vallen en biedt stof tot overleg en debat over duurzame ontwikkeling. Dit overzicht toont aan dat ondanks belangrijke inspanningen om duurzame ontwikkeling in de grote beleidsterreinen van de EU te integreren, er nog steeds niet-duurzame ontwikkelingstendensen bestaan en de EU haar inspanningen moet blijven intensiveren. Zoals blijkt uit het voorbeeld van de klimaatverandering, levert vroegtijdig handelen meer en sneller voordelen op dan in een latere fase op te treden.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité werkt thans aan een verkennend advies over de toekomst van de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling, dat in de herfst 2009 moet uitkomen en verder tot het debat zou kunnen bijdragen.

Deze en andere gegevens alsook de actieve bijdrage van de actoren zullen een aanzet vormen tot een toekomstig beslissing over de vraag of een alomvattende toetsing van de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling zal plaatsvinden, zoals oorspronkelijk in 2006 was gepland. Die toetsing zou de basis kunnen vormen voor een verdere eenmaking van de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling, een betere afbakening van de rol van die strategie binnen het EU-beleid, de toespitsing van de strategie op de terreinen waar de vorderingen het meest nodig zijn en verbetering van het beheer.

[1] Herstelplan COM(2008) 800 van 26.11.2008 en COM(2009) 114 van 4.3.2009; Mededeling over werkgelegenheid COM(2009) 257 van 3.6.2009 en Mededeling "Cohesiebeleid: investeren in de reële economie", COM(2008) 876 van 16.12.2008.

[2] Het eerste voortgangsverslag is in oktober 2007 goedgekeurd: COM(2007) 642 en SEC(2007)1416.

[3] COM (2008) 412 van 2.7.2008.

[4] De Eurostatgegevens betreffende indicatoren voor duurzame ontwikkeling bestrijken grotendeels de jaren 2000-2007.

[5] Werkdocument van de Commissie bij de mededeling "Naar een uitgebreide klimaatveranderingsovereenkomst in Kopenhagen", SEC(2009) 101.

[6] http://ec.europa.eu/environment/climat/climate_action.htm

[7] Richtlijn 2009/29/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 63).

[8] Richtlijn 2009/31/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 114).

[9] Richtlijn 2009/28/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).

[10] COM(2008) 780 van 13.11.2008.

[11] COM(2008) 778 van 13.11.2008.

[12] COM(2008) 399 van 16.7.2008.

[13] COM(2008) 397 van 16.7.2008

[14] Verordening (EG) nr. 397/2009 (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 3).

[15] COM(2007) 723 van 22.11.2007.

[16] COM(2009) 111 van 12.3.2009.

[17] Zie "Prosperity without Growth? The transition to a sustainable economy". UK Sustainable Development Commission, 2009.

[18] Naar een uitgebreide klimaatveranderingsovereenkomst in Kopenhagen, COM(2009) 39 van 28.1.2009.

[19] Witboek - aanpassing aan de klimaatverandering: naar een Europees actiekader, COM(2009) 147 van 1.4.2009.

[20] http://ec.europa.eu/environment/climat/climate_action.htm

[21] Richtlijn 2009/28/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16).

[22] Richtlijn 2009/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 88).

[23] COM(2008) 433 van 8.7.2008.

[24] COM(2008) 435 van 8.7.2008.

[25] COM(2008) 432 van 8.7.2008.

[26] COM(2008) 436 van 8.7.2008.

[27] Verordening (EG) nr. 443/2009 (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1).

[28] Richtlijn 2009/33/EG (PB L 120 van 15.5.2009, blz. 5).

[29] COM(2008) 886 van 16.12.2008.

[30] COM(2009) 8 van 21.1.2009.

[31] COM(2008) 779 van 13.11.2008.

[32] COM(2008) 316 van 23.5.2008.

[33] Mededeling "Een duurzame toekomst voor het vervoer: naar een geïntegreerd, technologiegeleid en gebruiksvriendelijk systeem", COM(2009) 279 van 17.6.2009.

[34] COM(2008) 397 van 16.7.2008.

[35] Het Europees Parlement en de Raad hebben al overeenstemming bereikt over de richtlijn ecologisch ontwerp, de milieukeurverordening en de EMAS-verordening.

[36] Verordening (EG) nr. 106/2008 (PB L 39 van 13.2.2008, blz. 1).

[37] COM(2008) 400 van 16.7.2008.

[38] PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1.

[39] http://ec.europa.eu/environment/air/pollutants/stationary/ippc/key_impl.htm

[40] COM(2007) 844 van 21.12.2007.

