52006DC0367




Brussel, 4.7.2006

COM(2006) 367 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind

{SEC(2006) 888}{SEC(2006) 889}

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind

I WAAR HET OM GAAT

In deze mededeling wordt voorgesteld een algemene EU-strategie te ontwikkelen om de rechten van het kind in het interne en externe beleid van de Europese Unie te bevorderen en te waarborgen en om de inspanningen van de lidstaten op dit gebied te ondersteunen. Een derde deel van de wereldbevolking is kind. Onder kind wordt hier, evenals in het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind [1] (IVRK) ieder mens jonger dan achttien jaar verstaan.

I.1. Kinderrechten – een prioriteit voor de EU

Kinderrechten maken deel uit van de mensenrechten die de EU en de lidstaten moeten eerbiedigen volgens internationale en Europese verdragen, met name het IVRK, met de facultatieve protocollen [2] en de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling [3] , en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) [4] . De EU heeft bepaalde kinderrechten expliciet erkend in het Europees Handvest van de grondrechten[5], met name in artikel 24.

In haar mededeling over de strategische doelstellingen 2005-2009 heeft de Commissie kinderrechten als een van de hoofdprioriteiten genoemd: " Een bijzondere prioriteit is de effectieve bescherming van de rechten van kinderen, zowel tegen economische exploitatie als tegen alle vormen van misbruik, waarbij de Unie een lichtend voorbeeld moet zijn voor de rest van de wereld "[6]. In dit verband heeft de groep Commissarissen voor grondrechten, non-discriminatie en gelijke kansen in april 2005 besloten een specifiek initiatief te ontwikkelen voor de bevordering, bescherming en toepassing van kinderrechten in het interne en externe beleid van de EU.

In maart 2006 heeft de Europese Raad de lidstaten verzocht " de nodige maatregelen te treffen om het aantal kinderen dat in armoede leeft snel aanzienlijk te verminderen, waarbij alle kinderen ongeacht hun sociale achtergrond gelijke kansen worden geboden ".

Deze mededeling geeft hier gevolg aan.

I.2. Kinderrechten in de EU en wereldwijd

Alle mensenrechten gelden ook voor kinderen. Toch is het van groot belang dat kinderrechten worden erkend als een afzonderlijk stel rechten en niet zonder meer worden gerekend tot de mensenrechten die in algemene zin als onderdeel van het beleid moeten worden beschouwd. Dat is nodig omdat sommige rechten uitsluitend of op een bijzondere manier voor kinderen gelden, zoals het recht op onderwijs en het recht om contacten te onderhouden met beide ouders. Bovendien biedt het feit dat bijna alle landen de verplichtingen op het gebied van kinderrechten aanvaarden, een bijzonder stevige basis voor verbintenissen tussen de Europese Commissie en niet-EU-landen: een voordeel dat niet voor alle mensenrechtenkwesties geldt. Ten slotte heeft de EU de bevordering van kinderrechten duidelijk aangemerkt als een afzonderlijk aandachtspunt.

De rechten en de behoeften van kinderen kunnen niet los van elkaar worden gezien: eerbiediging en bevordering van de rechten van alle kinderen moet hand in hand gaan met maatregelen om in hun basisbehoeften te voorzien.

Het is het vermelden waard dat de Europese integratie, wat de benadering van de rechten en behoeften van kinderen betreft, in vergelijking met de dramatische situatie in vele andere delen van de wereld een succesverhaal is gebleken. De situatie in de Unie stemt echter nog niet tot tevredenheid. De nieuwe, met de mondialisering en de demografische ontwikkeling samenhangende uitdagingen dreigen de Europese manier van leven te ondermijnen indien niet krachtdadig wordt opgetreden en zouden belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de situatie van kinderen in Europa. Daarom kan de idee om binnen de EU kindvriendelijke samenlevingen tot stand te brengen niet los worden gezien van de noodzaak de Europese integratie verder te verdiepen en te consolideren.

