52006PC0653

Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Raadgevend Comité voor communautair beleid inzake statistische informatie /* COM/2006/0653 def. - COD 2006/0021 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 3.11.2006

COM(2006)653 definitief

2006/0217(COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot oprichting van een Europees Raadgevend Comité voor communautair beleid inzake statistische informatie

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

110 | Motivering en doel van het voorstel Tijdens het seminar over de toekomst van het Europees statistisch systeem (ESS) in april 1989 hebben Jacques Delors, de toenmalige voorzitter van de Europese Commissie, en Henning Christophersen, destijds vice-voorzitter, voorgesteld het CEIES (Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied) op te richten. Gezien de veranderingen die op economisch en sociaal gebied uit de Europese Akte zouden voortvloeien, vond men het noodzakelijk een comité op te richten dat de mening van brede Europese maatschappelijke kringen over de communautaire statistiek tot uiting brengt. Het doel was, een structuur te creëren voor dialoog en overleg tussen de producenten en gebruikers van statistieken en op Gemeenschapsniveau als aanvulling op de bestaande nationale organen voor overleg tussen gebruikers en producenten, die zich uiteraard meer met nationale kwesties bezighouden. Binnen het ESS wordt alom behoefte gevoeld aan een grondige hervorming van het functioneren en de samenstelling van het CEIES, vooral sinds de uitbreiding van de EU tot 25 lidstaten. Het bureau van het CEIES riep zelf reeds in 2002 op tot discussie over een hervorming. De onderkende hervormingspunten waren voornamelijk gecentreerd rond de behoefte aan een kleiner, efficiënter orgaan dat een meer strategische rol moet spelen met betrekking tot de ontwikkeling van Europees beleid inzake statistische informatie. Naast bovengenoemde hervormingspunten is er ook behoefte aan een meer algemene herziening van het Europese statistische landschap zoals aangegeven in de mededeling en de aanbeveling van de Commissie over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties (COM(2005)217 definitief): in de mededeling wordt de oprichting van een nieuw extern adviesorgaan overwogen om toezicht te houden op de uitvoering van de praktijkcode door het Europees statistisch systeem en om advies op Europees niveau uit te brengen over statistische prioriteiten. In zijn conclusie van 8 november 2005 heeft de Ecofin-Raad benadrukt dat het hervormde CEIES en het toekomstige adviesorgaan op hoog niveau twee verschillende organen moeten blijven. In haar voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende een Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied, houdt de Commissie rekening met de punten die in de conclusies van de hieronder genoemde taskforce en in de conclusies van de Raad van 8 november 2005 voor de hervorming van het huidige CEIES zijn aangegeven. |

120 | Algemene context Het Comité statistisch programma (CSP) heeft besloten een kleine taskforce met CSP- en CEIES-leden op te richten voor diepgaand beraad over de toekomst van het CEIES en met name de opdracht, de taken en de samenstelling van dit comité, en zijn verhouding tot het CSP. De taskforce heeft twee maal vergaderd, namelijk op 26 maart en op 14 mei 2004. Op basis van de werkzaamheden van de taskforce heeft Eurostat de hoofdlijnen van een hervormd CEIES geschetst in een oriënterende nota voor de 54e vergadering van het CSP op 17-18 november 2004. In dit stuk werd de nadruk gelegd op de noodzaak van een kleiner orgaan, met maximaal 20 leden (thans 79) en een meer strategische rol, die de Raad, het Europees Parlement en de Commissie moet bijstaan bij de coördinatie van de doelstellingen en prioriteiten van het communautaire beleid inzake statistische informatie. Wat met name het CEIES betreft, heeft de Raad in zijn conclusies van 8 november 2005: nota genomen van het voornemen van de Commissie om een omvangrijke hervorming van het CEIES voor te stellen, waardoor dit een kleiner en efficiënter orgaan zou worden; verklaard dat “een omgevormd CEIES zou bijdragen tot een betere governance van het Europees statistisch systeem en tot kwalitatief hoogwaardiger communautaire statistieken”; verklaard dat “het hervormde CEIES als spreekbuis [zou] moeten fungeren voor de belangen van gebruikers uit de particuliere sector en de respondenten van Europese statistieken. Het zou op zodanige wijze samengesteld moeten zijn dat de maatschappelijke omgeving van de Europese statistieken er adequaat in vertegenwoordigd is.” |

