52005DC0479

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité betreffende douaneoptreden tegen de laatste tendensen op het gebied van namaak en piraterij /* COM/2005/0479 def. */


NL

Brussel, 11.10.2005

COM(2005) 479 definitief

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

betreffende douaneoptreden tegen de laatste tendensen op het gebied van namaak en piraterij

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING (...)3

2. STAND VAN ZAKEN – EEN GROEIEND PROBLEEM (...)4

2.1 Inbeslagnemingen wijzen op groeiend en gediversifieerd probleem (...)4

2.2 Redenen voor de grote toename van de handel in namaakgoederen (...)6

2.3 Nieuwe bedreigingen (...)6

3. AANBEVELINGEN - EEN ACTIEPLAN VOOR DOELTREFFEND DOUANEOPTREDEN TEGEN NAMAAK EN PIRATERIJ (...)7

3.1 Verhoging van het beschermingsniveau van de Gemeenschap (...)8

3.1.1 Wetgeving (...)8

3.1.2 De operationele werking verbeteren (...)9

3.2 Verbetering van de partnerschappen tussen douanediensten en bedrijven (...)12

3.3 Versterking van de internationale samenwerking (...)14

4. CONCLUSIE (...)17

1. INLEIDING

De gezondheid en de veiligheid van de burgers in de EU, de werkgelegenheid, het concurrentievermogen van de Gemeenschap, het handelsverkeer en de investeringen in onderzoek en innovatie staan onder toenemende druk van de geïndustrialiseerde productie van namaakgoederen.

Deze mededeling bevat een overzicht van de huidige stand van zaken op basis van de meest recente ervaringen van de douanediensten in de EU bij hun pogingen om de stroom van namaakgoederen in het internationale handelsverkeer in te dammen. Verder wordt in de mededeling een aantal concrete initiatieven voorgesteld. Tezamen vormen deze initiatieven een actieplan om de uitvoering van het beleid en de wetgeving met betrekking tot namaak te verbeteren, in het bijzonder door douaneoptreden.

De mededeling beschrijft de groei van de handel in namaakgoederen, die blijkt uit de toename van de inbeslagnemingen van namaakgoederen door EU-douanediensten met 1000% tussen 1998 en 2004. Jaarlijks worden meer dan 100 miljoen goederen in beslag genomen [1], en dat is nog maar het topje van de ijsberg. Afgezien van de ongunstige effecten op de werkgelegenheid, de volksgezondheid, de veiligheid en het concurrentievermogen wordt het merendeel van deze goederen afgezet op de zwarte markt, waardoor veel belastinginkomsten worden misgelopen. De namaakindustrie leidt verder tot zwartwerken en er is sprake van vermeende banden met illegale immigratie en de internationale georganiseerde misdaad.

Een van de meest verontrustende aspecten van dit verschijnsel is het toegenomen risico waarmee EU-burgers te maken krijgen als gevolg van de groei van gevaarlijke namaakgoederen, zoals medicijnen, auto-onderdelen en voedingsmiddelen. Twintig jaar geleden bleek uit onderzoek dat zeven van de tien bedrijven die te maken kregen met namaak van hun producten, tot de sector luxeproducten behoorden. In 2004 werden aan de grenzen van de Gemeenschap meer dan 4,4 miljoen nagemaakte voedingsmiddelen en alcoholische dranken onderschept (een stijging van 196% ten opzichte van het voorgaande jaar) terwijl het maar in 2% van de gevallen om luxegoederen ging.

Om de wereldwijde handel in namaakgoederen en door piraterij verkregen goederen sterk terug te dringen en de grensoverschrijdende netwerken die bij deze handel betrokken zijn te bestrijden, zijn tegenmaatregelen nodig op zowel nationaal, communautair als internationaal niveau.

Om namaak en piraterij te bestrijden heeft de Gemeenschap een aantal wettelijke instrumenten goedgekeurd en zijn op dit gebied andere initiatieven genomen en ontwikkelingen gaande.

Op het gebied van douane zijn de meest relevante instrumenten Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 [2] inzake het optreden van de douaneautoriteiten ten aanzien van goederen waarvan wordt vermoed dat zij inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten en inzake de maatregelen ten aanzien van goederen waarvan is vastgesteld dat zij inbreuk maken op dergelijke rechten, en uitvoeringsverordening (EG) nr. 1891/2004 van 21 oktober 2004 [3].

Op het gebied van de interne markt gaat het om Richtlijn 2004/48/EG van het Europees parlement en de Raad van 29 april 2004 [4] betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (de zogenaamde handhavingsrichtlijn) en de onlangs door de Commissie aangenomen voorstellen ter versterking van de strafrechtelijke maatregelen ter bestrijding van namaak [5]. Voorts heeft de Commissie in november 2004 een Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad tot versterking van het strafrechtelijk kader om schendingen van de intellectuele eigendom te bestrijden goedgekeurd [6].

Zoals besproken in deel 3 hierna, zijn op douanegebied nog andere maatregelen mogelijk om namaak en piraterij te bestrijden.

2. STAND VAN ZAKEN – EEN GROEIEND PROBLEEM

2.1 Inbeslagnemingen wijzen op groeiend en gediversifieerd probleem

In 2003, in het Zwitserse Davos, hebben leiders van internationale bedrijven en regeringsvertegenwoordigers opgeroepen tot "een massale wereldwijde inspanning om de namaakindustrie aan te pakken, die thans jaarlijks goed is voor 450 miljard dollar". Verbetering van de grenscontroles werd daarbij van essentieel belang geacht.

Uit studies van de OESO blijkt dat de namaakindustrie al in 1998 5 tot 7% van de wereldhandel uitmaakte. In dat jaar namen douanediensten aan de buitengrenzen van de EU tien miljoen namaakgoederen en door piraterij verkregen goederen in beslag. In 2004 hebben de douanediensten van de EU meer dan 103 miljoen namaakgoederen onderschept, hetgeen een stijging van 1000% is.

