52003DC0430

Verslag van de Commissie (Bureau voor humanitaire hulp - ECHO) - Jaarverslag 2002 /* COM/2003/0430 def. */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE (Bureau voor humanitaire hulp - ECHO) - Jaarverslag 2002

INHOUDSOPGAVE

1. Samenvatting

2. Algemeen beleidskader in 2002

3. Overzicht van de humanitaire acties van ECHO

3.1. Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan

3.1.1. Hoorn van Afrika en Oost-Afrika

3.1.2. Zuidelijk Afrika

3.1.3. Centraal-Afrika

3.1.4. West-Afrika

3.2. De Balkan, NOS-landen, Zuidelijk Middellandse-Zeegebied

3.2.1. De Balkan

3.2.2. Nieuwe Onafhankelijke Staten (NOS)

3.2.3. Zuidelijk Middellandse-Zeegebied en Midden-Oosten

3.3. Azië en Latijns-Amerika

3.3.1. Azië

3.3.2. Latijns-Amerika

3.4. Paraatheid bij rampen - Dipecho

4.Sectoroverschrijdende thema's

4.1. Contractuele betrekkingen met partners - FPA

4.2. Betrekkingen met de grootste humanitaire partners en andere dan EU-donors

4.3. Betrekkingen met andere communautaire instellingen

4.4. Planningsinstrumenten

4.5. Subsidiefaciliteit

4.6. Communicatie en informatie

4.7. Begrotingsmiddelen en menselijk potentieel, audit en evaluatie

5.Vooruitzichten

6.Statistische bijlagen

Verslag van de Commissie

(Bureau voor humanitaire hulp - ECHO

Jaarverslag 2002 [1]

[1] Overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp.

1. SAMENVATTING

ECHO liet zich bij zijn reactie op de humanitaire crises leiden door de ontwikkeling van de behoeften wereldwijd onder invloed van door de natuur en de mens veroorzaakte rampen, waarbij een voortdurende verschuiving van Oost-Europa naar Afrika en Azië plaatsvond. ECHO reageerde door via 114 financieringsbesluiten een totaalbedrag van 537,8 miljoen euro beschikbaar te stellen. Het bedrag is - wederom - aanzienlijk hoger dan de oorspronkelijk toegewezen begroting van de Commissie. De dramatische ontwikkeling van de humanitaire situatie in Afghanistan na de terugkeer van 1,5 à 2 miljoen vluchtelingen en de voedselcrisis in Zuidelijk Afrika, waarbij bijna 13 miljoen mensen door ernstige voedseltekorten worden bedreigd, maakten het noodzakelijk dat ECHO een beroep deed op de reserve voor spoedhulp voor een aanvullend bedrag van 80 miljoen euro aan vastleggingskredieten. ECHO is eveneens tijdig begonnen met het opstellen van rampenplannen voor hulpverlening om iets te doen aan de humanitaire gevolgen van de oorlog in Irak.

ECHO is bijzondere aandacht blijven schenken aan "vergeten crises" in gebieden die nauwelijks door tv-camera's worden bezocht. In locaties als Angola, Tsjetsjenië, Oeganda, de Westelijke Sahara en Jemen bood ECHO humanitaire bijstand aan slachtoffers die uit de schijnwerpers waren verdwenen. Teneinde te zorgen voor een rechtvaardige verdeling van zijn hulp overeenkomstig de behoeften verfijnde ECHO zijn methodologie voor het definiëren van vergeten crises.

Nog een kenmerk van de werkzaamheden van ECHO was het komen tot duurzaamheid van zijn acties, door te trachten projecten over te dragen of de basis te leggen voor toekomstige samenhang met ontwikkelingsinstrumenten voor de langere termijn. Een voorbeeld van tenuitvoerlegging van een dergelijk beleid waarin samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (linking relief, rehabilitation and development, 'LRRD') wordt gecreëerd, was de geleidelijke stopzetting van zijn acties in de Balkan. Ook werd de verlening van humanitaire hulp door ECHO in Sierra Leone en in Angola onderdeel van een geïntegreerd EG-actieplan voor het aanpakken van de humanitaire crises en het initiële herhuisvestingsproces.

Nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot crisisbeheeraangelegenheden in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid alsmede in het kader van de "Conventie voor de toekomst van Europa" hebben een actieve reactie van ECHO nodig gemaakt ter verduidelijking en verdediging van het specifieke karakter van de "humanitaire ruimte."

ECHO heeft zijn betrekkingen met zijn belangrijkste partners versterkt door middel van de zogenaamde strategische programmeringsdialogen ("Strategic Programming Dialogues"). Deze werden in november 2002 voor het derde opeenvolgende jaar met de belangrijkste VN-agentschappen (UNHCR, WFP, UNICEF, OCHA en, voor het eerst, WHO) gehouden. Soortgelijke dialogen werden met het ICRK, de IFRK en de NGO's gehouden.

ECHO heeft in 2002 aanzienlijke inspanningen verricht voor de verder verbetering van de communicatie, samenwerking en coördinatie met het Europees Parlement. Het EP hechtte in zijn plenaire zitting op 14 januari 2003 zijn goedkeuring aan het door mevrouw Carlotti opgestelde verslag, waarmee uitdrukking werd gegeven aan de positieve waardering van het EP voor de vooruitgang die ECHO in de periode 2001-2002 heeft geboekt op het gebied van doeltreffende hulpverlening, vereenvoudiging van procedures en degelijk financieel beheer.

ECHO versterkte in 2002 zijn activiteiten op het gebied van informatie, communicatie en bewustmaking, met name door grotere publiciteit in de massamedia en door de opening van zijn vernieuwde website in november.

Wat betreft de continue tenuitvoerlegging van hervormingen in 2002, onderging ECHO een overgang van gecentraliseerde naar deels gedecentraliseerde financieringsstromen. De interne controlesystemen zijn geherstructureerd en verder versterkt, hetgeen een betere beoordeling van de risico's met betrekking tot humanitaire projecten en een efficiënter toezicht op de voortgang mogelijk maakt door zich te richten op resultaten.

In juli 2002 onderging ECHO een interne reorganisatie voor een verdere verbetering van de efficiëntie van de dienst, voor de totstandbrenging van nieuwe synergiëen en voor een betere verdeling van de werklast tussen eenheden.

2. Algemeen beleidskader in 2002

In 2002 werden 170 miljoen mensen getroffen en bijna 40.000 mensen gedood door natuurrampen. De gedurende het gehele jaar meer dan 42 woedende oorlogen en gewelddadige crises resulteerden in 37 miljoen ontwortelde mensen. Ondanks het feit dat ECHO, met een begroting in 2002 van 537,8 miljoen euro, wederom tot de drie belangrijkste humanitaire donors wereldwijd behoorde, is de wereldwijd verleende humanitaire hulp ten bedrage van 4,5 miljard USD (OCHA) nog steeds maar een fractie van de wereldwijde militaire uitgaven ten bedrage van 839 miljard USD (SIPRI-jaarboek 2002), waardoor de humanitaire gemeenschap genoodzaakt is haar reactie te beperken en zich te concentreren op de gebieden met de grootste nood.

ECHO liet zich bij zijn reactie leiden door de wereldwijde ontwikkeling van de essentiële behoeften van slachtoffers van door de natuur en door mensen veroorzaakte rampen, waarbij een voortdurende verschuiving van Oost-Europa naar Afrika en Azië plaatsvond. De helft van de gewelddadige crises deed zich voor in Afrika, dat opvang biedt aan 27,5% van alle vluchtelingen. Azië bood opvang aan de grootste vluchtelingenbevolking wereldwijd (48,3% van alle vluchtelingen). ECHO slaagde erin zijn door behoeften geleide strategie ten uitvoer te leggen, zoals tot uiting komt in de regionale spreiding van zijn financiering van humanitaire acties: de grootste begunstigden van hulp waren bevolkingsgroepen van ACS-landen (211,5 miljoen euro ofwel 39%), gevolgd door Azië (137,96 miljoen euro ofwel 26%) en door Oost-Europa (85,3 miljoen euro ofwel 16%). Nieuwe noodsituaties, zoals die in Afghanistan, die werd veroorzaakt door de versnelde terugkeer van 1,5 à 2 miljoen vluchtelingen en de voedselcrisis in Zuidelijk Afrika waarbij bijna 13 miljoen mensen werden bedreigd door ernstige voedseltekorten, maakten het noodzakelijk dat ECHO een beroep deed op de reserve voor spoedhulp voor een aanvullend bedrag van 80 miljoen euro aan vastleggingskredieten. In het kader van de internationale politiek van 'na 11 september' is ECHO eveneens tijdig begonnen met het opstellen van rampenplannen voor hulpverlening om iets te doen aan de humanitaire gevolgen van de oorlog in Irak. Dit betekende nauwe coördinatie met lidstaten, belangrijke partners, in het bijzonder die binnen de VN- en de Rode Kruisorganisatie, en met andere belangrijke donors zoals de Verenigde Staten.

Hoewel de benarde situatie van het Irakese volk, die werd veroorzaakt door twee ernstige conflicten gevolgd door tien jaar van internationale sancties, in 2002 meer media-aandacht kreeg, zijn andere humanitaire crises uit de krantenkoppen verdwenen. ECHO zette met succes zijn steun ten behoeve van vergeten crises voort. De totale financiële middelen die werden toegewezen voor de in Tanzania, Oeganda, Jemen, Angola, Tsjetsjenië en de Westelijke Sahara geconstateerde vergeten crises bedroegen 85 miljoen euro (16% van de begroting van ECHO).

Talrijke ontwikkelingen met betrekking tot crisisbeheeraangelegenheden in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid alsmede in de context van de "Conventie voor de toekomst van Europa" hebben een actieve reactie nodig gemaakt. ECHO nam derhalve deel aan diverse forums (comités van de Raad in het kader van de tweede pijler, het Militair Comité van de EU, etc.) en stelde documenten op om het specifieke karakter van de "humanitaire ruimte" toe te lichten en te verdedigen, om de "toegevoegde waarde" van het op Europees niveau fungerende stelsel van humanitaire hulp, gebaseerd op tien jaar ervaring, te onderstrepen en om ervoor te zorgen dat alle actoren zich bewust zijn van het neutrale, onpartijdige en onafhankelijke karakter van humanitaire bijstand.

3. Overzicht van de humanitaire acties van ECHO

In het volgende onderdeel zal per land een uiteenzetting worden gegeven van de humanitaire acties van ECHO. Het is niet alleen maar een overzicht. De humanitaire bijstand die werd verleend is een afspiegeling van de tenuitvoerlegging van de strategie van ECHO in 2002, namelijk steunverlening in de gebieden met de grootste humanitaire nood, voortzetting van zijn steun voor vergeten crises en het verlenen van kwalitatief goede humanitaire hulp door ervoor te zorgen dat inspanningen op het gebied van noodhulp, herstel en ontwikkeling goed worden gecoördineerd. Teneinde dit aspect naar voren te halen en het resultaatgerichte karakter van deze werkzaamheden te onderstrepen, heeft ECHO ervoor gekozen de presentatie van dit onderdeel te wijzigen ten opzichte van vorig jaar. De humanitaire acties worden weergegeven door in grote lijnen humanitaire behoeften, humanitaire doelstellingen en prestaties, alsook inspanningen die zijn verricht voor het bewerkstelligen van coördinatie en samenhang met steunverleningsinstrumenten voor de langere termijn weer te geven. Bovendien wordt niet alleen informatie verstrekt over financieringsbesluiten maar ook over de uitvoering ervan in termen van getekende contracten en gedane betalingen. [2]

[2] Het feit dat er voor kleine bedragen van de begroting van 2002 vóór het einde van 2002 geen contracten werden gesloten kan het gevolg zijn van één of meer van de volgende factoren: vertragingen vanwege een onzekere veiligheidssituatie, een totale duur van de besluitvorming van meer dan 12 maanden (daar waar enkele contracten doelbewust op een later moment worden verstrekt), partners die om minder middelen vragen dan ten tijde van het besluit werd verwacht, niet uitgegeven reserves of besluitvormingsdata die erg laat in het jaar vallen.

ECHO reageerde op humanitaire crises overal ter wereld door via 114 financieringsbesluiten [3] een totaalbedrag van 537,8 miljoen euro beschikbaar te stellen. Voor het vijfde opeenvolgende jaar bedroeg de uitvoering van de begroting 100% wat de vastleggingskredieten betreft. Er werden in 2002 798 contracten voor humanitaire acties getekend die betrekking hadden op projecten in meer dan 60 landen [4]. Uitvoerende partners waren niet-gouvernementele organisaties (62% van de financiering van ECHO, waarvan de overgrote meerderheid NGO's uit de EU waren), de VN-organisaties (27%, met als belangrijkste partners UNHCR (10,2%), WFP (8%) en UNICEF (4,7%)) en andere internationale organisaties, in de eerste plaats het ICRK en de IFRK (met 7,9% van de middelen). De resterende 3,5% werd voornamelijk gebruikt voor contracten, zoals voor technische bijstand of informatie, communicatie, audit of evaluatie.

[3] Soorten besluiten: Primaire noodmaatregel: 1 - Noodmaatregel: 21 - Algemeen plan: 10 - Humanitaire hulp/Dipecho: 82.

[4] Met inbegrip van contracten voor de implementatie van in 2001genomen besluiten.

3.1. Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan

3.1.1. Hoorn van Afrika en Oost-Afrika

Soedan:

Humanitaire behoeften

De zeer kwetsbare bevolkingsgroepen van Soedan, die het slachtoffer zijn van langdurige door de mens en de natuur veroorzaakte rampen, bleven, zowel in het noorden (gebieden in handen van de regering) als in het zuiden (gebieden in handen van de oppositie), getroffen worden door ernstige humanitaire tegenslagen, terwijl het vredesproces een positieve ontwikkeling leek te ondergaan. De humanitaire behoeften waren dringend op alle belangrijkste sectorale gebieden, d.w.z. gezondheid en voeding, voedselzekerheid, water- en sanitaire voorzieningen.

Humanitaire doeleinden en prestaties

De doelstelling van voorkoming van verdere verslechtering van de situatie waarin de meest kwetsbare delen van de bevolking zich bevinden, in het bijzonder intern ontheemden (ongeveer 4 miljoen in het hele land), is bereikt door middel van een breed scala aan maatregelen op de bovengenoemde gebieden, alsmede door het verlenen van steun voor logistiek, coördinatie en veiligheid van de humanitaire acties, etc. Hiervoor werd in het algemeen plan voor 2002 voor Soedan 17 miljoen euro vrijgemaakt, met op evenwichtige wijze over Noord- en Zuid-Soedan verdeelde acties, via vier partners. Het grootste deel van de financiële middelen van ECHO ging naar steunverlening voor gezondheid en voeding. De projecten waren gericht op het verbeteren van de kritieke voedingstoestand van kinderen, borstvoeding gevende vrouwen en andere kwetsbare bevolkingsgroepen, en bewerkstelligden bredere en betere toegang tot faciliteiten voor eerstelijnsgezondheidszorg. Er is gezorgd voor beheersing van specifieke ziekten en preventie van belangrijke dodelijke ziekten waarvan duizenden Zuid-Soedanezen het slachtoffer zijn. Hoewel er nog geen afgerond overzicht beschikbaar is van de uitwerking ervan op gezondheid en voeding, kwamen deze projecten rechtstreeks ten goede aan 2,5 miljoen mensen - met inbegrip van ondervoede kinderen, vrouwen, intern ontheemden, de gemeenschappen die deze mensen opvingen, en bejaarden. Door ECHO in Noord-Soedan gefinancierde projecten in de sector water- en sanitaire voorzieningen kwamen ten goede aan 230.000 rechtstreeks begunstigden en hun veestapel, terwijl deze acties in Zuid-Soedan op ongeveer 380.000 begunstigden waren gericht. Projecten op het gebied van voedselzekerheid kwamen met name veel voor in Zuid-Soedan, waar iets is gedaan aan de nood van meer dan 2 miljoen mensen door middel van de verstrekking van klein materieel, gereedschap en zaaigoed, alsmede door het creëren van een betere toegang tot veestapels en producten hiervan. Er zijn eveneens inspanningen geleverd om de runderpest uit te roeien en andere dierziekten te bestrijden.

In reactie op een noodoproep onder instanties besloot ECHO tot een aanvullend noodbesluit van 1 miljoen euro dat voorzag in humanitaire noodhulp aan ten gevolge van toegenomen vijandigheden nieuw gearriveerde intern ontheemden in de regio Kassala, alsmede aan in voorheen ontoegankelijke gebieden verblijvende behoeftige bevolkingsgroepen. De hoge mate van onveiligheid in veel regio's, alsmede toegangsbeperkingen vanwege zowel door de regering uitgevaardigde verboden als vanwege klimatologische seizoensinvloeden vormen echter nog steeds belangrijke beperkingen. ECHO heeft op verschillende niveaus actief gepleit voor onbelemmerde toegang tot humanitaire hulp voor de bevolking in nood.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

In 2002 waren de vorderingen op het gebied van LRRD zeer beperkt. Voor het uit het EOF gefinancierde programma 'Humanitaire Plus', dat werd ontwikkeld voor het vergemakkelijken van de overgang van noodhulp naar ontwikkeling werd nog geen volledige implementatie bewerkstelligd, hoewel dit programma reeds in april 2001 werd goedgekeurd. Doordat de politieke dialoog tussen Soedan en de EU IN 1999 echter nieuw leven werd ingeblazen, is de deur geopend naar een geleidelijke normalisering van de betrekkingen tussen Soedan en de EU, en daarmee naar de overdracht van de uitvoering op de langere termijn.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Ethiopië

Humanitaire behoeften

Hoewel er nog steeds gebieden met acute noodsituaties bestaan, hadden de door de grensoorlog met Eritrea en door de droogte in het zuidoosten veroorzaakte humanitaire noodgevallen zich later in het jaar goeddeels gestabiliseerd. Bovendien verschoven door de steeds verdere verbetering van de omstandigheden in Noordwest-Somalië de behoeften van de Somalische vluchtelingen uit dit gebied van zorg en onderhoud naar hulp bij repatriëring.

Evenals in 2001 heerste er een grootschalige meningitisepidemie en was de regenval veel beperkter dan normaal. Het tekort aan regenval leidde tegen het einde van het jaar tot een steeds groter wordende bezorgdheid over de gevolgen van een nieuwe grootschalige droogte in delen van de regio's Somalië, Oromiya en Afar. De gevolgen voor de productie en beschikbaarheid van voedsel leidden in het hele land tot een acute verergering van reeds lang bestaande ondervoedingproblemen, waarbij in sommige gebieden een algemene acute ondervoeding van maar liefst 29% werd vastgesteld. Bovendien werd melding gemaakt van aanzienlijke verliezen van veestapels, die in sommige gebieden op meer dan 40% werden geschat, in gemeenschappen in Afar en Hararghe, waar - eventueel in combinatie met landbouw - vee wordt gehouden, alsmede toenemende problemen met het veiligstellen van watervoorraden.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Teneinde te reageren op nog bestaande gebieden met noodsituaties als gevolg van de droogte, en teneinde de voorgaande reactie op noodsituaties te consolideren, verstrekte ECHO nog eens 400.000 euro aan bijstand voor watervoorziening in de regio's Somalië, Oromo en Afar en voor toezicht op de voedselzekerheid en vroegtijdige alarmering voor de door droogte geteisterde regio Somalië. Vanwege de aanhoudende behoeften aan bescherming als gevolg van het grensconflict verstrekte ECHO bovendien 750.000 euro aan het ICRK voor ondersteuning van meer dan 7.000 krijgsgevangen en oorlogsgerelateerde gevangenen. Voor de repatriëringsbehoeften van de Somalische vluchtelingen verstrekte ECHO 1,6 miljoen euro aan het UNHCR, welk bedrag op succesvolle wijze is aangewend voor de repatriëring van de 30.000 geselecteerde Somalische vluchtelingen.

