52005DC0544

Verslag van de Commissie - Jaarlijks verslag over het Cohesiefonds (2004) {SEC(2005)1396} /* COM/2005/0544 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 7.11.2005

COM(2005) 544 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

JAARLIJKS VERSLAG OVER HET COHE SIEFONDS (2004) {SEC(2005)1396}

INHOUDSOPGAVE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE JAARLIJKS VERSLAG OVER HET COHESIEFONDS (2004) 3

1. Uitvoering van de begroting 3

2. Economische situatie en koppeling aan voorwaarden 8

3. De toetreding van de tien kandidaat-lidstaten 8

4. Coördinatie met het vervoer- en het milieubeleid 9

4.1. Vervoer 9

4.2. Milieu 10

5. Controlebezoeken en conclusies 11

6. Onregelmatigheden en schorsing van de bijstand 11

7. Evaluatie 12

8. Voorlichting en publiciteit 13

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

JAARLIJKS VERSLAG OVER HET COHESIEFONDS (2004)

Dit verslag wordt voorgelegd overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1164/1994 tot oprichting van een Cohesiefonds. Het heeft betrekking op de activiteiten van het Cohesiefonds in 2004.

1. UITVOERING VAN DE BEGROTING

De vastleggingsmiddelen waarover het Cohesiefonds beschikte voor 2004, bedroegen 2 723 606 000 euro (prijzen van 1999) voor de 3 lidstaten van EU-15 (Portugal, Spanje, Griekenland) en 2 897 000 000 euro (prijzen van 1999) voor de 10 nieuwe lidstaten. Doordat het BNI per inwoner in Ierland is toegenomen, komt dit land sinds 1 januari 2004 niet langer in aanmerking voor bijstand uit het Cohesiefonds. De genoemde bedragen omvatten de kredieten voor technische bijstand (1 001 118 euro voor de 3 “oude” lidstaten en 1 500 000 euro voor de 10 nieuwe lidstaten).

De vastleggingskredieten werden bijna volledig gebruikt (99,96%). Slechts 2 084 326 euro van het totale bedrag is naar 2005 overgedragen.

Uitvoering van de vastleggingskredieten in 2004 (in euro’s)

Vastleggings-kredieten | Oorspron-kelijk | Mutaties | Uiteindelijke bijstand | Uitgevoerd | Geannu-leerd | Overgedra-gen naar 2005 |

Begroting 2004 | 2 784 500 000 | 2 835 258 341 | 5 619 758 341 | 5 619 403 018 | 355 322 | 2 084 326 |

Van 2003 overge-dragen kredieten | 3 377 996 | 0 | 3 377 996 | 3 377 996 | 0 | 0 |

Wederopgevoer-de kredieten | 7 413 307 | 0 | 7 413 307 | 7 413 307 | 0 | 0 |

Terugbetalingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |

Totaal | 2 795 291 303 | 2 835 258 341 | 5 630 549 644 | 5 630 194 321 | 355 322 | 2 084 326 |

Van de betalingskredieten is in totaal 134,8 miljoen euro overgedragen naar het Cohesiefonds. Rekening houdend met deze overdracht is ongeveer 95,16 % van de betalingskredieten in 2004 uitgevoerd.

Uitvoering van de betalingskredieten in 2004 (in euro's)

Betalings-kredieten | Oorspron-kelijk | Mutaties | Uiteindelijke bijstand | Uitgevoerd | Geannu-leerd | Overgedra-gen naar 2005 |

Begroting 2004 | 2 641 600 000 | 134 811 585 | 2 776 411 585 | 2 642 101 718 | 134 309 867 | 0 |

Van 2003 over-gedragen kredie-ten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |

Wederopgevoer-de kredieten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |

Terugbetalingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |

Totaal | 2 641 600 000 | 134 811 585 | 2 776 411 585 | 2 642 101 718 | 134 309 867 | 0 |

Uitvoering van de begroting 2004 per lidstaat

Vastleggingskredieten 2004 (in euro’s)

Lidstaat | Milieu | Vervoer | Gemengd | Totaal |

Bedrag | % milieu | Bedrag | % ver-voer | Bedrag | Bedrag | % |

España | 724 068 354 | 42,6 | 977 541 835 | 57,4 | 1 101 600 | 1 702 711 789 | 30,3% |

