52003DC0707

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comite en het Comite van de Regio's - Resultaten van de Wereldradioconferentie 2003 (WRC-03) /* COM/2003/0707 def. */


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN HET COMITE VAN DE REGIO'S - Resultaten van de Wereldradioconferentie 2003 (WRC-03)

1. Inleiding

De Wereldradioconferentie 2003 van de ITU (WRC-03) werd in juni en juli 2003 gehouden, verspreid over vier weken. WRC-03 bood een wereldwijd kader voor onderhandelingen tussen ruim 2500 afgevaardigden die 150 landen en andere belangen vertegenwoordigden, over het bijwerken van de radiospectrumtoewijzing en de mondiale gebruiksvoorwaarden zoals gedefinieerd in de radioreglementen van de ITU.

De resultaten die werden geboekt tijdens WRC-03 vormen de laatste mijlpaal in een voorbereidingsproces dat de afgelopen drie jaar in beslag nam. Voor Europa waren hierbij de radiospectrumdeskundigen van nationale administraties betrokken die binnen de CEPT [1] samenwerken aan de totstandbrenging van gemeenschappelijke Europese standpunten in de onderhandelingen [2]. De Europese Commissie steunde dit proces door de relevante beleidsdoelstellingen van de Europese Unie [3] vast te stellen in de context van de onderhandelingsagenda [4]. Zowel de doelstellingen van de EU als de onderhandelingsstandpunten van de CEPT werden bekrachtigd door de Raad [5].

[1] Zie de woordenlijst voor een verklaring van de acroniemen.

[2] Zogeheten gemeenschappelijke Europese voorstellen (ECP's, European Common Proposals). Zie http://www.ero.dk

[3] Strikt genomen was dit de Europese Gemeenschap (de eerste pijler van de EU). Om verwarring te voorkomen en omdat het onderscheid tussen de verschillende pijlers naar verwachting binnenkort zal verdwijnen, wordt in deze mededeling overal de term 'EU' gehanteerd, behalve bij specifieke verwijzingen (zoals 'EG-Verdrag').

[4] COM(2003) 183.

[5] Conclusies van de Raad 9131/03.

Deze mededeling is bedoeld als reactie op het verzoek van de Raad aan de Commissie om verslag te doen van de resultaten van WRC-03. Deze mededeling beoogt daarom:

* de gevolgen van de conferentieresultaten voor het beleid van de EU vast te stellen (hoofdstuk 2);

* te beoordelen in hoeverre de EU-doelstellingen voor bepaalde kwesties op WRC-03 zijn verwezenlijkt (hoofdstuk 3);

* vast te stellen welke regelgevingsmaatregelen de Europese Unie mogelijk moet nemen naar aanleiding van WRC-03 (hoofdstuk 4);

* de belangen van de EU die mogelijk op het spel staan bij de volgende conferentie (WRC-07) te inventariseren (hoofdstuk 5);

* het onderhandelingsproces van WRC-03 te evalueren (hoofdstukken 6 en 7).

Meer informatie over de belangrijkste onderhandelingspunten, relevant EU-beleid en de EU-context voor het radiospectrum is te vinden in de mededeling van de Commissie die in het licht van WRC-03 is opgesteld. Hierin is tevens een lijst van alle 48 agendapunten van de conferentie opgenomen.

2. Gevolgen van WRC-03 voor het EU-beleid

Alvorens de uitkomst van de conferentie voor specifieke, door de ITU gedefinieerde radiodiensten en -technologieën te analyseren, is het zinvol eerst de belangrijkste resultaten van de onderhandelingen op WRC-03 te beoordelen in de algemene context van het overeengekomen beleid in de EU.

Informatiemaatschappij

Het doel van de EU voor dit beleidsterrein is ervoor te zorgen dat de burgers, ondernemingen en regeringen van Europa kunnen blijven genieten van rijke, geavanceerde en gevarieerde informatiediensten. De verwezenlijking van deze doelstelling wordt ondersteund door de beslissingen van de conferentie, met name op het gebied van wereldwijde harmonisatie van het RLAN-spectrum, waardoor geavanceerde breedbandradiotoegangsnetwerken de huidige snelle ontwikkeling in deze sector met Wi-Fi [6] kunnen voortzetten, en waarmee een zeer belangrijke bijdrage aan de breedbanddoelstellingen van eEurope [7] wordt geleverd. Met een tweede belangrijke beslissing werd de bescherming van de exploitatie van mobiele IMT-2000-communicatiediensten in Europa (ook wel mobiele communicatie van de derde generatie of 3G genoemd) bewerkstelligd, terwijl de conferentie tegelijkertijd is begonnen met voorbereidingen voor de toekomstige spectrumvereisten van geavanceerde mobiele netwerken. Bovendien stimuleren de WRC-resultaten alternatieve methoden voor het aanbieden van breedbandinformatiediensten, via satellietplatforms voor de verbinding van gebruikers op het land, in de lucht en op zee met elkaar in verbinding stellen.

[6] IEEE 802.11b-norm, opererend in de 2.4 GHz-band

[7] http://europa.eu.int/information_society/eeurope/2005/index_en.htm

Vervoer

Het gemeenschappelijke vervoersbeleid is gericht op de ontwikkeling van een geïntegreerd vervoersysteem in de Europese Unie, dat alle vervoerswijzen omvat. Zeer relevant voor de Europese Unie waren de WRC-besprekingen over het satellietnavigatieprogramma Galileo, die met een bijzonder positief resultaat voor dit Europese project werden afgesloten. Luchtvaartdiensten, die vaak te lijden hebben onder schadelijke interferentie, worden in de EU ondersteund door het initiatief voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim [8]. Essentiële luchtvaartdiensten, zoals primaire radar en DME, werden beschermd tegen RNSS en andere diensten. Een ander element van het vervoersbeleid van de Europese Unie, maritieme navigatie [9], werd ondersteund door beslissingen over terrestrische stations aan boord van vaartuigen (ESV, Earth Stations on-board Vessels) en op radio gebaseerde veiligheidsprocedures op zee.

[8] http://europa.eu.int/comm/transport/air/single_sky/reform_en.htm

[9] http://europa.eu.int/comm/transport/maritime/index_en.htm

Onderzoek en ontwikkeling

De doelstelling van het onderzoeks- en technologiebeleid in de Europese Unie is het bevorderen van een toename van het concurrentievermogen van de Europese samenleving door technologische innovatie. Dit zou moeten worden bereikt door coördinatie van nationaal en Europees beleid en door het aanmoedigen van netwerken van onderzoeksteams. Een belangrijk element bij dit beleid is een omvangrijke financiering van precommercieel onderzoek en ontwikkeling door de EU, onder meer op het gebied van commerciële draadloze technologieën en toepassingen, en de ondersteuning van wetenschappelijke activiteiten, zoals de radioastronomiedienst. De toepassing van de resultaten van door de EU gesteund onderzoek naar draadloze technologieën werd bevorderd door de beslissingen van de conferentie om de toegang tot het spectrum van IMT-2000-systemen en systemen daarna en van diverse satellietplatforms [10] te reguleren. Extra frequenties werden daarnaast toegewezen aan de ruimteonderzoeksdienst op 26 GHz, die zijn bestemd voor datatransmissies met hoge snelheid die door ruimtetelescopen naar de aarde worden gezonden.

[10] OTO creëert niet alleen nieuwe vraag naar spectrum, maar kan ook uitdagingen en oplossingen bieden voor de regelgeving inzake interferentie tussen draadloze diensten. Zie de recente EG-workshop op http://www.cordis.lu/ist/directorate_d/cnt/pubar/wshop/wshop_101003.htm

Ruimtevaartstrategie

Evenals het radiospectrum vormt de ruimtevaart een belangrijk strategisch hulpmiddel voor de Europese Unie voor het ten uitvoer leggen van een aantal van haar algemenere doelstellingen op terreinen zoals omroep, communicatie, duurzaam vervoer en mobiliteit, weerberichten, bewaken van veranderingen van het milieu en mogelijkheden om op noodsituaties te reageren. De WRC-resultaten zijn gunstig voor dit ruimtevaartbeleid, aangezien enerzijds de bescherming van de actieve aardexploratie satellietdienst in de frequentieband van 5 GHz is uitgebreid, en anderzijds spectrum is toegewezen aan de EESS-sensorsystemen in de 432-438 MHz-band, die is bestemd voor onderzoek naar algemene temperatuurstijging.

Audiovisueel beleid

Op WRC-03 is de belangrijkste kwestie op het gebied van radiospectrumbeheer die momenteel speelt in het audiovisuele beleid van de EU, namelijk de overschakeling van analoge naar digitale omroep, niet aan de orde geweest. De technische grondslagen voor de coördinatie van digitale omroeptransmissies en gemeenschappelijk gebruik van het spectrum in Europa worden ontwikkeld op de Regionale radioconferentie van de ITU die voor het begin van volgend jaar staat gepland (RRC-04/06). De technische onderhandelingen over omroep op WRC-03 hadden grotendeels betrekking op de herziening van de gebruiksvoorwaarden van HF-banden voor kortegolfradio, teneinde de invoering van spectrumefficiënte technologieën zoals het nieuwe digitale DRM-systeem te bevorderen. Op WRC-03 werd het besluit genomen de Europese radio-omroepen vanaf 2009 te verplaatsen naar de 7 MHz-band. Ze moeten deze band nu delen met andere diensten. Een volledige herinrichting van de HF-banden kon echter niet worden verwezenlijkt op de conferentie, zodat deze kwestie opnieuw aan de orde zal worden gesteld op WRC-07 (zie hoofdstuk 5). Het plan voor de nieuwe omroepsatellietdienst dat werd overeengekomen op WRC-00 werd eveneens onder de loep genomen, evenals de mogelijkheid dat andere radiodiensten delen van de terrestrische UHF/VHF-omroepbanden zouden gebruiken. Deze kwestie zal op de volgende conferentie opnieuw aan de orde worden gesteld.