Hoewel het door de aard van het verschijnsel onmogelijk is om de ware omvang van het verschijnsel namaak exact te berekenen, kunnen aan de aangetroffen namaakgoederen wel de ontwikkelingen in deze sector worden afgelezen. De verslagen die de douanediensten van de lidstaten voor de Commissie opstellen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1891/2004 van 21 oktober 2004 betreffende de onderschepping van namaakgoederen aan de communautaire grenzen, geven een vrij goede indicatie van de patronen die optreden in de internationale handel in namaakgoederen en door piraterij verkregen goederen.

De hierna volgende beschrijving van de aard en de omvang van het probleem vormen het jaarlijkse verslag van de Commissie zoals bedoeld in artikel 23 van Verordening (nr.) EG 1383/2003 van de Raad.

In bijlage 1 is een vergelijkend overzicht opgenomen van de globale cijfers over de afgelopen jaren. In dit overzicht zijn zowel de aantallen in beslag genomen goederen als het aantal door de douane behandelde zaken opgenomen [7].

Uit een gedetailleerde analyse van de statistieken met betrekking tot de goederen die de afgelopen vijf jaar door de douanediensten van de EU in beslag zijn genomen blijkt het volgende:

Kwantitatieve ontwikkelingen:

· In de betrokken periode is het aantal inbeslagnemingen met 1000% gestegen;

· Thans onderscheppen douanediensten meer dan 100 miljoen goederen per jaar;

· Het merendeel van de onderschepte goederen wordt geproduceerd in Azië, in het bijzonder in China;

· Tussen 2003 en 2004 is het aantal douane-interventies dat betrekking had op namaakgoederen meer dan verdubbeld tot 22.000 per jaar;

· Er doen zich in toenemende mate problemen voor wegens de noodzaak de grote hoeveelheden in beslag genomen goederen op een milieuvriendelijke manier te vernietigen.

Kwalitatieve ontwikkelingen

· Het aantal namaakgoederen dat gevaarlijk is voor de volksgezondheid of een veiligheidsrisico met zich brengt, neemt sterk toe;

· Het merendeel van de in beslag genomen goederen zijn huishoudelijke producten, geen luxeproducten;

· Het aantal geavanceerde hi-techproducten stijgt;

· De productie vindt plaats op industriële schaal;

· De hoge kwaliteit van namaakgoederen maakt het vaak onmogelijk om zonder technische deskundigheid vast te stellen of het om namaak gaat.

Naast de gebruikelijke goederen die door de douane wordt tegengehouden (zoals luxeproducten, sigaretten, DVD's, CD’s, textielproducten, enzovoorts) werden aan de EU-grenzen in 2004 de volgende namaakgoederen onderschept: mineraalwater, jam, mobiele telefoons, koffie, appels, gezichtscrèmes, bloemen, auto-onderdelen, waspoeder, farmaceutische producten, tandpasta en tandenborstels, enzovoorts.

De kwaliteit van deze namaakgoederen is thans zo goed – soms hebben de kopieën aanvullende veiligheidshologrammen, betere verpakking, enzovoorts, dan de originele goederen – dat het voor de douanediensten en zelfs voor de houders van de rechten zelf steeds moeilijker wordt om echt van namaak te onderscheiden.

2.2 Redenen voor de grote toename van de handel in namaakgoederen

De explosie van de handel in namaakgoederen kan voornamelijk worden verklaard door de hoge winsten en relatief lage risico’s die men loopt, zeker wat boetes in bepaalde landen betreft, en door een algemene wereldwijde groei van de geïndustrialiseerde capaciteit om goederen van hoge kwaliteit te produceren.

Een goed voorbeeld zijn namaak-DVD’s: de winsten zijn hoger dan bij een gelijk gewicht aan soft drugs terwijl de sancties bij ontdekking veel lager zijn. Een ander goed voorbeeld wordt gevormd door sigaretten: als een vervalser erin slaagt één van zijn tien containers met namaaksigaretten de grens over te krijgen, levert zijn investering nog winst op. Namaak op deze schaal biedt criminelen verder een uitstekend middel voor het witwassen van hun winsten uit criminele praktijken.

Steeds geavanceerdere industriële productiecapaciteit in bepaalde landen (met name China) biedt de namaakindustrie enorme mogelijkheden. Het toenemende vermogen om alles te kopiëren blijkt uit de inbeslagnemingen van computeronderdelen, inkjetpatronen, mobiele telefoons en auto-onderdelen.

Zelfs wanneer landen inspanningen hebben gedaan (zoals nieuwe wetgeving) om de illegale productie in te dammen, is het voor hen moeilijk greep te krijgen op de betrokken industrieën die snel op andere producten kunnen overschakelen en waar sprake kan zijn van gebrekkig toezicht op de naleving op lokaal niveau.

Deze tendensen worden versterkt door de toenemende belangstelling van de georganiseerde misdaad voor deze hoge winsten. Partijen goederen bevatten vaak niet alleen namaakgoederen maar ook illegale producten zoals verboden middelen. Ook zijn terroristische groepen in verband gebracht met namaak.

2.3 Nieuwe bedreigingen

Namaak en piraterij worden alom beschouwd als een bedreiging voor de investeringen en de banen in onze kenniseconomieën en als schadelijk voor het culturele erfgoed van vele landen.

Door de toenemende industrialisering van de productie in combinatie met de meedogenloze praktijken worden we nu ook geconfronteerd met ernstige gezondheids- en veiligheidsheidsrisico's.

Bij recente inbeslagnemingen ging het onder meer om namaakmedicijnen, in veel gevallen onderweg naar de minst ontwikkelde gebieden. De onderschepping van nagemaakte levensmiddelen, waspoeder en onveilig speelgoed vormen even zovele indicaties van de noodzaak onze tegenmaatregelen aan te scherpen en ervoor te zorgen dat de wetgeving naar behoren ten uitvoer wordt gelegd.