In overeenstemming met zijn kerntaak verstrekte ECHO 1 miljoen euro, waarvan 785.000 aan AZG werd toegewezen voor hun succesvolle reactie op de meningitisepidemie. Het ging hierbij onder meer om noodvaccinatie van meer dan 970.000 personen teneinde de epidemie te bedwingen, zodat gemiddeld 90% van de mensen in de geteisterde gebieden werd bereikt. Als reactie op het ontstaan van een nieuwe grootschalige droogte werd aan het einde van het jaar nog eens 4 miljoen euro toegewezen teneinde de nood op het gebied van volksgezondheid, ondervoeding en watergebrek aan te pakken. Er worden nog steeds financiële middelen van dit besluit uitbetaald op grond van deze kerntaken, aangezien de droogte tot in 2003 voortduurt en er acute nood ontstaat.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Na aanpak van de grootschalige behoeften tijdens en na de noodsituatie als gevolg van de grensoorlog en de droogte, en de repatriëring van Somalische vluchtelingen, worden de activiteiten van ECHO in 2002 volgens planning geleidelijk stopgezet. In juni werd het bureau van ECHO in Addis gesloten na ook te hebben gereageerd op de noodsituatie die was ontstaan door de meningitisepidemie, en het toezicht wordt nu verzorgd door het regionaal bureau in Nairobi. Ongeveer 50% van de belangrijkste partners van ECHO ontving vervolgfinanciering van steunverleningsinstrumenten voor de langere termijn, zoals voedselzekerheid en medefinanciering van NGO's, terwijl de meeste andere zich van financiële middelen van andere donors op het gebied van herstel/ontwikkeling verzekerden.

In reactie op de nieuwe, onder de kerntaak vallende nood die is ontstaan na de aanvang van de droogte eind 2002 heeft ECHO de capaciteit van het menselijk potentieel van zijn regionaal bureau in Nairobi uitgebreid tot Ethiopië. Zowel strategieën voor deelname als voor stopzetting van deelname worden nauw gecoördineerd met andere steunverleningsinstrumenten van de EG, met name het omvangrijke voedselhulpprogramma van de EG.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Eritrea

Humanitaire behoeften

In 2002 hadden de noodbehoeften die werden veroorzaakt door de grensoorlog met Ethiopië zich goeddeels gestabiliseerd. Resterende behoeften hadden betrekking op 60.000 intern ontheemden in kampen die wachtten op herhuisvesting, alsmede op vluchtelingen in Soedan die wachtten op repatriëring.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Nieuwe ECHO-bijstand in 2002 voor een totaalbedrag van 1,75 miljoen euro zorgde voor verdere adequate huisvesting voor de 60.000 intern ontheemden en bescherming voor meer dan 2.500 krijgsgevangenen en oorlogsgevangenen via het IRCK, alsmede voor bijstand aan het UNHCR voor de eerste fase van de repatriëring van meer dan 30.000 geregistreerde Eritrese vluchtelingen. Van deze financiële middelen van ECHO werd 300.000 euro voor voorlichting over het gevaar van mijnen niet volledig ten uitvoer gelegd omdat de regering ervoor koos deze met mijnen samenhangende activiteiten direct over te nemen. Tot slot omvatte de financiering ook steun aan OCHA, onder meer voor het oprichten van bijkantoren in de regio's Debub en Gash Barka ter vergemakkelijking van de coördinatie van LRRD en ter beoordeling van nieuwe urgente behoeften.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

De geleidelijke stopzetting van de activiteiten van ECHO vond plaats volgens planning, met een toewijzing in 2002 van 1,75 miljoen euro tegenover 7 miljoen euro in 2001. In juni 2002 werd het bureau van ECHO in Asmara gesloten, en het toezicht wordt nu verzorgd door het regionaal bureau in Nairobi. Daarnaast kreeg OCHA financiële middelen voor ondersteuning van het LRRD-proces. Er is samenhang gecreëerd tussen de financiering van ECHO voor de eerste fase van de repatriëring van Eritrese vluchtelingen en de financiering voor de herhuisvesting van deze vluchtelingen uit hoofde van het EOF.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Somalië

Humanitaire behoeften

Somalië, en met name de regio's in het midden en het zuiden, wordt nog steeds geteisterd door burgertwisten, militarisme en anarchie. In het land is weinig voortgang in de richting van politieke stabiliteit geboekt, aangezien meer dan 13 vredesinitiatieven zijn mislukt en de overgrote meerderheid van de bevolking nog steeds in absolute armoede leeft. De uiterst onveilige en onvoorspelbare situatie heeft geleid tot de instorting van de infrastructuur en de sociale diensten. De nood wordt nog verder verergerd door ongunstige klimaatveranderingen.

De nood op het gebied van voedselzekerheid is groot vanwege ernstige tekorten aan graan- en veeteeltproducten. Bestaande volksgezondheidsstructuren kampen met een gebrek aan medicijnen en gekwalificeerd personeel in alle categorieën (0,4 artsen en 2,8 verpleegkundigen per 100.000 personen). Naar schatting is 30% van de bevolking volledig verstoken van iedere vorm van gezondheidszorg. De geschatte levensverwachting bij geboorte is 47 jaar. Slechts 15,6% van de eenjarigen is volledig geïmmuniseerd. Het gemiddelde algemene acute ondervoedingscijfer voor kinderen jonger dan 5 jaar bedraagt in Somalië 17%.

De watervoorzieningstelsels in Centraal- en West-Somalië zijn volledig verwoest vanwege de langdurige instabiliteit en instorting van de staat. 70% van de geboorde putten heeft zijn geplande levensduur overschreden en dient grote herstelwerkzaamheden te ondergaan. Minder dan 20% van de bevolking heeft toegang tot veilig drinkwater. Uit recente beoordelingen blijkt dat alleen voor het halen van 20 liter water maar liefst 6 uur moet worden gelopen.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Tegen een achtergrond van teruglopende donorfinanciering heeft ECHO zijn bijstand vergroot. Vergeleken met 2001 is de financiële bijstand van ECHO aan Somalië in 2002 verdubbeld tot 4,5 miljoen euro. De algemene doelstelling van ECHO voor Somalië is het ondersteunen van de slachtoffers van de onveiligheid en de klimatologische gevaren in Somalië, waarbij de grootste nadruk wordt gelegd op Centraal- en Zuid-Somalië. In 2002 door ECHO gefinancierde projecten pakten acute behoeften in de sectoren gezondheid, voeding, voedselzekerheid en water- en sanitaire voorzieningen aan. 71% van de totale begroting werd toegewezen aan projecten voor gezondheid en voeding en de gefinancierde activiteiten verleenden steun aan een alomvattend gezondheidsprogramma dat ten goede kwam aan rond de 1.000.000 Somaliërs. Dit programma behelsde onder meer eerstelijnsgezondheidszorg, referentieziekenhuizen, therapeutische voeding, immunisering en bestrijding van cholera. In Noord-Mogadishu werd een volledig functionerend centrum voor eerstelijnsgezondheidszorg opgezet, en in Noord- en Zuid-Mogadishu en in de regio Bay werden drie ziekenhuizen ondersteund met medicijnen en medische uitrusting voor de verzorging van de oorlogsgewonden en andere patiënten. Tijdige reacties waren effectief bij het inperken van de cholera-epidemie, met inbegrip van de uitbraak hiervan in Noordoost-Somalië. Vanwege het achterwege blijven van zes achtereenvolgende regenseizoenen in de regio Gedo werden gelden gereserveerd voor voedselzekerheidsprojecten voor 150.000 mensen teneinde de ernstige gevolgen hiervan voor de gemeenschappen van veefokkers en hun veestapel aan te pakken.

In de sector water- en sanitaire voorzieningen werden financiële middelen gebruikt voor de wederopbouw van waterpunten in plattelandsgebieden. 11 boorgaten en 30 met de hand gegraven bronnen die door ECHO werden gefinancierd zijn ten goede gekomen aan 55.200 mensen in Centraal- en Zuid-Somalië. In Noordwest-Somalië hebben de uitgevoerde water- en sanitaire activiteiten de verstrekking van veilig drinkwater aan 350.000 mensen vergroot, waaronder vluchtelingen die onlangs zijn geherhuisvest en intern ontheemden in de regio Hargeisa. Als bestrijdingsmaatregel voor de inperking van de cholera-uitbraak in Bossaso werd een project inzake sanitaire voorzieningen uitgevoerd in de kampen van intern ontheemden teneinde de hygiënische omstandigheden te verbeteren.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

ECHO en de Somalië-eenheid van de EG hebben een gezamenlijke strategie voor de identificatie en de beoordeling van projecten ontwikkeld teneinde eventuele overlappingen, dubbele projecten en verschillen in aanpak tussen door de verschillende steunverleningsinstrumenten van de EG en andere donors gesteunde projecten te voorkomen. Agentschappen worden aangemoedigd hun voorstellen voor te leggen aan de Somali Aid Co-ordination Body (SACB) voordat deze formeel worden voorgelegd aan de EG, teneinde zaken als overlappingen en dubbele projecten te voorkomen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Oeganda

Humanitaire behoeften

De humanitaire situatie in noordelijk Oeganda, met name in Acholiland (de districten Gulu, Kitgum en Pader), is gedurende een aantal jaar verslechterd vanwege grote onveiligheid die grotendeels werd veroorzaakt door de wrede aanvallen op de burgerbevolking door het Lord's Resistance Army (LRA). Naar schatting 1.000.000 mensen zijn gedwongen hun huizen te verlaten en in kampen onder protectie van het Oegandese leger te leven. 80% van de bevolking in Acholiland leeft dus in kampen voor intern ontheemden. De ontheemding van de lokale bevolking leidde tot behoeften in de sectoren water- en sanitaire voorzieningen, gezondheid en voeding, voedselzekerheid, hulpgoederen anders dan levensmiddelen alsmede bescherming/rehabilitatie van voormalige kindsoldaten.

In de poliklinische afdelingen van de vier ziekenhuizen in Kitgum, Gulu en Pader is het aantal consulten en het medicijngebruik met 40% gestegen. Ten gevolge van de overbevolking in "beschermde dorpen" droegen de hygiënische en sanitaire praktijken en de beperkte watervoorraad bij tot de wijde verspreiding van ziekten als malaria, buikloop en infecties aan de luchtwegen. In de kampen voor intern ontheemden in het district Gulu bijvoorbeeld beschikt 18% over een latrine en is er minder dan 3 liter water per persoon per dag beschikbaar. Ten gevolge van een onvoldoende en onvoorspelbare regenval is in 2002 in de districten Kotido, Kitgum en Pader de oogst volledig mislukt, waarbij ongeveer 80% van de opbrengst verloren ging.

Humanitaire doeleinden en prestaties

De reactie van ECHO had in 2002 betrekking op een gezamenlijk programma voor steunverlening aan de referentieziekenhuizen van de districten. Via diverse partners zijn er in vijf ziekenhuizen in Gulu, Kitgum en Kalongo financiële middelen verstrekt voor medische teams, essentiële medicijnen, generatoren, wateropslag en latrines alsmede voor activiteiten ter verbetering van de situatie met betrekking tot de water- en sanitaire voorzieningen in gebieden waar intern ontheemden zijn geconcentreerd. Deze steunverlening was gericht op rond de 950.000 personen. Er werden 20 boorgaten geboord en er werden er 5 gerepareerd; er werden 6 met de hand gegraven bronnen voltooid en de bouw van 2.950 latrines en 1.000 afvalputten werd gepland. Aan 4.800 intern ontheemden werden hulpgoederen anders dan levensmiddelen uitgedeeld. Vanwege de grootschalige kidnapping van kinderen door het LRA financierde ECHO in de districten Kitgum en Pader een project voor bescherming, rehabilitatie en herintegratie van voormalige kindsoldaten. Dit project kwam rechtstreeks ten goede aan 1.400 kinderen, terwijl er naar schatting sprake was van 10.000 indirecte begunstigden, waaronder families en directe buren van de getroffen kinderen.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

De bijstand van ECHO wordt nauw gecoördineerd met andere steunverleningsinstrumenten van de EG, lidstaten en andere donors via de delegatie van de EG in Kampala.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Kenia

Humanitaire behoeften

Tussen 1999 en 2001 werd het noorden van Kenia geteisterd door drie achtereenvolgende jaren van gebrek aan regenval. Hoewel de regenval in 2001 leidde tot een algemene verbetering van de toestand in Kenia, in het bijzonder in de akkerlandgebieden in het westen, was de regenval in de noordelijke en oostelijke districten opnieuw ver beneden de standaard en onvoldoende voor het herstel van doeltreffende reddingsmechanismen.

Gebrek aan jonge scheuten en water leidde in talrijke gevallen tot migratie van de gemeenschappen van veefokkers naar gebieden waar de omstandigheden voor het hoeden van vee beter waren. Er werden stijgende ondervoedingcijfers waargenomen in de districten Wajir, Marsabit, Tana River en Mandera. De algemene acute ondervoeding in het district Wajir bedroeg 14,7%, waarvan 2,9% zeer ernstig was. De volksgezondheidsdiensten hebben te maken met acute tekorten aan medicijnen en naar schatting 80.000 kinderen waren in levensgevaar door de dodelijke combinatie van ondervoeding en infecties.

Humanitaire doeleinden en prestaties

In 2002 ondersteunde ECHO een geïntegreerd pakket projecten voor noodhulp in verband met de droogte dat in het bijzonder was gericht op de gemeenschappen van veefokkers in de noordelijke en noordoostelijke districten. In overeenstemming met zijn doelstelling om kwetsbare gemeenschappen voor te bereiden op toekomstige periodes van droogte ondersteunde ECHO een belangrijk veestapelproject. Honderden dierengezondheidswerkers werden getraind in het vaccineren en het behandelen van de belangrijkste veestapelepidemieën. In de watersector werd het herstel van meer dan 200 waterpunten alsmede de vorming van lokale comités voor waterbeheer gerealiseerd.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

ECHO beëindigt geleidelijk zijn programma dat een reactie vormde op de droogte, maar zal de humanitaire situatie ter plaatse nauwlettend blijven volgen en actief ontwikkelingsdonors blijven aanmoedigen om steunmaatregelen voor de langere termijn over te nemen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ECHO-Flight

Na 8 jaar van operationaliteit ging ECHO Flight in 2002 door met het bieden van een efficiënte en kosteneffectieve humanitaire luchtvervoercapaciteit voor projecten in de Hoorn van Afrika en aangrenzende regio's. Terwijl ECHO Flight de afgelopen jaren in het algemeen sterk georiënteerd was op de Hoorn van Afrika, werd in 2002 een geplande dienst van Nairobi naar de DRC overgeheveld en geopend. Een basis ter plaatse werd opgezet in Goma. Dit heeft geleid tot aanzienlijke verbetering van de toegang van het humanitair personeel en het vrachtvervoer tot projecten in het oosten van de DRC.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.1.2. Zuidelijk Afrika

Angola

Humanitaire behoeften

De dood in de gevechten in februari 2002 van Jonas Savimbi, de leider van de UNITA, en de hieruit voortvloeiende wapenstilstand leidden tot hoop op werkelijke vrede voor Angola na 27 jaar burgeroorlog. De grotere toegankelijkheid van het land na de wapenstilstand leidde er echter toe dat de werkelijke omvang van de humanitaire noodsituatie in voorheen ontoegankelijke gebieden van het land zichtbaar werd. Hoge ondervoedings- en sterftecijfers die de grens van een noodsituatie ver overschreden, waren maar al te gewoon, onder meer onder voormalige UNITA-strijders en hun gezinnen die zich hadden verzameld in kampen voor inkwartiering over het gehele land. De toegenomen toegankelijkheid van het land bracht eveneens massale bewegingen van bevolkingsgroepen teweeg, met 1,5 miljoen intern ontheemden en 80.000 vluchtelingen die voor het einde van het jaar huiswaarts keerden, grotendeels naar gebieden die werden gekenmerkt door het volledig ontbreken van zelfs de minimale voorwaarden voor hun herhuisvesting en die in veel gevallen waren bezaaid met mijnen. Ondanks de wapenstilstand nam het aantal voor humanitaire hulp in aanmerking komende personen toe, met eind 2002 drie miljoen mensen die van humanitaire bijstand afhankelijk waren.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Toen de omvang van de ernstige humanitaire behoeften duidelijk werd, werd eveneens duidelijk dat ECHO-financiering alleen onvoldoende zou zijn. Naast een initieel bedrag van 8 miljoen euro voor noodvoeding, gezondheid en essentiële hulpgoederen en cruciale logistiek- en coördinatieactiviteiten, besteedde ECHO nog eens 6 miljoen euro bijna volledig aan levensreddende voedingsmaatregelen in de sinds kort toegankelijke gebieden, waaronder de inkwartieringsgebieden van de UNITA. Na de wapenstilstand ging ECHO over op een veel flexibelere aanpak van zijn steunverlening teneinde de massale bevolkingsbewegingen te volgen en hierop snel te reageren, en steun te blijven verlenen aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. De inspanningen van de gehele humanitaire gemeenschap worden nog steeds belemmerd door een zeer beperkte lucht- en wegeninfrastructuur en de aanwezigheid van landmijnen. Ontploffingen van mijnen hebben veel doden en gewonden veroorzaakt - onder meer onder humanitaire werkers - en hebben ervoor gezorgd dat duizenden mensen wederom geïsoleerd raakten. Eind 2002 was 42% van de gedurende het jaar door ECHO gefinancierde contracten afgerond, waarbij afronding van het grootste deel van de resterende contracten voor maart 2003 gepland stond. Deze projecten hebben bijgedragen tot stabilisatie van de voedingssituatie, waardoor de levens van honderden jongeren werden gered, alsmede tot herinvoering van eerstelijnsgezondheidszorg in gebieden waarin deze bijna 4 jaar niet beschikbaar was geweest. Bovendien hebben deze projecten aan meer dan 225.000 mensen noodhulpgoederen zoals dekens, keukenartikelen en tijdelijk onderdak geleverd.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Na de wapenstilstandovereenkomst stelden de DG's DEV, AIDCO en ECHO een actieplan op (125 miljoen euro) ter ondersteuning van het vredesproces door de uitvoering van bestaande noodhulp- en herstelprogramma's te bespoedigen. Het actieplan bepaalde - of bepaalde opnieuw - de doelstellingen van alle soorten financieringen van de EG teneinde de humanitaire crisis en het eerste proces van herhuisvesting te bedwingen. Daarnaast werd in augustus een noodhulpprogramma (30 miljoen euro, uit EOF-middelen) goedgekeurd als reactie op de eerste fasen van het demobilisatieproces. Dit noodhulpprogramma vormt een aanvulling op de activiteiten van ECHO in Angola.

Het nationaal strategiedocument voor het 9e EOF erkent de centrale rol van LRRD, zoals blijkt uit het actieplan voor Angola. ECHO zal derhalve trachten zich geleidelijk terug te trekken uit gebieden waarin een duurzamere steunverlening nodig is, door te zorgen voor zo spoedig mogelijke vaststelling en overdracht van de steun aan ontwikkelingsbureaus. ECHO zal zich bovendien richten op zijn kerntaak van levensreddende steunverlening.

Angola, Zimbabwe, Zambia, Malawi

Humanitaire behoeften

In juli 2002 deden de Verenigde Naties een oproep voor 611 miljoen USD voor humanitaire bijstand voor Zuidelijk Afrika. Ongeveer 13 miljoen mensen kampten op dat moment met acute voedseltekorten, ziekten, spiraalsgewijze armoede, watertekorten, uiterst dringende sanitaire omstandigheden en continue verslechtering van basisdiensten. De oproep behelsde 511 miljoen USD, ofwel 84%, voor voedselhulp en het restant voor dringende humanitaire bijstand in de vorm van hulpgoederen anders dan levensmiddelen. Tot de specifiek getroffen landen behoren onder meer Lesotho, Malawi, Mozambique, Swaziland, Zambia en Zimbabwe.

