52004DC0072

Mededeling van de Commissie over de tenuitvoerlegging van de voorbereidende actie inzake de versterking van het Europese industriële potentieel op het gebied van veiligheidsonderzoek - Naar een programma om de Europese veiligheid te verbeteren door onderzoek en technologie /* COM/2004/0072 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE over de tenuitvoerlegging van de voorbereidende actie inzake de versterking van het Europese industriële potentieel op het gebied van veiligheidsonderzoek - Naar een programma om de Europese veiligheid te verbeteren door onderzoek en technologie

Inleiding

In de geschiedenis van Europa heeft zich een nieuwe fase aangediend die gekenmerkt wordt door ingrijpende ontwikkelingen op politiek, demografisch, sociaal en economisch vlak. Willen de 25 lidstaten van de EU in deze veranderende context gedijen, dan zullen zij zich moeten aanpassen en zich daarbij moeten laten leiden door de fundamentele waarden en doelstellingen van de Unie.

Een specifiek mondiaal probleem dat naar aanleiding van de recente internationale gebeurtenissen en maatschappelijke veranderingen op de voorgrond is getreden, is dat van de veiligheid. Europa moet investeren in een "veiligheidscultuur" waarin de veiligheidsindustrie en de onderzoeksgemeenschap de handen in elkaar slaan om hun relatief weinig benutte krachten te bundelen en zo de bestaande en toekomstige veiligheidsproblemen op een efficiënte en innoverende manier aan te pakken.

Op instigatie van het Europees Parlement, de Raad en het bedrijfsleven [1] lanceert de Commissie een "voorbereidende actie" [2] op het gebied van veiligheidsonderzoek, als aanloop naar de vaststelling van een uitgebreid programma na 2007.

[1] Europees Parlement: Resolutie 172 (april 2002), conclusies van het voorzitterschap naar aanleiding van de te Brussel gehouden Voorjaarsraad (21 maart 2003), de conclusies van de Raad Concurrrentievermogen (13 mei 2003), de conclusies van de Europese Raad van Thessaloniki (20-21 juni 2003), Star 21 (Strategische analyse van de lucht- en ruimtevaartindustrie van de 21e eeuw).

[2] Voorbereidende acties zijn gebaseerd op artikel 49, lid 2, onder b), van Verordening (EG)

nr. 1605/2002 houdende het financieel reglement en artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2342/2002 tot vaststelling van de uitvoeringsvoorschriften bij die verordening, en zijn bestemd om voorstellen voor te bereiden met het oog op de vaststelling van communautaire acties.

In deze mededeling wordt met name uitgelegd waarom de EU nu tot actie moet overgaan, welke thema's in de beginfase (de voorbereidende actie) moeten worden verkend en welke procedures van toepassing zijn (werkprogramma en regels voor deelname).

Met de voorbereidende actie levert de Commissie dus een bijdrage tot het meer algemene plan van de EU om de problemen en bedreigingen aan te pakken die onder meer in de door de Europese Raad van december 2003 bekrachtigde Europese veiligheidsstrategie worden uiteengezet. De voorbereidende actie dient beschouwd te worden als een aanvulling op de desbetreffende maatregelen en inspanningen van de lidstaten en de overige instellingen. Met de actie wordt vooral beoogd een onderzoeksagenda voor geavanceerde veiligheid op te stellen, waarbij rekening zal worden gehouden met de besluiten die in de Raad en de intergouvernementele conferentie moeten worden getroffen over een agentschap op het gebied van defensiecapaciteit, onderzoek, aankoop en bewapening.

Problemen op Europees vlak

Veiligheid is een materie die aan verandering onderhevig is en die voor de 25 lidstaten heel wat uitdagingen met zich meebrengt, die een impact hebben op een brede waaier van reeds bestaande en nog in ontwikkeling zijnde communautaire beleidsterreinen [3] en op de bezorgdheden van de burger, zoals de bescherming tegen terroristische bedreigingen en de aanpassing van de bestuursstructuren om deze problemen efficiënt aan te passen.

[3] De betrokken beleidsgebieden zijn onder meer mededinging (COM(2003) 704), vervoer, milieu, energie, gezondheid, consumentenbescherming, financiën, handel, ruimte en telecommunicatie, het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) en het beleid op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.

