52007DC0598

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de voorbereiding van de Euro-mediterrane conferentie van de ministers van Buitenlandse Zaken in Lissabon (5 en 6 november 2007) - het Euro-mediterrane partnerschap: verdere stappen in de regionale samenwerking ter ondersteuning van vrede, vooruitgang en de interculturele dialoog [SEC(2007) 1309] /* COM/2007/0598 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 17.10.2007

COM(2007) 598 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

over de voorbereiding van de Euro-mediterrane conferentie van de ministers van Buitenlandse Zaken in Lissabon (5 en 6 november 2007) Het Euro-mediterrane partnerschap: verdere stappen in de regionale samenwerking ter ondersteuning van vrede, vooruitgang en de interculturele dialoog [SEC(2007) 1309]

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

over de voorbereiding van de Euro-mediterrane conferentie van de ministers van Buitenlandse Zaken in Lissabon (5 en 6 november 2007) Het Euro-mediterrane partnerschap: verdere stappen in de regionale samenwerking ter ondersteuning van vrede, vooruitgang en de interculturele dialoog

1. Ondanks het aanslepende conflict in het Midden-Oosten heeft het Euro-mediterrane partnerschap gestadig vooruitgang geboekt en sinds 1995 aanzienlijke resultaten opgeleverd. Na bijna twaalf jaar heeft het proces van Barcelona zich ontwikkeld tot een alomvattend regionaal partnerschap. Gezamenlijke instellingen en netwerken zoals de Anna Lindh-stichting voor de dialoog tussen culturen, de Euro-mediterrane parlementaire vergadering, FEMISE (netwerk van economische onderzoekinstellingen) en EuroMeSCo (netwerk van instituten voor buitenlands beleid) vormen de grote troeven van een partnerschap van 37 landen met meer dan 700 miljoen burgers. Binnen de politieke en veiligheidsdialoog blijven regionale conflicten echter nog een belemmering vormen voor vooruitgang bij alle aspecten van de multilaterale samenwerking.

2. De geplande Euro-mediterrane vrijhandelszone zal een van de grootste vrijhandelszones in de wereld zijn. Het Euro-mediterrane partnerschap is een essentieel aspect van de buitenlandse betrekkingen van de Europese Unie met de buurlanden. Alle mediterrane partners beschouwen het proces van Barcelona als de hoeksteen van hun gezamenlijke betrekkingen met de EU. (Bijlage II geeft een overzicht van de belangrijkste resultaten sinds de start van het proces van Barcelona.)

3. In november 2005 heeft de top van Barcelona de doelstellingen van de verklaring van Barcelona van 1995 bevestigd, en een vijfjarig werkprogramma en een gedragscode voor terrorismebestrijding aangenomen. In november 2006 hebben de Euro-mediterrane partners op de conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken in Tampere een document met gezamenlijke conclusies goedgekeurd en een werkprogramma voor 2007 aangenomen. Dit programma was in grote mate gebaseerd op de voorstellen in de mededeling van de Commissie van 25 oktober 2006. Het doel van deze mededeling is de komende ministersbijeenkomst onder het Portugese voorzitterschap voor te bereiden, de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van het in Tampere overeengekomen werkprogramma te toetsen en voorstellen voor 2008 te presenteren.

4. De Commissie is tevreden over de recente initiatieven om de betrekkingen met onze mediterrane partners te versterken. De voorstellen voor de oprichting van een mediterrane Unie kunnen een nieuwe impuls geven aan de politieke wil in Europa en het zuidelijke Middellandse Zeegebied om een sterker partnerschap tussen Europa en het zuidelijke Middellandse Zeegebied tot stand te brengen. De volgende Euro-mediterrane conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken zal een uitstekende gelegenheid bieden om de tenuitvoerlegging van dit initiatief te bespreken en door samenwerking met het Euro-mediterrane partnerschap en het Europees Nabuurschapsbeleid een synergetisch effect te bereiken. Voor de Commissie is het van essentieel belang dat de Europese Unie en de Europese instellingen ten volle bij deze gezamenlijke inspanning worden betrokken.

