52002DC0288

Verslag van de Commissie aan het Europees parlement en de Raad - Europees Bureau voor wederopbouw - Jaarverslag 2001 Overeenkomstig artikel 4, lid 14, van Verordening (EG) nr. 2667/2000 van de Raad (als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2415/2001 van de Raad) /* COM/2002/0288 def. */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD - Europees Bureau voor wederopbouw - Jaarverslag 2001 Overeenkomstig artikel 4, lid 14, van Verordening (EG) nr. 2667/2000 van de Raad (als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2415/2001 van de Raad)

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord

1. Samenvatting

2. Hoogtepunten

3. Activiteiten: de Federale Republiek Joegoslavië - de Republiek Servië

3.1. Algemene situatie

3.2. Uitvoering van de programma's voor het jaar 2001

3.3. Uitvoering van het programma voor het jaar 2000

3.4. Uitvoering van de programma's voor 1999 en 1998

4. Activiteiten: de Federale Republiek Joegoslavië - Kosovo

4.1. Algemene situatie

4.2. Uitvoering van de programma's voor het jaar 2001

4.3. Uitvoering van de programma's voor het jaar 2000

4.4. Uitvoering van de programma's voor 1998 en 1999

5. Activiteiten: de Federale Republiek van Joegoslavië - de Republiek Montenegro

5.1 Algemene situatie

5.2 Uitvoering van de programma's voor het jaar 2001

5.3 Uitvoering van de programma's voor het jaar 2000

5.4 Uitvoering van de programma's voor 1998 en 1999

6. Programmering

6.1 Programmering

6.2 Externe coördinatie

6.3 Evaluatie

7. Financiën

8. Algemene diensten

8.1 Administratie

8.2 Informatie en communicatie

Bijlage A1 - Belangrijkste statistieken: de Republiek Servië

Bijlage A2 - Belangrijkste statistieken: Kosovo

Bijlage A3 - Belangrijkste statistieken: de Republiek Montenegro

Bijlage B - Bijeenkomsten van de Raad van bestuur van het Bureau in 2001

Bijlage C - Organisatieschema van het Bureau

Bijlage D - Begroting van het Bureau voor 2001

Bijlage E - Contactgegevens van het Bureau

Voorwoord

Het Europese Bureau voor wederopbouw is verantwoordelijk voor het beheer van de belangrijkste communautaire hulpprogramma's in de Federale Republiek Joegoslavië (de Republiek Servië, Kosovo, en de Republiek Montenegro) en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

Op 10 december 2001 besloot de Raad dat het mandaat van het Bureau moest worden uitgebreid tot de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Op 28 december 2001 gaf de Europese Commissie het Bureau formeel de verantwoordelijkheid voor het beheer van het noodhulpprogramma 2001 voor de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië met ingang van 1 januari 2002, waarbij de verantwoordelijkheid voor andere programma's (verleden, heden en toekomst) zou volgen op 1 maart 2002.

Het Bureau is in februari 2000 opgericht. Het hoofdkwartier is gevestigd in Thessaloniki, Griekenland, en de operationele centra bevinden zich in Pristina, Belgrado en Podgorica en Skopje. Het is een onafhankelijk agentschap van de Europese Unie, dat rekenschap moet afleggen aan de Europese Raad en het Europees Parlement. Het staat onder toezicht van een Raad van bestuur, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van de 15 EU-lidstaten.

Het totale bedrag aan EU-middelen dat opnieuw aan het Bureau is toegewezen voor beheer in 2001 beliep zo'n 525 miljoen euro. Aan het eind van het jaar hield het Bureau toezicht op een totale portefeuille van zo'n 1,2 miljard euro, verdeeld over de operationele centra in Belgrado, Pristina en Podgorica.

De door het Bureau beheerde programma's hebben drie hoofddoelen. Dit zijn: (i) de uitvoering van een onmiddellijke fysieke en economische wederopbouw (herstel van het belangrijkste deel van de infrastructuur en van de nutsbedrijven, zoals energie, huisvesting, water, vervoer); (ii) het leggen van de basis voor de ontwikkeling van een markteconomie en het bevorderen van particuliere ondernemingen (steun voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven, de landbouw en de gezondheidszorg); en (iii) ondersteuning voor de totstandbrenging van een democratie, rechten van de mens en de rechtsstaat (versterking van het lokale bestuur, NGO's, de media en de rechterlijke macht).