Ellada | 296 658 028 | 55,4 | 239 009 533 | 44,6 | - | 535 667 561 | 9,5% |

Portugal | 261 887 832 | 54,6 | 217 955 247 | 45,4 | - | 479 843 079 | 8,5% |

Kypros | - | 0 | 18 257 000 | 100 | - | 18 257 000 | 0,3% |

Ceska Republika | 171 710 713 | 54,2 | 144 816 038 | 45,8 | 371 280 | 316 898 031 | 5,6% |

Eesti | 65 595 930 | 62,1 | 31 561 105 | 37,9 | 8 539 200 | 105 696 235 | 1,9% |

Magyarország | 188 216 500 | 50,0 | 188 216 500 | 50,0 | - | 376 433 000 | 6,7% |

Latvija | 80 196 588 | 42,2 | 102 876 822 | 57,8 | 6 892 365 | 189 965 775 | 3,4% |

Lietuva | 45 991 729 | 21,9 | 148 920 771 | 78,1 | 14 659 500 | 209 572 000 | 3,7% |

Malta | 7 418 000 | 100 | - | 0 | - | 7 418 000 | 0,1% |

Polska | 698 528 072 | 49,4 | 707 162 832 | 50,6 | 8 947 500 | 1 414 368 404 | 25,2% |

Slovensko | 125 556 724 | 65,1 | 67 417 276 | 34,9 | - | 192 974 000 | 3,4% |

Slovenija | 19 295 525 | 29,7 | 45 605 942 | 69,3 | 45 000 | 64 946 467 | 1,2% |

Technische bijstand | - | - | - | - | 4 381 678 | 4 381 678 | 0,1% |

Totaal | 2 685 123 995 | 48,2* | 2 889 340 901 | 51,8* | 44 938 123 | 5 619 403 018 | 100% |

* met de gemengde bedragen is geen rekening gehouden.

Betalingskredieten 2004 (in euro’s)

De cijfers voor de nieuwe lidstaten hebben alleen betrekking op de betalingen voor projecten die in het kader van het Cohesiefonds zijn goedgekeurd met ingang van 1 mei 2004 (hierbij is dus geen rekening gehouden met de pretoetredingssteun voor ISPA-projecten). De tweede tabel hieronder laat de betalingen zien die in 2004 zijn verricht voor ISPA-projecten die vóór de toetreding waren goedgekeurd.

Lidstaat | Milieu | Vervoer | Gemengd | Totaal |

Bedrag | % milieu | Bedrag | % ver-voer | Bedrag | Bedrag | % |

España | 1 052 792 007 | 54,3 | 886 931 978 | 45,7 | 3 084 | 1 939 727 070 | 73,4% |

Ellada | 85 219 745 | 24,3 | 265 538 804 | 75,7 | 1100 | 350 759 649 | 13,3% |

Ireland | 8 179 679 | 31,6 | 17 669 517 | 68,4 | 0 | 25 849 196 | 1,0% |

Portugal | 123 130 259 | 38,9 | 193 354 445 | 61,1 | 0 | 316 484 704 | 12,0% |

Kypros | 0 | - | 0 | - | 0 | 0 | - |

Ceska Republika | 0 | - | 0 | - | 0 | 0 | - |

Eesti | 0 | - | 0 | - | 0 | 0 | - |

Magyarország | 0 | - | 0 | - | 0 | 0 | - |

Latvija | 0 | - | 0 | - | 0 | 0 | - |

Lietuva | 0 | - | 3 719 306 | 100 | 0 | 3 719 306 | 0,1% |

Malta | 0 | - | 0 | - | 0 | 0 | - |

Polska | 0 | - | 2 486 700 | 100 | 0 | 2 486 700 | 0,1% |

Slovensko | 244 720 | 15,5 | 1 335 490 | 84,5 | 0 | 1 580 210 | 0,1% |

Slovenija | 0 | - | 0 | - | 0 | 0 | - |

Technische bijstand | 0 | - | 0 | - | 1 494 883 | 1 494 883 | 0,1% |

Totaal | 1 269 566 410 | 48,1* | 1 371 036 240 | 51,9* | 1 499 067 | 2 642 101 718 | 100% |

* met de gemengde bedragen is geen rekening gehouden.