I.3. Rechtsgrond voor een EU-strategie

Op grond van de Verdragen en de jurisprudentie van het Hof van Justitie[7] heeft de EU geen algemene bevoegdheid op het gebied van de grondrechten of de kinderrechten. Artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (EU-Verdrag) bepaalt echter dat de EU de grondrechten moet eerbiedigen bij alle maatregelen die zij in het kader van haar bevoegdheden neemt. Daarbij gaat het in het bijzonder om de rechten in het EVRM, waarin ook bepalingen betreffende kinderrechten zijn opgenomen. Bovendien moeten de bepalingen van het IVRK volledig worden nageleefd. Het Handvest van de grondrechten kan, ongeacht de juridische status ervan, worden beschouwd als een authentiek document waarin de grondrechten worden verheven tot algemene rechtsbeginselen.

De verplichting van de EU om de grondrechten, en dus ook de rechten van het kind, te eerbiedigen, houdt niet alleen in dat zij geen inbreuk mag maken op deze rechten, maar ook dat zij deze rechten, voor zover dat van toepassing is, tot onderdeel dient te maken van haar eigen beleid op basis van de verschillende rechtsgrondslagen van de verdragen. En hoewel er geen sprake is van een algemene bevoegdheid[8], geven de verdragen de EU wel bepaalde bevoegdheden om specifieke maatregelen te nemen om kinderrechten te waarborgen en te bevorderen. Dergelijke maatregelen moeten altijd in overeenstemming zijn met het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel en mogen geen inbreuk maken op de bevoegdheden van de lidstaten. Er zijn verschillende instrumenten en methoden denkbaar, zoals wetgeving, zachte wetgeving, financiële bijstand of politieke dialoog.

I.4. Kinderen vandaag

Tijdens de speciale zitting van de VN over kinderen in 2002 werd duidelijk dat er een enorme kloof gaapt tussen de goede bedoelingen van internationale verdragen en de dagelijkse armoede, verwaarlozing en uitbuiting waarmee miljoenen kinderen te kampen hebben. Hoewel op sommige punten vooruitgang wordt geboekt, moet er nog heel veel worden gedaan[9].

Kinderen hebben verschillende behoeften in de verschillende fasen van hun ontwikkeling tussen geboorte en volwassenheid. De eerste vijf jaar van zijn leven heeft een kind voornamelijk behoefte aan bescherming en gezondheidszorg. Tussen 5 en 12 jaar hebben kinderen weliswaar nog steeds bescherming nodig, maar ontwikkelen zij ook andere behoeften: het recht op onderwijs is van wezenlijk belang om kinderen de kans te geven hun plaats te vinden in de samenleving. Tieners krijgen andere behoeften en verantwoordelijkheden. Zij moeten bijvoorbeeld hun mening kunnen geven over beslissingen die van invloed zijn op hun leven. Armoede en sociale uitsluiting van de ouders beperken de kansen van kinderen en hun mogelijkheden om gebruik te maken van hun rechten, waardoor het toekomstige welzijn van de samenleving als geheel wordt belemmerd. Ook de plaats waar kinderen leven is bepalend voor hun situatie.

I.4.1. De situatie wereldwijd

Van de 2,2 miljard kinderen die de wereld telt, leeft 86% in ontwikkelingslanden en van de kinderen die voor hun vijfde overlijden, die geen toegang hebben tot basisonderwijs of die slachtoffer zijn van kinderarbeid of seksueel misbruik leeft meer dan 95% in ontwikkelingslanden. Meer dan de helft van alle moeders ter wereld ontbreekt het aan rechten zoals gezondheidszorg bij zwangerschap en bevalling. Hierdoor zijn voor veel kinderen de mogelijkheden al vanaf hun geboorte beperkt.