Het Bureau voert zijn taken uit binnen een bredere verbintenis die de Europese Unie is aangegaan met de Federale Republiek Joegoslavië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Deze maakt op zijn beurt weer deel uit van het proces van 'stabilisatie en associatie' van de EU en de vijf landen in Zuidoost-Europa, waaronder Albanië, Bosnië-Herzegovina en Kroatië. Andere EU-bijstand omvat steun op macrofinancieel en humanitair gebied, en op het gebied van democratisering, douane en fiscale planning, evenals steun voor onderwijsuitwisselingsprogramma's. Ook de bilaterale bijdragen van EU-lidstaten vallen hieronder.

1. Samenvatting

In 2001 bleven de door de EG gefinancierde programma's die - via drie operationele centra in de Republiek Servië, Kosovo en de Republiek Montenegro - worden beheerd door het Europees Bureau voor wederopbouw zich op drie belangrijke activiteitsterreinen richten.

Op het gebied van fysieke en economische wederopbouw (goed voor zo'n 60% van de in 2001 aan het Bureau toegewezen middelen, tegen 76% in 2000) ... bleef het Bureau zich richten op de meest fundamentele behoeften van burgers op het gebied van energie en watervoorziening, huisvesting en vervoer. Deze taak is nog lang niet voltooid en er zullen dan ook aanzienlijke middelen aan toegewezen blijven worden.

Door de basis te leggen voor de ontwikkeling van een markteconomie en particuliere ondernemingen (goed voor zo'n 25% van de nieuwe middelen in 2001, tegen 19% in 2000) .... bleef het Bureau de ontwikkeling van ondernemingen steunen (voornamelijk door steun aan de banksector en aan de groei van kleine en middelgrote ondernemingen, waaraan het Bureau eveneens kleine leningen verstrekt), evenals ondersteuning verlenen aan de landbouw en plattelandsgemeenten, en een betere dienstverlening door nationale en regionale gezondheidsstelsels.

Door ondersteuning van de totstandkoming van de democratie, mensenrechten en de rechtsstaat (goed voor zo'n 15% van de nieuwe middelen 2001, tegen 5% in 2000), bleef het Bureau zorgen voor opleiding en inzichten voor lokale overheden, terwijl het tegelijkertijd aandacht bleef houden voor NGO's, de media en de rechterlijke macht.

Er vindt dan ook een geleidelijke verschuiving van het eerste belangrijkste activiteitenterrein van het Bureau naar het tweede en derde terrein. Dit weerspiegelt het feit dat aan het Bureau, bovenop en naast de taak van wederopbouw van de fysieke infrastructuur, de extra - moeilijker en ingewikkelder - taak is toevertrouwd om te helpen bij de wederopbouw van samenlevingen en economieën. Dit omvat werk dat onvermijdelijk langlopend en duurzaam is, terwijl het tegelijkertijd minder meetbaar is, in die zin dat het de 'wederopbouw' omvat die nodig is binnen gemeenschappen zelf, binnen kaders voor een bedrijfsklimaat, binnen een vrije pers, binnen een functionerende overheid en overheidsinstellingen.

***

Volgens de oorspronkelijke opzet zou het Bureau het accent leggen op snelheid van levering. Het blijft de middelen waarvoor het verantwoordelijk is, voor een groot deel uitbetalen - feitelijk blijft het leveren op grond van EU-beloften. Eind 2001 waren contracten gesloten voor 85% van de EU-middelen onder zijn beheer, en was 66% uitbetaald.

Het uiteindelijk welslagen van het Bureau moet echter worden afgemeten aan het effect van zijn programma's in de praktijk en aan de verbeteringen die ze teweegbrengen in de levens van mensen. In dit opzicht staan het werk van het Bureau en het effect ervan in 2001 niet op zichzelf: ze moeten worden bezien in de politieke, maatschappelijke en economische context van de regio waarin het Bureau opereert, en in het perspectief van een veelomvattende communautaire en internationale verbintenis in de Federale Republiek van Joegoslavië. Het werk van het Bureau en het effect ervan staan echter wel op zichzelf als ze worden bezien tegen de achtergrond van hun oorspronkelijke doelstellingen.

In de Republiek Servië heeft het Bureau geholpen met het stabiliseren van een noodsituatie door te zorgen voor voldoende elektriciteit en stookolie, basisvoedingsmiddelen en essentiële medische benodigdheden, terwijl kleinschalige infrastructurele projecten werden uitgevoerd in steden en scholen in alle gemeenten. In het nieuwe programma van 2001 consolideerde het Bureau zijn werk in de energiesector - niet door elektriciteit te importeren, maar door de binnenlandse energiecapaciteit van Servië te herstellen -, terwijl het essentiële medicijnen en medische benodigdheden bleef leveren. Het Bureau importeerde landbouwzaad en meststoffen om de plattelandseconomie nieuw leven te helpen inblazen, het verstrekte kredieten om de kleine bedrijfssector te stimuleren, en het ging van start met kleinere programma's om een vrije pers te steunen en om met name in Zuid-Servië het op burgers en milieu gerichte herstel te ondersteunen.

