52007DC0195




[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 30.4.2007

COM(2007) 195 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Evaluatie van het milieubeleid 2006 {SEC(2007) 487}

INLEIDING

In 2006 werd het lange termijn milieubeleidskader van de EU versterkt door de goedkeuring van haar vernieuwde strategie voor duurzame ontwikkeling en van de REACH-verordening. Het milieubeleid van de EU geniet brede steun van de bevolking; 72%[1] van de burgers zijn voorstander van meer besluitvorming op EU-niveau inzake milieubescherming. 2006 kunnen we indelen in vier categorieën van belangrijke gebeurtenissen.

- De schommelingen van de olie- en gasprijzen, de vrees voor verstoring van de bevoorrading en de effecten van het energiegebruik op de klimaatverandering hebben geleid tot een oproep voor een geïntegreerd Europees energiebeleid en tot een toenemende belangstelling voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen. Het Sternrapport over klimaatverandering bevestigde dat de kosten van het uitblijven van maatregelen een stuk hoger zijn dan de kosten van het tijdig nemen van maatregelen.

- De mededeling inzake biodiversiteit en het 'EU-actieplan tot 2010 en daarna' werden ontworpen om de tenuitvoerlegging van biodiversiteitsmaatregelen te versnellen.

- De goedkeuring van de laatste drie van de zeven thematische strategieën – voor het stadsmilieu, inzake bodembescherming en inzake pesticiden – zal het kader voor toekomstige maatregelen stroomlijnen en vereenvoudigen.

- De nieuwe rapportagecyclus voor de strategie van Lissabon toont aan dat de lidstaten steeds meer aanvaarden dat het efficiënt gebruik van hulpbronnen, klimaatverandering en het verlies van biodiversiteit nauw verbonden zijn met groei en werkgelegenheid.

In deze evaluatie komt het milieubeleid van de EU in 2006 aan bod. Ten eerste bevat zij een samenvatting van de voornaamste beleidsontwikkelingen op de vier prioritaire gebieden van het zesde Milieuactieprogramma. Vervolgens worden initiatieven voor betere regelgeving onder de loep genomen, die de naleving door bedrijven eenvoudiger en de toepassing door lidstaten gemakkelijker maken en tegelijkertijd de milieunormen versterken.

Het beschreven beleid ging gepaard met actieve internationale dienstverlening, met inbegrip van belangrijke vorderingen in de voorbereiding van het EU-lidmaatschap van Bulgarije en Roemenië en het opnemen van het milieu in het extern beleid van de EU. De Commissie heeft een lange termijn milieustrategie voorgesteld[2] om de voortdurende verloedering van het mediterrane milieu aan te pakken via meer doeltreffende samenwerking. Zij heeft ook een voorstel voor een thematisch programma voor het milieu en het duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen met inbegrip van energie voorgesteld[3].

RESULTATEN, TRENDS EN VOORUITZICHTEN INZAKE DE PRIORITAIRE GEBIEDEN VAN HET ZESDE MILIEUACTIEPLAN

Klimaatverandering

Kernpunten

2006 was een jaar van verhitte discussies over de toenemende afhankelijkheid van de EU van ingevoerde olie en gas, over stijgende energieprijzen en over instrumenten om de klimaatwijziging aan te pakken. De band tussen klimaat en energiebeleid werd versterkt en met de belangrijkste opkomende economieën werden veelbelovende overeenkomsten gesloten.

In de tweede fase van het Europese Programma inzake klimaatverandering heeft de Commissie verscheidene voorstellen ingediend, bijvoorbeeld over het opnemen van luchtvervoer in het EU-systeem voor de handel in emissierechten; er is vooruitgang geboekt inzake de herziening van de aanpak van de vermindering van CO2-uitstoot door auto’s; een mededeling met een mogelijk wetgevingsvoorstel over opvang en opslag van koolstoffen; en beleidsopties voor de aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering.

In de tussentijdse evaluatie van het Witboek Vervoer[4] werd bevestigd dat milieubescherming een van de belangrijkste doelstellingen van het vervoerbeleid is.