Een derde van alle kinderen heeft gedurende de eerste vijf levensjaren gebrek aan goed voedsel en raakt in meer of mindere mate ondervoed. Dit is niet alleen nadelig voor hun gezondheid en hun overlevingskansen, maar ook voor hun leer- en ontwikkelingsvermogen. Veel kinderen leven in omstandigheden waarin niet alleen sprake is van slechte voeding maar ook van een tekort aan schoon water, gebrekkige sanitaire voorzieningen, verontreiniging van het binnenmilieu en een tekort aan ziektepreventie en gezondheidszorg. Als gevolg hiervan sterven elk jaar meer dan tien miljoen kinderen onder de vijf jaar aan ziekten die gemakkelijk te voorkomen of te genezen zijn en lijdt een miljard kinderen aan een fysieke, intellectuele en/of psychologische ontwikkelingsachterstand die vaak onomkeerbaar is.

Een zesde van alle kinderen (voornamelijk meisjes) gaat niet naar school en heeft dus weinig kans om te leren, zich te ontwikkelen en een plaats te vinden in de samenleving. Wereldwijd zijn 218 miljoen kinderen aan het werk[10]. Meer dan 5,7 miljoen kinderen (soms nog niet eens tieners) werken onder erbarmelijke omstandigheden die doen denken aan slavernij, en naar schatting ongeveer 1,2 miljoen kinderen worden het slachtoffer van mensenhandel[11]. Permanent vechten rond de 300 000[12] kinderen als kindsoldaten mee in meer dan 30 gewapende conflicten overal ter wereld.

Wereldwijd hebben naar raming 130 miljoen meisjes en vrouwen genitale verminking ondergaan, terwijl nog eens twee miljoen meisjes elk jaar wordt getroffen, vaak via inwijdingsrites bij het begin van de adolescentie. Een derde van alle meisjes wordt gedwongen tot seksueel contact, een vijfde wordt tot een huwelijk gedwongen[13] en jaarlijks krijgen ongeveer 14 miljoen meisjes tussen de 15 en 19 jaar een kind. Ruim een miljoen tieners raakte vorig jaar besmet met HIV, van wie twee derde meisjes. Meer dan een miljoen kinderen leeft in gevangenschap als gevolg van een wetsovertreding en een groot deel van hen krijgt niet de speciale bescherming die zij nodig hebben. Er zijn ook kinderen van wie de rechten en behoeften in het bijzonder aandacht behoeven: de ruim 200 miljoen ernstig gehandicapte kinderen en de 140 miljoen weeskinderen, die steeds talrijker worden als gevolg van HIV/AIDS.

I.4.2. De situatie in de EU

De EU maakt vandaag op economisch, politiek, sociaal en milieugebied grote veranderingen door die ook gevolgen hebben voor kinderen. Kinderen hebben in de EU meer kans op relatieve armoede dan de bevolking als geheel (20% voor kinderen van 0-15 en 21% voor kinderen van 16-24, tegen 16% voor volwassenen). Vooral kinderen van arme ouders, kinderen die niet bij hun ouders kunnen wonen en kinderen uit bepaalde etnische groepen, zoals de Roma, krijgen te maken met armoede, uitsluiting en discriminatie. Bovendien hebben kinderen, en arme kinderen in het bijzonder, onevenredig veel last van de achteruitgang van het milieu. De EU is deze uitdagingen aangegaan toen zij haar strategie voor een duurzamere groei en meer en betere banen bovenaan de Europese agenda plaatste. Het welslagen daarvan is een eerste vereiste voor de verwezenlijking van Europese inclusieve samenlevingen waarin ook de rechten en behoeften van de kinderen van de huidige en toekomstige generaties stevig zijn verankerd.

De afgelopen jaren is identiteit ook een aandachtspunt geworden in Europa. Naast de aloude vormen van racisme hebben ook vijandigheid tegen en angst voor "buitenstaanders" steeds zorgwekkender vormen aangenomen in de EU-samenlevingen. Kinderen uit minderheidsgroepen worden gemakkelijk het doelwit van dergelijk racisme. Daar staat tegenover dat kinderen uit de dominante bevolkingsgroepen zich gemakkelijk laten verleiden door de simplistische oplossingen van extremistische politici en partijen.