5. 2007 was een druk jaar voor het Euro-mediterrane partnerschap. Bij de drie samenwerkingshoofdstukken (politieke dialoog, economische samenwerking en de culturele en menselijke dimensie) zijn opmerkelijke vorderingen gemaakt. Op de ministersbijeenkomst in Tampere zijn de partners het eens geworden over 21 concrete initiatieven (zie bijlage III), waarvan de meeste al zijn uitgevoerd of uiterlijk eind 2007 zullen zijn uitgevoerd. Sinds de goedkeuring van de conclusies van Tampere heeft de bilaterale beleidsdialoog in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid een blijvende bijdrage geleverd tot de totstandbrenging van de regionale samenwerking op vele terreinen. Bijlage I geeft een samenvatting van de activiteiten van het partnerschap sinds de laatste Euro-mediterrane ministersconferentie in Tampere en van de afgelopen werkzaamheden op de voornaamste terreinen van de Euro-mediterrane samenwerking.

VOORSTELLEN EN DOELSTELLINGEN VOOR 2008

6. Het jaar 2008 zal belangrijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de prioriteiten die op de top van Barcelona zijn vastgelegd. Er worden substantiële vorderingen verwacht bij de tenuitvoerlegging van een aantal initiatieven die in de afgelopen jaren zijn goedgekeurd, met name de tenuitvoerlegging van het initiatief “Horizon 2020” voor vermindering van de verontreiniging van de Middellandse Zee, alsook verdere maatregelen van het programma dat op de ministersbijeenkomst over de rol van vrouwen in de samenleving is aangenomen. Nog in 2008 zullen de Euro-mediterrane partners de volgende vijf belangrijke initiatieven opstarten om het partnerschap te versterken en tot andere terreinen uit te breiden:

7. een Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over cultuur;

8. de eerste Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over werkgelegenheid en sociale zaken;

9. de eerste Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over toerisme;

10. een Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over gezondheidszorg;

11. een partnerschap tussen de diensten van de Commissie en de mediterrane landen om detachering en uitwisseling van ambtenaren en stagiairs te bevorderen.

12. Afgezien van deze initiatieven zal het partnerschap zijn werkzaamheden voortzetten op andere belangrijke terreinen, zoals:

13. de informatiemaatschappij, door de organisatie van de tweede Euro-mediterrane ministersbijeenkomst op dit gebied;

14. de jaarlijkse FEMIP-bijeenkomst;

15. de vierde Euro-mediterrane ECOFIN-ministersbijeenkomst;

16. de bijeenkomsten van de ministers van Handel;

17. de bijeenkomst over industriële samenwerking;

18. de bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken eind 2008.

Nieuwe initiatieven

Een krachtiger profiel voor de Anna Lindh-stichting en bevordering van de interculturele dialoog

19. Een belangrijke gebeurtenis in 2008 zal de Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over cultuur en de culturele dialoog zijn, die tot doel heeft de partners de gelegenheid te bieden om politieke richtsnoeren voor de toekomstige activiteiten van de stichting uit te stippelen. De Commissie stelt voor grote bekendheid aan deze bijeenkomst te geven door evenementen in de Euro-mediterrane partnerlanden te organiseren om de interculturele dialoog en de diversiteit te bevorderen en het imago van de Anna Lindh-stichting als brug tussen Euro-mediterrane culturen, godsdiensten en geloofsovertuigingen te versterken. De Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over de culturele dialoog zal aansluiten bij de doelstellingen van het besluit van het Europees Parlement en de Europese Raad om 2008 uit te roepen tot Europees jaar van de interculturele dialoog (besluit van 18 december 2006). De Commissie stelt dan ook voor dat de ministers in Lissabon 2008 uitroepen tot Euro-mediterraan jaar van de interculturele dialoog.

20. De Anna Lindh-stichting voor de dialoog tussen culturen is officieel ingehuldigd in Alexandrië in april 2005. Na een aanloopperiode waarin de stichting zich heeft gevestigd als de gemeenschappelijke Euro-mediterrane instelling voor de culturele dialoog, zullen de partners de instelling consolideren door nieuwe statuten goed te keuren en een nieuw bestuur te benoemen, dat in april 2008 in functie zal treden.