Voor het derde achtereenvolgende jaar ligt het accent op de vervoersprojecten, maar deze tendens is minder uitgesproken dan in de twee vorige jaren.

Nieuwe lidstaten – In 2004 verrichte betalingen voor vroegere ISPA-projecten

Lidstaat | Milieu | Vervoer | Totaal |

Bedrag | % milieu | Bedrag | % vervoer | Bedrag |

Ceska Republika | 17 801 156 | 26,5 | 49 355 929 | 73,5 | 67 157 085 |

Eesti | 10 196 374 | 42,7 | 13 675 285 | 57,3 | 23 871 659 |

Latvija | 9 844 972 | 42,2 | 13 490 711 | 57,8 | 23 335 683 |

Lietuva | 3 948 533 | 27,5 | 10 395 195 | 72,4 | 14 343 728 |

Magyarország | 25 960 588 | 71,9 | 10 122 098 | 28,1 | 36 082 686 |

Polska | 80 792 048 | 36,6 | 139 872 597 | 63,4 | 220 664 645 |

Slovenija | 6 024 627 | 78,9 | 1 611 175 | 21,1 | 7 635 802 |

Slovensko | 17 390 376 | 46,6 | 19 933 084 | 53,4 | 37 323 460 |

Technische bijstand | 68 076 |

TOTAAL | 171 958 668 | 40,0 | 258 456 071 | 60,0 | 430 482 824 |

De grote inspanningen waarmee al vóór 2000 is begonnen om de nog betaalbaar te stellen kredieten (“RAL", “restant à liquider”) van de vorige periode af te wikkelen, zijn voortgezet: in totaal zijn in 2004 50 projecten afgesloten. Ongeveer 33,4 % van de aan het begin van het jaar nog betaalbaar te stellen kredieten is in de loop van het jaar betaald of geannuleerd. Zo bedragen de RAL eind 2004 nog slechts 15 % van de jaarlijkse begroting van het Cohesiefonds (tegenover ruim 50 % eind 2002 en 39 % eind 2003). De inspanningen om de RAL verder af te wikkelen zullen in 2005 worden voortgezet in partnerschap met de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de projecten en de bijbehorende betalingsaanvragen.

Afwikkeling in 2004 van de vastleggingen voor de periode 1993-1999 (in euro’s)

Lidstaat | Oorspronkelijke RAL | Annuleringen | Betalingen | Eindbedrag RAL |

España | 650 933 534 | 4 952 169 | 268 409 585 | 377 571 780 |

Ellada | 424 708 187 | 86 288 597 | 29 744 454 | 308 675 136 |

Ireland | 51 096 704 | 0 | 4 037 714 | 47 058 990 |

Portugal | 139 854 914 | 5 852 657 | 23 728 888 | 110 273 369 |

Totaal | 1 266 593 339 | 97 093 423 | 325 920 642 | 843 579 275 |

2. ECONOMISCHE SITUATIE EN KOPPELING AAN VOORWAARDEN

Bij de Verordening van de Raad betreffende het Cohesiefonds[1] is financiering uit het Fonds gekoppeld aan een aantal voorwaarden inzake macro-economisch beheer. Er kunnen geen nieuwe projecten en, in het geval van omvangrijke projecten, geen nieuwe projectstadia worden gefinancierd als de Raad vaststelt dat de betrokken lidstaat zijn stabiliteits- of convergentieprogramma niet zodanig heeft uitgevoerd dat een buitensporig tekort wordt voorkomen.

In 2004 hadden zeven lidstaten die bijstand uit het Cohesiefonds ontvangen, een buitensporig tekort. Zes daarvan waren nieuwe lidstaten.