Geweld tegen kinderen is de afgelopen jaren in de EU een groeiend probleem geworden. Dit geweld doet zich voor in verschillende vormen, van geweld binnen het gezin en op school tot transnationale kwesties zoals kindersmokkel en –uitbuiting, sekstoerisme en kinderpornografie op internet. Een ander punt is dat de rechten van kinderen als immigrant, asielzoeker en vluchteling moeten worden geëerbiedigd in de EU en in de wetgeving en het beleid van de lidstaten.

Decennialang is meer dan 50% van de medicijnen voor kinderen niet getest en geschikt bevonden voor kinderen, waardoor moeilijk kan worden ingeschat of het medicijn werkelijk effect zal hebben en wat de mogelijke bijwerkingen zijn. Voor dit probleem is thans een oplossing gevonden in de vorm van de pediatrische verordening, die binnenkort zal worden aangenomen.

II EEN EU-STRATEGIE VOOR DE RECHTEN VAN HET KIND: WAAROM?

II.1. De meerwaarde van een EU-maatregel

Zoals gezegd worden de rechten van kinderen nog lang niet altijd geëerbiedigd en wordt vaak niet in de basisbehoeften van elk kind in de EU voorzien.

De Europese Unie kan een essentiële en fundamentele meerwaarde bieden op het gebied van de rechten van kinderen. Zijn kan voortbouwen op een lange traditie en op juridische en politieke verbintenissen op het gebied van mensenrechten in het algemeen en kinderrechten in het bijzonder. De EU heeft genoeg aanzien en invloed om de kinderrechten hoog op de internationale agenda te plaatsen en kan haar wereldwijde aanwezigheid benutten om overal op nationaal niveau de universele mensenrechten, in het bijzonder voor kinderen, te bevorderen. Zij kan ook aandacht vragen voor de behoeften van kinderen en daarbij gebruikmaken van het Europese socialebeschermingsmodel en van haar beleid en programma's op verschillende gebieden.

De Unie kan de lidstaten helpen om op bepaalde gebieden de rechten van het kind tot onderdeel van hun optreden te maken en hun een kader bieden waarbinnen de lidstaten van elkaar kunnen leren door de vele beproefde methoden die er in de Unie zijn, van elkaar over te nemen. Een dergelijke benadering op basis van brede en gecoördineerde actie zou een toegevoegde waarde betekenen voor de inspanningen van de lidstaten en zou de erkenning en eerbiediging van de beginselen van het IVRK binnen en buiten de Unie bevorderen.

Er is dus dringend behoefte aan een algemene EU-strategie die de omvang en het effect van de EU-inzet om de situatie van kinderen wereldwijd te verbeteren, kan verhogen en die getuigt van de politieke wil op het hoogste niveau om ervoor te zorgen dat de bevordering en bescherming van kinderrechten de plaats krijgt op de EU-agenda die zij verdient.

II.2. De EU-reactie tot nu toe: stappen die al zijn genomen

De EU heeft de afgelopen jaren grote vorderingen geboekt op dit gebied en diverse beleidslijnen en programma's voor kinderrechten ontwikkeld op basis van verschillende rechtsgronden. Daarbij gaat het zowel om intern als om extern beleid en om een breed scala van onderwerpen, zoals kinderhandel en kinderprostitutie, geweld tegen kinderen, discriminatie, kinderarmoede, sociale uitsluiting, kinderarbeid (handelsovereenkomsten met de verplichting om kinderarbeid af te schaffen), gezondheidszorg en onderwijs.

In de bijlage is een (onvolledig) overzicht opgenomen van EU-maatregelen op het gebied van kinderrechten.