De groei van industriële namaakgoederen betekent ook dat regeringen in zowel de landen waar de goederen worden geproduceerd als waar ze worden afgezet, aanzienlijke belastinginkomsten dreigen mis te lopen, omdat de betrokken partijen bijna uitsluitend actief zijn in de zwarte economie. Het bedrijfsleven schat de jaarlijkse BTW-verliezen door namaakgoederen alleen al in het Verenigd Koninkrijk op 2,5 miljard euro per jaar.

Sommige namaakgoederen die door de douane worden onderschept, brengen ernstige risico's mee voor de maatschappij: voorbeelden zijn valse of blanco paspoorten, identiteitskaarten, trouwakten, rijbewijzen, enzovoorts, die kunnen worden gebruikt om illegale immigratie mogelijk te maken of de veiligheid in gevaar kunnen brengen.

De overslag van goederen vormt in toenemende mate aanleiding tot bezorgdheid omdat vervalsers de routes wijzigen om de oorsprong van de goederen te verhullen. Landen die voorheen door de douanediensten als landen met een laag risico werden beschouwd, zoals Japan en de VS, moeten nu worden ingedeeld bij de groep met een hoog risico tengevolge van de doorvoer en overslag van namaakgoederen. Bij een inbeslagneming in 2004 bleek dat nagemaakte mechanische auto-onderdelen de Gemeenschap werden binnengebracht vanuit de VS hoewel deze in werkelijkheid van Chinese origine waren. Ook zijn gevallen bekend waarin de Gemeenschap zelf wordt gebruikt om de oorsprong van de goederen te verhullen (bijvoorbeeld namaakmedicijnen uit Azië die via de EU naar Afrika worden verzonden).

Tot slot vormt de verkoop via internet een toenemend probleem. Bij meer dan 30% van de postzendingen die in 2004 door de douane in beslag werden genomen, bleek er een relatie met internet te bestaan. Door de kleine hoeveelheden die hierbij betrokken zijn, worden de eenvoudige en goedkope vernietigingsprocedures van artikel 11 van Verordening (nr.) EG 1383/2003 steeds vaker toegepast.

3. AANBEVELINGEN - EEN ACTIEPLAN VOOR DOELTREFFEND DOUANEOPTREDEN TEGEN NAMAAK EN PIRATERIJ

Dat de douanediensten een sleutelrol spelen bij het tegenhouden van de internationale stromen in namaakgoederen blijkt wel uit het feit dat zij wereldwijd verantwoordelijk zijn voor de inbeslagneming van 70% van alle namaakgoederen. De douanediensten zijn voorts de enige handhavingsautoriteit die belast is met een specifieke opdracht uit hoofde van de Trade Related Intellectual Property Rights Agreement (TRIPs-Overeenkomst) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

Toch kunnen de douanediensten nog meer doen. Om greep te krijgen op het probleem is een verdergaande en brede aanpak nodig. Daarbij moet met name verder worden gekeken dan inbeslagnemingen en worden gedacht aan onderzoek met als doel de productie, de distributie en de verkoop van namaakgoederen de pas af te snijden. De samenwerking met andere instanties moet worden verbeterd. Deze mededeling gaat hoofdzakelijk over operationele samenwerking, in het bijzonder met bedrijven en douanediensten in derde landen, maar de noodzaak van nauwe samenwerking tussen de autoriteiten die belast zijn met de handhaving van de regels mag niet uit het oog worden verloren.

Het is van belang dat een brede aanpak gebaseerd wordt op praktische maatregelen waarvan de uitvoering kan worden afgedwongen. Het bedrijfsleven heeft zich bereid getoond dergelijke concrete douane-initiatieven te ondersteunen.

Er worden acties overwogen op drie hoofdterreinen: verhoging van het beschermingsniveau van de Gemeenschap, verbetering van het partnerschap tussen douane en bedrijfsleven en versterking van de internationale samenwerking [8]. In het volgende deel wordt hierop nader ingegaan en wordt een reeks aanbevelingen gedaan. Indien deze op politiek niveau worden onderschreven kunnen deze een actieplan vormen waarvan de tenuitvoerlegging en het effect zouden kunnen worden gevolgd en geëvalueerd door de Commissie.

3.1 Verhoging van het beschermingsniveau van de Gemeenschap

Er is een grote behoefte aan het versterken van de bescherming tegen producten die een risico voor de volksgezondheid of de veiligheid van de EU-consument met zich brengen (namaakmedicijnen, auto-onderdelen, voedingsmiddelen, enzovoorts) of waarbij de kans op betrokkenheid van de georganiseerde misdaad aanwezig is (sigaretten, alcoholische dranken, DVD's, enzovoorts).

Hiertoe moeten allereerst de douanecontroles op inkomend verkeer worden verbeterd, te beginnen bij een onderzoek naar de geschiktheid van de bestaande wettelijke en operationele maatregelen en aanbevelingen voor aanpassingen waar nodig.

3.1.1 Wetgeving

In de Gemeenschap heeft de douane bevoegdheden die veel verder gaan dan de minimumcontroles op invoer zoals opgenomen in de TRIPs-overeenkomst. Bij een vermoeden van namaak mag de douane goederen stoppen tijdens de invoer, de uitvoer, de doorvoer of de overslag. In 2004 gingen de douanediensten in de Gemeenschap ongeveer 22.000 keer over tot de inbeslagneming van goederen (voor 2003 was dat 10.000).

Op het niveau van de Gemeenschap beschikken de douanediensten sinds 1986 over verschillende wettelijke instrumenten om op te treden tegen inbreuken op de intellectuele-eigendomsrechten. Met de komst van de nieuwe communautaire douanewetgeving (Verordening (EG) nr. 1383/2003) die op 1 juli 2004 in werking is getreden is de situatie sterk veranderd. Met deze nieuwe wetgeving deden controles hun intrede in sectoren waar dit voorheen niet mogelijk was (zoals rechten op plantenvariëteiten, oorsprongsbenaming en geografische aanduidingen) en werden de procedures vereenvoudigd, werden de kosten voor bedrijven verlaagd en werd de lidstaten de mogelijkheid geboden in beslag genomen goederen met een minimum aan bureaucratie te vernietigen.