Begin 2006 eindigde de eerste nalevingscyclus van het EU-systeem voor de handel in emissierechten . Meer dan 10 000 energie-intensieve installaties – die bijna de helft van de Europese CO2-uitstoot vertegenwoordigen – moesten verslag uitbrengen over hun uitstoot in 2005. In april daalde de prijs van de emissierechten omdat uit de gegevens een lager dan verwachte uitstoot bleek, die aanleiding gaf tot een overschot van emissierechten. In juni moesten de lidstaten hun nationaal toewijzingsplan (NAP) bekendmaken voor 2008-2012, de tweede emissiehandelsperiode, en daarin uiteenzetten hoe zij de emissierechten zullen toewijzen aan de industrie. In november heeft de Commissie beschikkingen vastgesteld over 10 nationale toewijzingsplannen, waarbij de door de lidstaten voorgestelde gemiddelde hoeveelheid emissies met bijna 7% werd verlaagd.

Op internationaal vlak speelde de EU een leidersrol op bijeenkomsten betreffende de UNFCCC en het Kyoto Protocol . Er werd vooruitgang geboekt op het gebied van: een vijfjaren werkprogramma voor aanpassing aan de klimaatverandering, een wereldfonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (GEEREF), en beginselen van goed bestuur voor het aanpassingsfonds. De EU heeft bilaterale overeenkomsten over klimaatverandering gesloten met belangrijke derde landen zoals China en heeft een bilaterale dialoog aangevat met andere belangrijke partners. De lidstaten investeren fors in emissiereductieprojecten in ontwikkelingslanden.

Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie kunnen veel bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van de Europese energiestrategie[5] , dat wil zeggen duurzame ontwikkeling, bevoorradingszekerheid en concurrentievermogen. In oktober heeft de Commissie een actieplan[6] voorgesteld om het energiegebruik tegen 2020 met 20% te verminderen vergeleken met “business as usual”. Begin 2007 heeft de Commissie een geïntegreerd pakket maatregelen inzake energie en klimaatverandering[7] voorgesteld voor een nieuw energiebeleid voor Europa . De lidstaten wordt gevraagd het eens te zijn met een verminderingsdoelstelling voor broeikasgassen van 30% tegen 2020 (vergeleken met 1990), wanneer andere geïndustrialiseerde landen zich verbinden tot even ambitieuze doelstellingen. Alle ontwikkelde landen moeten dit soort inspanning leveren om de opwarming van de aarde te beperken tot een stijging van 2° Celsius. De Commissie heeft een eenzijdige vermindering van 20% voorgesteld, zolang er geen akkoord is bereikt. Het pakket bevat ook ideeën om de samenwerking tussen de EU en ontwikkelingslanden te versterken, in het bijzonder inzake aanpassing via een “Global Climate Policy Alliance” (alliantie voor een globaal klimaatbeleid)[8].

Nieuwe bevindingen

- Uit de recentste gegevens over de uitstoot in de EU-15 blijkt een afname van slechts 0.9% sinds 1990, terwijl de uitstoot in de EU-10 31.9% onder de niveaus van het referentiejaar blijft. De uitstoot in de EU-10 zal toenemen maar zal in 2010 nog steeds 12% minder bedragen dan 1990[9]. Hoewel de EU-15, met de maatregelen in de pijplijn, het gebruik van Kyoto-mechanismen en koolstofputten, de Kyoto doelstelling in 2010 zouden moeten bereiken, zullen aanvullende inspanningen nodig zijn voor de post-Kyoto periode. Er moet overeenstemming worden bereikt over nieuwe ambitieuze lange-termijn doelstellingen[10].

- Steeds frequentere bosbranden in Noordoost-Europa kunnen de voornaamste oorzaak zijn van de vervuiling door koolstofdeeltjes in het noordpoolgebied, waardoor het smelten van de gletsjers en zeeijs wordt versneld[11].

- De negatieve gevolgen van droogte in de EU is in de laatste 30 jaar sterk toegenomen. De jaarlijkse gemiddelde kosten verdubbelden tussen 1976-1990 en 1991-2006 om 5.3 miljard €/jaar te bereiken in 2001-2006[12].

- De natuurkundige gevolgen en kosten van de stijging van de zeespiegel in de EU zullen aanzienlijke schade veroorzaken. Aanpassing aan de stijging van de zeespiegel kan de totale kosten op middellange termijn verminderen met 7 tot 50% en op lange termijn met meer dan 70%[13].

Vooruitzichten voor 2007

De Commissie neemt zich voor:

- een voorstel in te dienen om de werking van de richtlijn inzake emissierechtenhandel te verbeteren voor de derde verbintenisperiode die in 2013 begint.