In het kader van de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en integratie, die de lidstaten de mogelijkheid biedt om op basis van gemeenschappelijke doelstellingen en indicatoren van elkaar te leren, hebben de Commissie en de lidstaten hoge prioriteit gegeven aan kinderarmoede en zich daarbij gericht op de ontwikkeling van nationale strategieën ter bevordering van de toegang tot en de kwaliteit van socialebeschermingsstelsels.

Ook de uitbreiding biedt kansen om kinderrechten te bevorderen. Een van de criteria voor het lidmaatschap van de EU is dat het kandidaat-land is gekomen tot stabiele instellingen die de democratie, de rechtsorde, de mensenrechten en het respect voor en de bescherming van minderheden garanderen. In het kader van deze zogenaamde politieke criteria van de Europese Raad van Kopenhagen van 1993 heeft de Commissie gedurende het toetredingsproces aangedrongen op een hervorming van het kinderbeschermingssysteem en toezicht gehouden op de vorderingen op het gebied van kinderrechten in alle toetredende landen en kandidaat-lidstaten.

Het Europees nabuurschapsbeleid en het strategisch partnerschap met Rusland zijn belangrijke instrumenten om de rechten van kinderen te bevorderen in de landen in de onmiddellijke omgeving van de EU: de eerste maatregelen zijn reeds genomen.

II.3. Doeltreffendheid: een noodzaak

Om het effect van EU-maatregelen op het gebied van kinderrechten zo groot mogelijk te maken moet worden gewerkt aan:

- meer algemene analyses van de behoeften en prioriteiten en van het effect van EU-maatregelen die tot nu toe zijn genomen;

- een efficiëntere integratie van kinderrechten in het beleid, de strategieën en programma's van de EU en aan een betere coördinatie binnen de Europese Commissie;

- een betere samenwerking met belanghebbenden, ook met kinderen zelf;

- betere communicatie over en meer bewustzijn van kinderrechten en van EU-maatregelen op dit gebied.

III NAAR EEN EU-STRATEGIE VOOR DE RECHTEN VAN HET KIND

De hierboven genoemde punten worden aangepakt met deze mededeling, die het begin vormt van een langetermijnstrategie die ervoor moet zorgen dat de EU de kinderrechten actief bevordert en beschermt en die de inspanningen van de lidstaten op dit gebied ondersteunt. De strategie is opgebouwd rond zeven specifieke doelstellingen, die elk worden vertaald in een reeks maatregelen.

III.1. Specifieke doelstellingen van de EU-kinderrechtenstrategie

1 Bestaande activiteiten benutten om in dringende behoeften te voorzien

De Commissie zal optimaal gebruik maken van het bestaande beleid en de bestaande instrumenten, zoals de follow-up van de mededeling over de bestrijding van mensenhandel[14] en het desbetreffende actieplan[15], de open coördinatiemethode voor sociale bescherming en integratie, het strategische partnerschap met de internationale arbeidsorganisatie om kinderarbeid tegen te gaan, en de EU-richtsnoeren over kinderen in gewapende conflicten[16]. De Commissie blijft specifieke projecten ter bevordering van kinderrechten financieren.

In het externe beleid, zoals het pretoetredingsproces en de toetredingsonderhandelingen, blijft de Commissie aandringen op de ratificatie en de toepassing van het IVRK en de facultatieve protocollen, de IAO-overeenkomsten over de afschaffing van de ergste vormen van kinderarbeid en over de minimum-arbeidsleeftijd, en andere internationale mensenrechteninstrumenten. Zij zal de rechten van het kind tot onderwerp maken van haar politieke dialoog met derde landen, het maatschappelijk middenveld en de sociale partners, en haar andere beleidsinstrumenten en samenwerkingsprogramma's inzetten om wereldwijd de rechten van het kind te bevorderen en op de agenda te zetten.

