52006PC0531

Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot aanpassing van richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 december 1994 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten, in verband met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië /* COM/2006/0531 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 22.09.2006

COM(2006) 531 definitief

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot aanpassing van Richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 december 1994 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten, in verband met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Op grond van artikel 4, lid 3, van het Toetredingsverdrag voor de republiek Bulgarije en Roemenië mogen de instellingen van de EU voor de toetreding maatregelen vaststellen zoals onder andere bedoeld in artikel 56 van de Toetredingsakte. Deze maatregelen treden slechts in werking onder voorbehoud en op de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag.

In artikel 56 van de Toetredingsakte wordt bepaald dat wanneer besluiten die vóór de toetreding door de instellingen zijn genomen, ingevolge de toetreding moeten worden aangepast, en de Akte of de bijlagen niet in de nodige aanpassingen voorzien, de Raad of de Commissie (indien het oorspronkelijke besluit door de Commissie is genomen) de nodige besluiten neemt.

In punt 2 van de Slotakte wordt verwezen naar het politiek akkoord over de aanpassingen van de besluiten van de instellingen. De Raad en de Commissie vullen deze aanpassingen aan en werken ze bij en nemen ze vervolgens aan volgens de procedure van artikel 56 van de Toetredingsakte.

Bij de aanvulling en bijwerking van aanpassingen van het acquis zijn besluiten verwerkt die na de afsluitingsdatum van het Toetredingsverdrag, dat wil zeggen 1 oktober 2004, zijn goedgekeurd. De vorm van de besluiten die worden goedgekeurd op grond van artikel 56 van de Toetredingsakte dient gelijk te zijn aan die van de gewijzigde besluiten. De aanpassing van het acquis geschiedt door middel van vijf soorten besluiten: richtlijnen van de Raad en richtlijnen van de Commissie voor de aanpassing van richtlijnen, verordeningen van de Raad en verordeningen van de Commissie voor de aanpassing van verordeningen en besluiten en aanbevelingen van de Commissie voor de aanpassing van aanbevelingen van de Commissie.

Bijgaand voorstel voor een richtlijn van de Raad heeft betrekking op de aanpassing van Richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 december 1994 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten. Deze aanpassingen zijn van technische aard. De technische aanpassing van het acquis in verband met de toetreding heeft geen financiële gevolgen.

Andere besluiten die in verband met de uitbreiding van de Unie moeten worden aangepast, en die bijvoorbeeld door tijdgebrek niet in dit voorstel voor een richtlijn van de Raad konden worden verwerkt, moeten later worden aangepast, eventueel via een normale procedure. Overeenkomstig artikel 56 kunnen aanpassingen die na de toetreding worden aangenomen, vanaf de datum van toetreding worden toegepast.

Voorstel voor een

RICHTLIJN VAN DE RAAD

tot aanpassing van Richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 december 1994 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten, in verband met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, en met name op artikel 4, lid 3,

Gelet op het Toetredingsverdrag van Bulgarije en Roemenië, en met op name artikel 56,

Gezien het voorstel van de Commissie[1],

Overwegende hetgeen volgt:

1. Indien besluiten na 1 januari 2007 van kracht blijven en in verband met de toetreding moeten worden aangepast, en in de Toetredingsakte of de bijlagen daarbij niet in de noodzakelijke aanpassingen is voorzien, moet overeenkomstig artikel 56 van de Toetredingsakte de Raad de daartoe noodzakelijke besluiten vaststellen, tenzij het oorspronkelijke besluit door de Commissie is aangenomen.

2. In de Slotakte van de Conferentie die het Toetredingsverdrag heeft opgesteld, wordt aangegeven dat de Hoge Verdragsluitende Partijen een politiek akkoord hebben bereikt over de ingevolge de toetreding vereiste aanpassingen van de besluiten van de instellingen, en wordt de Raad en de Commissie verzocht om deze aanpassingen vóór de toetreding aan te nemen, waar nodig aangevuld en bijgewerkt om rekening te houden met de ontwikkeling van het recht van de Unie.

3. Richtlijn 94/80/EG van de Raad van 19 december 1994 tot vaststelling van de wijze van uitoefening van het actieve en passieve kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen ten behoeve van de burgers van de Unie die verblijven in een lidstaat waarvan zij de nationaliteit niet bezitten[2] moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 94/80/EG wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op de datum van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking onder voorbehoud en op de datum van inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, op […]

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

.

[1] PB C [...] van [...], blz. [...].

[2] PB L368 van 31.12.1994, blz. 38.