130 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Volgens Besluit 91/116/EEG van de Raad tot oprichting van het Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied, heeft het Comité tot taak: “de Raad en de Commissie bij te staan op het punt van de coördinatie van de op het gebied van het communautaire statistische informatiebeleid vastgestelde doelstellingen, rekening houdende met de behoeften van de gebruikers en de door de informatieproducenten te dragen kosten”. In de praktijk betekent dit dat het CEIES zijn mening moet geven over de relevantie van het communautair statistisch programma, over de manier waarop hierop toezicht wordt gehouden en over de hiermee samenhangende kosten voor de Gemeenschap, de nationale bureaus voor de statistiek en de verstrekkers worden gedragen. Aangezien advies van gebruikers, respondenten en producenten over de doelen van het communautaire beleid inzake statistische informatie via het nieuwe comité zou worden ingewonnen, wordt voorgesteld om Besluit 91/116/EEG van de Raad in te trekken. Voor de verrichting van zijn taken zou het hervormde CEIES ook kunnen steunen op het werk van deskundigengroepen die de Commissie moeten bijstaan bij de vaststelling van de behoefte aan gegevens op specifieke gebieden, zoals de deskundigengroep inzake de beleidsbehoeften op het gebied van criminaliteits- en strafrechtelijke gegevens, ingesteld bij Besluit 2006/581/EG van de Commissie van 7 augustus 2006. |

141 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie Niet van toepassing. |

RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

Raadpleging van belanghebbende partijen |

211 | Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Bij het voorstel is rekening gehouden met het standpunt van de leden van het bestaande Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied en van het Comité statistisch programma. |

212 | Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Uit de raadpleging bleek de noodzaak van een kleiner orgaan, met maximaal 20 leden (thans 79) en een meer strategische rol om de Raad, het Europees Parlement en de Commissie bij te staan bij de coördinatie van de doelstellingen en prioriteiten van het communautaire beleid inzake statistische informatie. De hierbij naar voren gekomen hervormingspunten zijn in het huidige voorstel verwerkt. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

229 | Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel Het voorstel beoogt de oprichting van een Europees Raadgevend Comité voor beleid inzake statistische informatie. Het comité staat de Raad, het Europees Parlementen de Commissie bij door te zorgen dat er rekening wordt gehouden met de gebruikersbehoeften en de kosten voor verstrekkers en producenten van informatie bij de coördinatie van de strategische doelen en prioriteiten van het communautaire beleid inzake statistische informatie. |

310 | Rechtsgrondslag Het voorstel is gebaseerd op artikel 285 van het Verdrag, dat de rechtsgrondslag is voor maatregelen van het Europees Parlement en de Raad voor de productie van communautaire statistieken en dat de beginselen vaststelt waaraan deze moeten voldoen. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. |

331 | Het voorstel houdt rekening met het advies van gebruikers, respondenten en producenten over de doelen van het communautaire beleid inzake statistische informatie en is niet van invloed op de rol die soortgelijke organen op nationaal niveau spelen. |

332 | Het voorstel moet de bestaande lasten voor de betrokkenen op communautair en nationaal niveau verminderen door de bestaande procedures te stroomlijnen. |

Keuze van instrumenten |

341 | Voorgestelde instrumenten: |

342 | In haar werkdocument van 27 juli 2005 (C(2005)2817) getiteld “Framework for Commission's expert groups: horizontal rules and public register” (kader voor deskundigengroepen van de Commissie: horizontale voorschriften en openbaar register) concludeerde de Commissie dat uit institutioneel oogpunt groepen van deskundigen – d.w.z. groepen van nationale deskundigen en/of deskundigen uit de particuliere sector die de Commissie bijstaan bij het uitoefenen van haar recht van initiatief en bij haar toezichthoudende taken en de coördinatie met de lidstaten – bij besluit van de Commissie moeten worden ingesteld. In dit geval moest de Commissie er echter rekening mee houden dat het bestaande comité (CEIES) was gebaseerd op een besluit van de Raad dat zou moeten worden ingetrokken en dat het nieuwe comité niet alleen de Commissie maar ook de Raad en het Europees Parlement moest bijstaan bij de coördinatie van de strategische doelen en prioriteiten van het communautaire beleid inzake statistische informatie van de Gemeenschap. Gezien het doel en de inhoud van het voorstel is een besluit van het Europees Parlement en de Raad dan ook het meest geschikte instrument. |