In de Europese veiligheidsstrategie "Een veilig Europa in een betere wereld", die in juni 2003 door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger aan de Europese Raad van Thessaloniki is voorgelegd en door de Europese Raad van december 2003 is bekrachtigd, wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste problemen en dreigingen waarmee de wereld wordt geconfronteerd. Het is nu aan de Unie om werk te maken van de ontwikkeling en de instandhouding van de capaciteit die nodig is om veiligheidskwesties aan te pakken die zowel de Europese burger als Europa in zijn geheel aangaan [4]. In het ontwerp worden drie strategische doelstellingen voor de Unie naar voren geschoven:

[4] De definitieve versie van de Europese veiligheidsstrategie is op 12 december 2003 door de Europese Raad vastgesteld en legt de basis voor de ontwikkeling van een nieuwe Europese veiligheidscultuur - met inbegrip van een kader voor Europees veiligheidsonderzoek in een uitgebreid Europa.

i. Aanpakken van bedreigingen: De Unie dient een waaier van instrumenten in te zetten om de dreiging aan te pakken die uitgaat van het terrorisme, de proliferatie van massavernietigingswapens, falende staten, regionale conflicten en de georganiseerde misdaad.

ii. Werk maken van veiligheid in onze eigen omgeving: Ten gevolge van de uitbreiding zal het grondgebied van de EU met 34% toenemen en zullen de 25 lidstaten grenzen delen met minder stabiele regio's. De EU moet ervoor zorgen dat op haar uitgebreide en meer diverse grondgebied te allen tijde een hoog veiligheidsniveau gegarandeerd is.

iii. Een internationale orde gebaseerd op doeltreffend multilateralisme: In een wereld waar de dreigingen, de markten en de media een mondiaal karakter hebben, zijn veiligheid en welvaart alleen mogelijk indien efficiënt wordt samengewerkt op multilateraal niveau. Geen enkel Europees land is nu noch in de toekomst in staat om brede, complexe veiligheidsproblemen alleen het hoofd te bieden.

Om deze ambities waar te maken, moet de Unie worden uitgerust met de technologisch meest geavanceerde instrumenten die haar in staat stellen te anticiperen op nieuwe gevaren voor de veiligheid en deze aan te pakken op een manier die overeenstemt met haar belangen en waarden.

Ondanks de technologische troeven waarover Europa op talrijke - tevens meer veiligheidsgerelateerde - gebieden beschikt (onder meer technologie voor tweeërlei gebruik), heeft het in dit verband ook af te rekenen met een aantal problemen:

i. grote mate van overlapping en versnippering op het gebied van structuren en programma's,

ii. aanzienlijke problemen qua interoperabiliteit en kostenefficiëntie van veiligheidssystemen en -infrastructuur,

iii. onvoldoende kruisbestuiving tussen ideeën en resultaten van civiel en niet-civiel veiligheidsonderzoek.

iv. een tekort aan investeringen in OTO in deze sector, in vergelijking met andere gebieden ter wereld.

De tijd is nu gekomen om deze troeven uit te spelen en een gecoördineerder en coherenter benadering van het innovatiebeleid en het onderzoek vast te stellen. Hiermee zou men tevens een stap dichter komen bij de doelstelling van Barcelona om tegen 2010 3% van het BBP te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Gaat Europa niet tot actie over, dan kan dat de politiek en de Europese burger onaanvaardbaar duur te staan komen.

I. DE NOODZAAK VAN COMMUNAUTAIR ONDERZOEK EN TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELING OP HET GEBIED VAN VEILIGHEID

Europa krijgt af te rekenen met dreigingen die diverser, minder zichtbaar en minder voorspelbaar zijn. Met het oog op een ruime benadering van veiligheid ("totale veiligheid") is er behoefte aan een gedragsverandering en aan meer innoverende instrumenten om complexe situaties aan te pakken.

Europa moet, alleen of in het kader van internationale allianties, zijn technologische troeven gebruiken om de capaciteit uit te bouwen die nodig is om voldoende middelen te kunnen inzetten voor vredeshandhaving, humanitaire steun en de opbouw van een staat [5]. Voorwaarden hiervoor zijn dat de middelen optimaal worden benut en dat de industriële capaciteit van Europa zich verder ontwikkelt.

[5] De zogenaamde Petersberg-taken zijn expliciet opgenomen in artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en maken integraal deel uit van het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB).