- een regelgevend kader voor te stellen ter bevordering van de opvang en geologische opslag van koolstoffen

- een brede raadpleging op gang te brengen met een groenboek over de aanpassing aan de klimaatverandering

- een voorstel voor een besluit in te dienen over een wereldfonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie dat gericht is op overgangs- en ontwikkelingslanden en - gebieden.

- een mededeling vast te stellen over waterschaarste en droogte om na te gaan of moet worden opgetreden op EU-niveau.

Natuur en biodiversiteit

Kernpunten

Het algemene EU-beleidskader voor biodiversiteit is grotendeels van kracht. Toch zet het verlies aan biodiversiteit zich voort aan een ongeziene snelheid. Bijgevolg zijn ongeveer twee derden van de ecosysteemdiensten wereldwijd in verval – diensten die van vitaal belang zijn voor welvaart en welzijn. Belangrijke inspanningen zijn nodig om de doelstellingen te halen inzake het stoppen van het verlies aan biodiversiteit in de EU tegen 2010, en inzake het aanzienlijk verminderen van de snelheid van het verlies aan biodiversiteit wereldwijd tegen 2010.

De mededeling over biodiversiteit[14] toont hoe deze doelstellingen moeten worden gehaald en herstel op lange termijn kan worden bevorderd. Daarin worden prioritaire doelstellingen vastgesteld en belangrijke ondersteunende maatregelen in een EU-actieplan en wordt opgeroepen tot een betere integratie van biodiversiteit en ecosysteemdiensten in het sectorale en horizontale beleid. Biodiversiteit was het thema van de Groene Week in 2006.

Natura 2000 dekt momenteel bijna 17% van het EU-25 grondgebied en 140 000 km2 zeegebied. Er werd belangrijke vooruitgang geboekt in de implementatie van EU-wetgeving inzake natuurbescherming in de nieuwe lidstaten, maar er blijven grote kloven bestaan. De Commissie heeft een EU-actieplan voor de bossen[15] goedgekeurd ter ondersteuning en verbetering van duurzaam bosbeheer en de multifunctionele rol van bossen, ondermeer via biodiversiteitsmaatregelen en een Europees bosbewakingssysteem.

In de Raad werd een politieke overeenkomst bereikt over de toekomstige richtlijn inzake mariene strategie, die het de EU mogelijk zal maken de ecologische gezondheid van haar oceanen en zeeën te herstellen.

De Commissie heeft een thematische strategie voor bodembescherming vastgesteld, met inbegrip van een voorstel voor een kaderrichtlijn[16] waarin een gemeenschappelijk EU-actiekader wordt vastgesteld om snel aangetast bodems in stand te houden, te beschermen, en te herstellen. Aan de lidstaten wordt daarbij flexibiliteit gelaten om dit te implementeren op een manier die best past bij de plaatselijke situaties.

De 2° “Global Biodiversity Outlook” is een eerste grondig onderzoek en toont aan dat de biodiversiteitverlies zich snel voortzet, volgens trends in bijna alle indicatoren van het Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD), waardoor het bereiken van de Millennium-ontwikkelingsdoelstellingen in gevaar komt. Er wordt geconcludeerd dat de globale doelstelling voor 2010 om biodiversiteitverliesaanzienlijk te verkleinen een grote uitdaging is en dat grotere inspanningen nodig zijn, hoewel de beslissingen van de achtste Conferentie van Partijen bij het Verdrag in maart een degelijke leidraad bieden.

De Conferentie van Parijs over “Integrating biodiversity into European development cooperation” (integratie van biodiversiteitaspecten in de Europese ontwikkelingssamenwerking) benadrukte de essentiële bijdrage van ecosysteemdiensten aan het welzijn van de mens, in het bijzonder van de armen, en stelde vast dat natuurbehoud, duurzaam gebruik en billijke verdeling van de voordelen van biodiversiteit belangrijke ontwikkelingsthema’s zijn.

Op de derde bijeenkomst in het kader van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid werd overeenstemming bereikt over de documenten voor het identificeren van GGO’s in internationale ladingen van landbouwproducten. Deze beslissing maakt dat protocol volledig operationeel.