De douanewetgeving van de EU op dit gebied wordt thans tot de meest vergaande ter wereld gerekend (China heeft nu vergelijkbare wetgeving ingevoerd). Dit wordt bevestigd door het feit dat de douanediensten van de lidstaten veel meer namaakgoederen onderscheppen dan elders. Met controles op alle goederenbewegingen, met name tijdens overslag, beschermt de douane niet alleen de EU maar ook andere delen van de wereld en met name de minst ontwikkelde landen die vaak het doelwit van vervalsers vormen (zoals de inbeslagneming van namaakmedicijnen, -condooms en auto-onderdelen die aan de EU-grens werden tegengehouden en op weg waren naar Afrika).

De voltooiing van de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten voor internationaal verhandelde goederen zal worden aangevuld met een vergelijkbare communautaire bescherming voor namaakgoederen die in de Gemeenschap zijn geproduceerd en die niet worden uitgevoerd, zodra de handhavingsrichtlijn die in 2004 werd goedgekeurd in 2006 ten uitvoer wordt gelegd. Deze richtlijn, in combinatie met de voorgestelde maatregelen op strafrechtelijk gebied om de naleving van intellectuele-eigendomsrechten te versterken en overtredingen aan te pakken, zou een betrekkelijk volledige bescherming moeten opleveren om deze kwestie binnen de Gemeenschap te regelen.

De sector van de intellectuele-eigendomsrechten ontwikkelt zich snel en wetgevers en bedrijven moeten de handen ineen slaan om ervoor te zorgen dat de wetgeving voldoet aan de huidige en toekomstige vereisten en snel kan worden aangepast als zich problemen voordoen.

In dit verband zijn er twee knelpunten waarop het bedrijfsleven in het bijzonder de aandacht vestigt. Ten eerste wensen de deelnemers aan het economisch verkeer dat de lidstaten snel werk maken van de invoering van de eenvoudige vernietigingsprocedures die nu zijn toegestaan op grond van de communautaire wetgeving. Dit zal zowel bedrijven als overheidsinstanties aanzienlijke besparingen opleveren. Het tweede punt betreft de mogelijkheid voor reizigers om kleine hoeveelheden namaakgoederen voor eigen gebruik in te voeren. Het bedrijfsleven heeft er begrip voor dat de douane niet elk individueel geval kan aanpakken, maar is van oordeel dat van deze wetgeving het verkeerde signaal uitgaat en het erop lijkt dat namaak wordt gedoogd. Een ander bezwaar betreft de toewijzing van de kosten; het bedrijfsleven vindt dat de lasten bij de vervalsers moeten worden gelegd, niet bij de houders van de rechten.

Actiepunten:

Aanpak van de volgende twee belangrijke knelpunten: zendingen met lage waarde en vereenvoudigde vernietigingsprocedures.

Oprichting van een werkgroep met medewerking van het bedrijfsleven en douanediensten om te onderzoeken hoe deze knelpunten in de praktijk kunnen worden verholpen.

Afhankelijk van de uitkomst van de besprekingen in deze werkgroep zal de Commissie verslag uitbrengen over de eventuele noodzaak van aanpassingen van de wetgeving of andere praktische voorstellen om de situatie te verbeteren.

Streefdatum voor bijeenkomsten van de werkgroep: eind 2005.

Streefdatum voor verslaglegging: juni 2006.

3.1.2 De operationele werking verbeteren

Actualisering van de wetgeving is belangrijk, maar nog belangrijker is ervoor te zorgen dat de operationele capaciteit overal van voldoende hoog niveau is.

Douanediensten hebben de dubbele taak het internationale handelsverkeer te vergemakkelijken en illegaal verkeer een halt toe te roepen. Hiertoe moeten de controles verder worden verbeterd door gebruikmaking van nieuwe instrumenten en technieken.

De voorbije jaren zijn er vele operationele initiatieven genomen die goede resultaten hebben opgeleverd in termen van een toename van de inbeslagnemingen van namaakgoederen.

Een goede methode om de samenwerking te verbeteren is het houden van seminars waar vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en douanediensten zich samen kunnen buigen over de laatste ontwikkelingen en informatie kunnen uitwisselen die van belang is voor de handhaving van de douaneregels. Evenzo zijn uitwisselingen van uitvoerende ambtenaren en gezamenlijke acties van verschillende lidstaten belangrijke stappen op de weg naar intensieve samenwerking bij de handhaving van de douaneregels.

Het is noodzakelijk deze acties verder te ontwikkelen en samen te brengen in een nieuw operationeel controleplan op basis van een communautaire aanpak van risicobeheer waarbij gebruik moet worden gemaakt van de deskundigheid van de lidstaten om beste praktijken zowel binnen als buiten de Gemeenschap te verbreiden.

Op dit moment geeft het aantal beslagnemingen weliswaar een stijgende lijn te zien, maar wordt er nog te weinig onderzoek gedaan naar productie- en distributienetwerken om deze te kunnen uitroeien; de kernvraag is dan ook hoe we erin kunnen slagen het probleem bij de wortel aan te pakken.

Actiepunten:

1. Meer gebruik van risicobeheer

Nu er sinds de recente wijziging van het communautair douanewetboek [9] meer nadruk wordt gelegd op communautair risicobeheer leent de sector namaak zich uitstekend voor een proefproject om een dergelijke communautaire aanpak uit te testen. De eerste stap die daarbij moet worden gezet, is de voltooiing van een specifieke Gids voor risicomanagement bij de strijd tegen namaak.

Het is de bedoeling dat deze gids in de praktijk wordt gebruikt. Dit zou kunnen worden bereikt door de gids te verspreiden aan risicobeheercentra en door de uitwisseling van ervaringen met risicobeheer tussen besloten gebruikergroepen en deskundigen op het gebied van namaak. Dit zou een voortdurende uitwisseling van informatie tussen deskundigen mogelijk kunnen maken via het nieuwe Communautaire risicobeheersysteem [10].