Vanwege het dringende karakter van bepaalde problemen zal de Commissie op korte termijn als extra maatregelen:

- één uit zes cijfers bestaand telefoonnummer (116xyz) voor kinderhulplijnen in de gehele EU invoeren en één voor speciale lijnen voor vermiste kinderen en kinderen die het slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting (eind 2006);

- de banksector en creditcardbedrijven helpen om het gebruik van creditcards bij de betaling van pornografische beelden van kinderen op internet tegen te gaan (2006);

- een actieplan over kinderen in ontwikkelingssamenwerking opstellen om in de meest dringende behoeften van kinderen in ontwikkelingslanden te voorzien (2007);

- aansturen op een bundeling van de maatregelen op het gebied van kinderarmoede in de EU (2007).

2 Prioriteiten stellen voor toekomstige EU-maatregelen

Om de belangrijkste prioriteiten voor toekomstige maatregelen vast te stellen, zal de Commissie de omvang en de oorzaken analyseren van de factoren die verhinderen dat kinderen hun rechten kunnen uitoefenen. Op basis daarvan zal zij de bestaande maatregelen met betrekking tot kinderen (wetgevende en niet-wetgevende maatregelen, intern en extern) beoordelen op doeltreffendheid. Bij deze analyse worden bestaande initiatieven (Unicef, Raad van Europa, ChildONEurope, enz.) als voorbeeld genomen.

Deze toetsing moet elke vijf jaar worden bijgesteld, waarbij geleidelijk aan de belangrijkste punten moet worden gewerkt, in plaats van te proberen alle gebieden vanaf het begin te bestrijken. De bijwerking gebeurt aan de hand van gegevens over kinderrechten van Eurostat, de lidstaten, de Raad van Europa, het ChildONEurope-netwerk en het toekomstige EU-Bureau voor de grondrechten.

Op basis van deze analyse zal de Commissie een brede publieke raadpleging organiseren, waarin ook kinderen een inbreng hebben, zodat de EU kinderrechten op een samenhangende manier kan benaderen en de belangrijkste prioriteiten voor toekomstige maatregelen kan formuleren.

- Het effect van bestaande EU-maatregelen met betrekking tot kinderrechten toetsen (2007-8).

- Een raadplegingsdocument uitbrengen om toekomstige maatregelen op te baseren (2008).

- Vergelijkbare gegevens over kinderrechten verzamelen (vanaf 2007).

3 Kinderrechten tot een vast onderdeel van EU-maatregelen maken

Het is belangrijk dat de rechten van het kind in al het interne en externe beleid van de EU worden geëerbiedigd overeenkomstig de beginselen van het EU-recht en dat dit beleid volledig in overeenstemming is met de beginselen en bepalingen van het IVRK en andere internationale instrumenten. Dit proces wordt ook toegepast op andere onderdelen van het Gemeenschapsbeleid, zoals gendergelijkheid en de grondrechten. Bij dit proces zal rekening worden gehouden met de werkzaamheden in het kader van het programma "Bouwen aan een Europa voor en met kinderen (2006-2008)" van de Raad van Europa, dat gericht is op de eerbiediging van kinderrechten en op de bescherming van kinderen tegen elke vorm van geweld.

- De rechten van het kind als uitgangspunt nemen bij het uitwerken van wetgevende en niet-wetgevende maatregelen die gevolgen kunnen hebben voor kinderen (vanaf 2007).

4 Efficiënte coördinatie- en overlegprocedures ontwikkelen

De Commissie zal de samenwerking tussen de belangrijkste betrokken partijen opvoeren en daarbij optimaal gebruik maken van bestaande netwerken en internationale organisaties die zich bezighouden met kinderrechten. Daartoe zal de Commissie de betrokken partijen bijeen brengen in een Europees forum voor de rechten van het kind. Dit forum, waarbij alle partijen[17] moeten worden betrokken, zal bijdragen aan het ontwikkelen van EU-maatregelen en aan het toezicht op de uitvoering daarvan en zal kunnen worden gebruikt voor de uitwisseling van beproefde methoden.

De Commissie zal zich buigen over de vraag hoe zij dit systeem het beste kan opzetten in derde landen, waar de delegaties een systematische dialoog zouden kunnen aangaan met nationale en internationale partners die actief zijn op het gebied van kinderrechten.