Terwijl de oproep van de VN voornamelijk was gericht op voedselbehoeften van de regio, was het natuurlijk duidelijk dat de regio niet alleen kampte met door droogte veroorzaakte voedseltekorten. Langdurige economische teruggang, inadequaat beleid en natuurlijk de dramatische verspreiding van de HIV/aids-pandemie, droegen allemaal bij tot wat een complexe en langdurige crisis aan het worden is. Reeds één op de drie volwassenen is besmet met HIV/aids. Voor de meeste landen in de regio was de levensverwachting bij geboorte in 1998 met 20 jaar of meer gedaald en voor Malawi, Swaziland, Zambia en Zimbabwe was deze tot onder de 40 jaar gedaald. Van alle aids-doden in de wereld in 2001 vond één op de zes gevallen plaats in Lesotho, Malawi, Mozambique, Swaziland, Zambia en Zimbabwe.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Aan de hand van voorlopige indicaties van humanitaire behoeften in de regio was ECHO in de eerste helft van 2002 al voor 6,5 miljoen euro aan betalingsverplichtingen aangegaan voor noodhulp voor Malawi, Zambia en Zimbabwe. Met deze bijstand werden met name acties ter ondersteuning van voedingstoezicht, schoolvoeding, aanvullende voeding, therapeutische voeding en gezondheidszorg gefinancierd. Er werd een extra bedrag van 1 miljoen euro beschikbaar gesteld ter bestrijding van de urgente problemen als gevolg van een sprinkhanenplaag in Madagaskar.

Na de oproep van de VN maakte ECHO in september 2002 snel een extra bedrag van 30 miljoen euro vrij. De aanvullende toewijzing kwam ten goede aan acties in Zimbabwe (13,7 miljoen euro), Zambia (9 miljoen euro), Malawi (2,7 miljoen euro), Swaziland (1,4 miljoen euro) en Angola (2 miljoen euro). De financiering leidde tot aanzienlijke uitbreiding van de schoolvoedingsacties in Zimbabwe en Swaziland die tegemoetkwamen aan behoeften aan voedsel maar er ook voor zorgden dat kinderen naar school bleven komen. ECHO verleent eveneens rechtstreekse steun aan de VN en OCHA bij de coördinatie van humanitaire acties. Het Wereldvoedselprogramma ontvangt steun in de vorm van bijstand en toezicht op het gebied van logistiek, waardoor een politiek neutrale voedselverdeling wordt gewaarborgd. Acties in Zambia verlenen steun aan acties in vluchtelingenkampen en aan voorbereidingen voor repatriëring van ongeveer 300.000 Angolese vluchtelingen. In Angola komt de ECHO-bijstand ten goede aan acties in de sinds kort toegankelijke gebieden ter ondersteuning van de niet aflatende taken van herhuisvesting van miljoenen ontheemden en terugkerende vluchtelingen.

Eveneens in september 2002 plaatste ECHO een senior technisch adviseur van het regionaal bureau in Nairobi over naar Harare ter ondersteuning van acties en voor het opzetten van een ECHO-bureau. In november benoemde ECHO een permanente technisch adviseur voor Harare en rondde het de werving van lokaal personeel voor dit bureau af. De plannen voor 2003 omvatten onder meer de uitbreiding van dit bureau ter ondersteuning van de uitbreiding van acties in de regio.

Hoewel het te vroeg is om de volledige effecten van de acties van ECHO te beoordelen, is het duidelijk dat de bijstand van ECHO reeds cruciale levensreddende gevolgen heeft gehad.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

De bijstand van ECHO aan Zuidelijk Afrika is een aanvulling op de EOF-middelen die voor Zuidelijk Afrika beschikbaar zijn, waaronder de eerdere EOF-middelen voor Zimbabwe, die nu exclusief zijn gericht op bijstand die rechtstreeks aan de bevolking van Zimbabwe ten goede komt. Bovendien heeft er uitgebreid en regelmatig overleg plaatsgevonden met andere met noodvoedselhulp belaste diensten van de Commissie teneinde ervoor te zorgen dat de bijstand van ECHO deze andere vormen van bijstand voor de regio aanvult.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.1.3. Centraal-Afrika

Democratische Republiek Congo (DRC)

Humanitaire behoeften

ECHO werd in de Democratische Republiek Congo (DRC) geconfronteerd met een reeds door tientallen jaren van corruptie en wanbestuur onder het Mobutu-regime structureel verarmde natie die eveneens te kampen had met de cumulatieve gevolgen van twee opeenvolgende burgeroorlogen. Een door de Amerikaanse NGO International Rescue Committee (IRC) uitgevoerd onderzoek toonde een totale "oversterfte" in Oost-DRC aan van 2,5 miljoen doden in de 33 maanden tussen augustus 1998 en april 2001. Slechts 14% van de "oversterfte" van het IRC werd echter direct veroorzaakt door geweld, de rest werd toegerekend aan de gestage, al tientallen jaren durende verslechtering van de levensomstandigheden en de sociale diensten. Congolezen stierven in 2002 niet aan kogel- of machetewonden, maar aan malaria en ondervoeding, als gevolg van de onderbroken voedselproductie- en -distributiemechanismen of het gebrek aan eerstelijnsgezondheidszorg.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Met betrekking tot de humanitaire reactie kon onderscheid worden gemaakt tussen (a) de langdurige/acute behoeften die het gevolg waren van de langlopende crises en de tot bedaren gebrachte "grote oorlog", en (b) de acute/noodbehoeften die het gevolg waren van de aanhoudende "kleine oorlogen". De humanitaire prioriteiten in gebieden met langdurige nood bestonden uit het herinvoeren of consolideren van een duurzaam, doeltreffend eerstelijnsgezondheidszorgstelsel dat voor alle delen van de bevolking toegankelijk is, en het verstrekken van aanvullende en therapeutische voeding voor ondervoede kinderen en van steun voor voedselzekerheid op korte termijn voor hun gezinnen. Wat betreft de acute/noodbehoeften richtte ECHO zich op de onmiddellijke bedreiging door de "grote dodelijke ziekten" middels campagnes voor inenting tegen mazelen en klassieke noodhulpverlening ter bestrijding van malaria, cholera en ondervoeding.

De humanitaire doeleinden van ECHO zoals neergelegd in het algemeen plan voor 2002 voor de DRC werden allemaal met succes behaald, met volledige uitbetaling van de 32 miljoen euro van het in het kader van het algemeen plan gereserveerde pakket. Met betrekking tot de operationele (sectorspecifieke) doeleinden werd in de loop van het jaar via 18 partners in ongeveer 105 van de 306 gezondheidsdistricten van het land eerstelijnsgezondheidszorg verleend. Ongeveer 2,7 miljoen patiënten werden behandeld in door ECHO ondersteunde gezondheidscentra door medicijnen, materieel, technische en logistieke steun, schoon water en kleding te verstrekken. Nog eens tien partners verleenden geïntegreerde bijstand in de vorm van voeding, voedselhulp en noodvoedselzekerheid voor ongeveer 375.000 Congolezen in conflictgebieden. ECHO verleende eveneens steun aan de speciale taken van specifieke internationale agentschappen, en was voornamelijk actief in het bevorderen van coördinatie en van de rol van OCHA, dat in juli een leidende rol speelde in de gezamenlijke beoordelingsmissie van donors.

Naast de in het algemeen plan geprogrammeerde activiteiten reageerde ECHO eveneens snel op de uitbarsting van de Goma-vulkaan van 17 januari. Het personeel van ECHO was binnen 48 uur ter plaatse en er werd onmiddellijk een extra pakket noodhulpprogramma's van 5 miljoen euro goedgekeurd. Binnen twee dagen werden noodwaterpunten gecreëerd en werden aan ongeveer 100.000 personen gezinspakketten met essentiële hulpgoederen uitgedeeld. De hoofdtoegangswegen van Goma werden vrijgemaakt, het gemeentelijk watersysteem werd snel hersteld en gedurende drie maanden werd aan alle bezoekers gratis gezondheidszorg verleend. Tot slot werden 3.000 behoeftige gezinnen (15.000 personen) voorzien van de middelen voor de wederopbouw van huizen die door lava waren verwoest.

In reactie op een noodoproep van het UNHCR werd aan het einde van het jaar een besluit van nog eens 1,1 miljoen euro goedgekeurd ter voorkoming van de sluiting van de kampen die zorg, bescherming en levensonderhoud bieden aan 60.000 Angolese vluchtelingen.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

De eerste belangrijke LRRD-overdracht die begin 2002 plaatsvond, betrof een herhuisvestingprogramma dat in 2001 door ECHO bij wijze van proef werd gelanceerd in de regio Masisi van Noord-Kivu, een van oudsher zeer productieve regio die ten prooi was gevallen aan etnische conflicten en grootschalige ontheemding. Uit hoofde van het programma ter ondersteuning van het herstel en artikel 255-middelen van de Overeenkomst van Lomé werd meer dan 7 miljoen euro beschikbaar gesteld. De tweede "tranche" van overdrachten betrof de gezondheidszorgsector. Vanaf 1 juli werden ongeveer 31 door ECHO ondersteunde gezondheidszones in Noord-Kivu en in de oostelijke provincie overgenomen door DG DEV/AIDCO, met 9 miljoen euro uit hoofde van het Programma voor overgangssteun voor de gezondheidszorg (Programme d'Appui Transitoire à la Santé, PATS) en financiële middelen in het kader van artikel 255 van de Overeenkomst van Lomé. Tot slot zette AIDCO in de nasleep van de uitbarsting van 17 januari van de Goma-vulkaan snel een beoordelingsmissie in die, in samenwerking met het ECHO-team ter plaatse, een programmapakket ontwierp ten bedrage van 4 miljoen euro (Lomé, artikel 255) voor het herstel van de sociale infrastructuur in aansluiting op de door ECHO in de noodfase uitgevoerde werkzaamheden.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Burundi

Humanitaire behoeften

Burundi is betrokken bij het ingewikkelde regionale conflict van de Grote Meren, dat nu al enkele jaren voortduurt. Maar Burundi worstelt bovenal met zijn eigen binnenlandse conflict, dat in de eerste plaats is geworteld in de strijd tussen Tutsi- en Hutu-groeperingen. De burgeroorlog begon in 1993 na de moord op de eerste democratisch gekozen president. De oorlog duurt nog steeds voort ondanks een Vredesakkoord dat in augustus 2000 werd getekend en de benoeming van een overgangsregering die in 2002 wapenstilstandovereenkomsten tussen drie rebellengroepen sloot. In 2002 is de situatie in het land niet verbeterd en woedden de gevechten tussen rebellengroepen en het leger/de regering voort. Ontheemding van de bevolking en de toestroom van vluchtelingen in aangrenzende landen alsmede de vernietiging van de sociale en economisch infrastructuur zijn directe gevolgen van dit conflict voor de burgerbevolking.

Humanitaire doeleinden en prestaties

De doelstelling van ECHO in Burundi bestond erin de humanitaire basisbehoeften van de risicobevolking (ontheemden, behoeftige mensen, wezen, vrouwen aan het hoofd van een gezin, repatrianten) aan te pakken. Deze doelstelling is met succes gerealiseerd door middel van coöperatie met 20 partners. De reactie van ECHO op noodbehoeften was hoofdzakelijk gericht op de sectoren eerstelijnsgezondheidszorg, voedselzekerheid, veilig water, sanitaire voorzieningen en herstel van de voedingstoestand. Dit werd gedaan door het verstrekken van de belangrijkste medicijnen en medische diensten in gebieden waar de toegang tot gezondheidszorg uiterst beperkt of onmogelijk was. Er werd eveneens steun verleend ter financiering van programma's voor herstel van de voedingstoestand in tijden van voedselcrisis en in getroffen gebieden. Tot slot waren er in het gehele land acties die veilig water en sanitaire basisfaciliteiten aan ontheemden verstrekten. ECHO reageerde eveneens op plotse crises zoals tijdelijke ontheemding in onstabiele gebieden (oostelijke en zuidelijke provincies en het plattelandsgebied Bujumbura) en reageerde ogenblikkelijk op epidemieën (meningitis, cholera). De door ECHO gefinancierde acties zijn ten goede gekomen aan naar schatting 2 miljoen mensen.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

In 2002 werd het LRRD-proces voortgezet, in het bijzonder met door het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) gefinancierde programma's en in samenwerking met lidstaten, vooral omdat diverse nieuwe acties voor herstel en ontwikkeling zijn hervat ter bevordering van het vredesproces en de wederopbouw van het land. De aanhoudende instabiliteit van de situatie in Burundi blijft een belemmering voor de overdracht van ECHO-activiteiten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tanzania

Humanitaire behoeften

Tanzania biedt onderdak aan een grote vluchtelingenbevolking uit aangrenzende landen die voor overleving bijna geheel afhankelijk is van humanitaire hulp. Begin 2002 verbleven in Westelijk Tanzania 495.000 vluchtelingen uit Burundi, de DRC en Rwanda in 14 kampen onder bescherming van het UNHCR. Deze vluchtelingenbevolking nam in 2002 toe met 20.000. Ondanks aanhoudende pogingen vredesovereenkomsten af te dwingen was voor de meeste vluchtelingen terugkeer onmogelijk, aangezien de Tanzaniaanse wet zelfredzaamheid en integratie in de weg staat. De humanitaire behoeften betroffen onder meer voedsel, water, onderdak, bescherming en gezondheidszorg.

Humanitaire doeleinden en prestaties

De voornaamste doelstelling van ECHO was het voortzetten van de steun die het meerdere jaren aan deze actie voor "zorg en onderhoud" had verleend, aangezien er sprake was van een aanhoudende crisis die door veel donors niet langer als prioriteit werd beschouwd. De doelstellingen van het algemeen plan van ECHO voor 2002 voor Tanzania werden bereikt met een aan internationale partners zoals de IFRK, het UNHCR, UNICEF en het WFP toegewezen bedrag van 27 miljoen euro. De toewijzingen aan alle partners werden volledig vastgelegd. Er werd steun verleend aan programma's in de sectoren voedselhulp, logistiek, water, sanitaire voorzieningen, gezondheid, voeding, onderdak en bescherming. Deze steunverlening kwam ten goede aan meer dan 500.000 vluchtelingen, en ECHO was de grootste donor van het UNHCR voor het vluchtelingenprogramma voor Tanzania. De doelstelling van voortzetting van de monitoring werd eveneens bereikt. De repatriëring van Burundese vluchtelingen, die in maart 2002 startte, werd nauwlettend in de gaten gehouden teneinde de humanitaire beginselen van veiligheid, waardigheid en vrije wil tijdens dit proces te waarborgen. Hoewel in de loop van het jaar meer dan 50.000 Burundezen terugkeerden (spontane en ondersteunde terugkeer), leidde aanhoudend geweld in Burundi en in de DRC tot de komst van nieuwe vluchtelingen in Tanzania. Ondanks de onverwachte terugkeer van de meerderheid van de Rwandese vluchtelingen (meer dan 20.000) tegen het eind van 2002 nam het totale aantal geregistreerde vluchtelingen in kampen onder leiding van het UNHCR in Westelijk Tanzania in de loop van het jaar toe. ECHO bood bescherming aan kwetsbare bevolkingsgroepen door middel van kinder- en gendergerelateerde projecten.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

In 2002 werd tussen projecten enige samenhang bewerkstelligd door middel van steunverlening uit hoofde van het speciale programma voor door vluchtelingen getroffen gebieden (22 miljoen euro, 1997-2003) (Special Programme for Refugee-Affected Areas, SPRAA) en door financiering uit hoofde van artikel 73 van de Overeenkomst van Cotonou (voorheen artikel 255 van de Overeenkomst van Lomé; 4 miljoen euro voor enkele sectoren voor de langere termijn in de kampen en wel voor onderwijs, milieu, gezondheid en water/sanitaire voorzieningen). Daarnaast kon overeenstemming worden bereikt over de overdacht van enkele door ECHO gefinancierde voedselhulpprojecten aan het door DG AIDCO beheerde steunverleningsinstrument voor voedselzekerheid.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.1.4. West-Afrika

Sierra Leone - Guinee - Liberia

Humanitaire behoeften

De drie landen die samen de Unie van de rivier Mano vormen hebben de afgelopen 12 jaar te kampen gehad met oorlogen en onrust. De humanitaire problemen van de regio zijn nauw met elkaar verweven en ontwikkelingen in het ene land zijn vaak van directe invloed op de andere twee. Daarnaast waren, op een bepaald moment, naar schatting 700.000 mensen in hun eigen land ontheemd geraakt (500.000 in Sierra Leone, 250.000 in Liberia, 50.000 in Guinee). Het middelpunt van het tumult heeft zich van Liberia naar Sierra Leone verplaatst.

Sinds eind september 2000 waren naar schatting 75.000 Sierraleoonse vluchtelingen (UNHCR) naar Sierra Leone teruggekeerd. Hiervan gaven 58.000 repatrianten reden tot zorg, d.w.z. die welke humanitaire bijstand nodig hadden. Het programma voor herhuisvesting van deze repatrianten werd als de hoogste humanitaire prioriteit en de belangrijkste uitdaging van het land beschouwd.

De humanitaire situatie in Guinee is relatief stabiel geweest, hoewel de regio Forestiere werd geteisterd door periodes van onveiligheid. Begin 2002 waren er nog steeds 180.000 vluchtelingen in Guinee. Daarvan leefden er 65.000 in door het UNHCR beheerde kampen (50.000 Sierraleoners en 15.000 Liberianen), terwijl naar schatting 50.000 Sierraleoners en 65.000 Liberianen buiten de kampen verbleven.

Intern ontheemden in Liberia bevonden zich in een uitermate kwetsbare positie. Het lokale sociale netwerk, al belemmerd door vele jaren van gevechten en instabiliteit, was niet in staat het hoofd te bieden aan de extra last van nog eens 38.000 intern ontheemden die vluchtten voor de hervatting van de gevechten in Lofa County. Deze intern ontheemden vestigden zich in kampen in Bong County, Grand Cape Mount County en Gbapolou County. Daarnaast verbleven naar schatting 35.000 vluchtelingen uit Sierra Leone in vluchtelingenkampen in Liberia.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO reageerde op de humanitaire behoeften door middel van een regionale aanpak met een algemeen plan van 17 miljoen euro voor de vier verschillende, in nood verkerende bevolkingsgroepen (d.w.z. vluchtelingen, repatrianten, intern ontheemden en gastgemeenschappen), die afhankelijk van hun kwetsbaarheid meer of minder geïntegreerde bijstand kregen (waaronder de verlening van gezondheidszorgdiensten, water- en sanitaire voorzieningen, voeding alsmede onderdak en hulpgoederen anders dan levensmiddelen). Daarnaast werd steun verleend voor de humanitaire gegevensbank en het geografisch informatiesysteem, voor voedseldistributie en de bestendiging van humanitaire basisbeginselen. De humanitaire doeleinden van ECHO werden met succes bereikt, met volledige uitbetaling van het gereserveerde totaalbedrag van 17 miljoen euro. 21 partners, waaronder VN-agentschappen, internationale NGO's en het ICRK, hebben in de drie landen projecten uitgevoerd.