Streefdatum voor de Gids voor risicobeheer: januari 2006.

Streefdatum voor de instelling van besloten gebruikersgroepen mbt het RIF: januari 2006.

2. Oprichting van een Task Force van douane-experts van de lidstaten ter verbetering van de controles op namaak.

Een dergelijke Task Force10 zou moeten worden samengesteld uit douane-experts uit de lidstaten op het gebied van de strijd tegen namaakgoederen met als doel samenwerking met andere experts uit de lidstaten. Daarbij zou het gaan om het volgen van de laatste ontwikkelingen en het geven van korte-termijnadviezen door het uitwisselen van know-how en praktische deskundigheid. Desgewenst kan hierbij ook het bedrijfsleven worden betrokken.

Streefdatum voor de eerste acties: oktober 2005

3. Gezamenlijke controles

Uitvoering van gerichte gezamenlijke douane-acties of regionale acties wanneer hieraan behoefte bestaat, gecoördineerd en ondersteund door de Commissie. Hierbij zou het gaan om gerichte controle-acties gedurende een beperkte periode met betrekking tot specifieke aspecten van namaak (gebieden of goederen met een hoog risico).

Sommige derde landen waarmee de EU een overeenkomst voor wederzijdse administratieve bijstand (of een protocol) heeft ondertekend, zouden waar nodig moeten worden uitgenodigd deel te nemen aan dergelijke operaties.

Streefdatum: gedurende 2006

4. Seminars voor uitvoerende ambtenaren/bedrijven

Deze seminars zijn in het verleden zeer succesvol gebleken. Na elke bijeenkomst steeg het aantal inbeslagnemingen doordat gerichter kon worden gecontroleerd. Ook hebben deze seminars geresulteerd in betere samenwerking tussen de verschillende nationale autoriteiten en andere betrokkenen. Waar nodig gecomplementeerd met opleiding, benchmarking en uitwisselingen.

Streefdatum: doorlopend

5. Gebruik van douanelaboratoria

Over het merendeel van de gevaarlijke producten die worden onderschept is weinig bekend; daarom moet worden onderzocht of het mogelijk is de laboratoria van douane- of andere overheidsdiensten te gebruiken om onveilige namaakgoederen te onderzoeken. Een kleine werkgroep [11] van experts van de lidstaten zou verslag moeten uitbrengen over de voordelen en haalbaarheid (inclusief de kosten) hiervan.

Streefdatum: gedurende 2006

6. Customs Information System

Optimaal gebruik van de Customs Information System (CIS) databank van de EU, via welk systeem de nationale douanediensten van de lidstaten informatie kunnen uitwisselen, zoeken en verspreiden over smokkelactiviteiten en interventieverzoeken kunnen worden gedaan (signaleren, rapporteren, discrete surveillance of specifieke controles), zou ook moeten worden ingezet in de strijd tegen piraterij en namaak.

De controles zullen effectiever worden en met name bijdragen tot het elimineren van distributienetwerken doordat bij de onderschepping van een verdachte partij goederen in de ene lidstaat gerichte maatregelen (signaleren, rapporteren, discrete surveillance of specifieke controles) kunnen worden genomen in een andere lidstaat om deze goederen op het spoor te komen. Dit is met name van belang voor het groeiende aan internet gerelateerde handelsverkeer.

In dit verband is toepassing van Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften van belang om de wederzijdse bijstand tussen de lidstaten en tussen de lidstaten en de Commissie te versterken.

Streefdatum: gedurende 2006

3.2 Verbetering van de partnerschappen tussen douanediensten en bedrijven

Het is van belang om eraan te herinneren dat namaakgoederen anders worden behandeld dan andere goeden die onder de algemene douanecontroles vallen. De douanediensten nemen de goederen niet onmiddellijk in beslag maar houden de goederen over het algemeen tegen om bedrijven in staat te stellen de vereiste stappen te zetten bij de bevoegde autoriteiten. Hiertoe moeten bedrijven allereerst de douanediensten om een interventie verzoeken aan de hand van een speciaal aanvraagformulier. De betrokkenheid van bedrijven is noodzakelijk omdat alleen de houders van de rechten de technische deskundigheid bezitten om de huidige namaakgoederen van hoge kwaliteit te onderscheiden van het originele product. Het bedrijf in kwestie is ook verantwoordelijk als partijen goederen onterecht worden tegengehouden.

Dit betekent dat het bedrijfsleven er volledig bij moet worden betrokken om te zorgen voor effectieve rechtshandhaving door de douanediensten.

De controlerende diensten moeten het bedrijfsleven nauwer betrekken bij hun operaties en het bedrijfsleven moet voldoende informatie verstrekken om de rechten van bedrijven te beschermen. De belangrijkste inspanning die de bedrijven moeten leveren is het indienen van interventieverzoeken bij douanediensten [12]; zonder deze verzoeken hebben de douanediensten weinig kans of stimulans om de houders van de rechten met succes te helpen.

Het is van essentieel belang om een vroegtijdige uitwisseling van informatie tussen bedrijven en douanediensten te stimuleren. Ook is het belangrijk om ervoor te zorgen dat overheidsgeld niet wordt gebruikt voor het ontwikkelen van geavanceerde of dure systemen voor informatie-uitwisseling (die misschien helemaal niet nuttig zijn voor de douanebeambten in het veld) als dit door bedrijven goedkoper en beter kan gebeuren, zeker wanneer het gaat om het actueel houden van de systemen.

In dit verband zou een praktische en rendabele oplossing kunnen worden overwogen in de vorm van een EU IPR elektronisch informatiesysteem waarin de bestaande instrumenten worden ondergebracht waarover douanediensten beschikken voor het uitwisselen van informatie over risico's, waarbij de douanediensten via hyperlinks toegang wordt geboden tot de verschillende specifieke databanken op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten (zoals het Bureau voor de harmonisatie van de interne markt – OHIM). Dit zou een besparing van middelen opleveren en de controles verbeteren doordat de douanediensten in staat worden gesteld de houders van de rechten op te sporen en contact met hen op te nemen wanneer er verdachte goederen aan de grens worden aangetroffen.

