52008PC0174

Voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van het door de Europese Gemeenschap in te nemen standpunt betreffende de interpretatie van artikel 14 van het verdrag van Århus /* COM/2008/0174 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 7.4.2008

COM(2008) 174 definitief

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot vaststelling van het door de Europese Gemeenschap in te nemen standpunt betreffende de interpretatie van artikel 14 van het Verdrag van Århus

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De Gemeenschap is partij bij het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (gesloten te Århus op 25 juni 1998 – hierna 'het Verdrag van Århus' te noemen)[1]:

De Gemeenschap heeft ook de wijziging van het verdrag vastgesteld, betreffende inspraak van het publiek bij besluiten inzake de doelbewuste introductie in het milieu en het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde organismen[2], die op 27 mei 2005 bij besluit II/1 op de tweede vergadering van de partijen werd goedgekeurd.

Artikel 14 van het verdrag bepaalt de te volgen procedures om wijzigingen aan te nemen. Lid 4 van dit artikel betreft meer bepaald wijzigingen die geen betrekking hebben op een bijlage bij het verdrag; deze bepaling luidt als volgt:

" 4. Wijzigingen van dit Verdrag die zijn aangenomen in overeenstemming met het voorgaande derde lid worden door de Depositaris aan alle Partijen toegezonden voor bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding. Wijzigingen van dit Verdrag anders dan die van een bijlage worden van kracht voor Partijen die deze hebben bekrachtigd, goedgekeurd of aanvaard op de negentigste dag na de ontvangst door de Depositaris van de kennisgeving van hun bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding door ten minste drie vierde van deze Partijen. Daarna worden zij van kracht voor elke andere Partij op de negentigste dag nadat die Partij haar akte van bekrachtiging, goedkeuring of aanvaarding van de wijzigingen neerlegt."

De woorden "ten minste drie vierde van deze Partijen" zijn voor verschillende interpretaties vatbaar, aangezien ze kunnen verwijzen hetzij naar alle partijen bij het verdrag, nu en in de toekomst ("actuele tijdsbenadering"), hetzij naar de partijen bij het verdrag op het moment van goedkeuring van de wijziging ("vaste tijdsbenadering"), hetzij naar het aantal partijen op het moment dat de wijziging werd goedgekeurd ("gemengde tijdsbenadering").

Naar gelang van de interpretatie van artikel 14, lid 4, zullen de wijzigingen van het verdrag (uitgezonderd wijzigingen van een bijlage) vroeger of later in werking treden, aangezien het aantal partijen dat vereist is voor de inwerkingtreding groter zal zijn in de "actuele tijdsbenadering" dan in de "vaste tijdsbenadering" of de "gemengde tijdsbenadering".

Wanneer een bepaling op diverse manieren kan worden geïnterpreteerd, beslissen de Partijen over de uiteindelijke interpretatie. Een dergelijke beslissing kan worden opgenomen in een besluit van de vergadering der partijen.

Met het oog op een snelle inwerkingtreding van de bij besluit II/1 tijdens de tweede vergadering der partijen aangenomen wijziging van het verdrag en van eventuele verdere wijzigingen, zullen de partijen bij het Verdrag van Århus op de derde vergadering van de partijen in juni 2008 een besluit goedkeuren over de interpretatie van artikel 14, lid 4, van het verdrag, en beslissen of de voorkeur wordt gegeven aan de "vaste" dan wel de "gemengde tijdsbenadering".

De Europese Gemeenschap moet derhalve haar standpunt betreffende de interpretatie van artikel 14, lid 4, van het verdrag bepalen.

Daartoe is het aangewezen om een beroep te doen op artikel 300, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag, dat bepaalt dat de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie het standpunt bepaalt dat namens de Gemeenschap wordt ingenomen in een lichaam dat is opgericht uit hoofde van een internationaal akkoord, wanneer dat lichaam besluiten dient te nemen met rechtsgevolgen.

Het is ook aangewezen dat de Gemeenschap hetzij de "vaste" hetzij de "gemengde tijdsbenadering" steunt, aangezien beide benaderingen een snellere inwerkingtreding van de bij besluit II/1 tijdens de tweede vergadering van de partijen goedgekeurde wijziging van het verdrag en van eventuele verdere wijzigingen tot gevolg zouden hebben.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot vaststelling van het door de Europese Gemeenschap in te nemen standpunt betreffende de interpretatie van artikel 14 van het Verdrag van Århus

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1, juncto artikel 300, lid 2, tweede alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie[3],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Gemeenschap is partij bij het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (gesloten te Århus op 25 juni 1998 – hierna 'het Verdrag van Århus' te noemen)[4]:

(2) Artikel 14, lid 4, van het Verdrag van Århus, waarbij de voorwaarden worden vastgesteld voor de inwerkingtreding van wijzigingen van het verdrag, behalve van een bijlage, kan op diverse manieren worden geïnterpreteerd door de ambiguïteit van de woorden "door ten minste drie vierde van deze Partijen".

(3) De partijen bij het verdrag hebben de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid over de interpretatie van het verdrag. Een dergelijke beslissing kan worden opgenomen in een besluit van de vergadering der partijen.

(4) Om ambiguïteit bij de interpretatie te vermijden en met het oog op een snelle inwerkingtreding van de bij besluit II/1 tijdens de tweede vergadering van de partijen goedgekeurde wijziging van het verdrag en van eventuele verdere wijzigingen, nemen de partijen bij het Verdrag van Århus op de komende vergadering van de partijen waarschijnlijk een besluit over de interpretatie van artikel 14, lid 4, van het verdrag.

(5) De Europese Gemeenschap zou haar steun moeten verlenen aan een interpretatie van artikel 14, lid 4, van het verdrag die een snelle inwerkingtreding van wijzigingen bevordert,

BESLUIT:

Enig artikel

Ter gelegenheid van de derde vergadering der partijen bij het Verdrag van Århus zal de Commissie namens de Gemeenschap een interpretatie van de woorden "door ten minste drie vierde van deze Partijen", zoals opgenomen in artikel 14, lid 4, van dat verdrag steunen die een snelle inwerkingtreding van wijzigingen garandeert.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

[1] Besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005 betreffende het sluiten, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 124 van 17.5.2005, blz. 1).

[2] Besluit 2006/957/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende het vaststellen, namens de Europese Gemeenschap, van een wijziging van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 46).

[3] PB C van , blz. .

[4] Besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005 betreffende het sluiten, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 124 van 17.5.2005, blz. 1).