In een wereld waar technologie en kennis een steeds grotere rol spelen, is kwaliteit in onderzoek en technologische ontwikkeling (OTO) een absolute voorwaarde, wil men in staat zijn de nieuwe veiligheidsproblemen op te lossen. Er is nog voldoende ruimte om via een efficiëntere coördinatie en harmonisatie van eisen, en via een coherente aanpak van OTO op Europees niveau een aanzienlijke bijdrage te leveren tot de toegevoegde waarde en de schaalvergroting van het veiligheidsonderzoek.

De ervaring die de afgelopen twintig jaar is opgedaan met de tenuitvoerlegging van Europese onderzoeksprogramma's op basis van de "communautaire methode", heeft aangetoond dat samenwerking in het kader van OTO-activiteiten vruchten afwerpt en dat samenwerkingsprojecten waardevol zijn, aangezien de gezamenlijke onderzoeksinspanningen van het bedrijfsleven leiden tot topkwaliteit, en via de bevordering van echte concurrentie en samenwerking ook nog een goed rendement opleveren. Het is niet de bedoeling dat de in deze mededeling voorgestelde activiteiten inzake veiligheidsonderzoek de inspanningen van de lidstaten in dit verband vervangen. Integendeel: met de mededeling wordt, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, beoogd de initiatieven van de lidstaten te ondersteunen, te versterken en aan te vullen door op Europees niveau een samenhangend referentiekader ter beschikking te stellen. Hiertoe zal gebruik worden gemaakt van synergieën en zullen de OTO- en beleidswerkzaamheden in het kader van reeds lopende communautaire programma's, worden aangevuld.

De voorbereidende actie

De voorbereidende actie is bedoeld om na te gaan of er nog initiatieven nodig zijn om de bestaande en toekomstige intergouvernementele regelingen aan te vullen en met elkaar te verbinden, moet open zal staan voor alle EU-lidstaten, zal werken op basis van communautaire beginselen, en moet helpen de kloof te overbruggen tussen algemeen civiel onderzoek (gesteund via de communautaire kaderprogramma's) en nationale en intergouvernementele programma's die gericht zijn op de behoeften voor de aanschaf van defensiematerieel.

Belangrijk is dat in de voorbereidende actie op communautair niveau, uitgaande van een Europese toegevoegde waarde, een omschrijving zal worden gegeven van de manier waarop het beste tegemoet kan worden gekomen aan de behoeften van een doelgroep die in essentie bestaat uit overheidsdiensten, met name ministeries en nationale overheidsdiensten, veiligheidsagentschappen, niet-gouvernementele organisaties, het bedrijfsleven en de overheidssector in brede zin.

Naar aanleiding van het voorstel van de Commissie heeft de begrotingsautoriteit besloten [6] om voor 2004 15 miljoen euro [7] uit te trekken voor de voorbereidende actie "Versterking van het Europese industriële potentieel op het gebied van veiligheidsonderzoek 2004-2006" [8], met als doel overeenkomstig artikel 157 [9] een bijdrage te leveren tot de verbetering van de veiligheid van de Europese burgers. De voorbereidende actie zou een looptijd van drie jaar hebben en op een geraamde begroting van 65 miljoen euro kunnen rekenen (afhankelijk van het besluit van de begrotingsautoriteit).

[6] Begrotingsbesluit, plenaire vergadering van december 2003.

[7] 9 miljoen euro voor EU-15 plus 6 miljoen euro voor EU-10, goed te keuren als gewijzigde begroting.

[8] In de mededeling van de Commissie (COM(2003) 113) "Naar een EU-beleid voor defensiematerieel" wordt voorgesteld een voorbereidende actie inzake geavanceerd onderzoek op het gebied van wereldwijde veiligheid te starten.

[9] Artikel 157, lid 1, vierde streepje, van het EG-Verdrag: "een betere benutting van het industrieel potentieel van het beleid inzake innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling te bevorderen".

Indien men er tijdens de voorbereidingsfase in slaagt om de optimale toegevoegde waarde van communautaire maatregelen en de prioriteiten voor een later programma aan te geven, zal hiermee het terrein geëffend zijn voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad om na 2006 een Europees programma voor veiligheidsonderzoek vast te stellen. De voorbereiding van een Europees programma voor veiligheidsonderzoek zal officieel van start gaan met de goedkeuring van onderhavige mededeling en dient afgerond te zijn wanneer de voorbereidende actie afloopt. Bij de beslissing over de rechtsgrondslag voor een dergelijk programma zal worden uitgegaan van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en zal bovendien rekening worden gehouden met de ontwikkelingen betreffende het constitutionele verdrag (met inbegrip van de oprichting van een agentschap op het gebied van defensiecapaciteit, onderzoek, aankoop en bewapening), het zevende kaderprogramma voor onderzoek en andere relevante aspecten.