Om illegale houtkap en de daaruit voortvloeiende handel te bestrijden heeft de EU onderhandelingen opgestart met Maleisië, Indonesië en Ghana voor de eerste reeks vrijwillige partnerschapsovereenkomsten over wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) .

Nieuwe bevindingen

- Schade aan ecosystemen in de EU veroorzaakt veel verlies; bosbranden in Portugal veroorzaken bijvoorbeeld jaarlijks een primair productieverlies van ongeveer 300 miljoen euro[17].

- In een aantal papers werd de toenemende bedreiging van de klimaatverandering voor de biodiversiteit benadrukt, bijvoorbeeld in de vorm van het massaal uitsterven van Europese plantensoorten[18], en werd gewaarschuwd dat de evolutie dit niet zal kunnen voorkomen[19].

- Veel Europese ecosystemen en soorten blijven in aantal afnemen, maar sommige soorten die onder de instandhoudingsmaatregelen vallen, herstellen[20]. De toename van kunstmatige oppervlakken langs de Europese kusten beschadigt de ecosystemen van de kusten[21].

- Door de mens gedomineerde mariene ecosystemen verliezen sneller populaties en soorten, met grotendeels onbekende gevolgen[22]. Verscheidene soorten van diepzeevis zijn tijdens de laatste decennia door bevissing drastisch in aantal afgenomen[23].

Vooruitzichten voor 2007:

- De Commissie zal de mariene richtsnoeren voor de implementatie van Natura 2000 in het mariene milieu afronden.

- In het kader van het CBD, zullen onderhandelingen worden voortgezet over internationale regels over toegang tot genetische hulpbronnen en de billijke verdeling van de voordelen.

- De 14e vergadering van de Conferentie der Partijen bij de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten zal worden aangewend om eventueel nieuwe soorten in de lijsten op te nemen controle op de internationale handel.

- De Commissie zal aanvullende FLEGT opties voorstellen om illegale houtkap te bestrijden en illegaal gekapt hout van de EU-markt te houden en zal bilaterale onderhandelingen starten voor vrijwillige partnerschapsovereenkomsten met meer landen.

- De Commissie zal een voorstel indienen voor een gemeenschappelijk standpunt over commerciële walvisvangst en zal meer inspanningen leveren voor de haalbaarheid van meer wetgeving over handel in van zeehonden vervaardigde producten.

Milieu en gezondheid

Kernpunten

Goede informatie is essentieel voor goed beleid inzake bescherming van de gezondheid. Onder het actieplan voor milieu en gezondheid 2004-2010 , heeft de Commissie in nauwe samenwerking met de lidstaten de oprichting van een EU-proefproject inzake menselijke biomonitoring voorbereid. De Commissie heeft de geldende informatie- en controlesystemen herzien en een uitvoeringsplan inzake informatie over milieu en gezondheid voorgesteld[24]. Hoewel de methodes voor het inschatten van de gevolgen van het milieu op de gezondheid van de mens verder moeten worden ontwikkeld, zijn er aanwijzingen dat de bekende gevolgen van het milieu op de gezondheid beperkt zijn in de context van de Europese volksgezondheid als geheel.

Elk jaar sterven er in Europa 370 000 mensen vroegtijdig aan ziektes die verband houden met luchtverontreiniging. Daarom bereidt de Commissie de herziening voor van de Richtlijn nationale emissieplafonds , waarin plafonds worden vastgesteld die vanaf 2020 worden toegepast voor de vier stoffen die reeds zijn geregeld, en eventueel ook voor primaire emissie van PM2.5. In 2006 werden de onderhandelingen met de Raad en het Parlement over de voorgestelde kaderrichtlijn luchtkwaliteit voortgezet.

De regelgevende herstructurering van de waterwetgeving werd vervolledigd door de vaststelling van de nieuwe zwemwaterrichtlijn en grondwaterrichtlijn .

De Commissie heeft een thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden[25] vastgesteld, waarbij de klemtoon ligt op gewasbeschermingsmiddelen, die kan worden uitgebreid tot biociden. Maatregelen omvatten onder meer nationale actieplannen, opleiding, en verbod of beperkingen van gebruik van pesticiden op specifieke gebieden.

In het kader van de strategie inzake kwik , heeft de Commissie voorstellen ingediend voor een richtlijn[26] houdende beperking van het gebruik van kwik in bepaalde toestellen en voor een verordening[27] betreffende het verbod op de uitvoer uit de EU van kwik en betreffende de veilige opslag ervan.