Coördinatie burgerbescherming

Dit EU-beleid is erop gericht de coördinatie en doelmatigheid van de nationale interventieteams uit de EU-lidstaten te verbeteren, waaronder de interoperabiliteit van de communicatieapparatuur. WRC-03 streefde naar geharmoniseerd spectrum voor de invoering van toekomstige geavanceerde oplossingen op wereldwijd of regionaal niveau. De verschillende regio's van de ITU wezen hun eigen banden voor PPDR aan. Hoewel een zekere mate van harmonisatie werd bereikt tussen regio 2 (Noord- en Zuid-Amerika) en regio 3 (Azië/Stille Zuidzee), bleek een wereldwijde harmonisatie onmogelijk, met name voor de band die in Europa al in gebruik is voor PPDR [11]. Terwijl alle regio's regionaal geharmoniseerd spectrum aanwezen dat ze willen gaan gebruiken voor digitale PPDR-systemen op de smalle band, wees Europa, in tegenstelling tot andere regio's, geen spectrum op hogere frequenties aan voor toekomstige geavanceerde PPDR-systemen. Bij deze kwestie werd dus maar beperkte vooruitgang geboekt vanuit het standpunt van de EU.

[11] CEPT ERC-Besluit 96(03),

3. Beoordeling van specifieke kwesties in het licht van EU-prioriteiten

De beleidsprioriteiten van de Europese Unie op WRC-03 werden beschreven in een mededeling van de Commissie die voorafgaand aan de conferentie werd uitgebracht en is goedgekeurd door de Raad. Met betrekking tot de WRC-03-agendapunten die van bijzonder belang zijn in de context van EU-beleid, werden de volgende hoofddoelstellingen gedefinieerd:

* Beschermen van de op WRC-2000 verkregen toewijzingen voor IMT-2000 en Galileo teneinde de doelen van de informatiemaatschappij en de doelstellingen van het vervoersbeleid te bevorderen.

* Verder vooruitgang boeken naar regionaal en wereldwijd geharmoniseerde frequenties voor PPDR-systemen (burgerbescherming en rampenbestrijding), ter ondersteuning van het EU-beleid voor burgerbescherming.

* Ondersteunen van de totstandkoming van alternatieve draadloze toegangsplatforms, in het bijzonder draadloze lokale netwerken (RLAN's), om te zorgen voor meer concurrentie en een betere dienstverlening in het voordeel van de consument.

Hieronder wordt een beschrijving gegeven van de resultaten op WRC-03 voor specifieke kwesties met betrekking tot beleidsdoelstellingen:

3.1 Mobiele communicatie van de derde generatie (3G) (IMT-2000)

Wat betreft 3G-systemen in Europa was het van groot belang ervoor te zorgen dat IMT-2000-systemen kunnen functioneren zonder overmatige technische beperkingen in een door Europa gekozen spectrumband. Daartoe moesten dergelijke systemen worden beschermd tegen schadelijke interferentie van Aziatische omroepsatellieten (geluid). Een dergelijke bescherming zou bovendien een belangrijke stimulans kunnen bieden voor de wereldwijde spectrumharmonisatie voor IMT-2000.

De Europese Unie heeft besloten om voor 1 januari 2008 de band 2500-2690 MHz beschikbaar te maken [12] voor IMT-2000, in aanvulling op de frequenties waarvoor al vergunningen zijn verleend voor de eerste 3G-diensten [13]. Een deel van deze band zal echter ook buiten Europa worden gebruikt door de omroepsatellietdienst (geluid) (BSS) die in bepaalde Aziatische landen wordt gelanceerd.

[12] CEPT ECC-Besluit (02)06, overeenkomstig opdracht nr. 4 van de Europese Commissie.

[13] Hierbij zij opgemerkt dat de uiteinden van de band (20 MHz aan beide zijden), die eveneens aan MSS zijn toegewezen door de ITU, mogelijk kunnen worden gebruikt door de satellietcomponent van IMT-2000 in Europa. Hierover is nog geen definitieve beslissing genomen.

Deze kwestie leidde tot moeizame onderhandelingen, in het bijzonder tussen Aziatische afvaardigingen met strijdige belangen en onverenigbaar beleid inzake de levering van draadloze diensten. De uiteindelijk op de conferentie overeengekomen beschermingsmodaliteiten voorzien in een combinatie van 'harde vermogensgrenswaarden' voor een bepaalde elevatiehoek waaronder BSS-satellieten zichtbaar kunnen zijn vanuit Europa, waarbij administraties worden verplicht hun systemen buiten deze hoek te 'coördineren' (dus ervoor te zorgen dat ze elkaar niet storen). Verder is een aantal procedures in de radioreglementen van de ITU 'verscherpt' om ervoor te zorgen dat administraties de voorwaarden voor BSS-systemen daadwerkelijk zullen toepassen.

Dit resultaat komt tegemoet aan het Europese verzoek om rigoureuze bescherming van de banden die Europa van plan is vanaf 2008 te gebruiken voor IMT-2000-systemen. Het gevaar van interferentie van BSS met terrestrische mobiele systemen blijft echter groter in Azië, en de nu genomen beslissing zal landen in deze regio niet aanmoedigen tot het kiezen van de 2500-2690 MHz-band voor IMT-2000 die al door Europa is aangewezen. Hiermee wordt ook het potentieel voor wereldwijde harmonisatie op de lange termijn kleiner [14].

[14] Deze kwestie wordt echter op de volgende conferentie opnieuw aan de orde gesteld (zie hoofdstuk 5).

De tweede IMT-2000-kwestie op de conferentie had betrekking op het vaststellen van toekomstige werkzaamheden op het gebied van geavanceerde mobiele systemen, waaronder IMT-2000. De EU nam bij dit onderwerp het standpunt in om alle opties open te houden voor verdere aanwijzing van spectrum in de toekomst voor ontwikkelingen in IMT-2000 en voor systemen daarna, op basis van daadwerkelijke marktervaringen en geboekte technologische vooruitgang. De migratie tussen mobiele technologieën is een evolutionair proces op de lange termijn. In dit vroege stadium, waarin diensten van de derde generatie nog bezig zijn commercieel ingang te vinden, was het beter nog geen beslissingen te nemen betreffende een toekomstige mobiele generatie, maar de industrie en de exploitanten enige tijd te geven om diensten en toepassingen te ontwikkelen in een stabiel regelgevingskader.

Europa's standpunt op de conferentie was dat er op een zeker moment na 2010 behoefte zal bestaan aan aanvullend spectrum voor geavanceerde terrestrische mobiele systemen. Er is echter een grotere zichtbaarheid in de markt vereist voordat in detail kan gesproken over de mogelijkheid van aanvullende frequenties ten behoeve van toekomstige mobiele systemen. Verder zal elke nieuwe aanwijzing van spectrum voor deze systemen moeten worden gebaseerd op technologische vooruitgang en op een grondige analyse van de omvang van het benodigde aanvullende spectrum en de locatie voor de aanwijzing. Europa's verzoek aan de ITU om dergelijke studies over de toekomstige ontwikkeling van IMT-2000 en systemen daarna voort te zetten en deze kwestie aan de orde te stellen op WRC-07 [15] werd ondersteund door de conferentie en is in overeenstemming met de EU-doelstellingen.

[15] Zie ook hoofdstuk 5.

3.2 Satellietnavigatiesystemen (Galileo)

De doelstelling van Europa was de technische kenmerken van de frequenties die op WRC-00 werden toegewezen aan satellietnavigatie op WRC-03 bevestigd te krijgen om te waarborgen dat Galileo alle geplande diensten kan leveren. Hiertoe moesten Galileo, andere RNSS-systemen en burgerluchtvaartsystemen naast elkaar kunnen bestaan, zonder dat ze elkaar overmatig inperken. Wat de kwesties op het gebied van toekomstige coördinatie van de verschillende satellietradionavigatiesystemen betreft, was het doel van de EU elke regelgevende discriminatie tegen Galileo te vermijden. Een eerlijke toegang tot het toegewezen spectrum voor alle RNSS-systemen, op basis van interoperabiliteit en onderling overeengekomen niveaus van aanvaardbare interferentie, was van groot belang.

Om te zorgen voor voldoende bescherming van andere belangrijke diensten, zoals radionavigatiediensten voor de burgerluchtvaart, werden sommige operationele kenmerken van RNSS in twee van de op WRC-00 aangewezen downlink-banden nog aangemerkt als te bevestigen op deze conferentie. De discussie over de 1215-1300 MHz-band richtte zich op de bescherming van de primaire radar voor de luchtvaart. Het resultaat, dat is aanvaard door de RNSS- en luchtvaartgemeenschappen, was dat wederzijdse bescherming niet zal worden bewerkstelligd door operationele limieten, maar door coördinatie. Ten aanzien de 1164-1215 MHz-band voorziet de uiteindelijke overeenkomst voor de bescherming van de exploitatie van DME-systemen (Distance Measuring Equipment) in de luchtvaart in maximale vermogensgrenswaarden voor alle RNSS-systemen. Het resultaat is positief voor de luchtvaart, terwijl hiermee ook Galileo kan opereren zonder teveel operationele belemmeringen.