Op 5 juli 2004 heeft de Raad besloten dat er in de zes betrokken nieuwe lidstaten ( Tsjechië, Cyprus, Hongarije, Malta, Polen en Slowakije) een buitensporig tekort bestond en heeft hij aanbevolen dit tekort te corrigeren vóór 2005 (Cyprus), 2006 (Malta), 2007 (Polen en Slowakije) en 2008 (Tsjechië en Hongarije). Op 22 december 2004 heeft de Commissie geconcludeerd dat al deze landen, behalve Hongarije, naar aanleiding van de aanbevelingen van de Raad voldoende actie hadden ondernomen, zodat toen geen verdere stappen in het kader van de BTP nodig waren. In januari 2005 heeft de Raad soortgelijke conclusies getrokken. Wat Hongarije betreft heeft de Raad op 18 januari 2005 geconstateerd dat dit land geen effectief gevolg aan de aanbevelingen van de Raad had gegeven en heeft hij op 8 maart een nieuwe aanbeveling gedaan waarin hij Hongarije verzoekt vóór 8 juli 2005 te zorgen voor een doeltreffende tenuitvoerlegging van de aanvullende maatregelen om de tekortdoelstelling voor 2005 te halen.

Op 5 juli 2004 heeft de Raad besloten dat er in Griekenland een buitensporig tekort bestond en heeft hij aanbevolen dit vóór 2005 te corrigeren. Op 18 januari 2005 heeft de Raad besloten dat Griekenland geen effectief gevolg aan deze aanbeveling had gegeven en op 17 februari heeft hij een beschikking vastgesteld waarin Griekenland wordt aangemaand maatregelen te nemen om deze situatie te verhelpen. In die beschikking is aanbevolen de begroting voor 2005 strikt uit te voeren en in 2006 structurele aanpassingen door te voeren die leiden tot een correctie van het tekort met ten minste 0,6 procentpunt van het BBP. Voorts moet Griekenland uiterlijk op 21 maart 2005 een geactualiseerde versie van zijn stabiliteitsprogramma indienen en een uiterste datum vaststellen voor de uitvoering van de vereiste aanvullende maatregelen. Op 12 april 2005 heeft de Raad de situatie in Griekenland opnieuw beoordeeld aan de hand van de mededeling van de Commissie van 12 april. Hij heeft geconcludeerd dat de Griekse regering effectief gevolg geeft aan de aanmaning van de Raad.

3. DE TOETREDING VAN DE TIEN KANDIDAAT-LIDSTATEN

Bij hun toetreding op 1 mei 2004 voldeden zowel de 8 nieuwe lidstaten die voordien ISPA-steun ontvingen, als Cyprus en Malta aan de criteria om voor bijstand uit het Cohesiefonds in aanmerking te komen.

De projecten die voordien in het kader van het ISPA-financieringsinstrument waren goedgekeurd, werden automatisch omgezet in Cohesiefondsprojecten en vallen sindsdien onder de bepalingen inzake het Cohesiefonds.

Voor de periode 2004-2006 is een bedrag van 24 miljard euro (lopende prijzen) bestemd voor structurele bijstand in de 10 pas tot de EU toegetreden landen, een bedrag waarvan ruim een derde (8,5 miljard euro) afkomstig is uit het Cohesiefonds.

Tabel : Toewijzingen uit het Cohesiefonds voor de toetredende landen voor de periode 2004-2006

Land | Middelpunt van de marge voor de toewijzing (miljoenen euro’s – prijzen van 2004) |

Kypros | 53,94* |

Ceska Republika | 936,05 |

Eesti | 309,03 |

Magyarország | 1 112,67 |

Latvija | 515,43 |

Lietuva | 608,17 |

Malta | 21,94 |

Polska | 4 178,60 |

Slovensko | 570,50 |

Slovenija | 188,71 |

Totaal | 8 495,04 |

* met inbegrip van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV)

4. COÖRDINATIE MET HET VERVOER- EN HET MILIEUBELEID

4.1. Vervoer

In 2004 nam de sector vervoer iets meer dan de helft (51,8 %) van de totale vastleggingen van het Cohesiefonds voor zijn rekening. Zoals voorheen heeft de Commissie de lidstaten verzocht zich vooral op projecten voor vervoer per spoor te richten. De in 2004 goedgekeurde projecten per lidstaat zijn vermeld in de bijlage.