21. De audiovisuele sector, de film en de bevordering van het cultureel erfgoed zijn uitstekende middelen om uitdrukking te geven aan de interculturele dialoog tussen de mediterrane landen en Europa. Op basis van de resultaten van de programma's “Euromed audiovisueel” en met de hulp van Europese en mediterrane deskundigen zal op de Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over cultuur in 2008 een nieuwe strategie worden voorgesteld om de mediterrane audiovisuele sector uit te breiden. Bovendien zal een nieuw erfgoedprogramma worden gestart, dat tot doel heeft de plaatselijke bevolking beter bewust te maken van het culturele erfgoed en de toegang tot de kennis van het culturele erfgoed te verbeteren.

Een nieuw partnerschap in de sector toerisme

22. Toerisme is een van de grote economische sectoren van het Middellandse Zeegebied. In 2005 hebben meer dan 50 miljoen toeristen de mediterrane partnerlanden bezocht, en in de meeste landen was 50 tot 80% van die toeristen afkomstig uit de EU-lidstaten. In antwoord op het initiatief van Marokko, Portugal en Slovenië hebben de EU en de mediterrane partnerlanden afgesproken een ministersbijeenkomst in Marokko te organiseren. De Commissie staat volledig achter dit initiatief.

Ontwikkeling van een meer systematische aanpak van de samenwerking inzake werkgelegenheid

23. Het creëren van werkgelegenheid en de modernisering van de arbeidsmarkten behoren tot de dringendste doelstellingen in de Euro-mediterrane partnerlanden. Hoewel er grote verschillen van land tot land bestaan, moeten alle partners zich aanpassen aan de mondialisering en aan een snel veranderend economisch klimaat. De Euro-mediterrane bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken in Tampere verklaarde zich verheugd over het voorstel om in 2007 een Euro-mediterrane workshop te organiseren over werkgelegenheidsbeleid en praktische maatregelen om de inzetbaarheid van werkzoekenden te verbeteren en mogelijkheden voor fatsoenlijk werk te creëren. Die workshop zou de aanzet kunnen vormen tot een Euro-mediterrane ministersconferentie over werkgelegenheid in 2008, waaraan vertegenwoordigers van de overheid, de sociale partners en internationale organisaties zullen deelnemen.

24. De workshop ter voorbereiding van de Euro-mediterrane ministersconferentie over werkgelegenheid zou moeten bijdragen tot: (a) een beter inzicht in de uitdagingen waarmee de arbeidsmarkten en het werkgelegenheidsbeleid door de mondialisering en de demografische verschuivingen worden geconfronteerd en (b) benutting van de mogelijkheden die door de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken tussen de 37 partners worden geboden. De ministersconferentie over werkgelegenheid in de tweede helft van 2008 zou zich moeten buigen over concrete initiatieven en voorstellen voor het creëren van werkgelegenheid, de modernisering van de arbeidsmarkten en fatsoenlijk werk. De genderdimensie van het werkgelegenheidsbeleid moet op de ministersconferentie en de voorbereidende workshop een horizontale thematische prioriteit vormen. Het doel zou zijn om in overeenstemming met de doelstellingen van de top van Barcelona de sociale dimensie van het Euro-mediterraan partnerschap door een systematischer aanpak van de samenwerking te ontwikkelen. De sociale partners in de Euro-mediterrane regio moeten betrokken worden bij de voorbereiding van de conferentie, eventueel via het seminar over werkgelegenheid en economische verandering in de lente van 2008.

Naar een versterkte samenwerking bij de gezondheidszorg

25. In de conclusies van de Euro-mediterrane conferentie van ministers van Buitenlandse Zaken in Tampere werden de bevoegde instanties verzocht in 2007 een Euro-mediterrane workshop over controle en bestrijding van overdraagbare ziekten te houden. Die workshop zal de aanzet vormen tot een bijeenkomst van hoge ambtenaren ter voorbereiding van een Euro-mediterrane ministersconferentie over de gezondheidszorg.