Actiepunten

1. Bedrijven stimuleren zich actiever op te stellen

Bedrijven stimuleren interventieverzoeken in te dienen bij de douanediensten, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf.

Een aantal bedrijven (zoals Mercedes, LVMH, Panasonic, Gillette, Nike, Lacoste en BIC) heeft beknopte handleidingen voor douanediensten opgesteld. Deze aanpak zou moeten worden gestimuleerd door middel van regelmatige uitwisselingen tussen douanediensten en bedrijven om nieuwe probleemgebieden te bespreken.

Streefdatum: doorlopend.

2. Partnerschappen tussen bedrijven en douanediensten verbreden

Ondertekening van intentieverklaringen met grote handelsorganisaties, luchtvaartmaatschappijen, scheepvaartmaatschappijen, koeriersbedrijven, enzovoorts, zou bevorderlijk zijn voor de samenwerking en controles aanmoedigen door een betere informatie-uitwisseling en bewustmaking van de risico's van het verkeer in namaakgoederen.

Streefdatum: gedurende 2006

3. De contacten tussen douanediensten en houders van rechten verbeteren

Wanneer een partij namaakgoederen wordt aangetroffen is het voor de douanediensten vaak een moeilijke taak om de houders van de rechten op te sporen. Dit probleem wordt verergerd door de moeilijkheden waarmee kleine en middelgrote ondernemingen te maken krijgen bij het indienen van interventieverzoeken bij de douanediensten in de 25 lidstaten. Een informatiesysteem van de EU met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten, dat de mogelijkheden van de communautaire douanerisicobeheersystemen voor informatie-uitwisseling inzake namaak combineert met toegang voor douanediensten tot lijsten van bedrijven, de voornaamste producten en contactadressen via internet, zou douanediensten stimuleren actie te ondernemen waardoor meer bedrijven hun voordeel kunnen doen met bescherming van douanediensten.

Het is wenselijk om een werkgroep met vertegenwoordigers van bedrijven en douanediensten in te stellen die zich moet buigen over de opzet van een dergelijke systeem.

Streefdatum: bijeenkomsten in de tweede helft van 2005. Basis voor het systeem voltooid einde 2006.

4. Snel informatiesysteem voor bedrijven

Er moet een systeem ontwikkeld worden dat bedrijven in staat stelt snel informatie over specifieke gevallen te verstrekken. Dit is met name van belang voor het midden- en kleinbedrijf. De informatie zou kunnen worden verstrekt via een centrale elektronische mailbox. Na controle van de verzoeken door een deskundige op het gebied van de bestrijding van namaak zouden deze via het Communautaire systeem voor risicobeheer kunnen worden doorgeleid naar de deskundigen op het gebied van de bestrijding van namaak in de lidstaten evenals naar belangrijke havens/luchthavens/landsgrenzen. Het is de bedoeling dat dit onvertraagd gebeurt.

Streefdatum: 2006.

5. Specifieke acties voor gevoelige bedrijfssectoren

Er moeten specifieke initiatieven worden genomen in sectoren met hoge risico's voor de volksgezondheid (farmaceutica, speelgoed, enzovoorts) maar ook in sectoren waar belastingverliezen tot grote schade leiden.

Streefdatum: doorlopend.

6. Bewustmaking en voorlichting

Betere voorlichting van het bedrijfsleven over douane-acties en van het grote publiek over het gevaar voor de volksgezondheid, de werkgelegenheid en de maatschappij in het algemeen is van cruciaal belang. Dit kan gebeuren via voorlichtingscampagnes aan belangrijke grensovergangen (bijvoorbeeld internationale luchthavens), het inzetten van road-shows, tentoonstellingen in douanemusea, voorlichting van consumenten, enzovoorts.

Streefdatum: doorlopend

3.3 Versterking van de internationale samenwerking

Naast de intensivering van de EU-controles op de invoer van namaakgoederen, die echter nooit meer kunnen worden dan een middel om partijen goederen tegen te houden of individuele criminele sectoren aan te pakken, moet de bron van het probleem worden aangepakt door op zijn minst de uitvoer van namaakgoederen te stoppen en waar mogelijk de productie stil te leggen. Dit vereist internationale samenwerking.

De TRIPs-minimumnormen voor de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten voorzien weliswaar in controles op de invoer door douanediensten, maar uit de ervaring van de EU-douanediensten blijkt dat dit niet volstaat.

Ten eerste is één van de beste methodes om goederen te stoppen voordat zij de productielanden verlaten (en om smokkelaars van namaakgoederen te verhinderen gebruik te maken van veilige gebieden zoals de EU, Japan of de VS om de ware oorsprong van de goederen te verhullen) de invoering van algemene controles op de uitvoer en de overslag.

Ten tweede is het noodzakelijk erop toe te zien dat de overeenkomsten inzake douanesamenwerking (of protocollen bij bredere internationale overeenkomsten), die voorzien in nauwe samenwerking met partnerinstanties en een adequate rechtsgrondslag bieden voor bilaterale interventies, volledig worden benut en worden uitgebreid naar gebieden waar de productie significant is. De ondertekening in April 2005 van de overeenkomst voor douanesamenwerking met China (waar het merendeel van de namaakgoederen die de douanediensten van de EU onderscheppen vandaan komt) is in dit verband van bijzonder belang.

Actiepunten

1. De TRIPs-Overeenkomst van de WTO verbeteren

Uit de toename van het aantal inbeslagnemingen van namaakgoederen tijdens de overslag blijkt sinds enige tijd dat het noodzakelijk is om verbetering van artikel 51 van de TRIPs-Overeenkomst [13] te overwegen. Daarbij zou de verplichting voor landen om douanecontroles op namaak uit te voeren op de invoer moeten worden uitgebreid met controles op de uitvoer, de doorvoer en de overslag van goederen [14]. Ook kan worden overwogen te zijner tijd het toepassingsgebied van artikel 51 uit te breiden tot inbreuken op bepaalde andere intellectuele-eigendomsrechten.