In Sierra Leone leverde ECHO een bijdrage aan het beheer van vier districtsziekenhuizen, zesenvijftig afdelingen voor eerstelijnsgezondheidszorg, het in het hele land uitgevoerde uitgebreide programma voor immunisering en een onderzoek ter evaluatie van de resistentie van malaria tegen chloroquine. Bovendien werden meer dan honderd waterpunten geboord of hersteld en werden kampen met ontheemden en vluchtelingen voorzien van drieduizend latrines en meer dan vijftig douches en wasruimten. Essentiële hulpgoederen anders dan levensmiddelen en materiaal voor onderdak werden uitgedeeld aan ontwortelde bevolkingsgroepen (bijv. meer dan 30.000 dekens en slaapmatjes, 50.000 keukensets, jerrycans, 30.000 stukken zeep en 700 rollen van 200 m plasticfolie)

In Guinee werd met de financiële middelen van ECHO bijgedragen aan een geïntegreerd programma voor eerstelijnsgezondheidszorg en water- en sanitaire voorzieningen voor naar schatting 37.000 vluchtelingen in de kampen van Boréah, Nonah, Laïné en Kouankan. Daarnaast werden op andere plaatsen 75 bronnen aangelegd en driehonderd latrines gebouwd. Bovendien had de bevolking van de prefectuur Guéckédou (200.000 mensen) toegang tot eerstelijnsgezondheidszorg en ontvingen naar schatting 7.000 kinderen en 500 zwangere vrouwen aanvullende voeding. Tot slot droeg ECHO na een uitbraak van gele koorts in Conakry bij aan een noodcampagne voor inenting van 1,5 miljoen personen. Deze actie werd ten uitvoer gelegd door de Wereldgezondheidsorganisatie.

Door ECHO gefinancierde partners verstrekten in Liberia voedsel aan 150 sterk ondervoede kinderen in centra voor therapeutische voeding en implementeerden een programma dat een reactie vormde op de cholera-uitbraak die een gevaar vormde voor een bevolking van 50.000 personen. Bovendien werden in kampen met intern ontheemden tien waterpunten, 200 latrines en evenveel wasruimten gebouwd. Het beschermingsprogramma van het ICRK tot slot was gericht op 100.000 kwetsbare personen.

Aan het einde van het jaar (20/12/2002) werd 2 miljoen euro aan aanvullende financiering gereserveerd voor de ondersteuning van het UNHCR bij de repatriëring van vluchtelingen naar Sierra Leone en voor het verlenen van humanitaire basisdiensten aan Liberiaanse vluchtelingen in Sierra Leone.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

In 2002 waren de activiteiten van ECHO op het gebied van LRRD hoofdzakelijk gericht op het voorbereiden ter plaatse - met DG DEV en DG AIDCO - van de start van twee belangrijke, door de EG gefinancierde programma's voor herstel en ontwikkeling die van essentieel belang zijn voor LRRD in Sierra Leone: het programma voor herhuisvesting en herintegratie voor de 200.000 repatrianten (Resettlement and Reintegration Programme, SLRRP) en het ondersteunend programma voor de gezondheidszorgsector (Health Sector Support Programme, HSSP). Met de start van deze twee programma's in november 2002, de komst van een technisch deskundige naar het ministerie van Gezondheid en de werving door de delegatie van een jonge, met LRRD belaste deskundige, heeft de EG in Sierra Leone op het gebied van LRRD grote vooruitgang geboekt.

In Guinee droeg ECHO enkele voedselzekerheidsprogramma's die de voornaamste taken van ECHO te buiten gingen, over aan andere diensten van de Commissie. Vanaf december 2002 hebben DG DEV en DG AIDCO twee projecten overgenomen die voorheen door ECHO werden gefinancierd (met gebruikmaking van middelen uit het 6e en het 7e EOF), en een ander project wordt gefinancierd door de begrotingslijn medefinanciering van NGO's.

In Liberia streven DG DEV, DG AIDCO en ECHO naar een "continuüm" waarin programma's van beide diensten elkaar aanvullen. DEV en AIDCO zetten de financiering van noodhulp na de acute noodsituatie voort via middelen uit hoofde van artikel 255 van het 8e EOF (25 miljoen euro voor twee jaar) in de sectoren gezondheid, water- en sanitaire voorzieningen. ECHO vult deze bijdrage aan door zich te richten op ontwortelde bevolkingsgroepen in en rond Monrovia.

Ivoorkust

Na de poging tot een staatsgreep in Ivoorkust in september 2002 werd een spoedbesluit ten bedrage van 1,5 miljoen euro goedgekeurd. Deze bijdrage werd en wordt nog steeds gebruikt voor steun aan diverse gezondheidszorgstructuren en hierdoor zullen kwetsbare gezinnen een aanvullend voedselrantsoen kunnen krijgen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.2. Balkan, NOS-landen, Zuidelijk Middellandse-Zeegebied

3.2.1. Balkan

Servië

Humanitaire behoeften

In 2002 was de situatie in Servië volledig in een post-crisisfase beland. Er bleven echter acute behoeften bestaan aangezien de situatie verslechterde ten gevolge van de groeiende armoede en van het nog steeds omvangrijke aantal vluchtelingen en intern ontheemden (respectievelijk 377.000 en 187.000).

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO zette zijn geleidelijke terugtrekking uit het land voort maar hield een vrij grote actie ten bedrage van 37,5 miljoen euro in stand die was gericht op de onmiddellijke humanitaire behoeften van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, met name vluchtelingen en intern ontheemden.

De voornaamste doelstellingen van de actie van ECHO voor 2002 kenden drie hoofdlijnen: ten eerste instandhouding van primaire levensomstandigheden voor kwetsbare vluchtelingen, intern ontheemden en een aantal uiterst kwetsbare personen gedurende de winter van 2002-2003. Ten tweede: consolidatie en afronding van ECHO-programma's in de gezondheidszorgsector en de psychosociale sector door te voorzien in medische basisapparatuur en herstel samen met opleiding. Ten derde: bevordering van duurzame oplossingen voor vluchtelingen. Deze hadden ten doel de integratiekansen van vluchtelingen optimaal te benutten. ECHO handhaafde ook de financiering van duurzame repatriëring naar Bosnië en Herzegovina en Kroatië. Toekomstige repatrianten kregen de gelegenheid te gaan kijken in hun land en streek ('go-and-see') en kregen juridische hulp en vervoer aangeboden.

De twee besluiten die ECHO in 2002 voor Servië uitvaardigde (37,5 miljoen euro) resulteerden in 47 contracten; 25 daarvan zijn reeds voltooid. In de verslagperiode zijn aan ongeveer 115.000 mensen voedsel en hygiënische producten voor de basisbehoeften verstrekt. 1.200 vluchtelingengezinnen hebben steun ontvangen in de vorm van bouwmaterialen en subsidies in natura, zodat zij zich permanent in Servië konden vestigen. Nog eens 150 uiterst kwetsbare oudere vluchtelingen worden ondergebracht in herstelde faciliteiten voor zorg voor de lange termijn. Bijna 1.000 mensen hebben van de 'go-and-see'-faciliteit gebruikgemaakt om terug te keren naar Kroatië en te kijken of zij permanent willen terugkeren.

Voor de intern ontheemden is een ononderbroken toevoer van voedsel en hygiënische producten voor 50.000 mensen in stand gehouden. 110 gezinnen van intern ontheemden zijn ondergebracht bij particulieren en 51 collectieve centra zijn hersteld.

In totaal werden 98.000 uiterst kwetsbare sociale probleemgevallen gesteund met hygiënische producten of gevoed via gaarkeukens. 28.000 bewoners van collectieve centra en kwetsbare probleemgevallen kregen brandstoffen om de winterperiode te doorstaan.

De 6,5 miljoen euro aan hulp in de gezondheidszorgsector werd door middel van een op het hele land gericht ondersteunend programma voor de eerstelijnsgezondheidszorgsector over de gehele Servische bevolking verdeeld. Er werd speciale nadruk gelegd op de Roma-bevolking teneinde ervoor te zorgen dat deze werd opgenomen in de gezondheidszorg.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

In alle sectoren werden inspanningen geleverd voor het ondersteunen van het LRRD-proces door te zorgen voor coördinatie met de nationale autoriteiten, andere donors en het Europees Bureau voor Wederopbouw, alsmede met de programma's van de Commissie betreffende terugkeer naar Bosnië en Kroatië. Het is nog te vroeg om te beoordelen welke resultaten de pleitbezorging van ECHO voor LRRD zal hebben, aangezien veel projecten nog gaande zijn. De vooruitzichten zijn goed in de gezondheidszorgsector, waarvoor het EBW voor 2003 9,5 miljoen euro heeft uitgetrokken voor de verdere versterking van de eerstelijnsgezondheidszorgsector. Het Bureau overweegt steun te verlenen voor de ontwikkeling van gezondheidszorgbeleid. Dit veronderstelt betrokkenheid van ECHO-partners als UNICEF of de WHO, die ook als adviseurs voor het ministerie fungeren. Mogelijkerwijs zijn er meer mogelijkheden op het gebied van inkomensgenererende activiteiten en beroepsopleiding. ECHO zal gedurende 2003 blijven zoeken naar mogelijkheden voor samenhang.

Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië - Kosovo

Humanitaire behoeften

De grootste nood vanuit humanitair oogpunt van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië/Kosovo had in 2002 betrekking op de nasleep van het conflict van 1999 en betrof vluchtelingen in Kosovo, intern ontheemden, repatrianten en andere kwetsbare bewoners van de conflictgebieden.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO wees in 2002 5,5 miljoen euro toe aan de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië/Kosovo teneinde basissteun te verlenen aan intern ontheemde vluchtelingen, minderheden en andere kwetsbare bevolkingsgroepen en duurzame oplossingen en de overgang naar activiteiten voor structurele ontwikkeling te bevorderen. ECHO hielp in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië via gastgezinnen tegemoet te komen aan de basisvoedselbehoeften van intern ontheemden, kwetsbare inwoners in conflictgebieden en in collectieve centra, terwijl - wat hulpmiddelen anders dan levensmiddelen betreft - hygiënische pakketten werden verstrekt voor gastgezinnen en brandhout werd verstrekt aan gezinnen, scholen en poliklinieken in het conflictgebied. Noodherstel van scholen en poliklinieken alsmede de steunverlening in de sector water- en sanitaire voorzieningen werd in 2002 voortgezet. In de sociale sector werden in Tetovo, Kumanovo en Skopje gemeenschapsdiensten en steunverlening inzake vertrouwensopbouw ten uitvoer gelegd. Met net iets meer dan 3.000 Kosovo-vluchtelingen die in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië verbleven, werd voor dit aantal door het UNHCR naar duurzamere oplossingen als repatriëring, pleitbezorging en lokale integratie gezocht.

In 2002 waren in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië 13 projecten gaande, die werden uitgevoerd door 9 partners. Onder de begunstigden waren onder meer 3.500 vluchtelingen, 14.000 intern ontheemden en 5.500 problematische gezinnen. Daarnaast ontvingen 2.500 boeren zaaigoed en diervoeder. Aan 40.000 mensen van de lokale bevolking kwamen projecten voor water- en sanitaire voorzieningen ten goede. Lopende projecten op het gebied van gemeenschapsdiensten (geestesziekten, kinderwelzijnszorg, opname als pleegkind in gezinnen, etc.) kwamen ten goede aan ongeveer 40.000 begunstigden. 12 projecten zijn met succes afgerond; het laatste project wordt naar verwachting in juni 2003 afgerond.

Hoewel ECHO zich eind 2001 geleidelijk uit Kosovo terugtrok, maakten de behoeften van de minderheden (ongeveer 150.000) het nodig dat voor 2002 via het UNHCR aanvullende steun (bescherming en materiaalhulp) werd verleend. Het UNHCR-project werd met succes afgerond.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Het LRRD-proces in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is minder duidelijk dan in andere landen, aangezien het grootste deel van de instrumenten meer op institutionele hervorming ter voorbereiding van het land op het associatie- en stabilisatieproces dan op de ontwikkeling van basisorganisaties is gericht. ECHO heeft echter in verschillende sectoren naar LRRD gestreefd. In de sociale sector zijn de 23 door ECHO opgerichte Babylon-kinder- en -jeugdcentra, waarin kinderen (en ouders) met een uiteenlopende etnische achtergrond worden opgevangen, nu overgedragen aan de Wereldbank. In deze sector werd in 2002 eveneens de steun van ECHO tot problematische gezinnen uitgebreid in afwachting van de resultaten van de hervorming van de nationale sociale zekerheid, die begin 2003 eindelijk door het ministerie van Arbeid en Sociaal Beleid werd aangekondigd. ECHO heeft een aanzienlijk bedrag geïnvesteerd in de sector water- en sanitaire voorzieningen in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en het laatste project in deze sector omvatte onder meer de invoering van een gegevensbank met bijzonderheden over alle ECHO-projecten. Deze projecten zijn ontwikkeld met in het achterhoofd een ontwikkeling op de lange termijn en de gegevensbank is door de regering en de lokale autoriteiten verwelkomd en zou de EBW van pas kunnen komen bij de voorbereiding van toekomstige programma's in deze sector

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.2.2. Nieuwe Onafhankelijke Staten (NOS)

Tsjetsjenië, Ingoesjetië en Daghestan

Humanitaire behoeften

Drie jaar na het begin van de tweede oorlog in Tsjetsjenië duurde het conflict nog steeds voort en was er geen zicht op een politieke oplossing. Hoewel de initiële fase van zware bombardementen plaats maakte voor een minder ernstig conflict, waren er in 2002 in Tsjetsjenië nog steeds meer dan 80.000 federale troepen operationeel, terwijl de regelmatige aanvallen van rebellen onverminderd doorgingen. De situatie werd nog steeds gekenmerkt door zeer ernstige schendingen van mensenrechten en humanitaire wetten, met de burgerbevolking als het grootste slachtoffer van het conflict.

In een context van permanente onveiligheid waarin ieder Tsjetsjeens gezin door het conflict is getroffen, bevond zich nog steeds een groot aantal ontheemde Tsjetsjeense gezinnen in de aangrenzende republieken Ingoesjetië en Daghestan, alsmede in de rest van de Russische Federatie. Ondanks grotere druk op ontheemde gezinnen in Ingoesjetië om terug te keren naar Tsjetsjenië en ondanks de sluiting in november van een van de tentenkampen, waren er nog steeds ongeveer 100.000 intern ontheemden in Ingoesjetië en 5.000 tot 10.000 in Daghestan.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Aangezien er noch in Tsjetsjenië noch in Ingoesjetië en Daghestan een verbetering in de humanitaire situatie plaatsvond, met een zelfs nog grotere kwetsbaarheid van ontheemde personen die hun incasseringsvermogen grotendeels hadden opgebruikt, handhaafde ECHO zijn steun aan zowel de intern ontheemden als de lokale bevolking van Tsjetsjenië. De totale financiering (28 miljoen euro) werd verdeeld tussen Tsjetsjenië (meer dan 60% van de totale financiering), Ingoesjetië (ongeveer 35%) en Daghestan (minder dan 5%). ECHO ging in Tsjetsjenië door met financiële steun voor de verstrekking van water in Grozny, de distributie van basisvoedsel in alle regio's van Tsjetsjenië, de verstrekking van gratis medicijnen in ziekenhuizen en hulp aan chirurgie- en traumatologieafdelingen van een aantal ziekenhuizen, het herstel van een werkplaats voor prothesen in Grozny, alsmede steun aan vier kinderziekenhuizen, de verstrekking van kindvriendelijke ruimten in Grozny en de steun aan bewustmakingscampagnes op het gebied van mijnen.

ECHO pleitte in Ingoesjetië voor het recht van intern ontheemden om daar te blijven zolang de onveilige situatie in Tsjetsjenië het hun onmogelijk maakte veilig terug te keren naar Tsjetsjenië, en bleef hun derhalve substantiële steun verlenen. De financiering werd gebruikt voor het verbeteren van onderkomens, allereerst door vervanging van versleten tenten en vervolgens door de poging barakken te bouwen voor huisvesting van de intern ontheemden die urgent onderdak nodig hadden; het verbeteren van water- en sanitaire voorzieningen in kampen en spontane nederzettingen; het uitdelen van essentiële hulpgoederen anders dan levensmiddelen (beddengoed, kleding en verzorgingsproducten); het bieden van basisonderwijs en kleuterscholen; het verlenen van medische en psychologische steun, in het bijzonder zorg voor moeder en kind; het verlenen van psychosociale steun en beroepsopleidingactiviteiten, met name voor de jeugd; het bieden van bescherming, in het bijzonder door middel van juridisch advies en steun aan intern ontheemden alsmede het pleiten voor de rechten van intern ontheemden en de lokale bevolking in Tsjetsjenië.

In Daghestan stelde ECHO financiële middelen ter beschikking voor de ondersteuning van intern ontheemden uit Tsjetsjenië en wel middels de verstrekking van basisvoedsel alsmede medische steun voor een ziekhuis en verbeteringen van water- en sanitaire voorzieningen in spontane nederzettingen.

Door de in Tsjetsjenië en in toenemende mate in Ingoesjetië en Daghestan heersende onveiligheid dienden, evenals in het verleden, de activiteiten door de partners op afstand te worden uitgevoerd. De toegang tot Tsjetsjenië is steeds problematischer geworden doordat federale en lokale autoriteiten steeds grotere barrières opwierpen voor de hulpverlening. Daarnaast zijn er in Ingoesjetië nieuwe restricties voor het werk van humanitaire bureaus ingevoerd, waar de autoriteiten hebben geprobeerd partners te verbieden tenten in kampen te vervangen of alternatief onderdak te bouwen voor intern ontheemden. De toegang tot de kampen is enige tijd problematisch geweest en de algehele veiligheid in Ingoesjetië is tegen het einde van het jaar verslechterd.

In Daghestan leidde de ontvoering op 12 augustus van het hoofd van de missie van AZG tot de opschorting van alle activiteiten van AZG in zowel Daghestan als Tsjetsjenië.

ECHO financierde in 2002 acties via 17 verschillende uitvoerende partners; 45 acties werden voltooid, één werd er opgeschort en er gingen 61 nieuwe contracten van start. In Tsjetsjenië, Daghestan en Ingoesjetië werden ongeveer 60.000 intern ontheemden en kwetsbare personen voorzien van medische zorg. De sector waarin de meeste steun werd verleend bleef de voedseldistributie. Aan ongeveer 220.000 intern ontheemden en aan kwetsbare bevolkingsgroepen in Tsjetsjenië en Daghestan werd basisvoedselhulp verleend. Aan 1.000 6 tot 24 maanden oude kinderen in Ingoesjetië werd speciaal voedsel verstrekt; aan 45.000 basisschoolkinderen in Tsjetsjenië werden dagelijks warme maaltijden verstrekt. In Ingoesjetië werden ongeveer 800 nieuwe tenten opgezet en 170 barakken gebouwd voor onderdak van mensen uit tentenkampen of spontane nederzettingen.

Er werden essentiële hulpgoederen uitgedeeld aan 20.000 intern ontheemde gezinnen in Ingoesjetië (verzorgingsproducten en beddengoed, brandhout) en aan 30.000 intern ontheemde kinderen in Ingoesjetië en Tsjetsjenië (kinderkleding). Aan bijna 1.000 jonge intern ontheemden in Ingoesjetië kwamen psychosociale steun, verbetering van vaardigheden en beroepsactiviteiten ten goede.

In Ingoesjetië werden de water- en sanitaire voorzieningen verbeterd (20.000 intern ontheemden ) en werd gezorgd voor de toegang tot drinkwater voor de lokale bevolking van Grozny (100.000), met speciale nadruk op scholen en gezondheidszorgfaciliteiten. In Ingoesjetië, Tsjetsjenië en Daghestan maakten 210.000 personen (met name kinderen) gebruik van scholing inzake bewustwording van mijnen. ECHO droeg eveneens bij aan het functioneren van kindvriendelijke ruimten, waarvan ongeveer 1.000 kinderen in Tsjetsjenië en Ingoesjetië gebruikmaakten.