Een andere belangrijke kwestie tijdens de conferentie had betrekking op satellietcoördinatieprocedures die moeten worden toegepast op verschillende RNSS-systemen en andere satellieten in een context waarin de sector zich ontwikkelt van een historisch monopoliesysteem (GPS) naar een multisysteemomgeving. Deze kwestie werd opgeschort tot het einde van de conferentie door de sterke oppositie van de VS-afvaardiging tegen formele coördinatie door de ITU; dit heeft mogelijk ook gevolgen gehad voor op het bereiken van consensus op andere gebieden. Ongerechtvaardigde beweringen dat Europa via coördinatie door de ITU probeerde Galileo te 'bevoordelen' boven andere RNSS-systemen (met name het toekomstige GPS-3-systeem), waren evenmin bevorderlijk voor het bereiken van een snelle oplossing.

Europa stelde zich consequent op als voorstander van een objectieve en niet-discriminerende ITU-coördinatie (zogeheten 'artikel 9'), een standpunt dat door een meerderheid van de afvaardigingen werd ondersteund. Ondanks het feit dat er de onderhandelingen maar heel langzaam vorderden, koos Europa ervoor te voorkomen dat deze kwestie op de conferentie in stemming zou worden gebracht, maar te blijven zoeken naar punten van overeenstemming en tot een definitieve consensus te komen. Deze kwestie kon voor de EU succesvol worden opgelost, met technische compromissen die de algemene beleidsdoelstellingen voor Galileo volledig ondersteunden. Dit succes was met name te danken aan het feit dat de Europese afvaardigingen, ondanks voortdurende inmenging van buitenaf op alle niveaus, zeer coherent zijn opgetreden, mede dankzij de beleidsrichtsnoeren van de Commissie voor en tijdens de onderhandelingen, in combinatie met de vaardigheden en inzet van de Europese onderhandelaars over deze kwestie.

Na langdurige debatten kwam de conferentie uiteindelijk tot aanvaarding van het beginsel van volledige coördinatie van alle RNSS-systemen in de ITU. De ITU-procedures voor coördinatie tussen alle RNSS-systemen (zowel bestaande als toekomstige systemen) worden van toepassing vanaf 1 januari 2005. Dit betekent dat alle satellietsystemen die na medio 2004 worden 'aangemeld', dat wil zeggen officieel worden geregistreerd bij de ITU, moeten worden gecoördineerd met bestaande systemen. Sommige bepalingen zijn mede opgesteld om het probleem van fictieve RNSS-satellietsystemen (zogeheten 'papieren satellieten') aan te pakken, door de invoering van een 'mijlpaalproces' waarbij bewijsstukken zoals contracten voor de bouw of lancering van satellieten worden gecontroleerd om vast te stellen of de aangemelde systemen werkelijk bestaan.

De algemene resultaten van WRC-03 zijn zeer positief voor Europa en het Galileo-systeem, dankzij de overeengekomen:

* verduidelijking en stabilisatie van de voorwaarden voor spectrumgebruik door RNSS-systemen, waardoor de exploitatievoorwaarden van Galileo voorspelbaar worden terwijl andere belangrijke diensten, met name voor de luchtvaart, worden beschermd. De signaalspecificaties die zijn ontwikkeld in het kader van studies voor de definitie van Galileo, zijn bekrachtigd.

* invoering van een gestructureerd mechanisme via het RNSS-coördinatieproces om het spectrum eerlijk te verdelen tussen werkelijke huidige en geplande RNSS-systemen, waarmee een 'informeel' bilateraal coördinatieproces buiten de ITU en een potentieel dominante rol voor GPS wordt vermeden.

Hierbij dient te worden opgemerkt dat de radioreglementen voor RNSS niet opnieuw ter discussie worden gesteld op WRC-07, waardoor het nieuwe Europese RNSS-systeem meer exploitatiezekerheid biedt.

3.3 Burgerbescherming en rampenbestrijding

De doelstelling van de Europese Unie op WRC-03 was beslissingen over spectrumharmonisatie te verkrijgen die ertoe kunnen bijdragen op de lange termijn de coördinatiemogelijkheden en de functies van apparatuur van Europese burgerbeschermingsteams te verbeteren, in het licht van het versterkte coördinatiemechanisme dat in de EU is ingesteld voor dit type interventie. Een grotere mate van spectrumharmonisatie binnen de EU kan verbeteringen in de interoperabiliteit van communicatieapparatuur bevorderen bij activiteiten van de EU op het gebied van burgerbescherming en rampenbestrijding.

Gezien de huidige sterke versplintering in spectrumgebruik in PPDR (burgerbescherming en rampenbestrijding) en het ontbreken van een gemeenschappelijke visie over de aanpak van de operationele vereisten voor deze sector zou elke verdere vooruitgang op het gebied van spectrumharmonisatie geleidelijk tot stand moeten komen.

Tijdens WRC-03 is gekeken naar de mogelijkheden voor wereldwijde en regionale spectrumharmonisatie voor toekomstige burgerbeschermings- en rampenbestrijdings systemen als oplossing voor het probleem dat op nationaal niveau aanzienlijke hoeveelheden spectrum beschikbaar zijn voor veiligheids- en noodhulpfuncties, maar vaak in verschillende frequentiebanden. Daarnaast zijn de meeste PPDR-systemen thans gebaseerd op analoge smalbandtechnologieën, en kunnen beslissingen tot harmonisatie van het radiospectrum voor toekomstige technologieën de invoering vergemakkelijken van nieuwe gegevensrijke digitale systemen die de moderne behoeften van de nooddiensten beter ondersteunen.

WRC-03 slaagde er niet in algemene wereldwijde banden voor PPDR aan te wijzen. De conferentie keurde een resolutie goed die administraties aanmoedigt om spectrum te gebruiken dat regionaal is geharmoniseerd, terwijl de nationale flexibiliteit blijft bestaan. Voor toekomstige PPDR-breedbandtoepassingen (zoals live video) hebben andere regio's buiten Europa specifieke frequentiebanden aangewezen, waarmee noodhulpagentschappen en apparatuurfabrikanten beschikken over een 'plattegrond' voor de toekomst en investeringen in de ontwikkeling van passende technologieën worden bevorderd. Europa kon echter intern niet voldoende consensus bereiken om deze aanpak te onderschrijven, deels omdat de meningen over de toekomstige behoeften van PPDR verschilden en deels omdat een van de banden (4900-4990 MHz) die werd voorgesteld door andere regio's, al voor militaire doeleinden wordt gebruikt (geharmoniseerde NAVO-band).

De doelstelling van de Europese Unie om vooruitgang te boeken bij de spectrumharmonisatie voor PPDR is slechts in zeer beperkte mate bereikt. De digitale, voor PPDR geharmoniseerde smalbandfrequenties die al door Europa zijn aangewezen, zijn op WRC-03 bevestigd voor regio 1 (met inbegrip van Europa), maar niet voor de rest van de wereld. Dit draagt niet bij aan een goede communicatie van buiten Europa werkende Europese interventieteams met de nooddiensten in de betrokken landen en evenmin aan het voorkomen van interferentieproblemen.

3.4. Draadloze lokale netwerken (RLAN)

De aanwijzing van frequenties in de 5 GHz-band voor draadloze toegangssystemen (WAS, Wireless Access Systems, met inbegrip van RLAN) op wereldniveau was een van de hoofddoelstellingen van de Europese Unie op WRC-03, aangezien dit de kosten sterk zou verlagen en de commerciële kansen voor deze systemen zou vergroten. Tevens zou hierdoor een gunstige omgeving ontstaan voor de ontwikkeling van andere rendabele middelen om toegang tot de informatiemaatschappij te krijgen. Aanvullende banden zijn belangrijk voor de groei van deze toepassing, omdat de 2.4 GHz-band die momenteel wordt gebruikt door RLAN's, in de toekomst steeds meer te maken zal krijgen met schadelijke interferentie en verzadigd zal raken. Tegelijkertijd was de bescherming van andere radiodiensten die al gebruikmaken van de 5 GHz-band, van wezenlijk belang, waarbij echter de operationele belemmeringen voor alle systemen beperkt moesten blijven.

De discussie op WRC-03 richtte zich vooral op het bevorderen van wereldwijde harmonisatie van RLAN-apparatuur door de invoering van een wereldwijde primaire toewijzing voor de mobiele dienst op 5150-5350 MHz en 5470-5725 MHz. Deze systemen kunnen dan spectrum delen met militaire luchtvaartradardiensten en verschillende commerciële en wetenschappelijke satellietdiensten. Met een dergelijke toewijzing zouden ook RLAN-systemen worden beschermd tegen aanvullende beperkingen die eraan zouden kunnen worden opgelegd door eventuele nieuwe diensten die in de toekomst in die banden zouden worden toegestaan. Europa ondersteunde een overeenkomst op WRC-03 op basis van de storingsbeperkende technieken die reeds in de CEPT werden goedgekeurd [16], (met name detectie en vermijding door RLAN's van tijdelijk door luchtvaartradar bezette kanalen).

[16] CEPT ERC-Besluit (99)23.