II. DE TENUITVOERLEGGING VAN DE VOORBEREIDENDE ACTIE

1. Onderwerpen die tijdens de voorbereidende actie nader moeten worden bekeken

De voorbereidende actie moet worden aangegrepen om kritieke punten te identificeren en aan te pakken en zo de basis te leggen voor een uitgebreid Europees programma voor veiligheidsonderzoek dat in 2007 in werking moet treden.

Aan de tenuitvoerlegging van deze actie moet een aantal voorbereidende activiteiten (projecten en ondersteuningsactiviteiten) op communautair niveau voorafgaan, die na breed overleg met de lidstaten, het bedrijfsleven en de onderzoeksinstanties zijn vastgesteld en die reeds op Europees, regionaal, nationaal en intergouvernementeel niveau uitgevoerde projecten en studies als referentie, basis voor aanvulling of vertrekpunt zullen gebruiken.

Aan de hand van projecten zal duidelijk worden gemaakt welk potentieel er voorhanden is om de meest dringende veiligheidsproblemen van Europa op te lossen en welke technische, contractuele en tenuitvoerleggingskwesties nadere aandacht behoeven met het oog op het toekomstige programma. Elk jaar zal een beperkt aantal projecten (zes tot acht) worden gefinancierd:

* taakgerichte projecten die vóór het aflopen van de activiteit tastbare resultaten opleveren op geselecteerde prioriteitsgebieden;

* prenormatieve projecten inzake normen en internationaal interoperabele systemen, met name tussen defensie en andere veiligheidsorganisaties;

* projecten ter bevordering van het inzicht in menselijke factoren, sociale en ethische waarden, de waarneming van dreigingen en veiligheidsmaatregelen door het publiek, en de verwerving van vaardigheden om op dergelijke factoren in te spelen.

De ondersteuningsactiviteiten zullen betrekking hebben op de bestrijding van de versnippering van structuren in Europa, de integratie van heterogene netwerken, de bevordering van het inzicht in bestaande activiteiten op specifieke gebieden, sociaal-economische en marktstudies, het opstellen van 'routekaarten' (road-mapping) en van scenario's (met inbegrip van dreigingsanalyses) en technologieprognoses. Deze activiteiten zullen tevens bijdragen tot de exploitatie en valorisatie van de resultaten. Een beperkt aantal ondersteuningsactiviteiten zal via uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen ten uitvoer worden gelegd. Het gaat dan met name om:

* het creëren van voorwaarden die bevorderlijk zijn voor de acceptatie van de resultaten door de doelgroep, onder meer via het ontwikkelen van interfaces met de eindgebruikers, met name ministeries en nationale overheidsdiensten, veiligheidsagentschappen, niet-gouvernementele organisaties, het bedrijfsleven en de overheidssector in brede zin;

* het tot stand brengen van netwerken van belanghebbenden, en het benchmarken van bestaande activiteiten en studies;

* het identificeren van de technologieën die nodig zijn met het oog op toekomstige investeringen in de Europese industrie;

* het oprichten in samenspraak met de belanghebbenden van een platform voor raadpleging en consensusvorming, naar analogie van het Europese technologieplatform dat reeds in een aantal sectoren, zoals de luchtvaart, actief is en waarvan de functie bekrachtigd is door de Europese Raad [10]. Doel hiervan is een langetermijnvisie te ontwikkelen en een strategische agenda voor veiligheidsonderzoek op te stellen.

[10] Conclusies van het voorzitterschap, Europese Raad, 20-21 maart 2003.

2. Werkprogramma en procedures voor de voorbereidende actie

Dit hoofdstuk bevat het werkprogramma en de procedures voor de voorbereidende actie. Vóór eind maart 2004 zal een uitnodiging tot het indienen van voorstellen worden gepubliceerd. De selectie van de projecten en de ondertekening van de contracten zal in de tweede helft van 2004 plaatsvinden.

Het werkprogramma is taakgericht. De activiteiten worden omschreven als projecten voor samenwerking tussen meerdere belanghebbenden uit verschillende disciplines, met als doel de onderwerpen vanuit een breed, strategisch perspectief te benaderen en tegelijkertijd tastbare resultaten te leveren die de grondslag zullen vormen voor het programma voor veiligheidsonderzoek.