In Kosovo bleef het Bureau zich richten op de meest fundamentele behoeften van fysiek herstel: via werkzaamheden aan de belangrijkste energiecentrales en de kolenmijnen die hen van grondstoffen voorzien; via de wederopbouw van beschadigde huizen, wegen en bruggen; via de voorziening van betrouwbaar drinkwater en afvalverwerking. Tegelijkertijd betaalde het Bureau met succes leningen uit aan kleine en middelgrote ondernemingen en aan kleinschalige boeren, en stimuleerde het de productiviteit in de plattelandseconomie via de levering van essentiële landbouwproductiemiddelen. Met zijn projecten besteedde het Bureau ook bijzondere aandacht aan de overdracht van beste praktijken voor de langere termijn in Kosovo door het verlenen van technische bijstand en door institutionele capaciteitsopbouw. Er werd van start gegaan met kleinere projecten voor de bevordering van een vrije en professionele pers en voor ondersteuning van kleine NGO-initiatieven - in het bijzonder voor vrouwen en voor allerlei minderheden.

In de Republiek Montenegro versnelde het Bureau de belangrijkste verbeteringen in de basisinfrastructuur - gebouwen, wegen, bruggen en scholen. Het gaf in toenemende mate een grotere stimulans aan de hervorming van de centrale en lokale overheid.

Veel van de activiteiten die het Bureau tot op heden heeft uitgevoerd kunnen kwantitatief worden gemeten. Ze worden echter steeds moeilijker te meten, omdat de resultaten minder zichtbaar worden. De effecten van zijn activiteiten op de langere termijn - het bevorderen van goed bestuur en het opbouwen van instellingen, het scheppen van de voorwaarden voor een stabiele en florerende markteconomie, en het ontwikkelen van een burgermaatschappij - hebben meer tijd nodig om te beklijven. Het Bureau ontwerpt programma's die de begunstigden voordelen voor de lange termijn moeten bieden, waarbij het zich ten volle realiseert dat de weg naar herstel en hervorming lang is en vol kronkels. Het proces vraagt veel geduld, en de successen die worden geboekt, zullen met moeite worden veroverd.

De door het Bureau beheerde programma's zullen een belangrijke rol blijven spelen, aangezien de EU er via zijn verbintenis ernaar streeft dat stabiele en welvarende partners uit Zuidoost-Europa worden geherintegreerd in de Europese familie van naties.

***

Het jaar 2001 vormde voor het Europees Bureau voor wederopbouw ook een combinatie van snelle veranderingen en een fundamentele bestendigheid.

Verandering ...

... doordat de som van de EU-middelen waarvan het beheer was toevertrouwd aan het Bureau, verdrievoudigde, terwijl het twee nieuwe operationele centra oprichtte en er een verdubbeling van het personeel plaatshad.

Bestendigheid ...

... gezien het feit dat het Bureau erin slaagde zijn administratieve kosten tot een minimum te beperken, terwijl het de standaardaanbestedingsprocedures van de EU volgde om de snelheid van levering te behouden.

Rond eind december werd de noodzaak om de twee elementen te combineren nog duidelijker nadat de Raad het besluit had genomen om het mandaat van het Bureau uit te breiden tot de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (VJRM). Vervolgens verzocht de Europese Commissie het Bureau (dat sinds september 2001 had geholpen met de uitvoering van noodprogramma's) om met ingang van januari 2002 de volledige verantwoordelijkheid voor het beheer op zich te nemen voor de noodhulpprogramma's voor 2001 in VJRM, terwijl de overige belangrijke EU-hulpprogramma's in VJRM (verleden, heden, toekomst) in maart 2002 zouden volgen.

***

2001 was ook het jaar waarin het Bureau zijn mate van onafhankelijkheid combineerde met zijn duidelijk omschreven EU-kader.

Onafhankelijkheid ...

... in die zin dat het Bureau de vrijheid heeft om zijn eigen aanbestedingen voor te bereiden, te lanceren, te contracteren, te beheren en te evalueren, en om zijn eigen personeel te werven.

Kader ...