Nieuwe bevindingen

- In Nederland blijkt uit ruwe schattingen dat 2-5% van alle ziektes te wijten zouden kunnen zijn aan luchtverontreiniging, lawaai, radon, totale natuurlijke UV-straling en vochtigheid in huizen. Dit percentage zou groter worden wanneer rekening zou worden gehouden met de meer onzekere gevolgen van blootstelling aan PM[28].

- Nanotechnologieën zullen de innovatie en het concurrentievermogen waarschijnlijk vergroten en kunnen nieuwe oplossingen bieden voor milieuproblemen, niettemin is het belangrijk dat alle eventuele gevolgen van het gebruik van nanomaterialen voor het milieu en de gezondheid worden begrepen, onderzocht en beheerd.

Vooruitzichten voor 2007:

- REACH treedt in werking en de Commissie zal helpen bij de implementatie en de start van het agentschap voor chemische stoffen.

- De Commissie zal een tussentijdse evaluatie van het actieplan voor milieu en gezondheid voorstellen.

- De Commissie zal een nieuw voorstel indienen om de Richtlijn nationale emissieplafonds te herzien en de bestaande wetgeving inzake industriële emissies herzien. De Commissie zal ook een communautair uitvoeringsplan voor persistente organische verontreinigende stoffen voorstellen.

- De Commissie zal een voorstel indienen om de richtlijn inzake bescherming van laboratoriumdieren te herzien om de dierenbescherming up-to-date te maken en gelijke concurrentievoorwaarden vast te stellen voor de industrie en onderzoekers.

- De EU zal doorgaan met een internationale bindende overeenkomst over verdere internationale maatregelen inzake kwik binnen het UNEP-kader.

Gebruik van hulpbronnen

Kernpunten

Hulpbronnen vormen de ruggengraat van de economie, maar de toenemende mondiale vraag zet het milieu steeds meer onder druk. Het efficiënter gebruik van hulpbronnen en duurzamere productie- en consumptiepatronen zullen voordelen voor het milieu opleveren en tegelijkertijd onze economische prestaties en concurrentievermogen verbeteren.

De Commissie heeft vooruitgang geboekt bij de implementatie van de thematische strategie inzake duurzaam gebruik van de natuurlijke hulpbronnen door het opstarten van het Europese milieu-informatiecentrum voor natuurlijke hulpbronnen, een internationaal panel om wetenschappelijk advies te geven en een forum op hoog niveau om de ontwikkeling van nationale maatregelen te begeleiden.

In juni steunde de Energieraad de lange-termijn visie van de thematische strategie inzake preventie en recycling van afval om een “Europese recyclingsamenleving” te worden. Belangrijkste elementen van de strategie zijn terug te vinden in het voorstel van de Commissie voor een afvalrichtlijn, met name de levenscyclus-aanpak en de voorstellen om het afvalpreventiebeleid in werking te laten treden en te werken naar gemeenschappelijke recyclagenormen. Het voorstel wordt momenteel besproken in de Raad en in het Parlement. Een mededeling over industriële bijproducten en afval, de voorbereiding van criteria om te bepalen wanneer specifieke afvalstromen gerecycleerd zijn en niet langer afval en de verbetering van de kennis, zijn andere maatregelen om de strategie uit te voeren.

De RoHS- (beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen) richtlijn en de AEEA (Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur )- richtlijn zijn ontworpen om de snel groeiende stroom afval van elektrische en elektronische apparatuur aan te pakken. AEEA pakt het afvalbeer aan door doelstellingen vast te stellen inzake gescheiden inzameling, recuperatie en recycling. RoHS vereist de vervanging van bepaalde gevaarlijke stoffen in nieuwe apparatuur die na 1 juli 2006 op de markt wordt gebracht. De richtlijn betreffende afgedankte voertuigen en de verpakkingsrichtlijn bevatten een soortgelijk verbod op zware metalen. Er werd een nieuwe batterijrichtlijn vastgesteld waarin kwik wordt verboden in alle batterijen, en cadmium in de meeste draagbare batterijen.