Met deze activiteiten wordt beoogd de integratie van een kritische massa technologieën, kennis en middelen te bevorderen en zo gevalideerde oplossingen te vinden voor de specifieke veiligheidsproblemen die zijn vastgesteld. Een ander doel is de bestudering en stimulering van factoren die bevorderlijk zijn voor de Europese wetenschappelijke, technologische en industriële capaciteit op het gebied van veiligheidsonderzoek.

Bij de keuze van de activiteiten wordt rekening gehouden met lopende wetgevings- en regelgevingsinitiatieven van de EU ter bevordering van technologieën en concepten op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, belasting en douane, externe betrekkingen, vervoer en energie, landbouw, gezondheid en wat dies meer zij. Aanverwante programma's moeten eveneens onder de loep worden genomen om deze activiteiten aan te vullen en onnodige overlappingen te vermijden. Tot slot moeten ook de normalisatiewerkzaamheden die momenteel worden verricht, in aanmerking worden genomen.

2.1. Actiegebieden

De activiteiten moeten het beleid en de initiatieven van de Europese Unie ondersteunen en sporen met haar beleid en waarden, met name wanneer het gaat om het aanpakken van zaken met betrekking tot veiligheid en privacy waarover de burgers van de Unie zich grote zorgen maken, en de problemen van Europa als geheel in een mondiaal kader. Bovendien moeten de activiteiten voldoen aan een aantal meer algemene criteria:

i. de activiteiten moeten aansluiten op de doelstellingen van de voorbereidende actie en moeten over voldoende potentieel beschikken om de veiligheid tijdens de looptijd van de voorbereidende actie op tastbare en aantoonbare wijze te verbeteren;

ii. de activiteiten moeten prikkels bevatten om de marktwerking te bevorderen en innovatieve mechanismen tot stand te brengen, zodat mogelijkheden worden gecreëerd voor de Europese industrie om een comparatief voordeel te verwerven;

iii. het consortium moet in staat zijn de activiteiten met succes uit te voeren, de intellectuele eigendom waar nodig naar behoren te beheren en correct om te gaan met gerubriceerde informatie;

iv. er moeten duurzame en doeltreffende partnerschappen, netwerken en methoden worden ontwikkeld tussen de gebruikers (uit de overheidssector), het bedrijfsleven en onderzoeksorganisaties.

In overleg met de nationale autoriteiten, het bedrijfsleven en een Groep vooraanstaanden (deel III) zijn de volgende prioritaire taken vastgesteld:

- verbetering van de omgevingsbewustmaking;

- optimalisering van de veiligheid en de bescherming van netwerksystemen;

- bescherming tegen terrorisme (met inbegrip van bioterrorisme en incidenten met biologische, chemische en andere stoffen);

- versterking van het crisisbeheer (met inbegrip van evacuatie-, opsporings- en reddingsacties, controle en remediëring van agentia);

- totstandbrenging van interoperabele en geïntegreerde informatie- en communicatiesystemen.

De in het kader van de voorbereidende actie verleende steun zal gaan naar projecten en ondersteuningsactiviteiten die aansluiten op de vastgestelde doelstellingen; waar dat noodzakelijk en nuttig is, zal coördinatie met de Europese normalisatie-instellingen plaatsvinden. Voor de tenuitvoerlegging van de activiteiten zal een beroep worden gedaan op uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen. Ook projecten die niet passen in de lijst prioritaire taken, kunnen worden geselecteerd, mits deze selectie met redenen wordt omkleed. De prioriteiten van de voorbereidende actie zullen jaarlijks worden herzien.

2.2 Projecten

A. Verbetering van de omgevingsbewustmaking

Doel: identificatie van de belangrijkste dreigingen waarmee Europa kan worden geconfronteerd, vooral met betrekking tot land- en zeegrenzen en waarden van mondiaal belang, via het op gepaste wijze verzamelen, interpreteren, integreren, verspreiden en uiteindelijk uitwisselen van informatie. Voorts kunnen op de juiste niveaus concepten en technologieën ter verbetering van de omgevingsbewustmaking worden ontwikkeld en gedemonstreerd.

Relevante onderwerpen voor de projecten:

- Demonstratie van concepten, technologieën en capaciteiten voor omgevings bewustmakingssystemen, teneinde de bewaking van land- en zeegrenzen te versterken, met name waar het de nieuwe landgrenzen in EU-25 en de waarden van mondiaal belang betreft.