... in die zin dat het de standaardaanbestedingsrichtsnoeren van de EU volgt en vereenvoudigde en versnelde procedures vermijdt;

... in die zin dat zijn activiteiten - binnen de EU-structuren - binnen het strategisch kader van de Europese Commissie vallen, nauw worden gevolgd door de Europese Rekenkamer en regelmatig worden gerapporteerd aan het Europees Parlement en de Europese Raad van Ministers;

... in die zin dat zijn activiteiten nauw aansluiten bij het algemeen kader van het communautaire proces van verdieping van de politieke en economische dialoog met de landen van Zuidoost-Europa.

Dit strategische verband van de EU is van het grootste belang. De duidelijkste uiting hiervan is het stabilisatie- en associatieproces, dat nu met vijf landen in de regio van start is gegaan, en waarvan het de bedoeling is dat het de integratie met EU-normen en structuren bevordert, en dat uiteindelijk perspectief biedt op lidmaatschap van de Europese Unie zelf. Een meer specifieke uiting ervan wordt gevormd door nationale strategiedocumenten voor de middellange termijn en meerjarige indicatieve programma's die worden ontwikkeld door de Europese Commissie en die het strategisch kader bieden voor de levering van het CARDS-programma (CARDS: acroniem gevormd uit de Engelse woorden voor 'communautaire bijstand', 'wederopbouw', 'ontwikkeling' en 'stabilisatie') voor de vijf landen in Zuidoost-Europa over de periode 2002-2006.

De Europese Unie is een open verbintenis aangegaan met de regio, en blijft op verschillende manieren en via een groot aantal kanalen steun verlenen. Binnen deze context beheert het Bureau de meerderheid van zijn hulpprogramma's voor de Federale Republiek Joegoslavië en, met ingang van 2002, ook voor de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

2. Hoogtepunten

Federale Republiek Joegoslavië - de Republiek Servië

* Ondanks een strenge winter heeft het energieprogramma (reserveonderdelen, werken, en import van elektriciteit) een aanmerkelijk positief effect gehad op het beantwoorden aan de vraag en het verminderen van stroomuitval. Veel andere middelen (meststoffen, lokaal geproduceerde en verkochte geneesmiddelen) zijn aangekocht en gedistribueerd. Er is grote vraag naar krediet voor de middellange termijn van de kant van KMO's.

* Het noodhulpprogramma voor het jaar 2000, dat het Bureau in januari 2001 heeft overgenomen, is voltooid met 94% aan uitbetaalde middelen aan het eind van het jaar. Het Bureau is erin geslaagd een noodsituatie te stabiliseren met behulp van acties op het gebied van energie, gezondheid, voedsel en lokale infrastructuur.

* Het programma voor het jaar 2001 wordt momenteel in snel tempo uitgevoerd. Aan het eind van het jaar was 92% van de eerste tranche (143,5 miljoen euro) contractueel vastgelegd, en 51% uitbetaald. Meer dan 30% van de tweede tranche van 50,3 miljoen euro, die in november beschikbaar was gesteld, was eveneens contractueel vastgelegd.

Voormalige Republiek Joegoslavië - Kosovo

* Naast de voortzetting van belangrijke fysieke herstelwerkzaamheden in de krachtcentrales, kolenmijnen en nutsbedrijven van Kosovo, en de wederopbouw van huizen en hoofdwegen, legde het programma voor het jaar 2001 in de meeste sectoren een veel grotere nadruk op maatregelen op het gebied van institutionele capaciteitsopbouw. De verstrekking van kredietlijnen vormt de ondersteuning van algemene economische ontwikkelingen, met inbegrip van die van de landbouw- en bedrijfssector. Andere maatregelen worden uitgevoerd ter ondersteuning van de rechtsstaat en de burgermaatschappij. Er is ook financiering verstrekt voor het ondersteunen van de algemene verkiezingen in november 2001 voor de nieuwe assemblee van Kosovo.

* Hoewel Kosovo aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt in de periode na het conflict van 1999, blijft het voor grote uitdagingen staan - waaronder de noodzaak de bestaande infrastructuur verder te herstellen (met name in de sectoren energie en vervoer), het aanpakken van kritieke milieuaangelegenheden, de ondersteuning van de handel en de ontwikkeling van de particuliere sector, de hervorming van opleidings-, onderwijs- en gezondheidszorgstelsels, en de versterking van de burgermaatschappij en het bestuur.

* De financiering van het programma voor het jaar 2001 beliep 315 miljoen euro, na de vastlegging van een extra 44,5 miljoen euro in oktober 2001. Van de 695 miljoen euro die sinds 1998 in Kosovo zijn vastgelegd, was op 31 december 2001 85% contractueel vastgelegd en 66% uitbetaald.