Het Cohesiefonds stelt specifiek middelen ter beschikking voor vervoersinfrastructuurnetwerken in verband met de trans-Europese netwerken. Een goede coördinatie tussen de Structuurfondsen en het Cohesiefonds is belangrijk om samenhang te creëren tussen de centrale regio’s van de Gemeenschap en de regio’s die structureel nadeel ondervinden van hun insulaire, door land ingesloten of perifere ligging.

Op 29 april 2004 hebben het Europees Parlement en de Raad de herziene versie van de beschikking betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet goedgekeurd. In deze beschikking zijn 30 prioritaire projecten van Europees belang opgenomen, waarvan de kosten ongeveer 225 miljard euro bedragen. In de beschikking worden de lidstaten opgeroepen voorrang te verlenen aan deze projecten en worden de betrokken lidstaten verzocht bijzondere aandacht aan deze projecten te besteden in het kader van het Cohesiefonds en meer algemeen in het kader van de Structuurfondsen.

Na de toetreding van de nieuwe lidstaten op 1 mei 2004 heeft de Commissie nagegaan hoe het staat met de infrastructuur in de trans-Europese netwerken, en heeft zij vooral de kosten van de 30 prioritaire projecten en van projecten als ERTMS en SESAME[2] en de financiering daarvan onderzocht. [In de financiële vooruitzichten voor de periode 2007-2013 heeft de Commissie, na de publicatie in juli 2004 van haar grondige beoordeling van het financiële kader van TEN (COM) 475 – 2004), voorgesteld het maximumpercentage voor cofinanciering te verhogen.]

4.2. Milieu

2004 is belangrijk geweest voor de milieuprojecten, die net iets minder dan de helft (48,2 %) van de totale vastleggingen van het Cohesiefonds voor hun rekening namen. Drinkwatervoorziening, afvalwaterzuivering en verwerking van vaste afvalstoffen blijven de prioriteiten van deze sector. Het Cohesiefonds draagt bij tot de verwezenlijking van de communautaire doelstellingen op het gebied van duurzame ontwikkeling, en in het bijzonder wat betreft het beheer van de natuurlijke hulpbronnen, het afvalbeheer en de klimaatverandering. De in 2004 goedgekeurde projecten en acties per lidstaat zijn vermeld in de bijlage.

Het Cohesiefonds heeft bijgedragen tot de verdere tenuitvoerlegging van de milieuregelgeving door rechtstreekse financiering van de infrastructuur, maar ook door stimulansen te geven die ertoe moeten aanzetten de richtlijnen toe te passen. Zo werd de toepassing van bepaalde richtlijnen als een van de voorwaarden voor de toekenning van de bijstand gesteld. Dit was het geval voor thematische bijstandsverlening, bijv. op het gebied van de verwerking van vaste afvalstoffen, de afvalwaterzuivering en de milieueffectbeoordeling.

De nieuwe lidstaten hebben het beheer van water en vaste afvalstoffen aangemerkt als belangrijke prioriteiten voor hun uitgaven. De behoeften aan investeringen en infrastructuur zijn in de meeste gevallen nog steeds groot in de sectoren vaste afvalstoffen en water (vooral de behandeling van stedelijk afvalwater), maar ook in de sector luchtkwaliteit en op het vlak van de inspanningen om de industriële vervuiling tegen te gaan. De steun uit het Cohesiefonds voor milieu-infrastructuur is dan ook belangrijk voor de nieuwe lidstaten.

5. CONTROLEBEZOEKEN EN CONCLUSIES

In Ierland, Spanje, Griekenland en Portugal zijn bij 10 auditbezoeken controles van projecten en bij 6 auditbezoeken controles van de beheers- en controlesystemen verricht.

Bij de projecten hebben de belangrijkste geconstateerde tekortkomingen betrekking op de procedures voor de gunning van overheidsopdrachten, hoewel de situatie per lidstaat verschilt. Wat betreft de systemen die de lidstaten hebben opgezet om te voldoen aan Verordening (EG) nr. 1386/2002 van de Commissie betreffende de beheers- en controlesystemen, is in 2004 vooruitgang geboekt, daar waar in 2003 in Griekenland, Spanje en Portugal moeilijkheden aan het licht waren gekomen, die in het kader van de partnerschappen aan de nationale autoriteiten zijn meegedeeld.