- Demonstratie van de geschiktheid en aanvaardbaarheid van met statische en mobiele meervoudige sensoren uitgeruste traceer-, achtervolgings- en opsporingsapparatuur waarmee de bewegingen van roerende waarden, goederen en personen gemakkelijker kunnen worden gelokaliseerd, geïdentificeerd en gevolgd, met inbegrip van intelligente documentatietechnieken (zoals biometrie, automatische chips met plaatsbepaling) en intelligente technieken voor gegevensanalyse (afstandbesturing en teletoegang).

B. Optimalisering van de veiligheid en de bescherming van netwerksystemen

Doel: analyse van bestaande en toekomstige netwerksystemen, zoals communicatiesystemen, systemen voor nutsvoorzieningen, transportvoorzieningen of (internet)netwerken voor handels- en zakentransacties vanuit het oogpunt van gebruiksveiligheid, zwakke punten en verwevenheden, teneinde aan te tonen hoe men zich via veiligheidsmaatregelen kan beschermen tegen elektronische en fysieke bedreigingen.

Relevante onderwerpen voor de projecten:

- Ontwikkeling van gestandaardiseerde methoden en besluitvormingsinstrumenten om het potentiële gevaar van een bedreiging van cruciale netwerkinfrastructuur in te schatten en om de desbetreffende zwakke plekken in kaart te brengen.

- Demonstratie van verscherpte maatregelen om de veiligheid van elementen die van cruciaal belang zijn voor de openbare, particuliere en regeringsinfrastructuur, beter te beschermen en te garanderen, teneinde het veiligheidsniveau in het uitgebreide Europa te handhaven.

- Ontwikkeling van capaciteiten op het gebied van detectie, preventie, reactie en alarmering, teneinde de informatie- en controlesystemen te versterken, waarbij zonodig gebruik kan worden gemaakt van ruimte-infrastructuur en vaste en draadloze terrestrische systemen.

C. Bescherming tegen terrorisme (met inbegrip van bioterrorisme en incidenten met biologische, chemische en andere stoffen)

Doel: het identificeren en prioriteren van de materiële en informatiebehoeften van regeringen, agentschappen en overheden bij de bestrijding van en bescherming tegen terrorisme, en het leveren van technologische oplossingen om enerzijds bedreigingen te detecteren, te identificeren, te neutraliseren en zich daartegen te beschermen, en om anderzijds stoffen die een bedreiging kunnen betekenen - met inbegrip van biologische, chemische en nucleaire stoffen en massavernietigingswapens - te controleren en te verwijderen.

Relevante onderwerpen voor de projecten:

- Demonstratie van een doeltreffende integratie van actieve en passieve sensortechnieken die geschikt zijn voor een groot aantal uiteenlopende platforms, en van in detectie- en identificatiesystemen te gebruiken technieken voor gegevenscorrelatie.

- Ontwikkeling van modellen om zeer gevaarlijke pathogenen (pokken, miltvuur, C. botulinum, Yersinia pestis, hemorragische-koortsvirussen, Francisella tularensis en genetisch gemodificeerde organismen) via meerdere routes over een grote oppervlakte en op grote schaal te verspreiden, teneinde een gevalideerd model te produceren dat door de overheid kan worden gebruikt.

- Demonstratie van de haalbaarheid van technologieën en protocollen voor de ontsmetting van personeel, voorzieningen en materiaal in geval van besmetting met biologische, chemische of andere stoffen.

- Beoordeling en identificatie van de algemene behoeften van de uitgebreide EU aan laboratoria van bioveiligheidsniveau 4 teneinde een optimale complementariteit te garanderen en een doeltreffende netwerkmethode te ontwikkelen.

D. Versterking van het crisisbeheer (met inbegrip van evacuatie-, opsporings- en reddingsacties, controle en remediëring van agentia)

Doel: bestudering van de operationele en technologische aspecten die gepaard gaan met crisispreventie, operationele inzetbaarheid en beheer van een afgekondigde crisissituatie.

Relevante onderwerpen voor de projecten:

- Ontwikkeling van instrumenten en modellen voor gemeenschappelijk informatiebeheer met het oog op een efficiënte integratie van verschillende nood- en beheersdiensten, rekening houdend met onder meer de organisatiestructuren, coördinatie en communicatie tussen de organisaties, gedeelde architectuur en menselijke factoren.