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

401 | De gevolgen van het voorstel voor de begroting hebben betrekking op het houden van vergaderingen en het verrichten van eventueel noodzakelijke studies. Gezien de regelingen voor de financiële en personele middelen voor het CEIES, heeft het voorstel naar verwachting geen nettogevolgen voor de begroting. |

AANVULLENDE INFORMATIE |

Intrekking van bestaande wetgeving De vaststelling van het besluit heeft de intrekking van bestaande wetgeving tot gevolg. |

560 | Europese Economische Ruimte De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte. |

570 | Nadere uitleg van het voorstel, per hoofdstuk of per artikel De belangrijkste veranderingen ten opzichte van het bestaande CEIES zijn: Naamswijziging in Europees Raadgevend Comité voor communautair beleid inzake statistische informatie (artikel 1, lid 1) en meer aandacht voor de gebruikersbehoeften bij de coördinatie van de strategische doelen en prioriteiten van het communautaire beleid inzake statistische informatie (artikel 1, lid 2).-{}- Sterkere positie bij de voorbereiding van het communautair statistisch programma en het jaarlijks statistisch werkprogramma van de Commissie (artikel 2, lid 1). Het comité kan ook advies geven over wijzen waarop beter kan worden voldaan aan de kwaliteitsbehoeften van de gebruikers (artikel 2, lid 2).De Commissie moet jaarlijks verslag uitbrengen over de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met de adviezen van het comité (artikel 3, lid 2). Het aantal leden wordt verminderd van de huidige 79 tot 25 (artikel 4). Het nieuwe comité bestaat uit leden die het maatschappelijk middenveld vertegenwoordigen, institutionele statistiekgebruikers en de Directeur-generaal van Eurostat. Er kunnen tijdelijke werkgroepen worden ingesteld om verslag aan de Commissie uit te brengen (artikel 6, lid 3). |

1. 2006/0217(COD)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

tot oprichting van een Europees Raadgevend Comité voor communautair beleid inzake statistische informatie

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

Gezien het advies van het Comité van de Regio's,

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Raadpleging van gebruikers, producenten en verstrekkers van statistische informatie is essentieel voor de voorbereiding en ontwikkeling van communautair beleid inzake statistische informatie.

(2) Het Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied, dat is opgericht bij Besluit 91/116/EEG van de Raad[1], staat de Raad en de Commissie bij in de coördinatie van de doelstellingen van het communautaire beleid inzake statistische informatie, rekening houdend met de gebruikersbehoeften en de door de informatieverstrekkers en -producenten te dragen kosten.

(3) Het Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied heeft weliswaar zijn nut bewezen, maar door de veranderingen die in de Gemeenschap hebben plaatsgehad, en met name de uitbreiding tot 25 lidstaten, zijn er wijzigingen nodig wat de rol, het mandaat, de samenstelling en de procedures van het Comité betreft. Omwille van de duidelijkheid moet het Raadgevend Comité door een nieuw comité worden vervangen.

(4) Het nieuwe comité moet bijdragen aan een betere governance van het Europees statistisch systeem en aan een hogere kwaliteit van de communautaire statistieken. Hiervoor moet de nauwe samenwerking worden voortgezet met het Comité statistisch programma, ingesteld bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad, en met het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek, ingesteld bij Besluit 91/116/EEG van de Raad.

(5) Er moet een balans worden bereikt tussen de noodzakelijke vermindering van het aantal leden zodat het comité efficiënt in een uitgebreide Gemeenschap kan werken en de noodzaak dat alle belanghebbenden in de communautaire statistieken worden vertegenwoordigd, zoals verzocht door de Raad in zijn conclusies van 8 november 2005.