Het streven naar een wereldwijd geharmoniseerde aanpak werd bemoeilijkt door het grote aantal verschillende diensten dat al in diverse 5 GHz-subbanden opereert, diensten die ook belangrijk zijn voor het EU-beleid, zoals actieve EESS-sensorsystemen en luchtvaart- en maritieme radardiensten. Verschillende regio's in de wereld hadden afwijkende standpunten inzake de bescherming van deze diensten. Met name Europa was van mening dat een deel van de 5 GHz-band uitsluitend 'binnenshuis' door RLAN's zou moeten worden gebruikt, teneinde EESS te beschermen. Over deze kwestie werd een onderhandelingscompromis bereikt, waarbij gebruik 'buitenshuis' was toegestaan, maar landen werden aangemoedigd maatregelen te nemen om dit gebruik zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast heeft WRC-03 de middelen om de beschermingsdoelstellingen voor RLAN-gebruik buitenshuis te bereiken expliciet losgekoppeld van specifieke en verplichte storingsbeperkende technieken. Dit is in overeenstemming met de beginselen en aanpak van de EU bij de invoering van radiocommunicatieapparatuur op de markt [17], waarbij de mogelijkheid wordt geboden van specifieke technische methoden ter bescherming tegen interferentie, terwijl de mogelijkheid voor toekomstige innovatieve technologieën om op andere manieren te voldoen aan de beschermingsvereisten wordt opengelaten.

[17] Richtlijn 1999/5/EG inzake radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur

De doelstellingen van de EU voor RLAN's werden verwezenlijkt. WRC-03 bereikte overeenstemming over wereldwijde primaire toewijzingen van een aanzienlijke hoeveelheid het spectrum (ongeveer 455 MHz) aan de mobiele dienst voor RLAN's in de vereiste banden. Dankzij deze overeenkomst kunnen RLAN-systemen gebruikmaken van nieuwe, minder drukbezette frequentiebanden rond 5 GHz en kan wereldwijd de invoering van deze draadloze systemen worden bevorderd. Aangezien RLAN-systemen gemakkelijk grenzen kunnen overschrijden door de lage kosten en naar verwachting vergunningsvrije status, kan met wereldwijde harmonisatie door regelgeving bovendien het gevaar van de facto marktharmonisatie voor andere radiodiensten door de import van apparatuur uit landen die andere exploitatieparameters hanteren, worden vermeden.

3.5 Andere breedbandtoegangsplatforms

Naast RLAN's speelden nog andere kwesties op WRC-03 met betrekking tot de levering en harmonisatie van spectrum voor radiosystemen die een andere toegangsmethode bieden tot spraak- en datadiensten met hoge bandbreedte.

3.5.1. High-Density Fixed Satellite Services

Commercieel levensvatbare HDFSS-systemen zouden kunnen bijdragen aan de beleidsdoelstelling van de EU om levensvatbare platforms voor toekomstige breedbandige interactieve diensten te bevorderen die met elkaar kunnen concurreren. Toekomstige frequentiebehoeften voor deze systemen verdienen actieve aandacht, maar er moet wel op worden gelet dat ze geen belemmering inhouden voor de exploitatie van bestaande radiodiensten. Een verdere wereldwijde harmonisatie van de bedrijfsfrequenties zou ook de kosten verder kunnen reduceren en de aantrekkelijkheid van HDFSS-diensten voor de consument kunnen verhogen.

De kwestie die op de conferentie werd besproken, was de mogelijke toewijzing van aanvullende frequenties voor satellietsystemen die interactieve breedbanddiensten leveren met kleinschalige, goedkope eindapparatuur. In het algemeen geldt dat gezien de te verwachten grote aantallen HDFSS-grondstations, technische coördinatie met andere diensten op site-basis (zoals voor andere satellietsystemen wordt gedaan) niet mogelijk is.

De overeengekomen beslissingen op WRC-03 sluiten aan bij de oorspronkelijke doelstellingen van de EU en bij de voorstellen van de CEPT, en de mogelijkheid om grote netwerken van kleine terrestrische stations in te voeren wordt verder ondersteund door de schaalvoordelen voor eindapparatuur. Nieuwe toewijzingen onder 20 GHz kunnen voor commerciële diensten worden gebruikt, hoewel de kosten voor deze technologie nog verder omlaag moeten. Er zijn ook frequenties aangewezen in de 40 GHz-band, maar er is op dit moment nog onvoldoende technologische kennis om deze banden op een rendabele manier te kunnen exploiteren.

3.5.2. Breedbanddiensten aan boord van luchtvaartuigen

De EU ondersteunde de ontwikkeling van regelgeving ter bevordering van de invoering van commerciële breedbanddiensten aan boord van luchtvaartuigen. Gezien het internationale karakter van de luchtvaart was een gunstig regelgevingskader op wereldniveau ten aanzien van deze nieuwe diensten van groot belang voor het succes ervan.

De onderhandelingen op WRC-03 waren ingegeven door recente ontwikkelingen in de invoering van nieuwe breedbandsystemen aan boord van luchtvaartuigen om vliegtuigpassagiers van 'internettoegang tijdens de vlucht' te bieden. Sommige landen maakten zich zorgen over interferentie tussen hun terrestrische systemen en overvliegende luchtvaartuigen waarin dit nieuwe systeem was ingevoerd. Daarom moesten verschillende kwesties worden opgelost, met name kwesties die betrekking hadden op het vaststellen van beschermingsniveaus voor andere diensten. Na het invoeren van operationele beperkingen voor de AMSS-dienst (Aeronautical Mobile Satellite Service, luchtvaartmobiele satellietdienst) in deze band gaf de conferentie AMSS een 'secundaire' toewijzing in de gekozen band.

De resultaten die werden bereikt op WRC-03 zijn in overeenstemming met de Europese doelstelling om de levering van alomtegenwoordige diensten voor de informatiemaatschappij te ondersteunen, ook in luchtvaartuigen, door concurrentie te bevorderen tussen verschillende methoden om informatiediensten beschikbaar te stellen aan vliegtuigpassagiers.

3.5.3. Mobiele satellietdiensten (MSS)

De Europese Unie ondersteunde op WRC-03 een uitbreiding van het beschikbare spectrum voor MSS-systemen, als alternatieve methode voor de levering van mobiele communicatiediensten aan klanten, op basis van realistische marktprognoses en op voorwaarde dat andere relevante radiodiensten die eventueel worden beïnvloed door de nieuwe MSS-toewijzingen, goed worden beschermd.

Na een aantal discussies op vorige conferenties waarbij geen definitief besluit tot stand kwam, slaagde WRC-03 erin een aanvullende hoeveelheid spectrum van 2 x 7 MHz aan te wijzen voor MSS. Deze toewijzing in de 1518-1525 MHz- en de 1668-1675 MHz-frequentiebanden kan niet in alle regio's van de wereld worden gebruikt, maar biedt MSS-exploitanten een verbeterd regelgevingskader voor de levering van verbeterde breedbanddiensten aan voornamelijk professionele gebruikers die onderweg, buiten het bereik van cellulaire netwerken, spraak- en datadiensten nodig hebben. Een andere verzoek van de MSS-gemeenschap om meer spectrum in de drukbezette banden onder 1 GHz werd afgewezen.

Hoewel satellietexploitanten liever een nieuwe, echt wereldwijde MSS-toewijzing hadden gezien, zijn de op de conferentie bereikte resultaten in overeenstemming met de oorspronkelijke onderhandelingsvoorstellen van de CEPT, en wereldwijd in overeenstemming met de beleidsdoelstelling van de EU om te streven naar een zo breed mogelijke invoering van geavanceerde diensten.

3.5.4. High Altitude Platform Stations (HAPS)

De EU steunde op WRC-03 een voldoende beschikbaarheid van spectrum voor HAPS, als alternatieve en aanvullende netwerktopologie voor de levering van radio voor verschillende breedbanddiensten, op voorwaarde dat andere bestaande diensten (met name IMT-2000-basisstations op de grond) goed worden beschermd.

Toekomstige antenneplatforms aan boord van luchtvaartuigen of bestuurbare ballonnen hoog in de atmosfeer (ongeveer 20 km) zouden een groot aantal terrestrische repeaters kunnen vervangen en de netwerken flexibeler maken. Op WRC-03 werd onderzocht welke eventuele aanvullende frequentiebanden voor HAPS kunnen worden aangewezen naast de huidige toewijzing rond 47 GHz, waarbij de werking soms wordt beperkt door waterabsorptie in de atmosfeer. Het resultaat was dat buiten Europa nieuwe banden op 28 en 31 GHz beschikbaar zijn gemaakt in nog een aantal Amerikaanse en Aziatische landen. In Europa was dit niet mogelijk vanwege de bescherming van terrestrische en wetenschappelijke diensten.

Op WRC-03 kwamen tevens de belemmeringen aan de orden van HAPS-exploitatie in het IMT-2000-spectrum op 2.1 GHz, zoals vastgelegd op WRC-00, evenals geschikte regelgevende en technische voorzieningen voor de bescherming van andere bestaande of geplande vaste of mobiele diensten vanaf platforms op grote hoogte die functioneren als IMT-2000-basisstations.

Voor beide kwesties waren de resultaten in overeenstemming met de Europese standpunten en in grote lijnen gunstig voor de ontwikkeling van levensvatbare HAPS-systemen in de toekomst.