Om alle betrokken partijen nauw bij de werkzaamheden te betrekken zal de Commissie ook een discussie- en werkplatform op internet opzetten[18]. Op deze manier kan de uitwisseling van informatie en beschikbare expertise op een bepaald gebied worden bevorderd en aangemoedigd. De leden van het webplatform krijgen toegang tot een bibliotheek van documenten en kunnen de leden betrekken bij discussies en onderzoeken.

Zoals in artikel 12 van het IVRK wordt erkend, moeten kinderen vrijelijk hun mening kunnen uiten in gesprekken en beslissingen die het kind betreffen. De Commissie zal het opzetten van netwerken en het meepraten van kinderen die andere kinderen vertegenwoordigen in de EU en in de rest van de wereld bevorderen, en zij zal kinderen geleidelijk formeel betrekken bij overlegrondes en maatregelen die verband houden met hun rechten en behoeften. Het forum en het webplatform zullen kinderen meer betrekken bij de werkzaamheden.

Ten slotte zal de Commissie de verschillende maatregelen die zij neemt beter coördineren en de samenhang en doeltreffendheid ervan verbeteren door een formele interdepartementale werkgroep voor de kinderrechten op te zetten, waarin bepaalde contactpersonen zitting hebben die belast worden met de follow-up van de strategie. Er zal een binnen de Commissie een coördinator voor de rechten van het kind worden aangewezen.

- Alle betrokken partijen bijeenbrengen in een Europees forum voor de rechten van het kind (2006).

- Een discussie- en werkplatform op internet opzetten (2006).

- Kinderen betrekken bij de besluitvorming (vanaf 2007).

- Een interdepartementale werkgroep opzetten en een coördinator voor de rechten van het kind aanwijzen (2006).

5 De capaciteit en de deskundigheid op het gebied van kinderrechten vergroten

Iedereen die betrokken is bij de toepassing en de integratie van kinderrechten in het interne en externe beleid van de Gemeenschap moet de nodige kennis en vaardigheden verwerven. De Commissie zal dan ook opleidingen blijven aanbieden. Daarnaast moeten sommige praktische instrumenten zoals handleidingen en instructies worden verbeterd, verspreid en als cursusmateriaal worden gebruikt.

- Iedereen die eraan meewerkt kinderrechten tot een vast onderdeel van het Gemeenschapsbeleid te maken, de nodige vaardigheden en instrumenten aanreiken (vanaf 2007).

6 De communicatie over kinderrechten verbeteren

Kinderen kunnen hun rechten pas uitoefenen als zij weten welke rechten zij hebben en in een positie verkeren om ze te gebruiken.

Er is weinig publiciteit over kinderrechten in het algemeen en over EU-maatregelen op dit gebied. Om deze problematiek onder de aandacht te brengen zal de Commissie een communicatiestrategie over kinderrechten ontwikkelen. Daardoor kunnen zowel kinderen als hun ouders meer te weten komen over kinderrechten en bijdragen aan de verspreiding van ervaringen en beproefde methoden onder andere betrokken partijen.

Belangrijke EU-maatregelen die direct gevolgen hebben voor de kinderrechten zullen op een kindvriendelijke manier worden belicht. De Commissie zal daarvoor een kindvriendelijke website ontwikkelen over kinderrechten, bij voorkeur in nauwe samenwerking met de Raad van Europa, en in samenhang met vergelijkbare initiatieven van bijvoorbeeld de lidstaten, de Verenigde Naties en het maatschappelijk middenveld.

- Een communicatiestrategie over kinderrechten ontwikkelen (vanaf 2007).

- Op een kindvriendelijke manier informatie over kinderrechten verstrekken (vanaf 2007).