Onveilige scheepsontmanteling is wereldwijd een dringend milieu-, economisch en sociaal probleem. Vaak worden schepen ontmanteld op stranden in Azië in slechte omstandigheden waarbij arbeiders overlijden of gewond raken door ongevallen of worden blootgesteld aan giftige stoffen. Water- en bodemverontreiniging in deze kustgebieden heeft een invloed op natuurlijke habitats en visgronden. De Commissie is gestart met de ontwikkeling van een EU-strategie voor scheepsontmanteling, waarbij de klemtoon ligt op veiligheid en milieuzorg.

Nieuwe bevindingen

- Het misdadig storten van gevaarlijk afval in Ivoorkust in 2006 heeft aangetoond dat verscheidene lidstaten de EU-regels inzake transporten van afval niet correct toepassen, vooral in zeehavens. In 2005 hebben inspecties aangetoond dat er talrijke illegale transporten van afval hebben plaatsgevonden, in sommige gevallen tot 48%.

- De sectoren levensmiddelen, privaat vervoer en huisvesting zijn samen verantwoordelijk voor 70–80% van de milieu-impact van consumptie, de hele levenscyclus van de producten in beschouwing genomen [29].

Vooruitzichten voor 2007

De Commissie neemt zich voor:

- een groenboek op te stellen “ op weg naar een actieplan voor duurzame consumptie en productie ”, gebaseerd op instrumenten als geïntegreerd productbeleid en met inbegrip van ecolabel, milieubeheersystemen, hulpbronnen- en afvalbeleid en innovatie.

- maatregelen te treffen inzake een groener industriebeleid , op basis van elementen als de interne markt, de richtlijn inzake energieverbruikende producten (de EuP-richtlijn), leidende markten en andere ondersteuning van milieu-innovatie en internationale samenwerking.

- voor de hele EU vrijwillige doelstellingen voor te stellen voor groene overheidsopdrachten en de lidstaten nadere richtsnoeren te verschaffen over hun nationale actieplannen.

- verslag uit te brengen over de uitvoering van het Actieplan voor de Europese Unie inzake Milieutechnologieën (ETAP), waarin de eerste resultaten van de samenwerking met de lidstaten zijn opgenomen.

- de doorbraak van milieuvriendelijke technologieën en milieu-innovatie te steunen via het EU-kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie en het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie .

- initiatieven te nemen om de implementatie van de verordening inzake overbrenging van afval en de richtlijn betreffende havenontvangstvoorzieningen , met inbegrip van wetgevingsvoorstellen, indien nodig.

- een groenboek over scheepsontmanteling voor te stellen.

MILIEUBELEID EN BETERE REGELGEVING

Kernpunten

Betere wetgeving gebruiken voor betere implementatie en milieuresultaten

Het milieubeleid heeft reeds tot goede milieuresultaten geleid, maar een doeltreffendere en gemakkelijkere implementatie zal die resultaten nog beter maken. Een belangrijk aspect van betere regelgeving is te waarborgen dat de in wetgeving opgelegde administratieve vereisten om informatie te verstrekken, evenredig zijn met wat noodzakelijk is voor een goede uitvoering ervan.

Daar waar de administratieve kosten van milieuwetgeving slechts een klein deel vertegenwoordigen van alle voordelen die daaruit voortvloeien, hinderen onnodige kosten een goede implementatie en moeten deze worden aangepakt.

Daarom blijft de Commissie de beginselen inzake betere regelgeving toepassen in de EU-milieubeleidsvorming, om de vormgeving van bestaande en toekomstige wetgeving te verbeteren.

Vereenvoudiging

In 2006 ging de Commissie verder met de herziening van wetgeving, zoals de RoHS-, de AEEA- en de IPPC- (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) richtlijnen , als onderdeel van het doorlopend vereenvoudigingsprogramma[30] . Het voorstel tot herziening van de kaderrichtlijn afval[31] is een onderdeel van het nieuwe programma[32]. De goedkeuring van dat voorstel zou impliceren dat drie bestaande richtlijnen worden samengevoegd en dat belangrijke, maar slecht geïmplementeerde wetgeving duidelijker zou worden.

De Commissie heeft een voorstel ingediend voor een Richtlijn tot bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging[33] – waarin grenzen worden vastgesteld voor 41 gevaarlijke stoffen – waarin vijf richtlijnen worden ingetrokken en voorschriften inzake informatieverstrekking worden geschrapt. Zij is ook gestart met gedetailleerd onderzoek om het EMAS- (EU milieumanagement- en auditing systeem) en het Ecolabel- (product) systeem te vereenvoudigen en te verbeteren door verbanden met andere wetgeving te onderzoeken en deze aantrekkelijker te maken voor kleinere ondernemingen.