3.5.5. Andere kwesties

Op WRC-03 werden tevens andere kwesties aan de orde gesteld die van belang zijn voor de EU. Hieronder volgen de belangrijkste:

* Terrestrische stations aan boord van vaartuigen (ESV): deze kwestie had betrekking op de levering van breedbandige spraak- en datadiensten op schepen. Sommige landen spraken hun bezorgdheid uit over interferentie met hun terrestrische kustsystemen, met name straalverbindingen voor telecommunicatie in de vaste dienst, maar er werd een aanvaardbaar compromis bereikt waarin nieuwe ESV-diensten zich verder kunnen ontwikkelen.

* De bescherming van de luchtvaart: naast de onderhandelingen over de coëxistentie tussen luchtvaartdiensten en RNSS (zie paragraaf 3.2), werden luchtvervoerskwesties aan de orde gesteld bij de bescherming van weerradar- en microgolflandingssystemen aan boord van luchtvaartuigen in de 5 GHz-band, die op bevredigende wijze werd verwezenlijkt. Tevens werd er een primaire toewijzing boven 108 MHz aan de luchtvaartmobiele dienst gegeven, met enige beperkingen ten aanzien van de soorten luchtvaartdiensten ter bescherming van FM-radio-omroepdiensten. Deze toewijzing is gunstig voor de toekomstige invoering van GBAS, een systeem waarmee de nauwkeurigheid van radionavigatie wordt verhoogd.

* De duur van frequentietoewijzingen aan satellieten door de ITU: sommige ontwikkelingslanden maakten gebruik van een procedureel agendapunt om voor te stellen dat satellietvergunningen uitsluitend voor een bepaalde periode worden verleend, en dat de frequenties en baanposities na deze periode automatisch weer vervallen aan de ITU voor hernieuwde toewijzing. Dit voorstel, dat voorkwam uit de wens van een 'eerlijkere verdeling' van de hulpbronnen, werd ingediend met verschillende bepalingen om bepaalde verkregen rechten te beschermen. Het beginsel van tijdsbeperking als zodanig was echter voor het merendeel van de landen en de hele satellietindustrie niet aanvaarbaar, en werd daarom niet aangenomen [18].

[18] Eerlijke toegang tot radiospectrumhulpbronnen wordt ook besproken in de context van de wreldtop inzake de informatiemaatschappij (WSIS, World Summit on the Information Society) van de VN (zie http://www.itu.int/wsis/index.html).

* Spectrumverdeling tussen militaire en commerciële gebruikers: de satellietindustrie diende op WRC-03 een verzoek in om een kleinere minimumdiameter overeen te komen voor antenneschotels voor de vaste satellietdienst (FSS, Fixed Satellite Service) in de 14 GHz-band (momenteel 4,5 m). Deze grote schoteldiameter is indertijd ingevoerd om het aantal FSS-systemen te beperken dat deze band deelt met Amerikaanse militaire en wetenschappelijke systemen. Europa bereikte haar doelstelling om meer FSS-diensten in staat te stellen deze band te gebruiken grotendeels doordat kleinere en goedkopere satellietschotels (zogeheten VSAT's, met een minimumdiameter van 1,2 m) werden toegestaan, maar met voldoende regelgevende bepalingen om andere diensten te beschermen.

* Satellieten met zeer elliptische banen (HEOS, Highly Elliptical Orbit Systems): op WRC-03 werd getracht regelgeving te formuleren voor deze nieuwe satellietsystemen, die vanwege hun excentrische baan veel andere radiosystemen potentieel kunnen beïnvloeden. Gezien de complexiteit van deze kwestie werd slechts geringe vooruitgang geboekt op deze conferentie; er moet verder onderzoek worden verricht naar deze kwestie, bijvoorbeeld naar de mogelijke modaliteiten voor gedeeld gebruik van de 620-790 MHz-band door HEO BSS-systemen en terrestrische omroepdiensten.

* Kwesties betreffende radioamateurs: op WRC-03 werd besloten de radio-omroepdienst uiterlijk 2009 te verplaatsen uit de 7100-7200 KHz-band om de radioamateurs een wereldwijd volledig geharmoniseerde 200 KHz in deze kortegolfband te bieden, waarmee een beslissing van een eerdere conferentie (Cairo 1938) werd teruggedraaid. De conferentie schrapte tevens een wereldwijde vereiste dat gekwalificeerde radioamateurs het morsealfabet dienen te beheersen.

4. Tenuitvoerlegging van de resultaten van WRC-03 in de EU

De resultaten van WRC-03 dienen thans snel ten uitvoer te worden gelegd in de Europese Unie [19], teneinde gemeenschappelijk en voordelig gebruik van het radiospectrum te bevorderen. Tot nu toe hebben de administraties van lidstaten zelf of in samenwerking met de CEPT WRC-resultaten die van bijzonder belang zijn voor de EU, uitgevoerd, zonder de mogelijkheid om door wetgeving een goede gecoördineerde tenuitvoerlegging op EU-niveau af te dwingen [20]. Het recente besluit van de Europese Gemeenschap om de spectrumcoördinatie te versterken door middel van de Spectrumbeschikking [21] biedt een mechanisme om de rechtszekerheid te waarborgen van oplossingen die op EU-niveau worden gecoördineerd door een constructieve samenwerking tussen nationale administraties, de Europese Commissie en de CEPT. Waar nodig zal de Commissie de CEPT opdrachten verstrekken om technische uitvoeringsmaatregelen te ontwikkelen voor het harmoniseren van het spectrumgebruik in de Europese Unie. Dergelijke maatregelen kunnen desgewenst bindend worden gemaakt in de EU door een besluit van de Commissie, nadat ze zijn goedgekeurd door een meerderheid van de lidstaten in het Radiospectrumcomité.

[19] In de VS hebben de autoriteiten reeds een gestructureerde uitvoering van de relevante resultaten van WRC-03 gepland (zie http://www.ntia.doc.gov/ntiahome/press/2003/ImplementationPlan080703.htm, en zij werken ook aan verbetering van het voorbereidingsproces voor de WRC (zie http://www.ntia.doc.gov/ntiahome/frnotices/2003/wrcrfc_10202003.htm).

[20] Naast de vereisten die zijn vastgelegd in de radioreglementen van de ITU. ITU-lidstaten behouden echter aanzienlijke flexibiliteit ten aanzien van het al dan niet toepassen van veel van dergelijke reglementen, zoals wordt beschreven in hoofdstuk 7. Indien de reglementen niet worden nageleefd, worden er geen strafmaatregelen opgelegd, maar wordt hooguit 'druk vanuit de omgeving' uitgeoefend. Sommige landen nemen zelfs nog hun toevlucht tot het actief storen van buitenlandse televisie- of radiouitzendingen die ze afkeuren.

[21] Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap.

Mogelijke acties ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging door de omzetting van WRC-03-resulten in EG-wetgeving omvatten:

Draadloze lokale netwerken (RLAN): de moeizame vooruitgang die werd geboekt op WRC-03 inzake de wereldwijde harmonisatie van de 5 GHz-band vormt een impuls voor verdere Europese harmonisatie, aangezien er nog steeds verschillen in regelgeving bestaan tussen de lidstaten van de EU. In sommige lidstaten worden bijvoorbeeld geen draadloze lokale netwerken (RLAN, Radio Local Area Networks) toegelaten in het hogere gedeelte van de 5 GHz-frequentieband (5470-5725 MHz). Deze kwestie is reeds besproken binnen het Radiospectrumcomité (RSC) en zal nog verder worden uitgediept in het licht van de WRC-resultaten. De tweede generatie RLAN-systemen dient snel toegang tot de Europese markt te krijgen, om gelijke tred te kunnen houden met technologische en commerciële ontwikkelingen en met de regelgevingsbeslissingen in andere landen, met name de VS, teneinde te voorkomen dat systemen die niet zijn toegestaan in Europa, daarbuiten in hoog tempo ingang vinden

Mobiele communicatie: de Commissie heeft de CEPT reeds opdracht gegeven studies uit te voeren naar de kanaalindeling van de extra banden voor IMT-2000 in Europa. Het resultaat van deze opdracht wordt rond november 2004 verwacht, waarna het Radiospectrumcomité kan worden gevraagd de spectrumharmonisatie van 3G-systemen die tot dan toe in Europa is bereikt, om te zetten in EG-wetgeving.

Galileo: dit Europese programma is met succes de ontwikkelings- en valideringsfase ingegaan met de totstandbrenging van de gemeenschappelijke onderneming Galileo, waarmee de exploitatiefase van het programma wordt voorbereid die zal leiden tot de selectie van een particuliere concessiehouder voor de invoering en exploitatie van de volledige satellietconstellatie. Voor de eerste twee satellieten is reeds een contract gesloten voor het eerste gebruik en de validering van de frequenties die zijn toegewezen op WRC-00 en bevestigd op WRC-03.

Het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat het Europees Ruimteagentschap (ESA, European Space Agency) tijdens de ontwikkelings- en valideringsfase van Galileo gebruik kan maken van Galileo-frequenties, en dat de Galileo-concessiehouder die mogelijkheid krijgt tijdens de exploitatiefase. Hiertoe zouden de nationale frequentieadministraties in Europa die Galileo-frequenties hebben aangemeld bij de ITU [22], de rechten op het gebruik van de Galileo-frequenties dienen over te dragen aan de gemeenschappelijke onderneming Galileo, die de rechten voor het ESA in de ontwikkelingsfase beheert, en aan de toekomstige Toezichtautoriteit [23] die in dezelfde hoedanigheid zal optreden voor de Galileo-concessiehouder.