Streefdatum: afhankelijk van WTO-onderhandelingen.

2. Samenwerking met Wereld Douane Organisatie (WDO), Europol en Interpol

De opgedane ervaring met communautair risicobeheer en de statistieken over inbeslagnemingen kunnen wereldwijd van belang zijn. Door nauw en actief samen te werken met internationale handhavingsinstanties die het meest betrokken zijn bij deze ontwikkelingen, zoals de WDO, Europol en Interpol, zouden tijdig internationale tendensen kunnen worden onderkend en zou de praktische aanpak van de EU kunnen worden verbreid onder een breder publiek. De verbreiding van de deskundigheid van de EU op het gebied van risicobeheer in deze sector kan van bijzonder belang zijn voor de betrokkenen.

Streefdatum: 2005/2006

3. Bilaterale overeenkomsten

Het is noodzakelijk om de praktische instrumenten (gids voor risicobeheer, statistieken, analyse van tendensen, enzovoorts) die in de EU werden ontwikkeld, ter beschikking te stellen van de handelspartners van de EU om namaak in de belangrijke probleemgebieden aan te pakken. Overeenkomsten voor douanesamenwerking en partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten met een wederzijdse-bijstandscomponent bieden een wettelijke basis voor samenwerking en uitwisseling van informatie.

Voorbeelden van dergelijke samenwerking zijn opleiding, de uitwisseling van ambtenaren, het delen van ervaringen en informatie over de laatste tendensen.

Een overeenkomst voor douanesamenwerking wordt overwogen of is het voorwerp van onderhandelingen met landen of organisaties zoals India, Japan, leden van ASEAN [15], Mercosur en Pakistan.

Daarnaast zal de Commissie ernaar streven in het hoofdstuk over intellectuele-eigendomsrechten van toekomstige bilaterale overeenkomsten een verplichting op te nemen voor partijen om niet alleen douanecontroles uit te voeren op de invoer maar ook op de uitvoer, de doorvoer en de overslag van goederen die inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten.

Streefdatum: doorlopend

4. Specifieke acties met betrekking tot China

Uit China uitgevoerde goederen vormen het merendeel van alle inbeslagnemingen van namaakgoederen in de EU en verwacht wordt dat dit cijfer snel zal toenemen gezien de snelheid waarmee China zich ontwikkelt. Ook op andere gebieden leiden producten uit China tot problemen voor douanediensten (bekende bron van precursoren voor ecstasy, van onveilige voedingsmiddelen, vuurwerk, enzovoorts). China heeft vergaande wetgeving tegen namaakgoederen goedgekeurd en het zal noodzakelijk zijn samen te werken om legitiem handelsverkeer te stimuleren en het omvangrijke verkeer van vervalsingen te stoppen. De recente overeenkomst voor douanesamenwerking tussen de EU en China biedt een wettelijke basis voor diepgaande samenwerking.

In aanvulling op de uitwisseling van ambtenaren en informatie zou een specifiek informatiesysteem voor informatie-uitwisseling tussen de EU en China om illegaal handelsverkeer te stoppen en de productie stil te leggen, een belangrijke praktische stap zijn op weg naar een vermindering van het internationale verkeer van namaakgoederen. Indien succesvol zou deze aanpak kunnen worden uitgebreid naar andere belangrijke handelspartners.

Streefdatum: 2006.

5. Internationale partners voor belangrijke acties

Uit de recente verklaring van de EU-VS-top blijkt ondubbelzinnig de bereidheid van de VS en de EU om samen te werken in de strijd tegen namaak en piraterij. Om dit in de praktijk te brengen moet de uitwisseling van deskundigheid en informatie op het gebied van douane worden aangemoedigd in het kader van de bestaande overeenkomst inzake douanesamenwerking en wederzijdse bijstand op douanegebied tussen de EU en de VS. Ook zou het wenselijk zijn te onderzoeken op welk gebied de EU haar krachten zou kunnen bundelen met andere partners.

Streefdatum: 2005/2006

6. Stationeren van douanebeambten in de belangrijkste gebieden van herkomst

De omvang van de namaak en de noodzaak de productie aan de bron stil te leggen, maakt het stationeren van douanedeskundigen op het gebied van namaak in belangrijke regio's, zoals Azië, in toenemende mate een rendabele investering. Rechtstreekse persoonlijke contacten tussen douanediensten zouden meer resultaten opleveren dankzij de gezamenlijke ervaring en wederzijds begrip. Dit punt zou moeten worden onderzocht door de Commissie en de lidstaten.

Streefdatum: 2006 en daarna.

4. CONCLUSIE

Uit de sterke toename van de inbeslagnemingen door douanediensten in de EU blijkt dat namaak een gevaarlijk en groeiend verschijnsel is. De bestrijding ervan vereist politieke steun en concrete maatregelen om de EU en haar burgers te beschermen tegen oneerlijke handel en gevaarlijke producten.

Met de toename van het internationale handelsverkeer, met name vanuit de Aziatische regio, waar de productiegroei in China bijzonder groot is, wordt de EU geconfronteerd met een potentiële lawine van namaakgoederen van steeds betere kwaliteit. Deze praktijk kenmerkt zich door een combinatie van extreem hoge winsten en relatief kleine risico's, waardoor het bijzonder aantrekkelijk is voor criminele organisaties en zelfs voor terroristen. Als de EU niet krachtig, snel en adequaat optreedt zal het weldra te laat zijn om deze ernstige bedreiging voor de werkgelegenheid, de volksgezondheid en een veilige maatschappij in de EU met succes aan te pakken.

De snelle tenuitvoerlegging van het pakket aanbevelingen in deel 3 van deze mededeling zou de controles op namaakgoederen door douanediensten in de Gemeenschap aanzienlijk versterken en de gecombineerde internationale inspanningen om deze wereldwijde bedreiging af te wenden verbeteren.