Bovendien kregen intern ontheemden, repatrianten en de lokale bevolking in de gehele noordelijke Kaukasus door ECHO gefinancierde beschermingsactiviteiten aangeboden, met name juridisch advies.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

De humanitaire situatie stond het ECHO niet toe het LRRD-proces in 2002 voort te zetten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Tadzjikistan

Humanitaire behoeften

In 2002 vond na drie jaar van ernstige droogte een terugkeer naar bijna het normale niveau van regenval plaats. Niettemin bleven de gevolgen van de droogte in het gehele land voelbaar. Meer dan een kwart van de 6,3 miljoen mensen tellende bevolking had noodvoedselhulp nodig en het kinderondervoedingscijfer bleef onacceptabel hoog. Meer dan de helft van de bevolking had geen toegang tot schoon drinkwater, terwijl de regering door de hoge incidentie van ziekten er nog steeds niet in slaagde voldoende medische basisartikelen te verstrekken.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Voor de eerste keer in een aantal jaar was er geen besluit tot noodfinanciering nodig. Op 30 april 2002 werd een algemeen plan met een looptijd van een 12 maanden ten bedrage van 10 miljoen euro goedgekeurd. Het programma had drie specifieke doelstellingen. De eerste was bij te dragen aan het voldoen aan onmiddellijke basisbehoeften aan voedsel, waar mogelijk met gelijktijdige bevordering van de voedselzekerheid van de meest kwetsbare huishoudens. De tweede doelstelling was het ziekte- en het sterftecijfer terug te dringen door het bevorderen van de toegang tot de eerstelijnsgezondheidszorg, door te zorgen voor een doeltreffende reactie op uitbraken van infectieziekten en door het bewustzijn van gemeenschappen inzake gezondheidsaspecten te bevorderen. Tot slot diende de toegang tot drinkwater te worden vergroot en tegelijkertijd het veilige gebruik van water te worden bevorderd teneinde de incidentie van door het water overgebrachte ziekten te verlagen. Deze maatregelen waren van toepassing op alle regio's van het land, maar de nadruk lag op de provincie Khatlon in het zuidwesten, de regio die het zwaarst door de droogte werd getroffen.

Ongeveer 55.000 personen ontvingen voedselhulp (waaronder 15.000 ondervoede kinderen) en aan 27.000 plattelandshuishoudens kwamen projecten voor voedselzekerheid op korte termijn ten goede. Voor 250.000 mensen werd de toegang tot schoon drinkwater verbeterd en de gehele bevolking kreeg een betere toegang tot eerstelijnsgezondheidszorg. Met 14 partners werden 17 subsidieovereenkomsten getekend. Er deden zich geen grote problemen voor en alle 17 acties zijn geheel of bijna afgerond.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

In 2002 bespoedigden andere financieringsinstrumenten van de Commissie de voorbereidingen voor de hervatting van activiteiten in Tadzjikistan na een aantal jaar van afwezigheid. Met de activiteiten zal eind 2003/begin 2004 van start worden gegaan. ECHO verstevigde de contacten met andere diensten van de Commissie en andere donors ter bevordering van het LRRD-proces.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Georgië en Armenië

In de zuidelijke Kaukasus was ECHO, ondanks het terugschroeven van de hulp het jaar daarvoor, genoodzaakt de mensen te hulp te komen die wederom door de droogte in Georgië en in Armenië werden getroffen, om vervolgens zijn steun aan de meest kwetsbare bevolking in Georgië, in het bijzonder rond Abchazië, weer op te pakken.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.2.3. Zuidelijk Middellandse-Zeegebied en Midden-Oosten

Algerije (Westelijke Sahara)

Humanitaire behoeften

155.000 Sahrawi-vluchtelingen verblijven - sommigen van hen sinds 1975 - in de woestijn in Zuidwest-Algerije. Ze zijn het slachtoffer van een vergeten crisis en van donormoeheid. Hun eigen middelen zijn zeer beperkt en ze zijn in grote mate afhankelijk van internationale hulp. Hun grootste behoefte is die aan voedsel, zowel basis- als aanvullende producten. Andere belangrijke behoeften zijn gezondheidszorg, onderdak en kleding.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO verstrekte - in overeenstemming met zijn strategie om vergeten crises aan te pakken - door middel van een algemeen plan 14,34 miljoen euro en werd hierdoor de grootste verlener van hulp aan de Sahrawi-vluchtelingen.

De doelstellingen bestaan erin voor stabiliteit en diversiteit van het voedselpakket te zorgen. Dit doel is ruimschoots bereikt door consolidatie van de basisvoedselzekerheidvoorraad, die in juli 2001 tot stand werd gebracht. De aanwending van de voorraad bij de tenuitvoerlegging van het algemeen plan voor 2002 droeg iedere maand (met uitzondering van september) bij aan de verstrekking, in overeenstemming met de WHO-normen, van 2.100 Kcal per dag per persoon. In het kader van het algemeen plan voor 2002 is reeds 1.000 ton rijst, 1.727.35 ton gerst en 517 ton linzen uitgedeeld.

De reeds geleverde aanvullende voedselproducten hebben er eveneens voor gezorgd dat het geleverde voedselpakket evenwichtig is: 1.437.65 ton melkpoeder, 408 ton kamelenvlees, 609 ton dadels en 343 ton groenten en vers fruit.

Naast de 5.000 ton aan reeds genoemde producten zal in 2003 8.777 ton aan basis- en aanvullende voedingsmiddelen worden geleverd als onderdeel van het algemeen plankader 2002. Dit plan zal in de eerste voedselbehoeften voorzien tot de tenuitvoerlegging van het algemeen plan voor 2003.

De steun van ECHO werd verleend via 6 partners. Het beheer van de hulp verbeterde ten opzichte van voorgaande jaren. Maar ECHO is nog niet volledig tevreden over de kwaliteit van het toezicht en heeft derhalve zijn partners aanbevelingen voor goede praktijken bij toezicht toegezonden. Ook zal ECHO begin 2003 een audit van de acties uitvoeren.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

In 2002 was er te weinig belangstelling van donors voor steunverlening en samenhang, aangezien het hier om een vergeten crisis gaat.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Palestijnse gebieden, Jordanië, Libanon,

Humanitaire behoeften

De door het uitbreken van de tweede Intifada in september 2000 veroorzaakte humanitaire crisis verergerde zienderogen. Avondklokken en beperkingen van de bewegingsvrijheid droegen bij tot werkloosheidsniveaus van 53% en brachten ongeveer twee miljoen personen, dat wil zeggen 60% van de Palestijnse bevolking, onder de armoedegrens van 2 euro per dag. Ongeveer 1,9 miljoen personen ontvingen voedselhulp, maar toch daalde de voedselconsumptie in reële termen per persoon met 25-30%. Tekorten aan medicijnen, ontzegde toegang tot gezondheidszorgdiensten en financiële beperkingen belemmerden de doeltreffendheid van de gezondheidszorgsector. De behoefte aan psychologische steun, in het bijzonder voor kinderen, steeg aanzienlijk. De gebruikelijke toegang tot schoon water werd een dagelijks probleem. Ook kwetsbare Palestijnen in Jordanië, Libanon en Syrië werden indirect het slachtoffer van de crisis.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO reageerde op de humanitaire nood met de goedkeuring van vijf besluiten voor een totaalbedrag van 35 miljoen euro, meer dan twee keer het bedrag dat oorspronkelijk was voorzien. ECHO financierde acties in alle belangrijke, door de crisis getroffen sectoren: de gezondheidszorg-, de voeding- en de psychosociale sector; water- en sanitaire voorzieningen; voedsel; onderdak en herstel. Ook werd steun verleend voor kleinschalige economische en werkgelegenheidskansen alsmede voor beschermingactiviteiten van het ICRK en het 'urban voucher'-programma van deze organisatie. Tot slot werd het coördinerende orgaan van de VN op dit gebied - OCHA - gesteund bij zijn inspanningen om te pleiten voor humanitaire hulp. Aan ongeveer 300.000 personen, voornamelijk in dorpen op het platteland en in geïsoleerde dorpen, kwamen door ECHO gefinancierde projecten voor de verstrekking van drinkwater ten goede. Ongeveer 1,3 miljoen mensen in de gezondheidszorgsector kregen hulp. Er waren inkomensgenererende activiteiten gericht op ongeveer 10.000 personen, terwijl de voedselsteun ten goede kwam aan 151.280 personen, waaronder 6.145 ondervoede kinderen jonger dan 5 jaar en borstvoeding gevende vrouwen. 53.200 personen kregen psychologische hulp. 558 tijdelijke huisvestingen werden gerepareerd.

Buiten de Palestijnse gebieden werden de onderkomens van 331 gezinnen in Palestijnse vluchtelingenkampen van de UNRWA in Jordanië (75), Libanon (115) en Syrië (141) hersteld, hetgeen ten goede kwam aan meer dan 1.500 personen. ECHO financierde eveneens acties in de sector water- en sanitaire voorzieningen ten gunste van de meest kwetsbare Palestijnse vluchtelingen in Libanon, waaronder een geschat aantal van 40.000 niet-geregistreerde vluchtelingen die in onofficiële kampen en verzamelplaatsen verbleven.

In de Palestijnse gebieden hebben de beperkingen van de bewegingsvrijheid die door Israëlische defensietroepen aan zowel personen als goederen werden opgelegd, ook de tenuitvoerlegging van humanitaire acties en de verplaatsing van humanitair personeel belemmerd. Voor enkele door ECHO gefinancierde acties was een wijziging van het contract nodig, waaronder verlenging van de looptijd, maar uiteindelijk werden ze allemaal gehandhaafd. In Libanon werd één project in de sector water- en sanitaire voorzieningen, dat ten goede kwam aan Palestijnse vluchtelingen, afgelast vanwege problemen met de lokale autoriteiten.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Hoewel er geen sprake is geweest van overdracht van activiteiten aan andere communautaire financiële instrumenten, zijn er drie gebieden waarop duidelijke synergie bestaat in termen van LRRD: de voedsel- en de gezondheidszorgsector, alsmede activiteiten die inkomsten genereren en werkgelegenheid creëren. Terwijl ECHO in de voedselsector de urgente behoeften van de doelgroepen aanpakt, zijn de hoofddoelstellingen van het Voedselzekerheidsprogramma van de EU het leveren van een bijdrage aan versterking van het institutioneel kader op de langere termijn, het ontwikkelen van de plattelandsinfrastructuur en de landbouwdiensten en het opzetten van een informatiesysteem voor voedselzekerheid. Door ECHO in de gezondheidszorgsector gefinancierde acties worden gecoördineerd met de bredere steun waarin in het kader van de EU-bijstand aan de bezette Palestijnse gebieden wordt voorzien. Deze bijstand omvat onder meer een alomvattende beoordeling van de gezondheidszorgsector, steun aan het Palestijnse ministerie van Gezondheid en aan geselecteerde ziekenhuizen in Oost-Jeruzalem, alsmede ziekenhuisbeheer en -planning. Bij activiteiten die inkomsten genereren en werkgelegenheid creëren wordt rekening gehouden met de positieve ervaringen van ECHO in het kader van de uitwerking van het nationaal ontwerp-strategiedocument voor de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Het doel is zich te richten op de sociale sector door het inzetten van financiële instrumenten ter ondersteuning van activiteiten die verder gaan dan de strikt humanitaire noodhulp voor de korte termijn die door ECHO wordt geboden.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Jemen

Humanitaire behoeften

Jemen behoort tot de 25 armste landen van de wereld. Het land heeft nog steeds te kampen met de gevolgen van de burgeroorlog van 1994, waarin het noorden en het zuiden tegenover elkaar stonden. Jemen heeft een grotendeels rurale bevolking die nog steeds het slachtoffer is van spanningen tussen stammen en natuurrampen. Naar schatting had in 2002 slechts 25% van de bevolking toegang tot gezondheidszorgdiensten en had slechts 69% toegang tot schoon drinkwater.

Humanitaire doeleinden en prestaties

De hoofddoelstellingen van ECHO bestonden erin de sanitaire toestand te verbeteren waarin mensen in geïsoleerde gebieden zonder toegang tot eerstelijnsgezondheidszorg en zonder toegang tot drinkwater zich bevinden. In 2002 zijn op het eiland Socotra 17 bronnen verbonden met dichtbijgelegen dorpen door middel van een leidingnet, de bouw van 5 waterwinningstanks en de levering van 20 tanks voor het scheiden van water voor menselijke en dierlijke consumptie. Dit heeft de levering van een waterdistributienet voor 55 dorpen en de toegang tot water voor meer dan 11.000 personen mogelijk gemaakt. Op hetzelfde eiland zijn 5 paden hersteld, zodat voor 7.000 personen de toegang tot basisdiensten werd verbeterd. In de regio Dhala kregen 65.000 in afgelegen plattelandsgebieden verblijvende personen toegang tot verbeterde gezondheidszorgdiensten en water. In de regio Taez kregen 50.000 in afgelegen plattelandsgebieden verblijvende personen toegang tot verbeterde gezondheidszorgdiensten. In de stad Taez kregen 986 kwetsbare leden van de Akhdam-gemeenschap een veiliger onderkomen. Bovendien werd in december 2002 nog eens 1,59 miljoen euro aan Jemen toegewezen voor het herstel van de toegang tot drinkwater voor 25.500 personen en voor het vergemakkelijken van de toegang tot gezondheidszorgdiensten voor 162.000 personen in 2003.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

ECHO rekende Jemen in 2002 tot de vergeten crises. Door onvoldoende belangstelling van donors was het onmogelijk humanitaire activiteiten over te dragen aan steunverleningsinstrumenten voor de langere termijn.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.3. Azië en Latijns-Amerika

3.3.1. Azië

Afghanistan

Humanitaire behoeften

In 2002 was de crisis in Afghanistan veruit de grootste uitdaging in Azië. Vanaf het voorjaar kwam één van de grootste stromen vluchtelingen ooit op gang. Tegen alle voorspellingen in keerden bijna 2 miljoen personen terug uit Pakistan en Iran, samen met nog eens 500.000 intern ontheemden die terugkeerden naar hun thuisgebieden. Ze werden geconfronteerd met een door meer dan 20 jaar oorlog te gronde gerichte situatie, verwoeste of onbewoonbare huizen, onbebouwde gronden en het ontbreken van zelfs basisinfrastructuur.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Het initiële doel was, met een toewijzing van 35 miljoen euro, te voldoen aan de meest urgente humanitaire behoeften en Afghaanse vluchtelingen in aangrenzende landen te helpen.

Toen de omvang van de repatriëring duidelijk werd, trok ECHO geleidelijk steeds meer financiële middelen voor deze regio uit en kwamen deze uiteindelijk uit op een bedrag van 73 miljoen euro, meer dan het dubbele van het oorspronkelijke bedrag. Ook de prioriteiten van ECHO ontwikkelden zich naar gelang van de situatie en uiteindelijk was er sprake van drie algemene doelstellingen. Ten eerste de instandhouding van de duurzaamheid van de repatriëring en dus voorkoming van verdere vluchtelingengolven. Er werden financiële middelen verstrekt voor de bouw van onderkomens, latrines en waterleidingnetwerken, noodhulp op het gebied van gezondheidszorg en de distributie van zaaigoed en basisproducten anders dan levensmiddelen, zoals dekens en brandstof, en projecten voor het genereren van inkomens. Ten tweede werd de humanitaire hulp gericht op slachtoffers van de ernstige droogte voor het vierde achtereenvolgende jaar, opdat deze in leven konden blijven, en ze werden geholpen om te voorkomen dat ze het gebied moesten verlaten. Deze mensen werden voorzien van drinkwater, irrigatie, eerstelijnsgezondheidszorg en voedselhulp. Uit hoofde van door ECHO gefinancierde projecten werden 1.500 bronnen aangelegd en hersteld. Ten derde werd hulp verleend aan vluchtelingen in aangrenzende landen, door middel van de verstrekking van water- en sanitaire faciliteiten en gezondheidszorg.

In 2002 werkte ECHO met meer dan 40 partners en steunde het projecten die 400.000 Afghanen hielpen hun huisvestingsproblemen te boven te komen. Ze boden belangrijke werkgelegenheidsmogelijkheden, zodat mensen konden overleven doordat ze inkomen en voedsel hadden - in totaal werden 4,5 miljoen mandagen werk gefinancierd. Hierdoor konden in Afghanistan 1.500 km aan wegen, 300 km aan irrigatiekanalen, 13 scholen, 10 klinieken, 1 ziekenhuis en 235 duikers en bruggen worden gerepareerd. Aan het einde van het jaar werd speciale aandacht besteed aan kwetsbare bevolkingsgroepen teneinde hen in staat te stellen de strenge Afghaanse winter te overleven, en aan meer dan 1 miljoen personen werd hulp verleend in de vorm van onder meer dekens, brandstof en andere belangrijke hulpgoederen anders dan levensmiddelen.

In januari 2001, toen het land nog maar net toegankelijk was geworden na de val van de Taliban, slaagde ECHO erin ook een bureau in Kabul te openen en veel eerder dan de meeste andere donors operationeel te worden.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

In 2002 werden in Afghanistan geleidelijk grote projecten van de EU voor wederopbouw en ontwikkeling operationeel. LRRD is vergevorderd en op sectoraal en regionaal niveau is begonnen met de operationele coördinatie. De grootste concrete prestatie in 2002 was de ophanden zijnde overdracht van door DG AIDCO beheerde gezondheidszorgprojecten aan ontwikkelingsinstrumenten. In 2003 is in het Nationaal Indicatief Programma van de Commissie voor Afghanistan een belangrijke gezondheidszorgcomponent opgenomen. De op één na grootste prestatie betreft de herintegratie van repatrianten. ECHO richt zich op alle humanitaire kwesties, van repatriëring tot huisvesting, terwijl AIDCO door middel van plattelandsherstel zorg draagt voor de bijstand op lange termijn.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Irak

Humanitaire behoeften

Na twee grote conflicten - de oorlog tussen Iran en Irak en de Golfoorlog - en 12 jaar van internationale sancties is een voorheen welvarend land tot een ruïne vervallen. Zelfs al vóór de door de VS geleide militaire interventie in Irak was de humanitaire nood in het land ontstellend groot. Eén op de acht kinderen sterft vóór het vijfde levensjaar, 20% van de kinderen onder de vijf jaar is te licht en één op de twaalf kinderen lijdt aan acute ondervoeding.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO was zelfs al vóór de oorlog in Irak enige tijd de grootste donor van internationale humanitaire hulp en stelde sinds 1992 meer dan 150 miljoen euro beschikbaar. In 2002 werd 13 miljoen euro verstrekt voor het verlichten van het lijden van het Irakese volk, hetgeen een aanvulling vormde op het programma 'Olie voor voedsel' van de VN, dat het de Irakese regering toestaat olie te verkopen voor voedsel en andere basisvoorraden. ECHO heeft de nadruk gelegd op het verlenen van gezondheidszorg, schoon water en sanitaire voorzieningen in het midden en het zuiden van Irak, waar de nood het grootst is en bijna 7 miljoen Irakezen (de helft hiervan kinderen) hiervan het slachtoffer zijn.