Versterking van de maatregelen voor opbouw van het partnerschap

26. In een document over de verbetering van de werkmethoden van het Euro-mediterrane partnerschap hebben de Euro-mediterrane partners de mogelijkheid onderzocht om gedetacheerde ambtenaren van de mediterrane partners uit te nodigen om het secretariaat van de Raad bij zijn taken bij te staan. De Europese Commissie heeft een jarenlange ervaring met de uitwisseling van ambtenaren met de EU-lidstaten en andere instellingen. Nationale gedetacheerde ambtenaren van de EU-lidstaten leveren een belangrijke bijdrage tot de expertise van de ambtenaren van de Commissie. Als aanvullende maatregel voor partnerschapsopbouw stelt de Commissie voor een partnerschap tussen de diensten van de Commissie en de mediterrane partnerlanden op het gebied van de uitwisseling van beroepservaring op te richten. Het aanbod van de Commissie omvat de detachering en uitwisseling van ambtenaren en stagiairs.

VOORTZETTING EN CONSOLIDATIE VAN BESTAANDE MAATREGELEN

Politieke en veiligheidsdialoog

27. De Commissie zet zich actief in voor de Euro-mediterrane politieke dialoog op regionaal niveau. Het Euro-mediterrane partnerschap is het enige forum waarbinnen alle mediterrane partners van gedachten wisselen en een constructieve dialoog aangaan, ondanks het aanslepende conflict in het Midden-Oosten en andere delen van de regio. De politieke dialoog is thans een regelmatig agendapunt van de bijeenkomsten van hoge Euro-mediterrane ambtenaren. In verband met de verbetering van de werkmethoden gaat de Commissie akkoord met het voorstel dat de hoge ambtenaren waar nodig snel optreden om voorstellen in te dienen voor een ad-hoc-conferentie van de ministers van Buitenlandse Zaken in het licht van de ontwikkelingen in de regio. De Raad van zijn kant heeft besloten de mediterrane ENB-partners de mogelijkheid te bieden om zich aan te sluiten bij afzonderlijke EU-verklaringen en standpunten betreffende GBVB-kwesties.

28. De Commissie meent dat de Euro-mediterrane parlementaire vergadering een belangrijk pluspunt van het partnerschap vormt. De parlementaire vergadering biedt politieke vertegenwoordigers een forum voor besprekingen over hun standpunten betreffende de situatie in de regio, de ontwikkeling van het proces van Barcelona en de vooruitzichten van het Europees Nabuurschapsbeleid ten aanzien van het Middellandse Zeegebied. De Commissie zegt haar volledige steun toe aan Griekenland, dat het volgende voorzitterschap van de parlementaire vergadering zal waarnemen, met het oog op het welslagen van de vergadering in 2008. De Commissie zal ook de werkzaamheden ondersteunen van de comités van de parlementaire vergadering in de aanloop naar de Euro-mediterrane parlementaire vergadering in 2008.

29. De Commissie is ervan overtuigd dat de vruchtbare besprekingen over verkiezingen die in 2007 op de bijeenkomsten van hoge Euro-mediterrane ambtenaren hebben plaatsgevonden, kunnen worden voortgezet op deskundigenniveau. Een seminar op deskundigenniveau zou de partners de gelegenheid moeten bieden tot een meer technische gedachtewisseling teneinde te komen tot praktische samenwerking op dit gebied tussen belangstellende partners.

Gedragscode voor terrorismebestrijding

30. De Commissie acht het van het hoogste belang de praktische stappen voor de implementatie van de overeengekomen gedragscode voor terrorismebestrijding nader uit te werken. Zij stelt daarom voor de werkzaamheden voor 2008 te concentreren op technische kwesties zoals versterking van de internationale samenwerking op strafrechtelijk gebied en het aanscherpen van maatregelen voor maritieme veiligheid, ook in verband met zeevervoer. De Commissie stelt voor een regionale Euro-mediterrane workshop over elk van deze onderwerpen te organiseren, met deelname van betrokken internationale organen, agentschappen en experts.