7 De rechten van het kind in de buitenlandse betrekkingen bevorderen

De Europese Unie zal de rechten van het kind in internationale fora en betrekkingen met derde landen actief blijven bevorderen en deze activiteiten verder uitbreiden. EU-maatregelen zijn belangrijker geworden en hebben meer effect gekregen dankzij een goede coördinatie en dankzij het feit dat in VN-mensenrechtenfora een eensluidende en coherente boodschap werd uitgedragen.

De Unie zal in het bijzonder aandacht blijven besteden aan de rechten van meisjes en kinderen uit minderheidsgroepen. Zij zal ook haar werk op het gebied van kinderen en gewapende conflicten voortzetten. En de EU zal ook het onderzoek over geweld tegen kinderen bespreken dat momenteel in opdracht van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties wordt verricht door de onafhankelijke deskundige Paulo Sergio Pinheiro.

- De actieve rol van de EU bij de bevordering van kinderrechten in internationale fora voortzetten en uitbreiden.

III.2. Middelen en rapportage

De Commissie doet al het mogelijke om de nodige personele en financiële middelen vrij te maken om deze strategie uit te voeren. Zij zal zich inspannen om voor de nodige financiële middelen te zorgen om de in deze mededeling voorgestelde maatregelen en de toekomstige strategie te financieren. Om ervoor te zorgen dat de programma's op het gebied van kinderrechten efficiënt worden opgezet, zal de interdepartementale werkgroep goed kijken naar mogelijke synergieën.

Jaarlijks zal een voortgangsverslag worden opgesteld, zodat de transparantie is gewaarborgd en de ontwikkelingen goed kunnen worden gevolgd.

IV CONCLUSIE

De Commissie:

- zal een algemene strategie ontwikkelen om ervoor te zorgen dat de Europese Unie in al haar interne en externe beleid bijdraagt aan de bevordering en de waarborging van de rechten van het kind en dat zij de inspanningen van de lidstaten op dit gebied ondersteunt;

- roept de lidstaten, de Europese instellingen en andere betrokken partijen op om actief mee te werken aan de ontwikkeling van deze strategie en zo bij te dragen aan het succes ervan.

[1] Verdrag inzake de rechten van het kind van 20 november 1989. De volledige tekst is te vinden op: http://www.unicef.org/crc/crc.htm.

[2] VN-protocol inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel; VN-Protocol inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie bij het Verdrag inzake de rechten van het kind; Protocol inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapende conflicten bij het Verdrag inzake de rechten van het kind.

[3] Algemene Vergadering van de VN, Millenniumverklaring, 55ste zitting, 18 september 2000.

[4] De volledige tekst is te vinden op: http://www.echr.Council of Europe.int/ECHR/EN/Header/Basic+Texts.

[5] Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, PB C 364 van 18.12.2000, te vinden op: http://europa.eu.int/eur-lex/pri/nl/oj/dat/2000/c_364/c_36420001218nl00010022.pdf

[6] Strategische doelstellingen 2005-2009. Europa 2010: een partnerschap voor Europese vernieuwing, welvaart, solidariteit en veiligheid; COM(2005)12 def. van 26.1.2005.

[7] Zie in het bijzonder advies 2/94, Jurispr. I-1759 van 1996.

[8] Zie artikel 51, lid 2, van het Handvest van de grondrechten.

[9] EU-verklaring voor de 57e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, 2003.

[10] "The end of child labour: within reach" Global report under the follow-up to the ILO-Declaration on fundamental principles and rights at work, verslag aan de 95e zitting van de Internationale Arbeidsconferentie, Genève, 2006.

[11] Bron: UNICEF.

[12] Ibidem.

[13] Bron: UNIFEM

[14] COM(2005)514 def.

[15] PB C 311 van 9.12.2005.

[16] Raadsdocument nr. 15634/03.

[17] De lidstaten, VN-organisaties, de Raad van Europa, het maatschappelijk middenveld en kinderen zelf.

[18] Via het SINAPSE e-Network (Scientific Information for Policy Support in Europe, http://europa.eu.int/sinapse/sinapse).