Eind 2002 waren de meeste door ECHO gefinancierde en door 9 verschillende partners geïmplementeerde acties nog gaande, en de meeste bevonden zich op dat moment in een relatief vergevorderd stadium. Als gevolg van de ECHO-financiering was 95% van de Irakese kinderen onder de 5 jaar ingeënt tegen poliomyelitis en waren 25 overstroomde basisscholen geheel hersteld. Wat de gezondheidszorg betreft, ontving het enige pediatrisch ziekenhuis in het noorden van Irak apparatuur, zodat het een post-chirurgieafdeling kon opzetten. Het herstel van 8 anti-tuberculosecentra en het nationaal bloedcentrum in Bagdad was bijna afgerond en het herstel van een aantal ziekenhuizen en eerstelijnsgezondheidszorgcentra in het midden en het zuiden van Irak was in een vergevorderd stadium. Op het gebied van water- en sanitaire voorzieningen was een begin gemaakt met werkzaamheden voor het herstel van twee afvalwaterzuiveringsinstallaties in Bagdad, een aantal waterzuiveringsinstallaties en compacte zuiveringseenheden, alsmede met de installatie van watervoorzieningnetwerken in een aantal steden.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Door de politieke situatie was het in 2002 voor ECHO niet mogelijk het LRRD-proces voort te zetten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Noord-Korea

Humanitaire behoeften

De derde belangrijke humanitaire crisis in Azië in 2002 vond plaats in Noord-Korea. De afgelopen tien jaar is hier sprake geweest van een drastische verslechtering van de economische en sociale omstandigheden, met een drastische vermindering van voedsel-, water- en medicijnvoorraden. Ondervoeding en te voorkomen ziekten zijn snel toegenomen, in het bijzonder onder kinderen: UNICEF constateerde dat 21% aan ondergewicht, 42% aan langdurige ondervoeding en 9% aan acute ondervoeding lijdt. Humanitaire bureaus hebben het niet gemakkelijk gehad bij hun werkzaamheden in het land, maar de werkomstandigheden zijn gestaag verbeterd en met de regering is een dialoog gestart over betere toegang tot begunstigden, vrijheid van toezicht op projecten en uitvoering van onderzoeken en identificatie van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO is de belangrijkste humanitaire donor in Noord-Korea. ECHO verleende in 2002 voedselhulp en voorzag 1.762 gezondheidszorgcentra van apparatuur en medicijnen in de meest behoeftige delen van het land, terwijl verbeteringen aan water- en rioleringsstelsels ten goede kwamen aan ongeveer 250.000 personen. Ook werd noodhulp verleend om te voorzien in de onmiddellijke behoeften van ongeveer 22.500 personen nadat overstromingen in de zomer in het westen van het land op grote schaal schade hadden veroorzaakt. Van de 21 miljoen euro die aan Noord-Korea werd toegewezen, werd 9,5 miljoen euro aan het einde van het jaar via het Wereldvoedselprogramma verstrekt voor het verlenen van noodvoedselhulp nadat de Verenigde Staten zich uit het WFP in Noord-Korea hadden teruggetrokken. Hierdoor konden meer dan 2 miljoen vrouwen, kinderen en zeer kwetsbare personen overleven, doordat ze werden voorzien van 47.000 ton tarwe.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Door de politieke situatie kon ECHO in 2002 het LRRD-proces niet voortzetten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Sri Lanka

Humanitaire behoeften

De wapenstilstand die in februari tussen de regering en Tamil-separatisten werd ondertekend luidde een nieuw vredesproces in en stelde meer dan 230.000 door de burgeroorlog ontheemde personen in staat naar hun huizen terug te keren. De gezinnen zijn niet in staat in hun eigen voedsel te voorzien, aangezien zij naar steden en dorpen terugkeren waarvan de infrastructuur, wat betreft onderdak, water- en sanitaire voorzieningen, is verwoest. Een belangrijk probleem dat door repatrianten werd ondervonden is de toegang tot land voor verbouwing dat, als het beschikbaar is, slecht te gebruiken is door de aanwezigheid van landmijnen. Bovendien is er in het noorden en het oosten van het land gebrek aan beroepskrachten in de gezondheidszorg en aan medische goederen.

Humanitaire doeleinden en prestaties

De oorspronkelijk toewijzing van ECHO van 4 miljoen euro werd verhoogd tot 8,3 miljoen euro ter ondersteuning van de regelmatige stroom repatrianten. ECHO financierde geïntegreerde programma's en verstrekte hulpgoederen anders dan levensmiddelen aan 12.000 kwetsbare repatriërende gezinnen teneinde hen te helpen zich opnieuw in hun thuisgebieden te vestigen. Er werden 650 onderkomens gebouwd, 350 bronnen en 300 latrines hersteld of gebouwd en 6 irrigatiemeren gerenoveerd. Deze sectoroverschrijdende programma's bevatten een belangrijke voedselzekerheidscomponent, waardoor 9.200 boeren en ambachtslieden en 500 vissers op werkgelegenheid gerichte pakketten ontvingen, met onder meer zaaigoed, meststoffen, pluimvee, landbouwwerktuigen en ambachtelijk gereedschap en visnetten. ECHO heeft steun verleend voor voorlichting over het gevaar van mijnen, onderzoek naar mijnen en afbakening van mijnen teneinde te helpen een oplossing te vinden voor de naar schatting 1.000.000 niet geëxplodeerde mijnen in de voormalige conflictgebieden, hetgeen ten goede is gekomen aan 610.000 personen. De resultaten van het onderzoek naar mijnen zullen begin 2003 beschikbaar zijn en het aantal slachtoffers van mijnen, naar schatting 1.000 in 2002, bleef - hoewel nog steeds te hoog - op hetzelfde niveau als in voorgaande jaren, ondanks de vele repatrianten. Aan het einde van het jaar nam ECHO eveneens een besluit tot financiering van noodwerkzaamheden voor de opruiming van mijnen. De tenuitvoerlegging hiervan staat gepland voor 2003.

ECHO verleende tot augustus 2002 eveneens steun voor een zeeverbinding, zodat meer dan 300 ton medische en andere goederen de bevolking in Jaffna konden bereiken, die van de rest van het land was afgesneden. De boot vervoerde eveneens 1.500 ernstig zieke patiënten naar plaatsen waar ze een goede behandeling konden ondergaan.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Voor bepaalde sectoren dient een geleidelijke terugtrekking van ECHO te worden voorbereid. In het bijzonder dient vanaf eind 2003 door RELEX/AIDCO hulp bij de opruiming van mijnen te worden verleend. In 2004/2005 zal door RELEX/AIDCO steun aan gezondheidszorgprojecten worden verleend. Er zullen permanente onderkomens worden gebouwd via een wederopbouwfonds voor het noorden en het oosten, dat namens de regering zal worden beheerd door de Wereldbank, met een bijdrage van RELEX/AIDCO aan het einde van 2003. In 2004/2005 zullen door RELEX/AIDCO landbouwmiddelen en -apparatuur en water- en sanitaire voorzieningen worden verstrekt.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

India

Humanitaire behoeften

ECHO heeft zich gericht op specifieke gebieden waarop andere donors niet actief zijn. De activiteiten zijn er in het bijzonder op gericht geweest Srilankaanse vluchtelingen te helpen in Tamil Nadu, in het zuiden van het land, alsmede slachtoffers van de droogte in Rajasthan, de op één na armste staat van India. ECHO verleende eveneens steun in twee grotendeels vergeten, door de mens veroorzaakte rampen: het geweld tussen gemeenschappen in Gujarat en het al lang bestaande conflict inzake Kasjmir.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO financierde de aankoop en verdeling van 38 ton voedingrijk voedsel onder 2.200 zwangere en borstvoeding gevende vrouwen en 830 kinderen onder de vijf jaar in Srilankaanse vluchtelingenkampen in Tamil Nadu. In Gujarat werd 180 ton rijst, dahl en olie uitgedeeld aan 50.000 ontheemde personen en aan 35.000 vrouwen, en kinderen die het slachtoffer waren geworden van het geweld tussen gemeenschappen in maart 2002 kregen eveneens huisvesting en activiteiten op het gebied van onderwijs aangeboden. In Kasjmir krijgen ongeveer 100.000 door het conflict getroffen personen, in het bijzonder kinderen, psychosociale steun en bescherming. Er werd een totaalbedrag van 5 miljoen euro toegewezen, met inbegrip van een in december genomen besluit ter verzachting van de gevolgen van de aanhoudende vierde achtereenvolgende periode van droogte in Rajasthan. In dit kader worden maatregelen getroffen om de gevolgen van toekomstige droogte te verlichten. In 2003 zal de verstrekking van schoon water ten goede komen aan 100.000 personen en zullen 350.000 personen delen in voedsel en contant geld voor werkprogramma's.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Op dit ogenblik zijn er geen ontwikkelingsprojecten waarvoor overdracht van activiteiten wordt overwogen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Nepal

Humanitaire behoeften

100.000 Bhutaanse vluchtelingen zitten vast in kampen in het zuidoosten van Nepal. Noch Nepal noch Bhutan wil ze en ze zijn volledig afhankelijk van voedselhulp uit het Wereldvoedselprogramma. De intensivering van de langdurige burgeroorlog tussen de regering en Maoïstische rebellen heeft grote behoeften doen ontstaan in een land dat zelfs al voordat het conflict begon maar beperkte middelen had.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO breidde in 2002 zijn activiteiten uit en wees 3,7 miljoen euro toe. Er werd verdere steun verleend in de vorm van 5.600 ton rijst, peulen, linzen, erwten, olie en zout voor de Bhutaanse vluchtelingen. Voor het eerst werden eveneens financiële middelen besteed aan hulp voor door de burgeroorlog getroffen personen, met speciale aandacht voor beschermingsactiviteiten voor geteisterde en geïntimideerde bevolkingsgroepen, het herstel van familiecontacten en het verstrekken van eerstelijnsgezondheidszorg.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Op dit ogenblik zijn er geen ontwikkelingsprojecten waarvoor overdracht van activiteiten wordt overwogen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Birma/Myanmar en Thailand

Humanitaire behoeften

Birma/Muanmar is, samen met de Birmaanse vluchtelingen die de grens naar Thailand zijn overgestoken, een crisis met vergeten humanitaire nood in Azië. ECHO was in 2002 actiever in deze gebieden en kende financiële middelen ten bedrage van 9,0 miljoen euro toe. Het is bekend dat er in Birma/Myanmar enorme humanitaire nood bestaat, maar strenge beperkingen van de Birmaanse regering maken een goede beoordeling hiervan moeilijk. Er bevinden zich op dit moment 134.000 Birmaanse vluchtelingen in kampen langs de Thaise grens, een stijging van bijna 50% over de afgelopen zeven jaar.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Binnen de door de Birmaanse regering opgelegde beperkingen werden belangrijke projecten voor de bestrijding van malaria gesteund middels het verstrekken van medicijnen aan ongeveer 1,5 miljoen personen in het zuidoosten, het noordoosten en het zuiden van het land en door middel van verbeteringen aan water- en sanitaire systemen in de staat Oost-Rakhine, het droge gebied in het midden van het land, en de gemeente Rangoon.

In de vluchtelingenkampen in Thailand zette ECHO zijn steun voort in de vorm van verstrekking van basisvoedsel aan 60.000, in twee van de Karen-kampen verblijvende vluchtelingen. ECHO finacierde ook verbeteringen aan infrastructuur in de gezondheidszorg, en steunde scholing inzake gezondheid en hygiëne, immunisering en de verstrekking van drinkwater. Het totaal aantal begunstigden wordt op 61.600 geschat, waaronder 800 slachtoffers van ongevallen met mijnen.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Op dit ogenblik zijn er geen ontwikkelingsprojecten waarvoor overdracht van activiteiten wordt overwogen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Laos

Humanitaire behoeften

Laos is een land met veel overstromingen en perioden van droogte. Een groot deel van de bevolking heeft geen toegang tot drinkwater of gezondheidszorgfaciliteiten en er is sprake van plaatselijke voedseltekorten. Sinds 1980 heeft de regering tienduizenden mensen uit de bergen aangemoedigd of verplicht tot herhuisvesting in de lager gelegen gebieden. De omstandigheden in deze nieuwe nederzettingen lijken vaak op die in vluchtelingenkampen (geen toegang tot schoon water, voedseltekort, epidemieën).

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO verstrekte 1,1 miljoen euro voor kwetsbare ontheemde personen en voor de mogelijke slachtoffers van het herhuisvestingbeleid. Een onderliggende doelstelling was om de toegang van etnische minderheden tot duurzaam levensonderhoud te vergroten als een alternatief voor herhuisvesting.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

2002 bood geen perspectieven voor LRRD, maar in 2003 zal informatie worden verzameld met het oog op overdracht van projecten in 2004.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Vietnam

Humanitaire behoeften

Vietnam is erg vatbaar voor overstromingen en andere natuurrampen, in het bijzonder in het deltagebied van de Mekong.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Er werd 1,2 miljoen euro verstrekt voor slachtoffers van tropische stormen, aardverschuivingen en overstromingen in juli, voor verbeteringen aan water- en sanitaire voorzieningen, persoonlijke hygiëne en voorlichting over voeding en voor het aanvullen van opgeraakte voorraden vaccins.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Op dit ogenblik zijn er geen ontwikkelingsprojecten waarvoor overdracht van activiteiten wordt overwogen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Indonesië

Humanitaire behoeften

Etnische en godsdienstige conflicten in de Molukken, Sulawesi, Atjeh, Papoea en West-Kalimnantan hebben geleid tot interne ontheemding van meer dan 1,3 miljoen personen. Het land is eveneens zeer kwetsbaar voor natuurrampen.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO was actiever dan in voorgaande jaren en verleende steun aan slachtoffers van natuurrampen en burgerlijke onrust. Er werd 3,5 miljoen euro verstrekt voor bescherming, pleitbezorging en informatie ten behoeve van intern ontheemden alsmede voor de levering van schoon water, sanitaire voorzieningen, gezondheid en voedsel voor uiterst kwetsbare bevolkingsgroepen zoals die welke het slachtoffer waren van de door de gevolgen van El Niño veroorzaakte droogte.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

In 2002 maakten de bestaande humanitaire behoeften een overdracht van de activiteiten van ECHO niet mogelijk.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Oost- en West-Timor

Humanitaire behoeften

Er verblijven nog steeds 35.000 vluchtelingen in kampen in West-Timor, dat nog steeds deel uitmaakt van Indonesië.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO zette zijn steun aan deze vluchtelingen voort, met noodhulp, voedselhulp, waterleveringen, voorlichting over gezondheid en steun voor hun repatriëring en herhuisvesting. Er werd een totaalbedrag van 1,9 miljoen euro toegewezen.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Nu Oost-Timor onafhankelijk is en de stabiliteit is hersteld, heeft ECHO zijn activiteiten daar geleidelijk stopgezet en werd samenhang tot stand gebracht tussen vroegere activiteiten en projecten voor ontwikkeling en wederopbouw. Begin 2003 werd het ECHO-bureau in Dili gesloten.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Cambodja

Humanitaire behoeften

Na drie decennia oorlog, chaos en genocide komt het herstel na het conflict in Cambodja langzaam op gang. Het proces van herhuisvesting van vluchtelingen is nog steeds aan de gang, met meer intern ontheemden dan ooit tevoren als gevolg van onteigeningen en zoektochten naar te cultiveren land. De voormalige gebieden en slagvelden van de Rode Khmer, die nu voor de buitenwereld toegankelijk zijn, hebben gebrek aan water, goede hygiëne en voedsel, en zijn bezaaid met mijnen en niet-geëxplodeerde bommen als gevolg waarvan per jaar meer dan 800 burgerslachtoffers vallen. UNICEF schat dat 35-45% van de Cambodjanen aan chronische ondervoeding lijdt. De gezondheidszorgdiensten bestrijken een zeer beperkt gebied op het platteland en zijn afhankelijk van buitenlandse hulp. Terwijl het gemiddelde kindersterftecijfer in Cambodja 125 per duizend bedraagt, haalt dit in sommige provincies de 225 per duizend. Cambodja is eveneens vatbaar voor perioden van droogte, overstromingen en orkanen.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Teneinde te voldoen aan de humanitaire behoeften van de ontheemde bevolking, kinderen en mensen in afgelegen gebieden, werd aan een breed scala aan projecten 5,5 miljoen euro toegewezen, waaronder watertoevoer, levering van gereedschappen, zaaigoed, medicijnen en medische apparatuur, opleidingen voor personeel in de gezondheidszorg, opruiming van mijnen (in 2002 werden 800 ongevallen met mijnen geregistreerd) en bestrijding van een dreigende epidemie van hemorragische coloradokoorts. In het kader van deze steunverlening werden 160.720 kinderen (0-5 jaar) ingeënt en kwamen de aanleg en het herstel van bronnen ten goede aan ongeveer 78.000 personen in 194 dorpen.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

De begroting van ECHO voor Cambodja zal geleidelijk worden verlaagd, tenzij natuurrampen om steunverlening vragen. Er is sprake van stopzetting van activiteiten in de secundaire gezondheidszorg en voor projecten die de fase hebben bereikt waarin andere donors een en ander kunnen overnemen. Zo staan de Belgische samenwerking en het Engelse DFID bijvoorbeeld op het punt in 2003-2004 gezondheidszorgprojecten voor de regio's Oddar Meanchey en Mondolkiri over te nemen. Het proces van overdracht aan ontwikkelingsbureaus blijft aan beoordeling onderworpen worden.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

China

Humanitaire behoeften

ECHO heeft zich in dit enorm grote land gericht op specifieke natuurrampen in afgelegen gebieden waar Chinese humanitaire bureaus niet actief zijn. Het belangrijkst waren de overstromingen en aardverschuivingen in juni, die meer dan 3 miljoen wooneenheden verwoestten.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Er werd 4,5 miljoen euro toegewezen voor het aanpakken van de gevolgen van nationale rampen. Er werd rijst en tarwe uitgedeeld aan 100.000 van landbouw voor eigen gebruik afhankelijk zijnde personen en tevens werden kleding en muskietennetten verstrekt en werden hygiënische toiletten, watertanks en twee basisscholen gebouwd. In Tibet werd ook steun verleend voor de aankoop van 8.000 schapen en de verstrekking van voedsel en medicijnen aan nomadenvolken die door de hevige sneeuwval hun veestapel hadden verloren.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Op dit ogenblik zijn er geen ontwikkelingsprojecten waarvoor overdracht van activiteiten wordt overwogen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Iran

Humanitaire behoeften

Op 22 juni trof een aardbeving met een kracht van 6,3 op de schaal van Richter een groep dorpen in noordwestelijk Iran, waardoor 237 personen werden gedood, 1300 personen gewond raakten en ongeveer 5000 gezinnen (25.000 mensen) dakloos werden.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO verstrekte 0,5 miljoen euro voor noodhulp ter ondersteuning van de slachtoffers van de aardbeving. De partner van ECHO in het gebied richtte zich op het voorzien in sanitaire behoeften door de aanleg van 10 openbare wegen (5 in Qazvin, 3 in Hamadan en 2 in Zanjan) en door het verstrekken van 50 verplaatsbare douchefaciliteiten. Deze steunverlening kwam ten goede aan rond de 6.385 personen.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Gezien de beperkte omvang van de steunverlening van ECHO kon LRRD niet worden toegepast.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.3.2. Latijns-Amerika

Colombia

Humanitaire behoeften

In dit land woedt al meer dan 40 jaar een complexe burgeroorlog tussen de regering en verschillende guerrilla- en paramilitaire groeperingen. Ieder jaar opnieuw raken als gevolg hiervan 300.000 personen ontheemd.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Het belangrijkste aandachtspunt van de activiteiten van ECHO in Latijns-Amerika blijft Colombia, waarvoor in 2002 9,2 miljoen euro werd vrijgemaakt. Door financiering van ECHO kon het Internationaal Comité van het Rode Kruis aan ongeveer 195.000 nieuwe intern ontheemden noodvoedselpakketten en hulpgoederen anders dan levensmiddelen verstrekken. Via de algemene bijstand die 12 Europese NGO's en Europese nationale Rode-Kruisverenigingen in meer dan 100 gemeenten in 19 departementen van Colombia verleenden, werden de levensomstandigheden van ongeveer 17.000 gezinnen (85.000 personen) aanzienlijk verbeterd. Het ging hierbij om voedselhulp, huisvesting, sanitaire voorzieningen, toegang tot vers water, inkomensgenererende activiteiten, psychosociale steun en opleiding. Ook kregen ongeveer 25.000 personen in noordelijk Putumayo, Cimitarra River, Norte de Santander en Medio Atrato toegang tot eerstelijnsgezondheidszorg via de door ECHO gefinancierde mobiele gezondheidszorgklinieken van het Franse en het Spaanse Rode Kruis.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

In het algemeen verleent ECHO steun aan intern ontheemden in het eerste jaar van ontheemding, terwijl uit hoofde van het steunverleningsinstrument van de Commissie projecten ten behoeve van 'ontwortelde mensen' maximaal drie jaar steun ontvangen voor de versterking van lokale capaciteiten en de bevordering van de sociale en economische reïntegratie van ontheemde personen. In 2002 werd een door ECHO gesteund UNHCR-project door dat steunverleningsinstrument overgenomen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Zuid-Amerika (Peru, Bolivia, Paraguay, Ecuador, Brazilië)

Humanitaire behoeften

ECHO verleent in deze landen als reactie op specifieke natuurrampen steun daar waar sprake is van grootschalige humanitaire behoeften.