(6) De noodzaak om de kosten en baten van de communautaire statistische behoeften beter te beoordelen en tegen elkaar af te wegen en de lasten van de communautaire statistiekwetgeving evenwichtiger te verdelen en om zo beter in te spelen op de toenemende vraag, houdt in dat het comité een grotere rol moet spelen bij de voorbereiding en uitvoering van het communautair statistisch programma.

(7) Het nieuwe comité moet fungeren als kanaal voor advies van gebruikers, verstrekkers en producenten van statistische informatie over de doelstellingen van het communautaire beleid inzake statistische informatie. Besluit 91/116/EEG moet derhalve worden ingetrokken,

BESLUITEN:

Artikel 1

Raadgevend Comité

1. Hierbij wordt het Europees Raadgevend Comité voor communautair beleid inzake statistische informatie (hierna "het comité" te noemen) ingesteld.

2. Het comité staat het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij door te zorgen dat er bij de coördinatie van de strategische doelen en prioriteiten van het communautaire beleid inzake statistische informatie rekening wordt gehouden met de gebruikersbehoeften en met de kosten voor de informatieverstrekkers en –producenten.

3. Deze assistentie betreft alle gebieden van de statistiek die van belang zijn voor het communautaire beleid inzake statistische informatie.

Artikel 2

Taken

1. Het comité wordt door de Commissie in een vroeg stadium van de voorbereiding van het communautair statistisch programma geraadpleegd. Het brengt advies uit, waarbij de nadruk ligt op:

a) de relevantie van het communautair statistisch programma voor de vereisten van Europese integratie en ontwikkeling, zoals geformuleerd door de Gemeenschapsinstellingen, de nationale en regionale autoriteiten, de verschillende economische en sociale sectoren en de wetenschappelijke wereld;

b) de relevantie van het communautair statistisch programma voor de activiteiten van de Gemeenschap, rekening houdend met economische, sociale en technische ontwikkelingen;

c) de balans (prioriteiten en middelen) tussen de verschillende gebieden van het communautair statistisch programma en het jaarlijks statistisch werkprogramma van de Commissie;

d) de vereiste middelen om het communautair statistisch programma uit te voeren, inclusief de kosten die rechtstreeks door de Gemeenschap en de nationale autoriteiten worden gedragen;

e) de kosten in verband met de verstrekking van statistische informatie door informatieverstrekkers.

2. Het comité vestigt de aandacht van de Commissie ook op gebieden waar het noodzakelijk kan zijn nieuwe statistische activiteiten te ontwikkelen en adviseert de Commissie over de wijze waarop beter kan worden voldaan aan de kwaliteitsbehoeften van de gebruikers, rekening houdend met de kosten voor de informatieverstrekkers en –producenten.

Artikel 3

Relaties met Europese instellingen en andere organen

1. Op verzoek van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie brengt het comité advies uit over kwesties in verband met gebruikersbehoeften bij de ontwikkeling van het communautaire beleid inzake statistische informatie, prioriteiten van het communautair statistisch programma, de evaluatie van bestaande statistieken, de kwaliteit van gegevens en het verspreidingsbeleid.

2. Het comité brengt adviezen uit en dient bij het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, zo vaak zij dit voor de vervulling van haar taak noodzakelijk acht, verslagen in over gebruikersbehoeften en over de kosten voor de informatieverstrekkers bij de productie en de verspreiding van communautaire statistieken.

De Commissie brengt jaarlijks verslag uit over de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met de adviezen van het comité.

3. Om haar taak te kunnen vervullen, werkt het comité samen met het Comité statistisch programma en het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek. Het stuurt deze twee comités exemplaren van zijn adviezen en verslagen toe.

4. Het comité onderhoudt betrekkingen met de nationale raden van statistiekgebruikers.

Artikel 4

Samenstelling en benoemingsprocedure

1. Het comité bestaat uit vijfentwintig leden.

Veertien leden van het comité worden benoemd door de Commissie na raadpleging van het Europees Parlement en de Raad. Met het oog op de benoeming van deze leden verschaft elke lidstaat de Commissie een lijst met twee kandidaten met een gevestigde reputatie op statistiekgebied. De Commissie ziet erop toe dat de samenstelling van het comité een getrouwe afspiegeling van het maatschappelijk middenveld vormt, met inbegrip van de wetenschappelijke wereld, en dat de verschillende onder het communautair statistisch programma vallende statistische gebieden voldoende zijn vertegenwoordigd.