E. Totstandbrenging van interoperabele en geïntegreerde informatie- en communicatiesystemen

Doel: ontwikkeling en demonstratie van interoperabiliteitsconcepten voor (legacy) informatiesystemen op het gebied van veiligheid, zodat bestaande en nieuwe waarden met het oog op een grotere prestatie- en aanpassingscapaciteit met elkaar in clusters kunnen worden verbonden. Ter bevordering van de interoperabiliteit moeten de systeemleveranciers overleg plegen met de eindgebruikers en de normalisatie-instanties.

Relevante onderwerpen voor de projecten:

- Ontwikkeling en demonstratie van concepten en architectuur voor internationaal interoperabele systemen en normen met betrekking tot bijvoorbeeld controle- en commandosystemen en communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen. Hierbij moet samengewerkt worden met bestaande en potentiële categorieën gebruikers en dient rekening te worden gehouden met aspecten als betrouwbaarheid, organisatie en de bescherming van de vertrouwelijkheid en de integriteit van informatie.

2.3 Ondersteuningsactiviteiten

Jaarlijks zal ter verbetering van de veiligheid van de Europese burger en de Europese samenleving een klein aantal ondersteuningsactiviteiten (maximaal tien) worden geselecteerd met als zwaartepunten het opstellen van OTO-routekaarten, de normalisatie van vereistenanalyses, verspreidings-, netwerk- en coördinatie-activiteiten. Het gaat met name om:

* het opstellen van scenario's voor de beoordeling van dreigingen en potentiële risico's voor strategische lokaties en waarden;

* identificatie van de kritische factoren (sociale, psychologische, strategische, informatie) met als doel de risico's en de kwetsbaarheid te verminderen;

* het opstellen van technische en financiële-haalbaarheidsstudies over een Europees veiligheidsinformatiesysteem (met gebruikmaking van ruimte-infrastructuur);

* overzicht van goede praktijken inzake screening (van goederen en personen) binnen en buiten de EU, met inbegrip van een evaluatie van de economische haalbaarheid (kosten en omzet) van activiteiten en van de overdraagbaarheid van systemen en capaciteiten in de gehele uitgebreide Unie;

* de ontwikkeling van procedures en goede praktijken om op communautair niveau en op basis van de behoeften van de verschillende overheidsdiensten nieuwe technologieën en capaciteiten te definiëren.

2.4 Beheer

De voorbereidende actie en alle activiteiten die met de voorbereiding van het programma gepaard gaan, worden beheerd en uitgevoerd door de diensten van de Commissie.

Hoewel de voorbereidende actie zich duidelijk onderscheidt van het lopende zesde kaderprogramma, met name wat betreft de taakgerichte aanpak en de regels voor intellectuele-eigendomsrechten en deelname, is het beheer van de activiteiten van de voorbereidende actie gebaseerd op beproefde procedures en instrumenten die reeds in de bestaande communautaire onderzoeksprogramma's worden toegepast.

De uitnodigingen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen zullen in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt, uitgaande van het werkprogramma dat in overleg met de belanghebbenden is opgesteld.

Voor de projecten zullen overeenkomstig de in de bijlage bij deze mededeling vermelde beginselen subsidiecontracten worden opgesteld die gebaseerd zijn op de door de Commissie gebruikte modellen voor standaard subsidie-overeenkomsten en waarin, waar nuttig en nodig, elementen uit de contracten van het zesde kaderprogramma zullen worden overgenomen. Afhankelijk van het feit of een ondersteuningsactiviteit via een uitnodiging tot het indienen van voorstellen, dan wel via een aanbesteding is geselecteerd, kan hiervoor respectievelijk een subsidie- of een dienstencontract worden opgesteld. Er zal speciaal op worden toegezien dat de tenuitvoerlegging van de voorbereidende actie flexibel en eenvoudig wordt gehouden, zodat de vastgestelde concepten optimaal kunnen worden getest. De Commissie verbindt zich ertoe de EU-regelgeving inzake gerubriceerde en vertrouwelijke informatie na te leven. Nadere details over de tenuitvoerlegging zijn opgenomen in de bijlage bij de beschikking van de Commissie betreffende de tenuitvoerlegging van de voorbereidende actie inzake de versterking van het Europese industriële potentieel op het gebied van veiligheidsonderzoek.