Humanitaire doeleinden en prestaties

Er werd 1,3 miljoen euro verstrekt aan personen die het slachtoffer waren van zware sneeuwstormen en ongewoon lage temperaturen in juli in zuidelijk Peru en Zuidwest-Bolivia. Er werd noodhulp verleend voor het herstel van 500 huizen, de bescherming van 50.000 stuks vee en de voorlichting van de lokale bevolking over de vraag hoe te reageren op natuurrampen.

In westelijk Paraguay, het buurland, verstrekte ECHO 0,9 miljoen euro voor de levering van schoon drinkwater en basismedicijnen voor de behandeling van infecties aan de luchtwegen, tuberculose en parasitaire ziekten voor 32.000 kwetsbare personen die het slachtoffer waren van een twee jaar durende droogte.

Na de zware regens en overstromingen in de maanden februari, maart en april in Ecuador heeft ECHO operaties gefinancierd voor 0,8 miljoen euro, gericht op ongeveer 10.000 gezinnen met beperkte toegang tot veilig drinkwater in de provincies Esmeraldas, Manabí, Los Ríos, Guayas en el Oro. Nog eens ongeveer 4.000 gezinnen in dezelfde provincies ontvingen steun om weer een minimum niveau van zelfredzaamheid te bereiken. Ook financierde ECHO noodhulp (0,45 miljoen euro) na de uitbarsting van de Reventador vulkaan eind 2002.

Er werd 0,4 miljoen euro verstrekt voor noodhulp aan 6.000 slachtoffers van aardverschuivingen en overstromingen die het zuidoosten van Brazilië aan het begin van het jaar troffen.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Op dit ogenblik zijn er geen ontwikkelingsprojecten waarvoor overdracht van activiteiten wordt overwogen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Centraal-Amerika (Guatemala, Honduras, Nicaragua, El Salvador)

Humanitaire behoeften

Centraal-Amerika is een van de meest voor rampen vatbare regio's ter wereld. Meer dan 80% van het gebied wordt jaarlijks bedreigd door aardbevingen, vulkanen, overstromingen en orkanen. De nationale capaciteit om aan deze rampen het hoofd te bieden wordt met name beperkt door een hoge mate van armoede, achteruitgang van het milieu en gebrek aan daadkracht van de kant van de regering als het gaat om afgelegen gebieden. Ook toegang tot veilig water is een groot probleem.

Humanitaire doeleinden en prestaties

In 2002 wees ECHO 5,0 miljoen euro toe aan Centraal-Amerika. De afgelopen drie jaar is het gebruikelijke regenvalpatroon verstoord, waardoor zich in sommige gebieden grote droogte en in andere ernstige overstromingen voordeden, zodat de gewasopbrengst werd beperkt en grotere voedselonzekerheid ontstond. In kwetsbare regio's in Guatemala, Honduras en Nicaragua werden voedingsonderzoeken uitgevoerd. In deze landen zijn aan meer dan 400.000 personen aanvullend voedsel, voorlichting over goede voedings-, hygiënische en landbouwpraktijken en verbeterde toegang tot veilig water ten goede gekomen. In het bijzonder werd de voedingstoestand van meer dan 50.000 kinderen jonger dan 5 jaar geverifieerd en werd aanvullende voeding gegeven aan diegenen die dit nodig hadden.

In El Salvador werd een follow-up uitgevoerd van de steunverlening van de voorgaande jaren na de aardbeving in januari 2001, in het kader waarvan personen werden opgeleid in het uit traditionele materialen bouwen van huizen die beter bestand zijn tegen aardbevingen en in het zelf verzorgen van opleidingen binnen hun eigen gemeenschappen.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Niet toepasbaar voor kleinschalige eenmalige natuurrampen. Wat betreft de reactie op ondervoeding wordt op dit moment met de afdeling Voedselzekerheid van AIDCO aan een programmering gewerkt, waarbij zij vanaf 2004 hun steunverlening in Guatemala zullen versterken met rechtstreekse steun en een regionale strategie zullen invoeren die is gericht op de meest kwetsbare personen. De steunverlening van EURONAID zal in 2003 beperkt blijven tot één project in Nicaragua. Centraal-Amerikaanse staten voeren op dit moment besprekingen over de mogelijkheid een regionaal voedselfonds voor noodgevallen in te stellen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Mexico

Humanitaire behoeften

Van het conflict tussen de Mexicaanse regering en de inheemse bevolking in de provincie Chiapas waren ongeveer 30.000 personen rechtstreeks het slachtoffer; 21.000 personen raakten ontheemd. Deze slachtoffers van het conflict kampen met ondervoeding, verzwakte gezondheidszorgdiensten en minder toegang tot huisvestingsvoorzieningen zoals schoon water en latrines.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO verstrekte in december 2002 financiële middelen voor voedselrantsoenen en medische diensten voor ongeveer 30.000 kwetsbare personen die naar huis waren teruggekeerd of als gevolg van geweld nog steeds ontheemd waren. Dit zal ertoe bijdragen dat zij opnieuw een redelijke levensstandaard zullen genieten.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

ECHO is bezig zijn activiteiten ten aanzien van deze situatie stop te zetten en de steunverlening over te dragen aan bureaus voor ontwikkeling op de langere termijn.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Cuba

Humanitaire behoeften

Tussen september en oktober 2002 werd Cuba getroffen door de orkanen Isidore en Lili, die de huizen - vaak gemaakt van hout - van een economisch kwetsbare bevolking verwoestten. Ongeveer 300.000 personen werden geëvacueerd naar veiliger regio's in het westen van het land.

Humanitaire doeleinden en prestaties

ECHO kende steun toe voor de levering van essentiële hulpgoederen, voedsel en drinkwater voor meer dan 30.000 slachtoffers teneinde opnieuw een redelijke levensstandaard te bewerkstelligen.

Samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD)

Gezien de beperkte omvang van de ramp kon LRRD niet worden toegepast.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.4. Paraatheid bij rampen - Dipecho

Naast zijn reguliere projecten voor humanitaire hulp heeft ECHO eveneens 8,0 miljoen euro toegewezen aan zijn programma ter verbetering van de paraatheid bij rampen (DIPECHO), dat kwetsbare gemeenschappen helpt om praktische maatregelen te treffen ter voorbereiding op natuurrampen. Het programma is gericht op de belangrijkste rampgevoelige regio's van de ontwikkelingslanden: Zuidoost-Azië, Zuid-Azië, het Caribisch gebied, Centraal-Amerika en de Andesgemeenschap. De algemene doelstellingen van het programma zijn het helpen van lokale gemeenschappen en instellingen bij hun voorbereiding, het bevorderen van hun capaciteit om het hoofd te bieden aan rampen en het financieren van kleinschalige werkzaamheden voor de beperking van rampen.

In 2002 werd de tenuitvoerlegging van de drie in 2001 goedgekeurde DIPECHO-actieplannen voortgezet: voor de Andesgemeenschap, Zuid-Azië en het Caribisch gebied. De acht projecten voor Zuid-Azië, in India, Bangladesh, Sri Lanka, Nepal en Pakistan, waren voornamelijk gericht op het aanpakken van de door overstromingen veroorzaakte problemen, met speciale nadruk op de opleiding van personeel en vrijwilligers ter plaatse. Evaluaties hebben uitgewezen dat deze projecten waarschijnlijk aan meer dan 2 miljoen personen in Zuid-Azië ten goede zijn gekomen.

Het derde actieplan voor de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru en Venezuela) werd in 2002 door een aanvullende toewijzing van 1,6 miljoen euro ondersteund. De algemene doelstelling van het actieplan is de lokale gemeenschappen en instellingen te helpen bij het vergroten van hun capaciteit om het hoofd te bieden aan rampen en kleinschalige werkzaamheden voor de beperking van rampen te financieren. De acties in deze regio waren aan het einde van het jaar nog niet afgerond, maar er wordt reeds nu geschat dat meer dan 30.000 personen nuttig gebruik hebben gemaakt van 400 workshops en trainingssessies inzake preventie, aanpak van noodsituaties en eerste hulp.

In december werd een besluit goedgekeurd tot toewijzing van 6,4 miljoen euro voor voorbereiding op natuurrampen van in Zuidoost-Azië (Vietnam, Laos, Cambodja, de Filippijnen, Indonesië en Thailand) en Centraal-Amerika (Nicaragua, Honduras, El Salvador, Guatemala en Costa Rica) wonende kwetsbare gemeenschappen. De projecten omvatten onder meer de invoering van systemen voor vroegtijdige waarschuwing, opleidingscursussen voor personeel en vrijwilligers ter plaatse en bewustmaking.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

4. Sectoroverschrijdende thema's

4.1. Contractuele betrekkingen met partners - FPA

Aan het einde van het jaar werden passende maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat de kaderovereenkomst voor partnerschap (FPA) [5] in overeenstemming was met de nieuwe financiële reglementen en uitvoeringsvoorschriften.

[5] De FPA is het instrument waarin de betrekkingen tussen ECHO en de humanitaire organisaties die zich bezighouden met de tenuitvoerlegging van door ECHO gefinancierde projecten zijn geregeld: het bevat dan ook de algemene beginselen van het partnerschap en de voorwaarden die van toepassing zijn op de subsidieovereenkomsten van ECHO voor humanitaire acties. Het beschrijft daarnaast de voorselectieprocedure van ECHO, in zoverre dat het het Bureau voor humanitaire hulp toestaat na te gaan of door mogelijke partners wordt voldaan aan een aantal objectieve criteria.

ECHO ging eveneens door met het voeren van breed overleg met organisaties die de FPA hebben ondertekend teneinde te komen tot een grondige herziening en consolidatie van de overeenkomst. In de tweede helft van 2003 zal naar verwachting een nieuwe FPA van kracht worden. Deze zal zich richten op het concept "kwaliteit van humanitaire hulp". Bijzondere aandacht werd besteed aan een verschuiving van beheersing van de middelen en inbreng naar planning van doelstellingen, indicatoren en beheersing van resultaten. Bij de herziening zal eveneens het juiste kader voor betrekkingen met internationale organisaties zoals het ICRK of de IFRK worden gecreëerd, terwijl de betrekkingen met de VN door de herziene EU/VN-overeenkomst zullen worden geregeld.

Wat betreft de nadruk op kwaliteit van humanitaire hulp besteedde de jaarlijkse conferentie van partners van ECHO (Brussel, 14-15 oktober 2002) middels werkgroepen en plenaire discussies ruimschoots tijd aan de analyse van (1) instrumenten voor kwaliteitsbeheer in de humanitaire sector en de toepassing ervan door de NGO's, (2) systemen voor het beheer van menselijk potentieel die van toepassing zijn op NGO's in de humanitaire sector en (3) humanitaire IT-platforms en het mogelijk gebruik ervan als coördinatie-instrumenten. Deze jaarlijkse conferentie was een belangrijke schakel in het proces van overleg en dialoog van ECHO met zijn partners in 2002.

4.2. Betrekkingen met belangrijke humanitaire partners en andere dan EU-donors

In 2002 intensiveerde ECHO zijn betrekkingen met zijn belangrijkste partners via de zogenaamde "strategische programmeringsdialogen". ECHO en zijn partners bespreken tijdens deze dialogen hun respectieve prioriteiten en strategieën voor het komende jaar. Deze dialogen werden in november 2002 voor het derde achtereenvolgende jaar gehouden met de voornaamste VN-agentschappen (UNHCR, WFP, UNICEF, OCHA en, voor het eerst, WHO). De strategische programmeringsdialogen met VN-partners werden verder versterkt door het bezoek in december 2002 van de directeur van ECHO aan het hoofdkantoor van de VN in New York, waar zij haar counterparts van OCHA, UNICEF en UNDP ontmoette. Soortgelijke dialogen werden met het IRCK, de IFRK en de NGO's gehouden. Daarnaast heeft ECHO, in een poging de betrekkingen verder te consolideren, aan meer bijeenkomsten van de uitvoerende organen van de VN-agentschappen deelgenomen dan in voorgaande jaren.

De actieve deelname van ECHO in het CAPs-proces [6] heeft concrete vorm aangenomen door zijn deelname aan de Montreux II-donorbijeenkomst alsmede aan de voorbereidende OCHA-bijeenkomsten op het hoofdkantoor en ter plaatse. Deze bijeenkomsten gingen vooraf aan het lanceren van de 'Interagency Consolidated Appeals 2002', de geconsolideerde oproepen van de gezamenlijke VN-agentschappen en -partners in Brussel in november 2002, waarbij de directeur en het personeel van ECHO het standpunt van de Europese Gemeenschap uiteenzetten. In dit verband woonde ECHO 11 OCHA-workshops ter plaatse bij (Burundi, Noord-Korea, de DRC, Eritrea, de Grote Meren, Guinee, Indonesië, Liberia, de Russische Federatie, Sierra Leone, Somalië, Soedan, Tadzjikistan en Ivoorkust).

[6] De geconsolideerde oproepen vormen een programmeringsproces dat wordt gecoördineerd door OCHA van de VN voor mobilisering van humanitaire hulp voor zorgvuldig gekozen grote of complexe noodsituaties.

Aangezien de humanitaire hulp van de Verenigde Staten en de EG samen goed is voor meer dan de helft van de humanitaire steun in de wereld, zijn goede contacten en goede coördinatie tussen ECHO en zijn counterparts in de VS-regering van bijzonder belang. In 2002 werd tijdens het bezoek van de directeur aan Washington in april 2002 de basis gelegd voor een voortzetting van de dialoog en de coördinatie tussen ECHO en PRM/USAID/OFDA [7]. Dit werd gevolgd door de eerste in een reeks jaarlijkse strategische dialogen, die plaatsvond in oktober 2002, alsmede door regelmatige contacten tussen ECHO en de VS-regering op alle niveaus, zowel in Washington als ter plaatse.

[7] PRM: Bureau Bevolking, Vluchtelingen en Migratie; USAID: Amerikaans Bureau voor Internationale Ontwikkeling (United States Agency for International Development); OFDA: Noordamerikaans Bureau voor hulp bij rampen in het buitenland (Office of the U.S. Foreign Disaster Assistance).

Op mondiaal niveau is ECHO vanaf september 2002 gestart met het opstellen van rampenplannen voor hulpverlening om het hoofd te bieden aan de humanitaire gevolgen van de oorlog in Irak. Dit betekende een nauwe coördinatie met lidstaten, met belangrijke partners, in het bijzonder die van de VN- en de Rode Kruisorganisatie, en met andere belangrijke donors zoals de Verenigde Staten.

4.3. Betrekkingen met andere communautaire instellingen

In het jaar 2002 was ECHO eveneens vaker aanwezig in het Europees Parlement. Naast de presentatie van het jaarlijkse werkplan van ECHO en DG DEV door commissielid Nielson op 23 januari 2002 leverde ECHO belangrijke inspanningen om de communicatie, de samenwerking en de coördinatie met het EP te verbeteren. Dit bleek met name uit de regelmatige bijwoning van parlementaire zittingen door de directeur. ECHO nam deel aan drie bijeenkomsten van de Commissie voor Ontwikkeling en Samenwerking, waarvan er twee werden bijgewoond door zijn directeur, alsmede aan een bijeenkomst van de Commissie Buitenlandse Zaken en Mensenrechten. Naar verwachting zullen deze betrekkingen in 2003 verder worden ontwikkeld, onder meer via een publiek bewustmakingsevenement dat door ECHO en het Europees Parlement gezamenlijk wordt georganiseerd.

Het Europees Parlement sprak in het door mevrouw Carlotti opgestelde verslag [8], dat werd goedgekeurd in plenaire vergadering op 14 januari 2003, zijn positieve waardering uit voor de voortgang die ECHO heeft geboekt op het gebied van effectieve hulpverlening, vereenvoudiging van procedures en degelijk financieel beheer in de periode 2001 - 2002.

[8] (A5-0433/2002)

De institutionele betrekkingen met de lidstaten van de EU zijn vastgelegd in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1257/96, en ECHO heeft regelmatig ontmoetingen met lidstaten in het kader van het Humanitaire Hulpcomité (HAC). In 2002 kwam het Comité 10 keer bijeen waarbij adviezen inzake 36 ontwerp-financieringsbesluiten en daarnaast ongeveer 60 strategie- en beleidskwesties werden besproken zoals de hulpverleningsstrategie en de voorlichtingsstrategie van ECHO, beleidsdocumenten/-initiatieven, evaluaties, statistische gegevens, etc. Alle ontwerp-financieringsbesluiten die door ECHO zijn voorgelegd aan het Comité werden met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.

Behalve in het kader van de institutionele betrekkingen komen lidstaten en ECHO gewoonlijk ook een of twee keer per jaar in de hoofdstad van het land dat voorzitter van de EU is op informele basis bijeen in "informele HAC-bijeenkomsten". Tijdens de informele bijeenkomsten bespreken seniorvertegenwoordigers van de humanitaire autoriteiten van lidstaten en van ECHO beleid of thema's van bijzonder belang. Eén zo'n bijeenkomst werd in oktober 2002 in Kopenhagen gehouden, waar over de onderwerpen "Burgerlijke en humanitaire aspecten van crisisbeheer" en "Geleerde lessen en monitoring in humanitair werk" werd gesproken.

4.4. Planningsinstrumenten

In het verleden door ECHO ontwikkelde planningsinstrumenten werden in 2002 bijgesteld en verfijnd. De algemene beoordeling van behoeften door ECHO, een statistische analyse met een classificatie van 130 landen met betrekking tot humanitaire behoeften, werd verfijnd met gegevens over donorbijdragen en gegevens over het BNP per hoofd van de bevolking, zodat de capaciteit van een land om het hoofd te bieden aan vluchtelingenbewegingen nauwkeuriger kon worden gemeten. Deze bijstelling van de algemene beoordeling van behoeften is voor ECHO van belang omdat dit planningsinstrument ECHO in staat stelt aan te tonen dat zijn humanitaire acties nog steeds zijn gericht op de gebieden met de grootste humanitaire behoeften. ECHO ontwikkelde in 2002 bovendien een intern "entry"-strategiedocument, waarin het trachtte objectieve criteria te definiëren om in geval van rampen het moment te bepalen waarop ECHO de steunverlening dient te starten.

Het vermogen van ECHO om de meest urgente humanitaire behoeften te identificeren is onder meer afhankelijk van zijn kennis over door lidstaten voor specifieke humanitaire crises gedane donaties voor humanitaire hulp. Terwijl het coderen van gegevens met betrekking tot de humanitaire donaties van lidstaten aan derde landen tot dusver was gebaseerd op een papierstroom ("14 point fax"), maakt een nieuwe computerondersteunde toepassing ("HOLIS 14 POINTS") nu directe elektronische codering van dergelijke gegevens door lidstaten mogelijk, waarbij nieuwe verslagen via e-mail automatisch bekend worden gemaakt. HOLIS 14 POINTS werd eind 2002 met succes ingevoerd ter vervanging van het faxsysteem. Dit instrument maakt het mogelijk om on-line via internet specifieke statistische gegevens over humanitaire donaties van lidstaten te vinden en is ook toegankelijk voor OCHA van de VN, het VN-agentschap dat is belast met de coördinatie van de humanitaire steunverlening tussen verschillende donors. HOLIS 14 points maakte het mogelijk de uitwisseling van informatie tussen de belangrijkste humanitaire actoren aanzienlijk te verbeteren.