Voormalige Republiek Joegoslavië - de Republiek Montenegro

* Op 8 januari 2001 werd het Bureau verantwoordelijk voor het beheer van de belangrijkste door de EU gefinancierde hulpprogramma's in Montenegro. De oprichting van het kantoor van het Bureau in Podgorica vond in maart 2001 plaats en dit kantoor is sinds juni volledig bemand en operationeel.

* Over het grootste deel van het programma voor het jaar 2001, ter waarde van zo'n 13,3 miljoen euro, is in oktober overeenstemming bereikt. Over de resterende 3 miljoen euro is in december overeenstemming bereikt.

* In 2001 heeft het Bureau zich gericht op het aanbesteden van zo'n 19 miljoen euro van de 24 miljoen euro aan middelen die het had geërfd van de programma's voor 1999 en 2000. Aan het eind van het jaar was 97% van de projecten voor 1999 contractueel vastgelegd en 77% uitbetaald. Wat het programma voor 2000 betrof, was 72% contractueel vastgelegd.

Voormalige Republiek Joegoslavië - de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (VJRM)

* Vanaf september 2001 heeft het Bureau de Europese Commissie geholpen met het opstellen en het beheer van een noodhulpprogramma voor VJRM. Het programma heeft twee hoofddoelen: de wederopbouw van de bij het conflict betrokken gebieden in de eerste helft van het jaar; en de ondersteuning van vertrouwenscheppende maatregelen die de uitvoering van de kaderovereenkomst van augustus 2001 moeten steunen.

* In december 2001 is het Bureau formeel verzocht de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het beheer van de belangrijkste EU-hulpprogramma's in VJRM. Op 1 januari 2002 nam het Bureau vervolgens de volledige verantwoordelijkheid op zich voor het beheer van het noodhulpprogramma, en richtte het een operationeel centrum in Skopje op.

Programmering

* In 2001 stelde het Bureau programmavoorstellen op in verscheidene termijnen. Binnen het kader van het nationaal strategiedocument en het meerjarig indicatief programma voor de Federale Republiek Joegoslavië ontwikkelde het Bureau eveneens ontwerp-jaarprogramma's voor het jaar 2002 die in januari 2002 in de Raad van bestuur besproken moesten worden.

* Het evaluatieteam voerde in de loop van het jaar negen tussentijdse evaluaties uit, waarin zijn aanbevelingen voor projectverbetering waren opgenomen.

Financiën

* Van de 1,15 miljard euro die het Bureau beheerde, was eind 2001 zo'n 85% contractueel vastgelegd en 66% uitbetaald.

* Via standaardaanbestedingsprocedures van de EU sloot het Bureau in 2001 voor 0,5 miljard euro aan nieuwe contracten, waarvan 87% via openbare aanbestedingen en subsidies en 13% via vereenvoudigde procedures.

* In 2001 sloot het Bureau contracten voor meer middelen dan de nieuw toegewezen middelen (met uitzondering van de middelen die aan het eind van het jaar aan Kosovo waren toegewezen). De gemiddelde tijd die het Bureau nodig had om, na ontvangst van een factuur, een uitbetaling te doen, was 17 dagen.

* De huishoudelijke uitgaven van het Bureau liggen voor de eerste twee jaar dat het Bureau actief is (2000, 2001) op 25,9 miljoen euro, dat wil zeggen op 2,4% van de totale eindbegroting van die jaren.

* In november 2001 publiceerde de Europese Rekenkamer een gunstig rapport over de financiële rekeningen van het Bureau over het jaar 2000, en over het effect van zijn programma's in Kosovo.

Algemene diensten

* Op 31 december 2001 had het Bureau 97 internationale en 144 lokale medewerkers in dienst op zijn hoofdkwartier in Thessaloniki en in zijn drie operationele centra in Belgrado, Pristina en Podgorica.

* Het Bureau is gestart met de oprichting van een nieuw operationeel centrum in Skopje.

* De Raad van bestuur van het Bureau kwam in dat jaar vier keer bijeen en bleef een belangrijke strategische rol spelen bij de beraadslagingen over specifieke financieringsvoorstellen voor Servië, Kosovo en Montenegro, evenals over een groot aantal programmagerelateerde en administratieve kwesties.