De tien nieuwe lidstaten hebben een beschrijving van hun beheers- en controlesystemen voorgelegd aan de Commissie, die heeft geoordeeld dat deze systemen voldoen aan de normen van de communautaire regelgeving. Deze gunstige beoordelingen wijzen erop dat een goed begin is gemaakt met het opzetten van de juiste uitvoeringssystemen, die in de volgende jaren opnieuw door de Commissie zullen worden gecontroleerd. Bijgevolg zullen er in 2005, in overeenstemming met de auditstrategie van het directoraat-generaal Regionaal Beleid, controles ter plaatse worden verricht, alsmede conformiteitstests op aselect gekozen projecten. De tests zullen in alle tien de nieuwe lidstaten worden uitgevoerd.

Er hebben tien auditbezoeken aan projecten plaatsgehad in Letland, Hongarije, Estland, Polen, Tsjechië, Slowakije en Slovenië. Bij deze audits werden de geldstromen van de projecten onderzocht en werd nagegaan of de subsidiabiliteitsregels werden nageleefd.

6. ONREGELMATIGHEDEN EN SCHORSING VAN DE BIJSTAND

Op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1831/94[3] van de Commissie (betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het Cohesiefonds en terugvordering van in dat kader onverschuldigd betaalde bedragen, alsmede betreffende de inrichting van een informatiesysteem op dit gebied) moeten de begunstigde lidstaten de Commissie in kennis stellen van de onregelmatigheden ten aanzien waarvan een eerste administratieve of gerechtelijke vaststelling is gemaakt.

Drie van de vier “oude” lidstaten, namelijk Griekenland, Spanje en Portugal, hebben voor 2004[4] in totaal 275 onregelmatigheden aan de Commissie gemeld (respectievelijk 262, 1 en 12). Ierland heeft de Commissie in het kader van de genoemde verordening meegedeeld dat het in 2004 geen onregelmatigheden had geconstateerd. De gevallen waarvan de Griekse autoriteiten melding hebben gemaakt, betroffen Gemeenschapsmiddelen ten bedrage van 126 058 589 euro. In de meeste gevallen ging het bij de onregelmatigheid om de onvolledige naleving van de regels voor aanbestedingen en voor het overige betrof het niet-subsidiabele uitgaven. Het geval waarvan de Spaanse autoriteiten melding hebben gemaakt, betrof Gemeenschapsmiddelen ten bedrage van 384 407 euro en in de 12 gevallen die de Portugese autoriteiten hebben meegedeeld, ging het om 22 234 344 euro. Voorts hebben twee van de nieuwe lidstaten, namelijk Polen en Letland, in totaal 6 onregelmatigheden aan de Commissie gemeld (respectievelijk 5 en 1). Bij de door de Poolse autoriteiten gemelde gevallen ging het om 802 426 euro aan Gemeenschapsmiddelen en het geval waarvan de Letse autoriteiten melding hebben gemaakt, betrof 1 273 euro. Deze onregelmatigheden waren van hetzelfde soort als de bovengenoemde.

7. EVALUATIE

Eind 2004 is DG Regionaal Beleid met alle lidstaten die bijstand uit het Cohesiefonds ontvangen, een dialoog aangegaan over het "vermogen tot kwaliteitsborging". De Commissie heeft, in nauwe aansluiting op de bepalingen van de verordening, een beschrijving gegeven van de stappen die moeten worden gezet voordat een aanvraag de Commissie bereikt. De lidstaten werden uitgenodigd een zelfbeoordeling te maken van de efficiëntie van de mechanismen die bij hun bestuursdiensten worden toegepast, om zo na te gaan wat de voorbereiding van de projecten in de weg kan staan. Uitgaande van een dergelijke zelfbeoordeling kunnen passende voorstellen voor technische bijstand vóór het einde van de periode 2000-2006 voor cofinanciering worden voorgelegd.

Overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1164/94 moeten de Commissie en de lidstaten bij de uitvoering van de uit het Cohesiefonds gecofinancierde projecten toezien op de doeltreffendheid van de communautaire bijstand. Dit houdt in dat gebruik moet worden gemaakt van toezicht- en evaluatietechnieken. De Commissie en de lidstaten maken, zonodig in samenwerking met de Europese Investeringsbank, een beoordeling vooraf en een evaluatie van de projecten.

Op methodologisch vlak gaat elke aanvraag om bijstand bijgevolg vergezeld van een kosten-batenanalyse. Uit deze analyse moet blijken dat de aan de projecten verbonden sociaal-economische voordelen op middellange termijn evenredig zijn aan de verstrekte financiële bijstand. Het is aan de Commissie om deze evaluatie te onderzoeken volgens de in 2003 gepubliceerde handleiding voor kosten-batenanalyses[5], een gemeenschappelijke referentie die zowel door projectsponsors als door de Commissie zelf wordt gebruikt.

In januari 2004 is DG REGIO gestart met de evaluatie achteraf van een steekproef van 200 projecten die in de periode 1993-2002 uit het Cohesiefonds werden gecofinancierd in Griekenland, Spanje, Ierland en Portugal. Het samenvattend verslag en de vier landenstudies zijn in januari 2005 voltooid, na nauwe samenwerking met de rechtstreeks betrokken diensten van de Commissie. De belangrijkste resultaten zijn vermeld in de bijlage (punt 5.4.).

8. VOORLICHTING EN PUBLICITEIT

Op 24 juni en 24 november 2004 zijn in Brussel twee voorlichtingsvergaderingen met alle 25 lidstaten gehouden. Tijdens de vergadering van november 2003 hadden verschillende delegaties de wens uitgesproken dat Beschikking 96/455/EEG van de Commissie van 25 juni 1996 inzake voorlichtings- en publiciteitsacties met betrekking tot de activiteiten van het Cohesiefonds zou worden herzien door de diensten van de Commissie. Volgens hen was namelijk gebleken dat sommige maatregelen te complex waren om te kunnen worden uitgevoerd en dat sommige bepalingen in strijd waren met Verordening (EG) nr. 1164/94, als gewijzigd in 1999. Daarop is in april 2004 een verordening van de Commissie vastgesteld[6], die de beschikking van 1996 vervangt.

Om de uitvoering van deze nieuwe verordening te vergemakkelijken is onder toezicht van het directoraat-generaal Regionaal Beleid op de website Inforegio http://europa.eu.int/comm/regional_policy/sources/docoffic/official/regulation/regpub_en.htm een informatieblad gepubliceerd. Met hetzelfde doel voor ogen is de verordening ook gepresenteerd in Inforegio-Panorama, het tijdschrift van DG Regio (nr. 14 - september 2004), waarin een hele reeks artikelen aan het Cohesiefonds is gewijd.

Voorts heeft het DG Regionaal Beleid, om het grote publiek basisinformatie over het Cohesiefonds te verstrekken, de referentiewebsite van het Cohesiefonds geactualiseerd ( http://europa.eu.int/comm/regional_policy/funds/procf/cf_nl.htm ). Deze site, die sinds het voorjaar 2005 kan worden geraadpleegd, biedt links naar documenten van juridische aard, financiële gegevens, kaarten en voorbeelden van projecten in 19 talen van de Gemeenschap, plus het Bulgaars en het Roemeens.

[1] Artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad, als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1264/99 van de Raad.

[2] ERTMS : European Rail Trafic Management System (Europees systeem voor het beheer van het spoorverkeer). SESAME : Single European Sky Air Trafic Management Modernisation Programme (Programma “Een gemeenschappelijk Europees luchtruim” voor de modernisering van het beheer van het luchtverkeer).

[3] PB L 191 van 27.7.1994, blz. 9.

[4] Toestand per 14 maart 2005; de mededelingen over het vierde kwartaal van 2004 zijn nog niet in deze cijfers verrekend.

[5] http://europa.eu.int/comm/regional_policy/sources/docgener/guides/cost/guide02_en.pdf (in het Duits, het Engels en het Frans).

[6] Verordening (EG) nr. 621/2004 van de Commissie van 1 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad wat betreft de voorlichtings- en publiciteitsacties in verband met de activiteiten van het Cohesiefonds.