In het jaar 2002 werden enkele belangrijke inspanningen geleverd om de strategie van de Commissie van samenhang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling (LRRD) binnen ECHO en in de bredere RELEX-organisatie concreet in praktijk te brengen wat betreft bestuur en beheer. ECHO zorgde er middels een gezamenlijke bestuurlijke inspanning voor dat LRRD beter werd geïntegreerd in de door DG DEV en DG RELEX opgestelde nationale strategiedocumenten. Daarnaast ontwikkelde ECHO een methodologie voor het bepalen van geschikte gevallen en het meten van de vooruitgang in de overgang van humanitaire hulp naar ontwikkelingshulp. De methodologie komt erop neer dat de humanitaire acties van ECHO met betrekking tot LRRD worden gecodeerd voor de status quo in 2002 en voor de doelstelling die in 2003 behaald dient te worden. Deze methodologie dient een objectievere en transparantere monitoring van de voortgang op het gebied van LRRD mogelijk te maken van de kant van ECHO.

4.5. Subsidiefaciliteit

Evenals in de voorgaande jaren kende ECHO ook in 2002 subsidies toe aan NGO's en onderzoeksinstellingen op het gebied van opleiding, studies en communicatie. Het totale toegewezen bedrag was 2,8 miljoen euro. De algemene doelstelling van de verlening van subsidies was het aanvullen van de kernactiviteiten van ECHO en het versterken van de kwaliteit van hulpacties. Daarnaast droeg de subsidiefaciliteit ertoe bij dat er gezorgd werd voor de zichtbaarheid van de communautaire humanitaire hulp.

Aan de hand van de in de "ECHO Aid Strategy 2002" uiteengezette prioriteiten werden uit 29 voorstellen vier projecten op het gebied van opleiding gekozen ter ondersteuning van cursussen over professionele administratieve en financiële capaciteitsopbouw. Uit 10 voorstellen werden vier projecten op het gebied van beheer van de veiligheid van internationale humanitaire activiteiten en richtsnoeren voor steun voor vluchtelingen en ontheemden gekozen. Op het gebied van communicatie subsidieerde ECHO 11 op 'vergeten crises' gerichte projecten die werden gekozen uit de 24 voorstellen die werden ontvangen, en ook informatiecampagnes voor kinderen en tieners in de Europese Unie.

4.6. Communicatie en informatie

ECHO leverde in 2002 herhaaldelijke inspanningen voor het verbeteren van zijn activiteiten op het gebied van informatie, communicatie en bewustmaking, met name door middel van een betere verslaggeving in de massamedia (in het bijzonder televisie) en door middel van de openstelling van zijn vernieuwde website in november [9]. Hier werden de prioriteiten voor 2002 weergegeven, met meer aandacht voor verhalen uit eerste hand, alsmede een gebruikersvriendelijke interactieve benadering en een sterkere visuele identiteit. Aan het einde van het jaar bedroeg het per dag bezochte aantal pagina's meer dan 3.000 en deze cijfers vertoonden een opwaartse trend.

[9] http://europa.eu.int/comm/echo/index_en.htm

Er werd meer aandacht besteed aan de mogelijkheden van de massamedia, met het oog op het aantrekken van een breder publiek. Er werd een nieuwe videopresentatie van ECHO gemaakt waarin zijn steun voor de slachtoffers van crises in alle delen van de wereld werd onderstreept.

Naar meerdere televisieprogramma's over humanitaire hulp en vergeten crises gingen financiële middelen en materiële steun. Met steun van de subsidiefaciliteit van ECHO voor bewustmaking werd op Eurosport 97 keer een televisiespotje uitgezonden, gericht op het jongere publiek, dat het werk van ECHO en een NGO-partner onder de aandacht bracht. Een ander tv-spotje over ECHO- en NGO-steun voor de vluchtelingen in de Westelijke Sahara werd 86 keer op twee grote Italiaanse kanalen vertoond. Eveneens werden financiële middelen ter beschikking gesteld voor een documentaire van 30 minuten over de humanitaire toestand in Afghanistan, die in december op de Deense nationale televisie werd uitgezonden.

Daarnaast werd aandacht besteed aan ECHO in twee uitzendingen van Euronews, elk 20 keer uitgezonden, alsmede in twee documentaires op France 2 en Arte.

4.7. Begrotingsmiddelen en menselijk potentieel, audit en evaluatie

De belangrijkste prestatie was de instandhouding en verfijning van het kwaliteitsniveau van financiële controles die in de afgelopen jaren zijn ingesteld. Ondanks het grote risico dat is verbonden aan acties op het gebied van humanitaire hulp hebben deze controles geleid tot een vermindering van risico's tot een - vanuit het oogpunt van de beginselen van regelmaat, legaliteit en degelijk financieel beheer - acceptabel niveau.

In 2002 is ECHO overgestapt van een gecentraliseerd circuit, waarin de financiële en juridische verbintenissen uitsluitend door de directeur werden aangegaan en werden gedelegeerd aan ordonnateurs binnen de financiële eenheid, op een deels gedecentraliseerd financieel circuit, waarin - onder bepaalde voorwaarden - deze verbintenissen door het hoofd van de eenheid/adviseur die verantwoordelijk is voor het beheer van de acties worden aangegaan. De circuits zijn aan nadere herziening onderworpen teneinde ervoor te zorgen dat deze in overeenstemming zijn met het nieuwe financieel reglement en de ex-ante-verificatie van alle transacties integreren, zowel op operationeel als op financieel niveau. Dit is vergezeld gegaan van de versterking van de interne controle en de introductie van standaardcontrolelijsten.

In februari 2002 voerde het management van ECHO een zelfevaluatie van de interne controle uit waarvan de resultaten werden doorgegeven aan de diverse interne werkgroepen die reeds in 2001 waren ingesteld [10], waarvan elk belast is met specifieke aspecten van de hervorming van ECHO. ECHO voerde eveneens een gereedheidsbeoordeling uit van zijn interne controlesysteem voor de overstap op het nieuwe financieel reglement. Deze gereedheidsbeoordeling rondde de risicodiagnose af middels een meer gedetailleerde beoordeling van het subsidiebeheer van ECHO, waarbij de mogelijkheden werden vastgesteld om risico's tot een acceptabel niveau te beperken en deze waar nodig verder terug te dringen. In de context van deze werkzaamheden werd een risicoprofielverslag voor ECHO opgesteld.

[10] WG Vereenvoudiging van procedures, WG Besluiten, WG FPA, WG FICHOP, WG Intranet en WG HOLIS.

ECHO heeft zijn officiële systemen voor het regelmatig toezicht op financieel beheer en voor de verstrekking van de juiste beheerinformatie verfijnd. Regelmatig wordt alle relevante informatie aan het management doorgegeven. Deze verslaglegging omvat onder meer de belangrijkste indicatoren die nodig zijn voor de interne controlenormen die door de Commissie zijn gedefinieerd (niveau van de implementatie van begrotingskredieten, betalingstermijnen, ontwikkeling van betalingsverplichtingen, etc.). Voor al deze gebieden werden goede verslagleggingsystemen ontwikkeld en specifieke doelstellingen bepaald.

Teneinde te voldoen aan de brede doelstelling van de Commissie van verkorting van de betalingstermijnen tot 60 dagen is een actieplan voor verkorting van en toezicht op betalingstermijnen vastgesteld. Het begrip betalingstermijn is opgesplitst in een termijn voor de goedkeuring van het projectverslag en een termijn voor de definitieve uitbetaling. Voor elk van deze termijnen zijn richtsnoeren vastgesteld. Er is een procedure voor herinneringen, opschorting, annulering en beëindiging van contracten vastgesteld. In dezelfde context slaagde ECHO erin het aantal slapende vastleggingskredieten (d.w.z. contracten die niet binnen twee jaar na ondertekening zijn verrekend) terug te dringen tot minder dan 4% van de gemiddelde jaarbegroting. De invoering van een specifiek instrument voor toezicht, het centrale facturenregister, staat gepland voor 2003.

In overeenstemming met het nieuwe financieel reglement (dat op 1 januari 2003 van kracht is geworden) herstructureerde ECHO zijn interne controlesystemen teneinde te komen tot een betere beoordeling van de risico's van projecten en toezicht te houden op de voortgang en de doeltreffendheid ervan door zich te concentreren op resultaten.

ECHO onderging een interne reorganisatie als gevolg van een intern auditrapport over werkdruk van verschillende ECHO-eenheden en voortbouwend op de eerdere aanpassingen aan het organigram van 2000. De hoofddoelstelling van de reorganisatie was het verder verbeteren van de efficiëntie van de dienst, het creëren van nieuwe synergieën en een betere verdeling van de werklast tussen eenheden.

Door ECHO gefinancierde activiteiten die door externe partijen (partners en contractanten) worden geïmplementeerd, worden onderworpen aan een financiële audit. De uitkomsten van een audit zijn van belang voor het met succes functioneren van de kaderovereenkomst voor partnerschap, waarin de betrekkingen van ECHO met de meeste van zijn partners die verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van humanitaire projecten worden geregeld. Deze uitkomsten omvatten onder meer ook nuttige aanbevelingen over manieren om de financiële en administratieve controles te verbeteren die door de partners worden uitgevoerd bij het beheer van de financiële middelen van ECHO. In 2002 voerde ECHO een systematische financiële beoordeling van zijn partners uit teneinde vast te stellen of sommige partners wellicht geen degelijke financiële basis hebben.

In de loop van het jaar werden veertien audits voltooid, waaronder zes audits ter plaatse, waarin verslag werd gedaan van lopende projecten. Daarnaast bevonden zich aan het einde van het jaar 50 audits op hoofdkantoren van partners van ECHO in een vergevorderd stadium, die elk gemiddeld 5 afgeronde ECHO-projecten voor hun rekening namen, en waren 15 audits ter plaatse in verschillende, voornamelijk vergevorderde stadia van uitvoering. De auditmethodologieën voor hoofdkantoren van partners en subsidieaudits werden over het algemeen in belangrijke mate herzien en er werd een nieuwe methodologie vastgesteld voor het nieuwe gebied van systematische audits van het ECHO-bureau. Deskundigen en personeelsleden van ECHO werden niet alleen door direct contact tijdens of als gevolg van audits maar ook door presentaties tijdens lunchtijd en tijdens een deskundigenweek van ECHO vertrouwd gemaakt met de auditmethodologie en met auditverslagen.

De voornaamste evaluaties die in 2002 werden uitgevoerd en voltooid hadden betrekking op ECHO-acties in Cambodja en Thailand, DIPECHO in Centraal-Azië en de evaluatie van acties van ECHO ten gunste van de slachtoffers van de aardbevingen van 2001 in India en El Salvador.

Eén van de belangrijkste partners van ECHO, het UNHCR, werd eind 2001 eveneens aan een evaluatie onderworpen. De samenwerking van het UNHCR met het evaluatieteam en het gebruik van de uitkomsten ervan is een goed voorbeeld van vruchtbare samenwerking tussen de twee partners. De studie heeft in 2002 bijgedragen tot de lopende activiteiten voor aanpassing van het voornaamste contractuele instrument van ECHO, de kaderovereenkomst voor partnerschap, en wel zodanig dat de betrekkingen tussen de EG en de VN-agentschappen hierin kunnen worden opgenomen.

Er werden drie oorspronkelijk niet voorziene studies uitgevoerd en gezamenlijk beheerd met de afdeling ECHO-4 voor NGO-betrekkingen. Deze hadden betrekking op menselijk potentieel, IT-platforms en kwaliteitskwesties voor NGO's. De resultaten ervan werden gepresenteerd en besproken tijdens de jaarlijkse conferentie met ECHO-partners die op 14-15 oktober 2002 in Brussel werd gehouden.

Eind 2002 waren drie studies nog niet afgerond, hetgeen nu wel het geval is. Deze hebben betrekking op de evaluatie van door ECHO gefinancierde WFP-programma's, een globaal verslag over de reactie van ECHO op ernstige droogten en een evaluatie van de acties van ECHO voor paraatheid bij rampen in Zuid-Azië. Deze laatste zal bijdragen aan een verdere algehele evaluatie van activiteiten voor beperking van rampen die begin 2003 zal worden uitgevoerd.

Vier geplande algehele evaluaties (Paraatheid bij rampen, Soedan, veiligheid van noodhulpwerkers, de reactie van ECHO op de behoeften van specifieke kwetsbare bevolkingsgroepen in noodsituaties) zijn tussen 2002 en 2003 overgedragen.

Wat follow-up betreft, resulteerde de evaluatie van 2001 van de activiteiten van ECHO in Sierra Leone in het algemeen plan voor 2002 met hierin aanbevelingen inzake een effectievere gerichtheid op vrouwen en kinderen jonger dan 5 jaar. Na de evaluatie van de acties in Colombia gaf ECHO gehoor aan de aanbeveling partners te verplichten gebruik te maken van het 'projectkader'-instrument voor projectvoorstellen.

In 2002 werd eveneens het handboek van ECHO voor de evaluatie van humanitaire hulp bijgesteld en uitgegeven en werd de evaluatiedatabase van ECHO operationeel die rond de 70 beoordelaars bevat.

5. Vooruitzichten

Met het oog op de trends en ontwikkelingen die in dit verslag zijn beschreven zal ECHO humanitaire acties blijven richten op zijn "kerntaak", d.w.z het verlenen van levensreddende hulp tijdens noodsituaties en de nasleep ervan, en zijn interne organisatie en procedures verder stroomlijnen teneinde te zorgen voor een tijdige en doeltreffende verlening van humanitaire steun.

Zoals beschreven in de "ECHO Aid Strategy 2003" zal de reactie op toekomstige humanitaire uitdagingen gericht zijn op steunverlening die is gebaseerd op behoeften, vergeten crises en humanitaire hulp van kwaliteit.

6. Statistische bijlagen

Bijlagen 1 en 2: de begroting van ECHO in 2002 beliep 537,790 miljoen euro (Bijlage 1). Het totale aantal in 2002 ondertekende contracten voor humanitaire hulp bedroeg 798 (Bijlage 2). Zoals uit Bijlage 1 kan worden opgemaakt, was begrotingslijn B7-210 met 509,745 miljoen euro nog steeds de belangrijkste financieringsbron, gevolgd door de begroting van het Europees Ontwikkelingsfonds met 17,475 miljoen euro en begrotingslijn B7-219 met 8 miljoen euro voor maatregelen inzake paraatheid bij rampen. Tot slot werd begrotingslijn B-210 A met 2,57 miljoen euro gebruikt voor administratief beheer (bijv. studies, opleiding en voorlichtingsactiviteiten).

Bijlagen 3 en 4: Bijlage 3 geeft een overzicht van geografische hulp per regio, terwijl Bijlage 4 nadere bijzonderheden geeft op subregionaal of nationaal niveau. Bijlage 3 laat zien dat ACS-landen (39%) en Azië (26%) nog steeds de belangrijkste begunstigden waren van humanitaire hulp in 2002, met een sterke daling voor de Balkan (8% in 2002 ten opzichte van 15% in 2001).

Bijlagen 5 en 6: Bijlage 5 geeft de verdeling van ondertekende contracten per uitvoerende partner weer, terwijl Bijlage 6 de ondertekende contracten nader onderverdeelt naar categorie en nationaliteit van de partners. Enkele van die contracten geven uitvoering aan besluiten uit eerdere jaren. De totale begroting zoals weergegeven in Bijlage 6 is dientengevolge hoger dan de feitelijke begroting voor 2002. Belangrijkste contractpartners in 2002 waren niet-gouvernementele organisaties (62%), gevolgd door de VN-organisatie (27%). In 2001 kwam meer dan een kwart van de financiële middelen van ECHO ten goede aan VN-agentschappen. Binnen de VN-organisatie waren het UNHCR (10,2%), het Wereldvoedselprogramma (8%) en UNICEF (4,7%) de belangrijkste partners.

Bijlage 7: De tabel in Bijlage 7 geeft een overzicht van uit hoofde van de subsidiefaciliteit gefinancierde projecten. Vier projecten hadden betrekking op veiligheidskwesties van internationale humanitaire activiteiten (252.260 euro) en vier op professionele en financiële capaciteitsopbouw (307.700 euro). Op het gebied van communicatie werden voor 11 projecten ECHO-subsidies toegekend (838.840euro).

Bijlage 1:

Financieringsbesluiten voor humanitaire hulp van de EG per financieringsbron

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage 2

Contracten voor humanitaire hulp 1998-2002

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage 3 :

Geografische spreiding van financieringsbesluiten 2000-2002

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage 4

Financieringsbesluiten voor humanitaire hulp

per regio in 2002

Land/subregio Besluiten (in miljoen euro)

AFRIKA, CARIBISCH GEBIED, STILLE OCEAAN 211,150

Angola 12,000

Burkina Faso, Tsjaad 0,175

Burundi 17,500

Caribisch gebied/Stille Oceaan 0,605

Congo (Democratische Republiek) 38,100

Ivoorkust 1,500

ECHO Flight 8,400

Eritrea 1,750

Ethiopië 7,750

Gabon 0,300

Kenia 2,500

Madagaskar 1,000

Malawi 1,500

Senegal 0,750

Sierra Leone, Guinee, Liberia 19,000

Somalië 4,500

Zuidelijk Afrika 30,000

Soedan 18,000

Tanzania 27,000

Oeganda 2,120

UNHCR (Afrika) 11,000

Zambia 3,000

Zimbabwe 2,000

Overige 0,700

OOST-EUROPA/NOS 83,500

Armenië, Georgië 2,500

Noordelijke Kaukasus (crisis in Tsjetsjenië) 28,000

Tadzjikistan 10,000

Westelijke Balkan

(Servië, Kosovo, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië) 43,000

MiddEN-OOSTEN/NOORD-AfriKa 63,930

Irak 13,000

Midden-Oosten (Palestina) 35,000

Vluchtelingen in Westelijke Sahara 14,340

Jemen 1,590

// Land/subregio Besluiten (in miljoen euro)

AZIË 137,969

Afghanistan/Pakistan/Iran 73,254

Cambodja 5,500

China/Tibet 4,450

Oost- Timor 1,935

India 5,000

Indonesië 3,540

Laos 1,130

Myanmar/Birma 3,500

Nepal/Bhutan 3,675

Noord-Korea 21,025

Sri Lanka 8,300

Thailand 5,465

Vietnam 1,195

Latijns-AmeriKa 19,646

Bolivia, Peru 1,300

Brazilië 0,350

Centraal-Amerika (El Salvador, Guatemala,

Honduras, Nicaragua) 5,028

Colombia 9,200

Cuba 0,600

Ecuador 1,248

Mexico 1,000

Paraguay 0,920

DIPECHO 8,000

Andesgemeenschap 1,640

Zuidoost-Azië en Centraal-Amerika 6,360

OVERIGE FINANCIERING 13,595

ECHO deskundigen ter plaatse 8,000

Subsidies voor opleiding en studies 1,800

Informatie 1,350

Evaluatie 1,000

Overige 1,445

TOTAAL 537,790

Bijlage 5:

Aantal contracten per uitvoerende partner

Humanitaire steun van de EG in 2002 per groep partners (jaar waarin het contract is getekend)

EG-organisaties // 1,5%

Gouvernementele organisaties // 0,5%

Internationale organisaties // 7,3%

NGO's // 62,2%

Verenigde Naties // 27,0%

Overig // 1,5%

Bijlage 6:

ECHO-contracten per categorie en nationaliteit partners 2002 (jaar ondertekening contracten)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage 7

Projecten gefinancierd in het kader van de Subsidiefaciliteit 2002

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>