3. Activiteiten: de Federale Republiek Joegoslavië - de Republiek Servië

3.1. Algemene situatie

Op 8 januari 2001 werd het Europees Bureau voor wederopbouw verantwoordelijk voor het beheer van de EU-hulpprogramma's voor Servië voor de jaren 1998, 1999 en 2000, die daarvoor werden uitgevoerd door de Europese Commissie in Brussel en haar delegatie in Belgrado. Met name het noodhulpprogramma voor het jaar 2000, waarmee een bedrag van 180 miljoen euro was gemoeid, is een cruciale factor gebleken bij het helpen stabiliseren van een noodsituatie. (Dit noodprogramma was in de maanden oktober/november 2000 opgesteld en voor een groot deel aanbesteed door de Commissie met de hulp van medewerkers van het Bureau in Kosovo.)

De praktische voordelen van het noodprogramma voor het jaar 2000 waren in heel Servië merkbaar. Zo kwam er bijvoorbeeld stookolie voor zo'n 1000 scholen, ziekenhuizen en stadsverwarmingssystemen in gemeenten die ongeveer 80% van de bevolking bestrijken; er werd elektriciteit geïmporteerd waardoor grote stroomonderbrekingen werden voorkomen; en er kwamen voorraden essentiële geneesmiddelen (zoals insuline) en voedselproducten (suiker, bakolie).

Voor Servië mondde het uiteenvallen van het voormalige Joegoslavië en de daaruit voortvloeiende gewapende conflicten en economisch wanbeheer in de jaren 1990 uit in hyperinflatie en een economie die zich aan de rand van de afgrond bevond. Gevestigde markten gingen verloren, en traditionele productie en handelsbetrekkingen werden verstoord. De internationale gemeenschap legde sancties op, en cruciale infrastructuur werd ofwel slecht onderhouden of vernietigd. In 2000 was het BBP gedaald naar ongeveer 40% van het niveau van 1990.

In het begin van januari 2001 waren de nieuwe federale en Servische overheden er snel bij om hun ambt te aanvaarden. Zij richtten hun inspanningen op drie hoofdgebieden: (i) het stabiliseren van de economie; (ii) het beantwoorden aan de dringende behoeften van de meest kwetsbare delen van de bevolking, en (iii) herintegratie in de internationale gemeenschap.

Op alle terreinen werd flinke vooruitgang geboekt. De nieuwe regeringen van de Voormalige Republiek Joegoslavië/Servië voeren alomvattende structurele hervormingen door om snel een markteconomie te kunnen invoeren. Zo hebben ze belangrijke belastinghervormingen geïntroduceerd, een aantal ondernemingen geprivatiseerd, zijn ze begonnen met de herstructurering van het bankwezen, terwijl ze de tarieven voor elektriciteit, stadsverwarming en andere nutsvoorzieningen hebben verhoogd. Aangemoedigd door de omvangrijkheid van de toezeggingen van de regeringen, leidde de donorconferentie die in juni 2000 in Brussel werd gehouden, tot beloften tot steun voor een bedrag van zo'n 1,5 miljard euro. Vervolgens werd in november 2001 met succes een noodzakelijke gewijzigde schuldenregeling van de Club van Parijs overeengekomen, waarbij 66% van de schuld werd afgeschreven.

In een zwak macro-economisch milieu streeft Servië een krachtige economische hervorming na. Het land wil voorkomen dat het afhankelijk wordt van buitenlandse hulp. Gezien de enorme last van het verleden zal Servië, wil het overeind blijven, aanzienlijke steun van de internationale gemeenschap nodig blijven hebben.

Terwijl het programma voor 2000 grotendeels gericht was op het verlenen van noodhulp (stookolie, import van elektriciteit, basisvoedselproducten, enz.), verwijderde het hulpprogramma voor Servië voor het jaar 2001 zich voor het eerst een stapje van de hoedanigheid van een noodprogramma in de richting van ontwikkelingshulp voor de langere termijn. Servië klimt omhoog uit een lange periode van economische achteruitgang die bovendien gepaard ging met conflicten en internationale afzondering, en er is aanzienlijke steun van internationale instellingen en de EG nodig om de overgang naar een volledig functionerende markteconomie en democratie mogelijk te maken. Het communautaire programma heeft rekening gehouden met de noodzaak steun te verlenen aan de belangrijkste sectoren van fundamenteel economisch en maatschappelijk belang, vooral met het oog op de versterking van de institutionele ontwikkeling en het scheppen van een basis voor langetermijninvesteringen en voor de ontwikkeling van de burgermaatschappij.