Gezien het dringende en groeiende probleem waarmee we worden geconfronteerd concentreert deze mededeling zich op de voornaamste terreinen waarop onmiddellijke actie vereist is. Waar nodig moeten echter verdere maatregelen worden getroffen (waaronder de verstrekking van informatie over douanemaatregelen aan alle aanvragers van een communautair handelsmerk, de mogelijkheid gebruik te maken van de deskundigheid van douanediensten bij intracommunautaire lokale controles en een verbeterde samenwerking met het Harmonisatiebureau van de interne markt – OHIM).

Het voorgestelde actieplan is realistisch; met de benodigde politieke steun is het merendeel van de maatregelen op korte termijn uitvoerbaar.

* * *

BIJLAGE

Namaakgoederen in beslag genomen door de douane

– Aantallen geregistreerde zaken en typen in beslag genomen goederen – EU 2004

– Ontwikkeling van het aantal in beslag genomen goederen 1998 – 2004

– Ontwikkeling van het aantal interventieverzoeken ontvangen door douanediensten (2000-2004)

– Percentage in 2003 in beslag genomen goederen naar land van oorsprong

– Percentage douane-interventies naar land van oorsprong in 2003

EU - 2004Aantallen geregistreerde zaken en typen in beslag genomen goederen |

Producttype | Aantal door de douane geregistreerde zaken | % | Aantal in beslag genomen goederen | % | Vergelijking 2003-2004 aantal goederen |

Voedingsmiddelen, alcoholhoudende dranken en andere dranken | 52 | 0,5 | 4,5 miljoen | 4 | + 196% |

Parfum en cosmetica | 214 | 1 | 1 miljoen | 1 | - 22% |

Kleding en accessoires | 13.958 | 62 | 8 miljoen | 8 | + 102% |

a) Sportkleding | 3.906 | 17 | 1 miljoen | 1 | + 140% |

b) Andere kleding (confectie, enz.) | 4.704 | 21 | 2 miljoen | 2 | + 26% |

c) Kledingaccessoires (tassen, zonnebrillen) | 5.348 | 24 | 5 miljoen | 5 | + 146% |

Elektrische apparatuur | 848 | 4 | 4 miljoen | 4 | + 712% |

Computerapparatuur (computers, schermen, enz.) | 125 | 1 | 1 miljoen | 1 | + 900% |

CD (geluidsopnames, spelletjes, software, DVD, etc.) | 2.781 | 12,5 | 18 miljoen | 18 | - 57% |

Horloges en juwelen | 2.230 | 10 | 0,5 miljoen | 1 | - 20% |

Speelgoed en spelletjes | 516 | 2 | 18 miljoen | 17 | + 46% |

Andere goederen | 1.347 | 6 | 10 miljoen | 6 | + 58% |

Sigaretten | 313 | 1 | 38 miljoen | 40 | + 14% |

TOTAAL EU | 22.384 | 100 | 103 miljoen | 100 | + 12% |

(...PICT...)

(...PICT...)

(...PICT...)

(...PICT...)

(...PICT...)

(...PICT...)

(...PICT...)

(...PICT...)

(...PICT...)

(...PICT...)

(...PICT...)

(...PICT...)

[1] Jaarlijks nemen EU-douanediensten voor naar schatting tussen 1 en 2 miljard euro aan goederen in beslag.

[2] PB L 196 van 2.8.2003.

[3] PB L 328 van 30.10.2004.

[4] PB L 195 van 2.6.2004.

[5] Zie COM (2005) 276, “Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake strafrechtelijke maatregelen om de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten te waarborgen” en “Voorstel voor een Kaderbesluit van de Raad tot versterking van het strafrechtelijk kader om schendingen van de intellectuele eigendom te bestrijden”.

[6] PB C129 van 26.5.2005, blz. 3.

[7] Zie voor nadere details de website van Directoraat Generaal Belastingen en Douane-Unie.

[8] Sommige acties kunnen worden gefinancierd uit het programma Douane 2007.

[9] Verordening (EG) nr. 648/2005, PB L 117 van 4.5.2005, blz. 13.

[10] Gefinancierd uit het programma Douane 2007.

[11] Gefinancierd uit het programma Douane 2007.

[12] Deze procedure is voorzien in de communautaire wetgeving en geeft de douane de bevoegdheid en de informatie om goederen te onderscheppen bij een vermoeden van namaak.

[13] Artikel 51 van TRIPs: "Opschorting van het in het vrije verkeer brengen door douane-autoriteiten”. In overeenstemming met de onderstaande bepalingen nemen de Leden procedures aan om een houder van een recht, die geldige gronden heeft om te vermoeden dat de invoer van nagemaakte merkartikelen of onrechtmatig gereproduceerde goederen waarop een auteursrecht rust, plaats kan hebben, in staat te stellen bij de bevoegde administratieve of rechterlijke autoriteiten een schriftelijk verzoek in te dienen tot opschorting van het in het vrije verkeer brengen van deze goederen door de douane-autoriteiten. De Leden kunnen toestaan dat zulk een verzoek wordt gedaan met betrekking tot goederen die andere inbreuken op rechten uit hoofde van de intellectuele eigendom betreffen, mits wordt voldaan aan de vereisten van deze titel. De Leden kunnen ook voorzien in overeenkomstige procedures betreffende de opschorting door de douane-autoriteiten van het in het vrije verkeer brengen van inbreukmakende goederen die zijn bestemd voor uitvoer uit hun grondgebied.

[14] De Commissie heeft deze vraag voorgelegd aan de TRIPs-Raad in juni 2005, toen zij een mededeling publiceerde over de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, waarin in het hoofdstuk over de verwachte resultaten werd aangevoerd dat de TRIPs-Raad bijzondere aandacht zou moeten besteden aan de douanemaatregelen en de beschikbaarheid ervan voor uitvoer en doorvoer (par. 26 van medeling IP/C/W/448 van de Commissie).

[15] Associatie van Zuidoost-Aziatische landen.

--------------------------------------------------