[22] Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze aanmeldingen niet identiek zijn en door ITU op verschillende data zijn geregistreerd.

[23] COM(2003) 471 def., Voorstel van de Commissie voor een Verordening van de Raad inzake de beheersstructuren van het Europees programma voor radionavigatie per satelliet.

Burgerbescherming en rampenbestrijding: dit onderwerp staat niet expliciet op de agenda voor WRC-07, en Europa dient haar eigen aanpak voor deze kwestie te overwegen in het licht van de resultaten van WRC-03. Dit spectrumdossier dient nauwer te worden betrokken bij de EU-mechanismen voor de coördinatie van burgerbescherming, met name om duidelijkheid te scheppen in de verschillende operationele vereisten op de middellange en lange termijn van de twee onderscheiden elementen in deze sector (burgerbescherming, doorgaans permanent en gericht op de lange termijn, en rampenbestrijding, niet permanent en evenmin gericht op de lange termijn). In de Beleidsgroep radiospectrum staat tevens een debat op hoog niveau gepland over de onderliggende EU-doelstellingen voor spectrumharmonisatie inzake burgerbescherming en rampenbestrijding.

Een eerste stap van de EU op weg naar validering van de voordelen van een geharmoniseerde aanpak kan bestaan uit aanmoediging van de volledige geharmoniseerde invoering van de 380-385 MHz- en de 390-395 MHz-band die reeds in Europa zijn aangewezen voor de digitale smalbandsystemen die door noodhulpdiensten worden gebruikt. Vervolgens kunnen verdere stappen worden overwogen ter bevordering van geavanceerdere systemen op de langere termijn, ter ondersteuning van de beleidseisen en OTO-inspanningen op dit terrein [24].

[24] Zoals het MESA-project (http://www.projectmesa.org/) en het IST-programma van de EU (http://europa.eu.int/information_society/istevent/2003/cf/vieweventdetail.cfm?ses_id=112&eventType=session).

Wijziging van het gebruik van TFTS-spectrum: TFTS (Terrestrial Flight Telephone Systems), dat oorspronkelijk was bedoeld om vliegtuigpassagiers telefoonfaciliteiten te bieden, is weinig succesvol gebleken. Het spectrum dat was aangewezen voor deze dienst dient daarom voor andere toepassingen te worden aangewend. Een van de twee banden (1670-1675 MHz) die oorspronkelijk in Europa was geharmoniseerd voor TFTS, is door WRC-03 thans toegewezen aan mobiele satellietdiensten (MSS, Mobile Satellite Services) (zie paragraaf 3.5.3). In het licht van de EU-doelstelling om een effectieve spectrumharmonisatie in Europa te bevorderen, dienen ook voor de tweede TFTS-band (1800-1805 MHz) een of meer nieuwe geharmoniseerde toepassingen te worden overwogen [25]. De Commissie is van plan samen met het Radiospectrumcomité en de CEPT aan dit doel te werken.

[25] De band die op WRC-03 is toegewezen aan MSS kan ook in overweging worden genomen voor aanvullende geharmoniseerde toepassingen.

5. Agenda voor de volgende conferentie (WRC-07)

Elke wereldradioconferentie dient de agenda voor de volgende conferentie vast te stellen. Dit biedt administraties de gelegenheid onmiddellijk te beginnen met de doorgaans langdurige voorbereidingen, met inbegrip van compatibiliteits- en vraagstudies, voor de verschillende kwesties.

In het licht van de sterke toename van het aantal agendapunten dat op recente conferenties is behandeld, steunt de EU elk initiatief voor het beperken, prioriteren en rationaliseren van de agenda voor de volgende conferentie (WRC-07).

De wens om het aantal onderwerpen te beperken en de echte spectrumbehoeften te weerspiegelen op de conferentie leidde tot een beknoptere agenda met 21 punten, die nu op definitieve goedkeuring door de ITU-Raad wachten. Hieronder volgen de agendapunten voor WRC-07 die van grote invloed kunnen zijn op het EU-beleid:

IMT-2000 en systemen daarna: WRC-07 heeft de opdracht frequentiekwesties voor IMT-2000 en systemen daarna te bespreken. De systemen na IMT-2000 zullen naar verwachting rond 2015 tot 2020 worden ingevoerd. WRC-07 zal het beschikbare spectrum bestuderen in de context van de vereisten voor deze mobiele systemen, waarbij het nieuwe spectrum mogelijk in 2010 kan worden aangewezen. Frequentiebanden die momenteel worden gebruikt door 2G-systemen kunnen in aanmerking komen voor overgang naar systemen na 3G. De dynamiek van deze kwestie is sterk afhankelijk van de marktvraag naar geavanceerde mobiele systemen in de jaren tussen deze twee conferenties, alsmede van OTO-ontwikkelingen.

WRC-07 zal tevens de mogelijkheid bestuderen voor het aanwijzen van banden onder 600 MHz voor IMT-2000, omdat de dekking in dit frequentiebereik veel groter is en de netwerken daardoor potentieel goedkoper zijn. Hierdoor zullen ontwikkelingslanden en dun bevolkte regio's in de toekomst ook in de gelegenheid zijn om systemen van de derde generatie in te voeren.

Sommige EU-activiteiten kunnen gevolgen hebben voor de voorbereidingen van WRC-07 op dit terrein. Naast de opdracht van de Commissie aan de CEPT inzake de uitbreidingsband voor IMT-2000 omvat het werkprogramma van de Beleidsgroep radiospectrum een analyse op hoog niveau van de relatieve spectrumbehoeften voor verschillende commerciële draadloze communicatietoegangsplatforms, teneinde in Europa een strategie te kunnen formuleren ter ondersteuning van deze belangrijke sector. In het OTO IST-programma van de EU wordt momenteel onderhandeld over een aanzienlijke financiering voor projecten op het gebied van mobiele technologie. Een aantal hiervan, samengebracht in het Wireless World Initiative, heeft rechtstreeks betrekking op de vaststelling van spectrumvereisten voor geavanceerde mobiele systemen en zal in dit opzicht kunnen bijdragen.

Hoewel de bescherming van het voor IMTS-2000 bestemde spectrum tegen siganlen van satellieten al werd besproken op WRC-03 (zie paragraaf 3.1), zijn er ook andere satellietsystemen met toewijzingen in de band, naast BSS (geluid), en zullen de voorwaarden voor gedeeld gebruik tussen alle terrestrische systemen en satellietsystemen in de 2500-2690 MHz-band worden heroverwogen op WRC-07. In het licht van het geplande gebruik van dit spectrum voor IMT-2000 in Europa, mogelijk vanaf 2008, moet Europa ervoor zorgen dat haar belangen worden veiliggesteld door een goede bescherming van de mobiele netwerken.

Toekomstige spectrumbehoeften voor de luchtvaart: de veranderende behoeften aan spectrum voor luchtvaartsystemen worden op de volgende conferentie aan de orde gesteld, met name de vereisten van 'line-of-sight'-communicatie tussen de lucht en de grond, waarbij de toegewezen VHF-band in Europa tegen 2008 verzadigd kan raken, evenals de spectrumvereisten van luchtvaarttelemetriesystemen.

De Europese Unie zal ervoor willen zorgen dat haar belangen op dit gebied worden beschermd (de beleidsdoelstelling van het gemeenschappelijk luchtruim) en dat de luchtvaartsector over voldoende spectrum beschikt om de vereiste capaciteitstoename te plannen die tot minder congestie en een grotere veiligheid zal leiden, en tegelijkertijd de tijdige invoering van spectrumefficiëntere technologieën in deze sector zal bevorderen. De omzetting van beleidsdoelstellingen in technische standpunten voor WRC-07 wordt gesteund door de formele relatie die onlangs tot stand is gebracht tussen de Europese Commissie en Eurocontrol [26] en door de oprichting van het Europees Agentschap voor de Veiligheid van de Luchtvaart [27].

[26] Besluit 11053/02 van de Raad van 17 juli 2002 (AVIATION 121).

[27] Zie http://www.easa.eu.int/index.html.

Herindeling van HF-banden en andere omroepkwesties: HF-spectrum (ook wel kortegolfspectrum genoemd) is van wezenlijk belang voor de verzending van radiosignalen over grote afstand. De dringende en vaak strijdige vereisten voor deze banden vergen nadere bestudering van bandtoewijzing en -bescherming, in het bijzonder voor kortegolfradio-omroep en de maritieme mobiele dienst, en hebben daardoor gevolgen voor het relevante audiovisuele beleid en vervoersbeleid van de EU. De geplande herziening heeft betrekking op de banden van 4 MHz tot 10 MHz, met uitzondering van de genomen beslissing inzake de 7 MHz-band voor de radioamateurs (zie paragraaf 3.5.5). Deze kwestie stond reeds op de agenda voor WRC-03, maar werd in het algemeen niet voldoende overwogen geacht om tot een definitieve beslissing te komen op deze conferentie, gezien de sterke oppositie van mobiele en vaste belangen. De complexe onderneming van herindeling van de HF-frequenties heeft politieke, sociale en culturele aspecten en zal naar verwachting uitvoerig worden besproken op WRC-07.

De VHF- en HF-kernbanden voor terrestrische omroep worden eveneens opnieuw aan de orde gesteld op WRC-07, naar aanleiding van de resultaten van de planningsconferentie RRC04/06, in het licht van aanvragen voor toewijzingen in deze banden aan mobiele diensten, mobiele satellietdiensten en omroepsatellietdiensten.