Naar een Euro-mediterrane civiele bescherming

31. In vele delen van het Middellandse Zeegebied komen steeds meer natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen voor. Daarom moeten versterkte veiligheidsmaatregelen ten behoeve van de burgers worden getroffen. De Commissie heeft in de afgelopen jaren financiële steun verstrekt voor een Euro-mediterraan proefproject (1998–2003) en het programma EUROMED Bridge voor de ontwikkeling van een Euro-mediterraan systeem voor de bestrijding, preventie en beheersing van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen (2005–2008), dat tot doel heeft de capaciteit van de civiele beschermingsdiensten in de mediterrane partnerlanden te versterken en te vergroten. De Commissie zal steun blijven verlenen voor dit zeer nuttige initiatief en met name middelen uittrekken voor de volgende fase (2008–2010 – EUROMED-programma voor de preventie, bestrijding en beheersing van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen), waarbij moet worden geprofiteerd van de verbeterde strategische aanpak en de aanbevelingen in de evaluatie halverwege van het Bridge-programma.

Lopende werkzaamheden inzake diensten en landbouwhandel

32. Tijdens de onderhandelingen over diensten en het vestigingsrecht hebben de meeste partners blijk gegeven van belangstelling en engagement. Na de bijeenkomst van de ministers van Handel op 22 oktober in Lissabon, waar de besprekingen op regionaal niveau moeten worden afgerond, zal de Commissie met een aantal geïnteresseerde partners bilaterale besprekingen starten. Deze onderhandelingen over bilaterale diensten en investeringen zullen begin 2008 aanvangen en tijdig moeten worden afgesloten om tegen 2010 een aanzienlijke liberalisering van diensten en het vestigingsrecht te kunnen bereiken.

De besprekingen over de liberalisering van de handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten en visserijproducten tussen Egypte, Israël en Marokko vorderen. Tunesië heeft zich ertoe verbonden uiterlijk eind 2007 onderhandelingen te openen. De onderhandelingen tussen de Commissie en Jordanië zijn in 2005 afgesloten en hebben geleid tot een verregaande wederzijdse liberalisering. Er worden ook besprekingen gevoerd over bilaterale overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning en de bescherming van geografische aanduidingen voor landbouwproducten.

Visserij

33. Overeenkomstig de verklaring van de ministersconferentie voor de duurzame ontwikkeling van de visserij in de Middellandse Zee, die in november 2003 in Venetië heeft plaatsgevonden, zal de samenwerking tussen de Gemeenschap en de mediterrane partners voor het duurzaam beheer van de visbestanden in de Middellandse Zee worden opgevoerd, in het bijzonder in het kader van de desbetreffende regionale organen (Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee en Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen).

Maritiem beleid

34. De Europese Commissie heeft op 10 oktober 2007 de mededeling betreffende een geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie goedgekeurd. In deze context merkt de Commissie op basis van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de zeeën die Europa met zijn directe buren deelt, het Middellandse Zeegebied aan als cruciale regio voor de samenwerking bij het beheer van de hulpbronnen en het maritiem bestuur. Het Europees Nabuurschapsbeleid biedt een kader waarbinnen deze samenwerking doeltreffend kan worden bevorderd met het oog op coherentie tussen het interne EU-optreden en de maatregelen van de buurlanden. De prioritaire terreinen moeten met onze mediterrane partners worden besproken, en de Commissie wenst deze dialoog op ministerieel niveau op te starten.

Energie en vervoer

35. In de conclusies van de ministersconferentie van Marrakech en de mededeling over richtsnoeren voor het vervoer in een verruimd Europa wordt erkend dat een geïntegreerd, veilig en efficiënt vervoerstelsel in het Middellandse Zeegebied cruciaal is voor de stabiliteit in de regio en de uitbreiding van de interregionale handel. Om werk te maken van het opzetten van dat vervoerstelsel wordt voorgesteld (eind 2007 of begin 2008) een vervoersconferentie op hoog niveau te organiseren met de volgende twee belangrijkste aandachtspunten: presentatie van het regionaal vervoersactieplan en aanzet tot de tenuitvoerlegging daarvan alsook uitbreiding van het trans-Europese vervoersnetwerk tot het Middellandse Zeegebied.

36. De groep van deskundigen die in het kader van het Euro-mediterraan energieforum is opgericht, zal op 16 oktober 2007 in Brussel bijeenkomen voor een bespreking over het prioritair actieprogramma voor de Euro-mediterrane energiesamenwerking in de nabije toekomst. Eind 2007 of begin 2008 zal een Euro-mediterrane bijeenkomst van ministers van Energie plaatsvinden om dit prioritair programma goed te keuren.