De REACH-wetgeving (registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen) werd vastgesteld in december 2006. Hiermee zullen 40 bestaande wetteksten worden vervangen, zal één enkel systeem voor alle chemische stoffen worden gecreëerd en zal een nieuw agentschap voor chemische stoffen worden opgericht.

Ontwerp van nieuw beleid

Het milieubeleid is begonnen met veel manieren om doeltreffend en kosteneffectief nieuw beleid te ontwerpen die nu standaardpraktijk zijn geworden. Een voorbeeld daarvan is effectbeoordeling; de Commissie moet de economische, sociale en milieueffecten van al haar belangrijkste beleidsvoorstellen onderzoeken. Het milieubeleid gaf aanleiding tot meer dan 20 effectbeoordelingen – ongeveer een achtste van het totaal aantal effectbeoordelingen van de Commissie.

De effectbeoordelingsprocedure verbetert de selectie van beleidsinstrumenten. De Richtlijn tot oprichting van EU-infrastructuur voor ruimtelijke informatie (INSPIRE) , waarover in 2006 een politiek akkoord werd bereikt, was bijvoorbeeld gebaseerd op een optie die grofweg dezelfde voordelen opleverde maar 25% goedkoper was dan de oorspronkelijk overwogen optie. De nieuwe, door de Commissie opgerichte Raad voor Effectbeoordeling controleert de kwaliteit van haar ontwerp-effectbeoordelingen.

Toepassing van de wetgeving

Het milieu kan slechts goed worden beschermd wanneer de lidstaten de wetgeving correct uitvoeren. Eind 2006 waren er 420 gevallen van inbreuken op de milieuwetgeving. De Commissie blijft de behandeling van deze gevallen verbeteren. De Commissie werkt ook nauw samen met belanghebbenden om mogelijke moeilijkheden vast te stellen, zoals in 2006 met de REACH-verordening . Soortgelijke inspanningen werden geleverd met de richtlijn inzake milieuaansprakelijkheid en de kaderrichtlijn water , waarbij grensoverschrijdende aspecten een gemeenschappelijke aanpak noodzakelijk maken. Ook het informele GreenEnforce-netwerk van personen die actief zijn op het gebied van natuur en bosbeheer werd opgericht om de dialoog over implementatie te versterken.

Nieuwe bevindingen

- Uit bepaalde studies blijkt dat, voor onderzochte gevallen, de kosten van EU-milieuwetgeving vaak worden overschat in vergelijking met de werkelijke kosten, wellicht door onderschatting van de door het beleid en andere factoren teweeggebrachte innovatie[34].

- De door milieuwetgeving aan bedrijven opgelegde administratieve kosten bedragen ongeveer 4% van de kosten van alle wetgeving die op lokaal, nationaal en internationaal niveau wordt vastgesteld[35].

- EU-emissienormen worden geleidelijk globale normen; meer dan drie miljard mensen in Azië gebruiken bijvoorbeeld voertuigen die voldoen aan EU-emissienormen[36].

- Het Europese wagenpark is 2 tot 3 keer meer brandstofefficiënt dan het wagenpark van de VS, deels door hogere brandstofbelastingen die belangrijke technologische verbeteringen hebben ondersteund[37].

Vooruitzichten voor 2007

De Commissie neemt zich voor:

- een mededeling over een aan INSPIRE gekoppeld Gemeenschappelijk milieu-informatiesysteem voor te stellen. Het systeem zal de beschikbaarheid van informatie garanderen en onnodige rapportage en controle zal worden geschrapt.

- een Groenboek over marktconforme instrumenten vast te stellen voor milieu- en energiegerelateerde beleidsdoelstellingen. Zij zal mogelijke elementen onderzoeken voor de geplande herziening van de richtlijn energiebelasting en opties voor het verder gebruik van economische instrumenten op verschillende gebieden van het milieubeleid[38].

- de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu te herzien om de regels aan te passen aan uitdagingen in het milieubeleid. Om de beoordeling te vereenvoudigen kan bepaalde minder verstorende staatssteun ten behoeve van het milieu worden opgenomen in de groepsvrijstellingsverordening.