Het communautaire hulpprogramma voor 2001 heeft geholpen de economie en de samenleving te stabiliseren door (i) het ondersteunen van de inspanningen op het gebied van herstel in de energiesector, (ii) het bieden van essentiële productiemiddelen voor de landbouw en gezondheidszorg teneinde de productieactiviteiten nieuw leven in te blazen, (iii) het verstrekken van krediet aan de bank- en bedrijfssector, en (iv) het verlenen van technische bijstand om een start te maken met het doorvoeren van belangrijke hervormingen in de productiesectoren en om een begin te maken met het proces van aanpassing aan Europese structuren.

Naar verwachting zal het Bureau in 2002 een steunbijdrage van zo'n 171 miljoen euro ontvangen. Deze zal grotendeels worden aangewend voor de sectoren institutionele opbouw (bijvoorbeeld openbaar bestuur, justitie, Europese integratie), economische wederopbouw (energie, vervoer en landbouw), de burgermaatschappij (NGO's, media), en geïntegreerd grensbeheer.

Zie de twee belangrijkste tabellen in bijlage A1

* Aan het Europees Bureau voor wederopbouw gedelegeerde communautaire middelen voor aanwending in de Republiek Servië, op 31/12/2001 - per sector

* Aan het Europees Bureau voor wederopbouw gedelegeerde communautaire middelen voor aanwending in de Republiek Servië, op 31/12/2001 - per vastgelegd, aanbesteed, uitbetaald bedrag

Zie ook de evaluatie, paragraaf 6.3

3.2. Uitvoering van de programma's voor het jaar 2001

Energie (107,7 miljoen euro)

De eerste tranche middelen voor het energieprogramma 2001, die in totaal 80 miljoen euro bedragen, werd begin mei 2001 beschikbaar gesteld. De directe doelstelling van het programma was het stabiliseren en veilig stellen van de binnenlandse elektrische stroomvoorziening vóór de winter van 2001/2002. Het doel was de kloof te overbruggen tot op het moment dat grote investeringen van internationale financiële instellingen beschikbaar zouden komen, waarmee het systeem volledig zou kunnen worden hersteld. Het programma omvat activiteiten op het gebied van de elektrische stroomopwekking, het hoogspanningsnetwerk en de kolenmijnensector.

In de sector van elektrische stroomopwekking zijn de programma's gericht geweest op vier hoofdeenheden, waarbij de investering een hogere betrouwbaarheid veilig zal stellen in de vorm van een vermogen van 1250 MW en de resterende levensduur zal verlengen. Met de werkzaamheden in deze vier eenheden is in september 2001 een begin gemaakt wat betreft controle, onderhoud en reparatie. Ongeveer 50% van de werkzaamheden is eind 2001 voltooid en drie eenheden zijn nu operationeel voor de winter. Met de resterende werkzaamheden zal nog worden doorgegaan tot april 2002. Volgens de planning zal de vierde eenheid vóór medio 2002 volledig operationeel zijn.

In december 2001 is begonnen met werkzaamheden aan het herstel van de hoogspanningskabels voor binnenlandse levering, en aan invoerverbindingen. De werkzaamheden zullen voortduren tot in 2002.

Er zijn ongeveer 260 contracten gesloten voor de levering van reserveonderdelen, gereedschappen en uitrusting om de meest dringende reparaties en achterstallig onderhoud aan de resterende 5800 MW waterkracht- en thermische centrale mogelijk te maken, evenals voor de levering onderstations en transformators. De leveringen ter plaatse begonnen in augustus 2001 en zullen doorgaan tot in 2002.

De steun die aan de kolenmijnen wordt verleend, omvat de twee belangrijkste dagbouwmijnen die de met kolen aangedreven krachtcentrales in Servië voorzien van grondstoffen. Het programma omvat de aankoop van grote apparatuur voor het verwijderen van de deklaag en de productie van kolen, evenals de vervanging van essentiële delen voor de mislukte mijnexploitatie, zoals hijskranen, grondgraafmachines, enz. De leveringen begonnen in augustus 2001 en zullen doorgaan tot februari 2002.

Als erkenning van het belang van de energiesector in Servië is in november 2001 aanvullende financiering beschikbaar gesteld voor een bedrag van 12,7 miljoen euro om het effect van het in gang zijnde herstel- en onderhoudsprogramma te versterken door de levering van extra dringend noodzakelijke apparatuur. De aanbestedingen voor overheidsopdrachten zijn vóór het eind van 2001 gepubliceerd.

Daarnaast is er, in het licht van de geplande controles en daarmee gepaard gaande stilleggingen in het kader van het aanvankelijke programma voor 2001, aanvullende financiering voor de invoer van elektriciteit verstrekt ten bedrage van 15 miljoen euro. Met de invoer is begonnen in december 2001 en er zal mee worden doorgegaan tot het eind van de winter van 2002.