Ondersteuning voor wetenschappelijk spectrumgebruik: hiertoe worden actieve en passieve aardexploratiesatellietdiensten (EESS, Earth Exploration Satellite Services), meteorologische satellieten en ruimteonderzoeksystemen gerekend, die allemaal relevant zijn voor het EU-beleid op het gebied van milieu, ruimte en OTO. Aanvullende spectrumtoewijzingen zullen worden overwogen voor EESS op 9.8 GHz en voor meteorologische satellieten op 18.3 GHz. Daarnaast zal in 2007 ook aandacht worden besteed aan de bescherming van EESS, meteorologische satellieten en radioastronomiediensten.

Ter ondersteuning van het onderliggende EU-beleid en daarmee verwante initiatieven, zoals GMES (Global Monitoring for the Environment and Security) [28], zal de Eurpese Commissie samenwerken met alle belanghebbenden en in het bijzonder met het Europees Ruimteagentschap, waarmee een geïntegreerd samenwerkingskader tot stand wordt gebracht.

[28] Zie http://www.gmes.info/.

Herziening van de procedures en vereisten voor GMDSS: bij deze kwestie wordt beoogd in het licht van de ervaringen tot op heden te beoordelen of de radiobepalingen voor GMDSS-systemen (Global Maritime Distress and Safety System, wereldwijd maritiem nood- en veiligheidssysteem) aan boord voldoen aan de behoeften van alle klassen schepen. Het nieuwe Europees Agentschap voor de veiligheid van de zeevaart van de EU wordt bij deze kwestie betrokken om ervoor te zorgen dat de EU-belangen op het gebied van maritieme veiligheid worden behartigd.

Er dient rekening mee te worden gehouden dat, gezien het hoge tempo van de technologische vooruitgang en commerciële invoering van nieuwe draadloze systemen, nog aanvullende kwesties om aandacht vragen. Doorgaans kent elke WRC voldoende flexibiliteit om in te gaan op kwesties die niet expliciet op de agenda staan, met name via lopend onderzoek in werkgroepen van de ITU.

Kwesties die niet zijn opgenomen in de agenda voor WRC-07: verschillende afvaardigingen hebben verzocht bepaalde actuele spectrumkwesties, voornamelijk inzake gemeenschappelijke criteria voor spectrumtoegang voor korteafstandsapparatuur (SRD's, Short-Range Devices) zoals RFID's (Radio Frequency Identification Tags) en medische telemetrie, en UWB-technologie (Ultra-Wide-Band) zoals korteafstandscommunicatiesystemen met hoge bandbreedte, expliciet op de agenda voor WRC-07 te plaatsen. Deze suggesties werden niet gehonoreerd. Een beslissing over de toewijzing van ongebruikte frequenties aan de rand van het radiospectrum (boven 275 GHz) werd eveneens uitgesteld tot 2010, omdat deze kwestie voor de volgende conferentie niet van wezenlijk belang werd geacht. Dit gold ook voor een verzoek om de bescherming van de volgende generatie ultragevoelige radiotelescopen die momenteel staan gepland en die zullen worden ingevoerd met steun van EU OTO-financiering [29].

[29] Project RadioNET op ftp://ftp.cordis.lu/pub/improving/docs/ari_projects_brochure_radionet.pdf.

Onder invloed van technologische ontwikkelingen vervagen de verschillen tussen door de ITU gedefinieerde diensten, bijvoorbeeld tussen verschillende satellietsystemen (FSS, BSS, MSS) [30]. De kwestie van de aanpassing van toewijzingen aan convergente toepassingen tussen de vaste diensten, omroepdiensten en mobiele diensten staat nu op de agenda voor de conferentie na WRC-07 [31], hoewel deze kwestie in Europa hoogstwaarschijnlijk eerder zal moeten worden aangepakt.

[30] Ook de verschillen binnen ITU-diensten. Zo wordt het in de terrestrische mobiele dienst moeilijk onderscheid te maken tussen de marktdefinities voor cellulaire netwerken en voor PMR-netwerken.

[31] Twee voorlopig agendapunten voor WRC-10, namelijk "het overwegen van toewijzingen aan de mobiele dienst in de 806-863 MHz-band voor regio 1, naar aanleiding van de overgang van analoge naar digitale tv" en "het bespreken van de vooruitgang bij de ITU-R-studies betreffende de ontwikkelings- en regelgevingsvereisten van terrestrische draadloze interactieve multimediatoepassingen".

De aanpak van de EU voor WRC-07: de Europese Commissie zal het WRC-07-proces zoals gewoonlijk begeleiden door de onderhandelingsstandpunten en belangen van de EU op de conferentie te coördineren, en met de steun van de Europese deskundigen van de CEPT de technische standpunten van Europa op de conferentie uit te werken, om ze met succes te kunnen verdedigen.

Het is van toenemend belang voor beleidsmakers om meer aandacht te besteden aan complexe technische regelgevingsonderhandelingen die plaatsvinden in het domein van het radiospectrum. Dit geldt niet alleen voor de WRC, maar ook voor spectrumplanningsconferenties zoals het recente digitale radioplan Maastricht-02 van de CEPT en de aanstaande regionale RRC04-06-conferentie van de ITU ter voorbereiding van de overschakeling naar digitale omroep [32]. Een bepaalde mate van 'beleidstoezicht' zou de totstandkoming van consensus over algemene oriëntaties en keuzes kunnen vergemakkelijken voordat de technische onderhandelingen deze keuzes aan banden leggen. De Commissie heeft de Beleidsgroep radiospectrum [33] reeds verzocht duidelijke Europese beleidsdoelstellingen voor WRC-07 vast te stellen die aansluiten op de technische voorbereidingen van de CEPT. Deze aanpak vormt tevens een bruikbaar uitgangspunt voor mogelijke beleidsdiscussies met niet-EU-landen.

[32] http://www.itu.int/ITU-R/conferences/rrc/rrc-04/index.html

[33] http://rspg.groups.eu.int/documents/meeting_documents/index_en.htm

Tevens wordt eraan gewerkt om alle relevante belangen in Europa te betrekken bij deze activiteiten door middel van openbare workshops en raadplegingen, ter voorbereiding van een mededeling van de Commissie inzake WRC-07 teneinde politieke steun van de Raad van de EU te krijgen.

6. Europese coördinatie en organisatie van de conferentie

Onderlinge coördinatie onder EU-lidstaten: EU-afvaardigingen, die samenwerken binnen het CEPT-kader en worden ondersteund door het Voorzitterschap en de Commissie, hebben nauw met elkaar samengewerkt tijdens de onderhandelingen op WRC-03 en zijn erin geslaagd de eenheid van het internationaal optreden van de EU te verzekeren. De Commissie nam deel aan WRC-03 namens de Europese Unie en overeenkomstig de bepalingen in de Spectrumbeschikking. De deelneming van de Commissie was met name aanzienlijk ten aanzien van RNSS-kwesties, waarbij een team uit naam van het Galileo-programma veel niet-Europese afvaardigingen wist te overtuigen van de voordelen van zijn standpunt. Op andere terreinen die van invloed zijn op het EU-beleid, zoals de informatiemaatschappij en vervoer, was de betrokkenheid van de Commissie beperkt, niet door een gebrek aan interesse in het resultaat van de onderhandelingen, maar doordat het onmogelijk is om actief deel te nemen aan alle discussies over zo veel verschillende kwesties in vier weken en op honderden bijeenkomsten.

De CEPT en de Europese Commissie vulden elkaar aan en werkten effectief samen, met name bij onderhandelingen over gevoelige dossiers. Vanwege de grote coherentie tussen de EU-afvaardigingen was er geen noodzaak formele coördinatieprocedures toe te passen tijdens de conferentie. Deze coherentie werd mogelijk gemaakt door de voorbereiding van gemeenschappelijke Europese voorstellen door nationale radiospectrumdeskundigen die de meeste EU-administraties konden onderschrijven en ondersteunen. Het gemeenschappelijk optreden binnen de CEPT was een succes en verliep efficiënt tijdens de onderhandelingen. Vanuit operationeel perspectief konden alle Europese afvaardigingen hierdoor voeling houden met de vele onderhandelingslijnen op de conferentie. Bovendien handelden alle EU-lidstaten, maar niet alle afvaardigingen binnen de CEPT, naar de geest en de letter van de modaliteiten voor de CEPT-deelneming aan de WRC.

Betrokkenheid van de betrokken sectoren: het WRC-proces is van groot belang voor sectoren die veel spectrum gebruiken, zoals telecommunicatie, omroep en vervoer. Het is vaak gemakkelijker voor exploitanten of fabrikanten om toestemming van nationale administraties voor het gebruik van specifieke apparatuur, met name frequentiebanden, te krijgen als dit in overeenstemming met de toewijzingen en aanbevelingen van de ITU is. Het is om dezelfde reden eveneens gemakkelijker om potentiële investeerders te overtuigen van het nut van bepaalde bedrijfsstrategieën. Voorstanders van nieuwe technologieën of andere belangen met betrekking tot het spectrum streven er daarom naar om aan 'stootkracht' te winnen in de context van de ITU, teneinde invloed te kunnen uitoefenen op administraties, waarvan de meerderheid doorgaans geen sterke beleidsdoelstellingen hebben. Dit is tevens een belangrijke reden om bepaalde spectrumkwesties te laten opnemen in toekomstige WRC-agenda's [34].