[41] WWF, Living Planet Report 2008.

[42] Middenbeoordeling van de uitvoering van het biodiversiteitsactieplan van de EG, COM(2008) 864 van 16.12.2008.

[43] Groenboek "Hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid", COM(2009)163 van 22.4.2009.

[44] TEEB (2008) "The Economics of Ecosystems and Biodiversity" – Tussentijds verslag van CBD aan COP9 en Middenbeoordeling van de uitvoering van de EU-biodiversiteitsstrategie (COM(2008) 864) en EPRG (komt uit in 2009).

[45] COM(2008) 699 van 4.11.2008.

[46] www.unep.fr/scp/rpanel/

[47] http://ec.europa.eu/food/plant/propagation/conservation_varieties/index_en.htm

[48] Richtlijn 2008/98/EG (PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3).

[49] COM(2007) 414 van 18.7.2007 http://ec.fpa.eu/environment/water/quantity/scarcity_en.htm

[50] Richtlijn 2008/105/EG (PB L 384 van 24.12.2008, blz. 84).

[51] Kaderrichtlijn mariene strategie (Richtlijn 2008/56/EG), PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19), een Europese strategie voor marien en maritiem onderzoek (COM(2008) 534 van 3.9.2008), een Europese maritieme ruimte zonder grenzen (COM(2009) 10 van 21.1.2009), mededeling over windenergie op zee (COM(2008) 768 van 13.11.2008), Witboek – aanpassing aan de klimaatverandering (COM(2009)147 van 1.4.2009) en de strategie voor de ontmanteling van schepen (COM (2008) 767 van 19.11.2008).

[52] COM(2009) 163 van 22.4.2009 - http://ec.europa.eu/fisheries/reform/

[53] COM (2007) 630 van 23.10.2007.

[54] http://ec.europa.eu/health/ph_information/dissemination/echi/echi_en.htm

[55] http://ec.europa.eu/environment/ppps/home.htm

[56] http://ec.europa.eu/food/plant/strategy/index_en.htm

[57] http://ec.europa.eu/food/food/animalnutrition/feedadditives/comm_register_feed_additives_1831-03.pdf

[58] http://ec.europa.eu/food/animal/diseases/strategy/actionplan_en.htm

[59] Bron: Eurostat.

[60] SEC(2008) 2911 van 21.11.2008.

[61] COM(2009) 180 van 29.4.2009 - http://ec.europa.eu/economy_finance/thematic_articles/article14761_en.htm

[62] Beschikking nr. 742/2008/EG (PB L 201 van 30.7.2008, blz. 49).

[63] Richtlijn 2009/50/EG (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 17), COM(2007) 638 van 23.10. 2007.

[64] Richtlijn 2009/50/EG (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 17).

[65] Richtlijn 2009/52/EG (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 24).

[66] http://ec.europa.eu/ewsi/en/index.cfm

[67] COM(2008) 359 van 17.6.2008.

[68] Raadsdocument 13440/08; mededeling van de Commissie COM (2009) 266 van 10.6.2009.

[69] COM(2009) 160 van 8.4.2009.

[70] COM(2009) 84 van 23.2.2009.

[71] COM (2008) 588 van 24.9.2008.

[72] SEC (2009) 555 van 21.4.2009.

[73] http://ec.europa.eu/education/more-information/doc/sustdev_en.pdf

[74] COM (2008) 865 van 16.12.2008, bekrachtigd door de conclusies van de Europese Raad van 12.5.2009.

[75] PB C 82 van 1.4.2008, blz. 1.

[76] SEC (2009) 53 van 16.1.2009, zie http://ec.europa.eu/environment/enveco/pdf/analyse_doc.pdf.

[77] Nationale coördinatoren inzake duurzame ontwikkeling zorgen voor een verband tussen de strategieën voor duurzame ontwikkeling van de EU en van de lidstaten. Het Europees netwerk voor duurzame ontwikkeling (ESDN) bevordert de uitwisseling van goede praktijken en ervaringen met de lidstaten. Informatie over de nationale strategieën voor duurzame ontwikkeling is te vinden op de ESDN-website: http://www.sd-network.eu/?k=country%20profiles.

[78] Bijdragen van de regionale en lokale autoriteiten tot de strategieën voor duurzame ontwikkeling, Comité van de regio's, 2009 (opgesteld door RIMAS).

[79] Document nr. 19117/06 van de Raad van de Europese Unie van 9.6.2006.

[80] COM(2009) 147 van 1.4.1009.