- een programma ter ondersteuning van naleving voor te stellen om KMO’s te helpen de milieuvereisten na te leven.

- een mededeling over de implementatie van de kaderrichtlijn water voor te stellen.

- samen met Europees Milieuagentschap het Europees waterinformatiesysteem op te richten om de beschikbaarheid van gegevens over de kwaliteit van water te verbeteren.

CONCLUSIES

De Commissie streeft er voortdurend naar om de manier waarop het milieubeleid wordt vastgesteld en toegepast, te verbeteren. Het beleid staat nu grotendeels op punt en is geschikt voor een meer gestroomlijnde regelgevende benadering, terwijl een hoog niveau van bescherming wordt gehandhaafd.

Klimaatverandering staat bovenaan de politieke agenda. De Commissie zal haar voorstellen verder ontwikkelen om de EU om te vormen tot een koolstofarme economie en om op langere termijn in de EU en wereldwijd de doelstellingen inzake CO2-daling te bereiken. Zelfs wanneer de uitstoot wordt verminderd, moet op de waarschijnlijke effecten van de klimaatverandering worden geanticipeerd en moeten maatregelen worden getroffen om de schade te minimaliseren. Daarom zal de Commissie een debat op gang brengen over een EU-aanpassingsbeleid.

Het beperken van het verlies van biodiversiteit is ook een topprioriteit. Belangrijke maatregelen zijn voorgesteld, maar moeten nu worden uitgevoerd. Op internationaal vlak zal bijzondere aandacht worden besteed aan duurzaam bosbeheer en de bestrijding van illegale houtkap en de daaruit voortvloeiende handel.

Consumptie- en productiepatronen moeten duurzamer worden. De Commissie zal voorstellen doen betreffende manieren waarop energie-efficiëntie, eco-design, milieu-innovatie en schone technologieën kunnen worden bevorderd. Er zullen meer inspanningen worden gedaan voor de uitvoering van milieuwetgeving.

De milieu-uitdagingen doordringen nu alle beleidsgebieden. Er moet voortdurend aandacht worden besteed aan hoe het sectoraal beleid in wisselwerking staat met en een invloed heeft op het milieu. Het waarborgen van een open wereldmarkt voor milieutechnologieën, -investeringen en -expertise is een voorbeeld van hoe andere beleidsgebieden kunnen bijdragen. Samenwerking met onze internationale partners – bilateraal en multilateraal - is essentieel voor het behoud van onze gemeenschappelijke hulpbronnen en levensondersteunende systemen. Het milieu heeft het engagement van ons allen nodig.

[1] 2006 Eurobarometer.

[2] COM(2006)475.

[3] COM(2006)20.

[4] COM(2006)314.

[5] COM(2006)105.

[6] COM(2006)545.

[7] COM(2007)1, COM(2007)2.

[8] Document van de Raad nr. 15164/04 gebaseerd op COM(2003)85.

[9] Technisch verslag van de AEE nr. 6/2006.

[10] COM(2006)658.

[11] Journal of Geophysical Research, vol.111, 2006.

[12] DG Environment (2006), Water scarcity and droughts, 1st Interim report.

[13] http://peseta.jrc.es

[14] COM(2006)216.

[15] COM(2006)302.

[16] COM(2006)231.

[17] IEEP (2006) Value of biodiversity.

[18] Thuiller, W. et al. (2005) Climate .change threats to plant diversity in Europe.

[19] Parmesan, C. (2006) Ecological and evolutionary responses to recent climate change.

[20] Rapport AEE 5/2006.

[21] Rapport AEE 6/2006.

[22] Science (2006) 314, 787-790.

[23] UN (2006) The Impacts of Fishing on Vulnerable Marine Ecosystems.

[24] SEC(2006)1461.

[25] COM(2006)372.

[26] COM(2006)69.

[27] COM(2006)636.

[28] RIVM(2005).

[29] IPTS (2006) Environmental Impact of Products.

[30] COM(2005)535.

[31] COM(2005)667.

[32] COM(2006)690.

[33] COM(2006)397.

[34] IVM (2006), DEFRA (2006).

[35] Schatting op basis van vaststellingen van DK, NL en UK, zie ook COM(2006)691.

[36] International Council on Clean Transportation.

[37] EEA verslag 1/2006.

[38] COM(2007) 140 def.