[34] Een ander aspect dat dan een rol gaat spelen is hoe de kwestie wordt voorbereid (bestudeerd) voorafgaand aan de conferentie, waarbij de omvang van de kwestie, de opdracht en de samenstelling van de ITU-studiegroep die zich gaat bezighouden met het onderwerp, en zelfs de voorkeuren van de voorzitter van de studiegroep van belang zijn.

In het verleden hadden sommige sectoren de indruk dat hun rol binnen de ITU niet in overeenstemming met hun economisch belang was. In het licht van deze kwestie heeft de Raad de Commissie verzocht de betrokken bedrijfstakken en andere spectrumgebruikers actiever te betrekken bij het WRC-03-proces en de Europese voorbereidingen. Tijdens de conferentie zelf speelde het Europese bedrijfsleven een positieve rol bij de onderhandelingen en was haar steun voor algemene Europese standspunten van wezenlijk belang bij het oplossen van een aantal belangrijke kwesties. De Commissie zal doorgaan met het aanmoedigen van een brede en transparante deelneming aan het WRC-proces.

Organisatie van de conferentie: WRC-03 was een groot en goed georganiseerd evenement dat wederom wereldwijde spectrumtoewijzingen opleverde die voor de meeste belanghebbenden aanvaardbaar waren. Het succes en het soepele verloop van de conferentie waren mede te danken aan het feit dat er, vergeleken met eerdere conferenties, minder politieke verstrengelingen waren tussen verschillende technische kwesties die als afzonderlijk punt op de agenda stonden. Dit was een welkome ontwikkeling waaraan de werkcontacten voorafgaand aan de conferentie tussen alle regionale organisaties, met inbegrip van en in toenemende mate ook met afvaardigingen van ontwikkelingslanden, duidelijk hebben bijgedragen. De vrijwel 'papierloze' aanpak waarvoor de organisatoren van de conferentie hadden gekozen door gebruik te maken van de RLAN-faciliteiten in de 2.4 en 5 GHz-banden maakte de werkwijze veel efficiënter en economischer, en bood een live-demonstratie van de toegevoegde waarde van een dergelijk type draadloze toepassing.

7. Het ITU-spectrumcoördinatieproces en de Europese unie

De WRC-werkwijze wordt gedicteerd door het zoeken naar punten van overeenkomst tussen zeer uiteenlopende sociaal-economische en politieke belangen. Hoewel de radioreglementen van de ITU (RR, Radio Regulations) de status van een internationaal verdrag hebben [35] en vaak worden bekrachtigd volgens nationale procedures, wordt het zoeken naar consensus vergemakkelijkt door het feit dat er voldoende flexibiliteit is voor lidstaten van de ITU om specifieke bepalingen op te nemen dan wel uit te sluiten. Een groot aantal administraties maakt dan ook gebruik van voetnoten bij het verdrag om zich te onttrekken aan onderdelen van het spectrumharmonisatieproces [36]. Bovendien kan een administratie elke nieuwe radiotoepassing in elke willekeurige frequentieband invoeren op basis van zelfgekozen operationele voorwaarden (art. 4.4 van de ITU RR), mits de toepassing geen interferentie veroorzaakt met andere bestaande diensten krachtens de RR, met name diensten van andere landen.

[35] Artikel 54 van de ITU-statuten.

[36] Hoewel de ITU op elke WRC tracht het aantal onttrekkingen of voetnoten bij de radioreglementen te beperken, is dit aantal zelfs gegroeid op WRC-03, hetgeen kan duiden op een zwakke plek in het vrijwillige administratieve spectrumharmonisatiemodel.

Hoewel de Commissie niet is betrokken bij de dagelijkse werkzaamheden van de ITU-studiegroepen, streeft zij er in het algemeen naar te waarborgen dat de aanpak van de voorbereiding en onderhandelingen van ITU-conferenties overeenstemt met de EU-doelstellingen en -beginselen die relevant zijn voor spectrumtoewijzing [37]. Het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatie van de EU omvat beginselen zoals technologische neutraliteit, rechtszekerheid en evenredigheid, naast fundamentele EU-doelstellingen zoals het bevorderen van concurrentie, het consolideren van de interne markt en het wegnemen van technische belemmeringen voor internationale handel.

[37] Zie Mededeling van de Commissie COM(2003) 526 def., "De Europese Unie en de Verenigde Naties: kiezen voor multilateralisme".

Aangezien de Europese Gemeenschap, in tegenstelling tot de lidstaten, niet deelneemt aan de ITU, moeten de verplichtingen die de lidstaten op zich nemen in het kader van de ITU ten uitvoer worden gelegd in overeenstemming met hun verplichtingen krachtens EG-wetgeving. Dit werd nogmaals herhaald in een formele verklaring die werd ondertekend door de 15 lidstaten van de EU en de 10 toetredende landen en werd ingediend bij de ITU voor opname in de Eindverklaring van WRC-03 [38].

[38] De verklaring luidt als volgt: "De afvaardigingen van de lidstaten van de Europese Unie verklaren dat de lidstaten van de Europese Unie de herziening van de radioreglementen die op deze conferentie wordt goedgekeurd, zullen toepassen in overeenstemming met hun verplichtingen krachtens het EG-Verdrag".

8. Conclusies

De radioreglementen van de ITU zijn gebaseerd op de totstandkoming en handhaving van een algemene consensus over de wijze waarop het radiospectrum wereldwijd wordt beheerd, een kwestie die voor alle landen van wezenlijk belang is. WRC-conferenties leiden daarom doorgaans tot overeenkomsten die dit algemene kader ondersteunen. Verklaringen van vermeende overwinningen na de conferentie met betrekking tot een agendapunt van WRC-03 zijn ongepast en niet in de geest van de consensus die is vereist voor dit type proces. In het algemeen slaagde de conferentie er opnieuw in alle verschillende belangen bij het gebruik van spectrumhulpbronnen tegen elkaar af te wegen en zo haar doelen te bereiken. De belangrijkste doelstellingen van de Europese Unie voor deze conferentie werden voor een zeer belangrijk deel verwezenlijkt. De positieve uitkomst van deze onderhandelingen zal de belangrijkste EU-beleidsdoelstellingen waarbij radiospectrum een belangrijke rol speelt, ondersteunen. In dit opzicht dienen met name de wereldwijde harmonisatie van de gebruiksvoorwaarden voor breedbandige RLAN-systemen en de langetermijnbescherming van de belangen van het Galileo-satellietsysteem te worden vermeld.

De Europese Commissie en de EU-lidstaten zullen met behulp van de mechanismen die zijn opgezet door de Europese Unie een eigen coherent radiospectrumbeleid ontwikkelen voor de tenuitvoerlegging van relevante WRC-03-resultaten. Het einde van WRC-03 luidt tevens het begin van het voorbereidingsproces voor de volgende conferentie (WRC-07) in, die de Commissie opnieuw zal ondersteunen met de ontwikkeling van beleidsdoelstellingen voor de conferentie en begeleiding van de technische discussies in de CEPT en bevordering van een brede betrokkenheid van groepen radiospectrumgebruikers.

Woordenlijst

AMSS // Aeronautical Mobile Satellite Service (luchtvaartmobiele satellietdienst)

ARNS // Aeronautical Radio-Navigation Service (luchtvaartradionavigatiedienst)

BSS // Broadcast Satellite Service (omroepsatellietdienst)

CEPT // Europese Conferentie van post- en telecommunicatieadministraties

DME // Distance Measuring Equipment in luchtvaartuigen

DRM // Omroepsysteem Digital Radio Mondiale

ECP // European Common Proposal (gemeenschappelijk Europees voorstel), dat door de CEPT wordt goedgekeurd

EESS // Earth Exploration Satellite Services (aardexploratiesatellietdiensten)

ECC // Electronic Communications Committee van de CEPT

ESV // Earth Stations on board of Vessels (terrestrische stations aan boord van vaartuigen)

FS // Terrestrial Fixed Service (terrestrische vaste dienst)

FSS // Fixed Satellite Service (vaste satellietdienst)

GALILEO // Europees op satellieten gebaseerd navigatie- en positioneringssysteem

GBAS // Ground-Based Augmentation System voor de luchtvaart

GMDSS // Global Maritime Distress Safety System (wereldwijd maritiem nood- en veiligheidssysteem)

GMES // Global Monitoring for Environment and Security

GPS // "Global Positioning System" van de Verenigde Staten

HAPS // High Altitude Platform System

HDFSS // High-Density Fixed Satellite Service

IMT-2000 // International Mobile Telecommunications for 2000 (Internationale mobiele telecommunicatie voor het jaar 2000

ITU // Internationale telecommunicatie-unie

MSS // Mobile Satellite Service (mobiele satellietdienst)

PPDR // Public Protection and Disaster Relief (burgerbescherming en rampenbestrijding)

RAS // Radio Astronomy Service (radioastronomiedienst)

RFID // Radio Frequency Identification Tags

RLAN // Radio Local Area Network (draadloos lokaal netwerk)

RNSS // Radio Navigation Satellite System (radionavigatiesatellietsysteem)

RR // Radioreglementen (Radio Regulations) van de ITU

RSC // Radio Spectrum Committee (het Radiospectrumcomité)

RSPG // Radio Spectrum Policy Group (de Beleidsgroep radiospectrum)

OTO // Onderzoek en technologische ontwikkeling

TFTS // Terrestrial Flight Telephone System

VSAT // Very Small Aperture Terminals (kleine satellietantennes)

WRC // Wereldradioconferentie

WWI // Wireless World Initiative