Horizon 2020

37. In het kader van het programma Horizon 2020 voor de sanering van het Middellandse Zeegebied zal verder werk worden gemaakt van de maatregelen die zijn vastgesteld in het tijdschema dat op de derde Euro-mediterrane bijeenkomst van ministers van Milieu in Caïro is goedgekeurd en op de eerste bijeenkomst van het stuurcomité in juni 2007 is gepresenteerd. Het Europees Milieuagentschap zal met de betrokken partners overleg plegen met het oog op de uitwerking van een coherent indicatorsysteem en een kader voor regelmatige analyses aan de hand van indicatoren, met inbegrip van een “scorekaart” om de vorderingen te vergelijken en te meten. Er zal worden gezorgd voor de nodige follow-up van de EIB-werkzaamheden met het oog op de selectie van financierbare projecten van regionaal belang.

38. Onder het Franse voorzitterschap van 2008 zal een Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over water worden georganiseerd. Deze conferentie vindt plaats bijna tien jaar na de Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over plaatselijk waterbeheer in Turijn in 1999 en vijf jaar na de invoering van de mediterrane component van het EU-waterinitiatief. De bijeenkomst zal handelen over belangrijke beleidskwesties betreffende het beheer en de bescherming van de watervoorraden en de daarmee verband houdende dienstverlening.

Industriële samenwerking

39. De volgende Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over industriële samenwerking is gepland voor oktober 2008. De bijeenkomst zal de balans opmaken van de vorderingen tot nog toe en een werkprogramma over industriële samenwerking voor 2009–2010 vaststellen.

40. Het beleid inzake de informatiemaatschappij zal worden geconcentreerd op het stimuleren van een open en concurrerende digitale economie via regelgeving voor de elektronische communicatie, wat bevorderlijk zal zijn voor innovatie, investeringen en concurrentie. Het samenwerkingsprogramma zal de ontwikkeling van onlinediensten omvatten die moeten bijdragen tot verbetering van de sociale integratie, de overheidsdiensten zoals onderwijs, gezondheidszorg en vervoer alsook de levenskwaliteit. Bovendien zal de deelname van de mediterrane landen aan de ICT-component van het zevende kaderprogramma worden uitgebreid met projecten van gemeenschappelijk belang. Onlangs zijn twee projecten voor het in kaart brengen van de topkennis inzake ICT in de mediterrane partnerlanden gestart (MED-IST en MAP-IT). Naar verwachting zal ook EUMEDCONNECT, een van de EUMEDIS-projecten, in de nabije toekomst worden uitgebreid. EUMEDCONNECT heeft geleid tot de onderlinge aansluiting van onderzoeknetwerken in het Middellandse Zeegebied en heeft de infrastructuur van dat netwerk beschikbaar gesteld voor gemeenschappelijke projecten van de EU-lidstaten en de mediterrane landen op het gebied van de informatiemaatschappij. Al deze nieuwe initiatieven zullen worden besproken op de tweede Euro-mediterrane ministersconferentie over de informatiemaatschappij in de eerste helft van 2008 in Egypte.

Lopende werkzaamheden over samenwerking inzake statistiek

41. Betrouwbare statistieken zijn een belangrijke factor van de besluitvorming, en via het MEDSTAT II-programma wordt technische bijstand aan de statistiekdiensten in de mediterrane partnerlanden verleend. Daarbij ligt de klemtoon op het verbeteren van de statistieken op een aantal belangrijke gebieden zoals landbouw, energie, milieu, buitenlandse handel, migratie, nationale rekeningen, de sociale sector (vooral werkgelegenheid), toerisme en vervoer en op de algemene statistiekopleiding. Het programma loopt tot eind 2008. In 2008 moet worden onderzocht welke mechanismen er bestaan om de steun voor de ontwikkeling van de statistiekcapaciteit in de partnerlanden te kunnen voortzetten, vooral op gebieden die tot nog toe niet in aanmerking kwamen, zoals de dienstensector en de gezondheidszorg.