Tien leden worden rechtstreeks benoemd door de organen waartoe zij behoren, namelijk:

- a) een vertegenwoordiger van het Europees Parlement,

- b) een vertegenwoordiger van de Raad,

- c) een vertegenwoordiger van het Europees Economisch en Sociaal Comité,

- d) een vertegenwoordiger van het Comité van de Regio's,

- e) een vertegenwoordiger van de Europese Centrale Bank,

- f) twee vertegenwoordigers van het Comité statistisch programma,

- g) een vertegenwoordiger van de Unie van industrie- en werkgeversfederaties in Europa (UNICE),

- h) een vertegenwoordiger van het Europees Verbond van Vakverenigingen (EVV),

- i) een vertegenwoordiger van de Europese Unie van ambachten en van het midden- en kleinbedrijf (UEAPME).

De Directeur-generaal van Eurostat is ambtshalve lid van het comité.

De ledenlijst wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie , C-serie.

Artikel 5

Duur van het mandaat

1. De leden van het comité worden benoemd voor een termijn van vier jaar, die eenmaal kan worden verlengd. Na afloop van hun ambtstermijn blijven de leden in functie totdat in hun vervanging of in de verlenging van hun ambtstermijn is voorzien.

2. Indien een lid voor het einde van zijn ambtstermijn terugtreedt, wordt hij voor de rest van die periode vervangen door een nieuw lid dat overeenkomstig artikel 4 wordt benoemd.

Artikel 6

Structuur en werking van het comité

1. Het comité kiest zijn voorzitter uit de leden die door de Commissie zijn benoemd. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van vier jaar, die eenmaal kan worden verlengd.

2. De voorzitter roept het comité ten minste eenmaal per jaar bijeen, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van ten minste een derde van de leden.

3. Ter voorbereiding van adviezen over zeer complexe statistische aangelegenheden kan het comité de Commissie voorstellen om tijdelijke werkgroepen onder voorzitterschap van een lid van het comité in te stellen. Elke werkgroep wordt samengesteld uit deskundigen met een passende verdeling van professionele achtergronden en geografische spreiding. De voorzitters van deze werkgroepen leggen de resultaten van hun werkzaamheden tijdens een vergadering van het comité voor in de vorm van een verslag.

4. Vertegenwoordigers van betrokken diensten van de Commissie mogen als waarnemer deelnemen aan de vergaderingen van het comité en van de werkgroepen.

De voorzitter kan andere waarnemers tot de vergaderingen van het comité toelaten.

5. De diensten van de Commissie verzorgen het secretariaat van het Comité en van de werkgroepen.

Artikel 7

Besluitvormingsprocedures

1. Een advies van het comité is geldig indien twee derden van zijn leden in persoon aanwezig is of op een in het reglement van orde vast te stellen wijze vertegenwoordigd is.

2. Alleen de leden zijn stemgerechtigd. Een lid mag een ander lid machtigen om voor hem te stemmen. Een lid mag niet meer dan twee machtigingen ontvangen.

3. De adviezen van het comité worden met redenen omkleed. Het comité spreekt zich uit met een gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter een extra stem die de doorslag geeft.

Artikel 8

Vertrouwelijkheid

Onverminderd artikel 287 van het Verdrag zijn de leden van het comité gehouden de gegevens waarvan zij via de werkzaamheden van het comité of van de werkgroepen kennis hebben gekregen, niet openbaar te maken indien de Commissie hun mededeelt dat het gevraagde advies of de gestelde vraag betrekking heeft op een vertrouwelijk onderwerp.

Artikel 9

Reglement van orde

Na raadpleging van de Commissie stelt het comité zijn reglement van orde vast. Het reglement van orde wordt ter informatie aan het Europees Parlement en de Raad gezonden.

Artikel 10

Intrekking

Besluit 91/116/EEG wordt ingetrokken.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op [].

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De Voorzitter De Voorzitter

[1] PB L 59 van 6.3.1991, blz. 21. Besluit van de Raad zoals gewijzigd bij Besluit (EG) nr. 255/97 van de Raad (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 32).