2.5 Herziening en beoordeling

De Commissie brengt het Europees Parlement, de Raad en de lidstaten op gezette tijden op de hoogte van de resultaten en de vooruitgang die met de tenuitvoerlegging van de voorbereidende actie zijn geboekt. De rapportage heeft betrekking op:

* specifieke technologische toepassingen en andere verwezenlijkingen, en de in het kader van het initiatief geleverde prestaties;

* vooruitgang met het bundelen van deskundigheid en het vormen van een consensus over een Europese strategie voor veiligheidsonderzoek tussen de belangrijkste belanghebbenden;

* de toekomstige behoeften aan veiligheidsonderzoek dat het EU-beleid op specifieke gebieden moet schragen en dat moet bijdragen tot het oplossen van de veiligheidsproblemen die zich in een veranderende wereld zullen voordoen.

III. LANGETERMIJNVOORUITZICHTEN

Om deze activiteiten aan te vullen en een langetermijnvisie voor het veiligheidsonderzoek uit te stippelen, is op hoog niveau een "Groep vooraanstaanden" opgericht die wordt voorgezeten door de commissarissen Busquin en Liikanen (respectievelijk bevoegd voor onderzoek en de informatiemaatschappij). Deze groep bestaat uit bedrijfsleiders en directeuren van onderzoeksinstellingen, vooraanstaande Europese politici, leden van het Europees Parlement en waarnemers uit intergouvernementele instellingen.

De Groep moet met name een visie uitwerken en een basis voorstellen voor de vaststelling van de criteria waaraan de Europese OTO-inspanningen inzake veiligheid moeten voldoen, én voor de bijdrage die de Unie kan leveren tot het aanpakken van de nieuwe veiligheidsproblemen die zich in een veranderende wereld zullen voordoen.

Het door de Groep vooraanstaanden op te stellen beleidsgerichte rapport over haar visie op het veiligheidsonderzoek in Europa zal het voorwerp uitmaken van een voor het voorjaar van 2004 geplande mededeling van de Commissie.

IV. CONCLUSIE

Met deze mededeling komt de Commissie tegemoet aan de herhaalde verzoeken van het Europees Parlement, de Raad en het bedrijfsleven, en geeft ze met name gevolg aan de conclusies van het voorzitterschap van de Raad Concurrentievermogen van 13 mei 2003.

Met de start van de voorbereidende actie reageert de Commissie tijdig op de toenemende veiligheidsproblemen die onder meer in de onlangs vastgestelde veiligheidsstrategie van de EU zijn uiteengezet, en levert ze een bijdrage tot het meer algemene plan van de EU om de problemen en bedreigingen aan te pakken waarmee Europa wordt geconfronteerd. De voorbereidende actie dient beschouwd te worden als een aanvulling op de desbetreffende maatregelen en inspanningen van de lidstaten en de overige instellingen. Met de actie wordt vooral beoogd een onderzoeksagenda voor geavanceerde veiligheid op te stellen, waarbij rekening zal worden gehouden met de besluiten die in de Raad en de intergouvernementele conferentie moeten worden getroffen over een agentschap op het gebied van defensiecapaciteit, onderzoek, aankoop en bewapening. De Commissie levert met deze actie tevens een bijdrage tot het groei-initiatief (conclusies van de Europese Raad van 16-17 oktober 2003) door een kans te creëren om het Europese technologische en industriële potentieel op dit gebied te versterken.

In de mededeling worden de belangrijkste doelstellingen en de tenuitvoerleggingsprocedures van de voorbereidende actie uiteengezet en wordt een overzicht gegeven van de inleidende maatregelen die de Commissie van plan is te treffen.

De lidstaten, het bedrijfsleven en de onderzoeksgemeenschap zijn de voornaamste partners van de Commissie bij de ontwikkeling van het nieuwe programma en zullen dat ook in de toekomst blijven. In de voorbereidende fase zal de nadruk liggen op de technologische component van de actie, maar zal eveneens aandacht worden besteed aan sociaal-economische aspecten, de verwerving van vaardigheden en de bewustmaking van het publiek.

De voorbereidende actie moet uiteindelijk uitmonden in een Europees programma voor veiligheidsonderzoek dat in 2007 van start moet gaan. De ervaring en de kennis die in deze fase worden opgedaan, zullen gebruikt worden om ervoor te zorgen dat het toekomstige onderzoeksprogramma optimaal wordt opgezet door de desbetreffende communautaire instellingen, van voldoende financiële middelen wordt voorzien en de EU naar een niveau van technologische kwaliteit en capaciteit tilt dat haar in staat zal stellen om zowel in als buiten Europa vrede, veiligheid en welvaart te bevorderen.