Migratie

42. Op 19 november 2007 zullen de Euro-mediterrane partners voor het eerst op ministerieel niveau bijeenkomen voor een alomvattende, geïntegreerde en evenwichtige bespreking van de vraagstukken in verband met migratie. Deze Euro-mediterrane ministersbijeenkomst over migratie zal een goede gelegenheid vormen om de toegevoegde waarde van het regionale samenwerkingskader te beklemtonen en te wijzen op de noodzaak dat alle partners vorderingen blijven maken op weg naar de strategische doelstelling om de landen van oorsprong, doorreis en bestemming optimaal van de sociale en economische voordelen van de migratie te laten profiteren. Nieuwe initiatieven van de EU om het beheer van de wettelijke migratie te vergemakkelijken zouden bijzonder interessant voor de mediterrane partners kunnen zijn, bijvoorbeeld de focus op circulaire migratie of het concept van mobiliteitspartnerschappen.

Naar een Euro-mediterrane ruimte voor hoger onderwijs en onderzoek

43. Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van de ministersconferentie over hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek van 2007 in Caïro zal het controlecomité voor de Euro-mediterrane samenwerking inzake onderzoek en technologische ontwikkeling (MOCO) worden aangevuld met een nieuwe deskundigengroep die zich met hoger onderwijs zal bezighouden. De Commissie is van oordeel dat de belangrijkste onderwerpen voor de deskundigengroep zijn: invoering en implementatie van structurele hervormingen in de mediterrane partnerlanden op de drie belangrijkste gebieden die op EU-niveau zijn aangemerkt, namelijk wijzigingen van het leerplan, onder meer op grond van het Bologna-proces, bestuur en financiering. De deskundigengroep zal uiterlijk in de tweede helft van 2008 verslag uitbrengen bij het Euro-mediterrane comité. De Commissie stelt voor dat bij de eerste verslaglegging de klemtoon wordt gelegd op de bijdrage tot de algemene doelstelling van de onderlinge aanpassing van de Euro-mediterrane stelsels voor hoger onderwijs overeenkomstig de criteria van het proces van Bologna en het Europees systeem voor de overdracht van studiepunten (ECTS).

MOCO zal worden betrokken bij de voor 2008 geplande werkzaamheden van het project INCO-NET (waaraan alle leden van MOCO deelnemen). De werkzaamheden van INCO-NET zullen een belangrijke bijdrage leveren tot de verdieping van de gemeenschappelijke en regionale prioriteiten, een grotere bewustwording, capaciteitsopbouw en een betere werking van MOCO.

Actieplan voor de rol van vrouwen in de samenleving

44. Het Euro-mediterrane comité zal een Euro-mediterrane ad-hocbijeenkomst van deskundigen op hoog niveau bijeenroepen om de tenuitvoerlegging te toetsen van de maatregelen die op de ministersbijeenkomst in Istanbul over de rol van vrouwen in de samenleving zijn vastgesteld op de volgende drie werkterreinen: politieke en burgerrechten van vrouwen; sociale en economische rechten van vrouwen en duurzame ontwikkeling; vrouwenrechten in de culturele sector en de rol van communicatie en de massamedia.

Initiatief Euro-med en de media

45. Het Euro-mediterrane informatie- en communicatieprogramma zal via diverse activiteiten in de mediasector (opleiding van jonge journalisten, tv- en radioprogramma's in plaatselijke talen, krantenbijvoegsels, opinieonderzoek en enquêtes) bijdragen tot een grotere zichtbaarheid van het Euro-mediterrane partnerschap in het Middellandse Zeegebied en het wederzijds begrip tussen de mensen aan beide zijden van de Middellandse Zee vergroten.

46. De taskforce Euro-med en de media zal opnieuw bijeenkomen om na te gaan hoe de stem en de rol van de media in het partnerschap kunnen worden versterkt. De taskforce zal ook praktische voorstellen aanbevelen om de diverse problemen aan te pakken die tijdens de conferenties en seminars op mediagebied worden aangekaart. Er zullen ook maatregelen komen als vervolg op de conferentie van Dublin betreffende verslaggeving over terrorisme, en er zal een grote regionale conferentie over de ontwikkeling van regionale media worden georganiseerd.