Meer strategische sectorhervormingsprogramma's voor de middellange termijn zijn ingevoerd na uitgebreid overleg met het ministerie van Energie en het Servische nutsbedrijf EPS. Er is begonnen met haalbaarheidsstudies met betrekking tot de oprichting van een Servisch bureau voor energie-efficiëntie en van een bureau voor energieregulering. De aanbevelingen die hieruit naar voren komen, zullen naar verwachting begin 2002 bekend worden gemaakt. Ook een onderzoek naar kostenreductie en -beheer, dat op verzoek van het EPS wordt uitgevoerd, zal in het voorjaar van 2002 worden afgerond. Bovendien heeft het Bureau opdracht gegeven tot een onderzoek naar de kolensector dat begin 2002 gereed zal zijn.

Ontwikkeling van het bedrijfsleven (16 miljoen euro)

De eerste tranche van 10 miljoen euro voor het hulpprogramma voor het bedrijfsleven bestond uit twee onderdelen: (i) technische bijstand en opleiding voor het ministerie van Economie en Privatisering ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid voor KMO's; en de oprichting van regionale adviescentra voor KMO's, waaronder een "Euro Info Correspondence Centre" (EICC) voor zo'n 5 miljoen euro; en (ii) een kredietlijn (5 miljoen euro) om investeringen en uitbreiding van KMO's te bevorderen en de lokale commerciële bankactiviteiten weer gezond te maken. De regionale centra ter ondersteuning van het bedrijfsleven en een EICC zullen in de eerste helft van 2002 operationeel worden. De vraag naar krediet door KMO's is groter dan verwacht. Eind december 2001 is goedkeuring verleend aan in totaal 3,5 miljoen euro aan leningen. Als gevolg hiervan is er nog eens 5 miljoen euro toegevoegd aan de KMO-kredietlijn in de tweede tranche voor het jaar 2001.

Tot slot zal, gezien de langeretermijnverplichtingen met betrekking tot de markthervorming en de herstructurering van het bedrijfsleven, technische bijstand (ongeveer 1 miljoen euro) worden verleend voor de eerste stadia van financiële herstructurering en bedrijfshervorming van drie gemeenschapsondernemingen (een vrachtwagenfabrikant die ongeveer 2900 mensen in dienst heeft, een producent van tractoren en landbouwuitrusting met 3600 personeelsleden, en een fabrikant van oogstmachines en maïsplukkers die momenteel werk verschaft aan 2500 mensen). De aanbesteding voor het technische bijstandsteam is in november van start gegaan, nadat de Raad van bestuur de tweede tranche had goedgekeurd. Het team zal naar verwachting begin maart 2002 worden ingezet.

Landbouw (20 miljoen euro)

In het landbouwprogramma voor 2001 hanteerde het Bureau een tweeledige aanpak: het leverde de belangrijkste productiemiddelen (meststoffen en voedsel voor dieren) om de landbouwproductie nieuw leven in te blazen, terwijl het tegelijkertijd begon met het leggen van de basis voor harmonisatie met EU-standaards en -normen ten aanzien van voedselproducten.

De leveringen van meststoffen (NPK) begonnen eind augustus en waren begin oktober voltooid. Met de import van voedsel voor dieren werd spoedig daarna een begin gemaakt, en de leveringen werden eind oktober afgerond. De laatste component, ureum, zal in januari 2002 worden geleverd, op tijd voor het bemesten van de gewassen. Alle productiemiddelen worden verkocht of in natura geruild tegen marktprijzen en de inkomsten daaruit worden in een speciaal tegenwaardefonds gestopt.

In december 2001 is een dienstencontract gesloten om Servië te helpen bij de ontwikkeling van hervormingen van het landbouwbeleid, en van een algemene strategie en een algemeen sectorplan. Dit contract omvat ook een onderdeel dat zich richt op harmonisatie met EU-standaards en -normen voor landbouw- en voedselproducten. Het team van deskundigen start met zijn werkzaamheden in januari 2002.

Gezondheidszorg (31,5 miljoen euro)

De eerste tranche omvatte 26,5 miljoen euro om de beschikbaarheid van essentiële medicijnen in heel Servië te verbeteren en daarmee verband houdende sectorhervormingen te introduceren, zoals de totstandbrenging van behandelprotocollen en de rationalisering en herstructurering van de farmaceutische industrie. De leveringen van medicijnen gingen, zoals gepland, in november van start en teams van deskundigen startten hun werkzaamheden in oktober (protocollen) en november (farmaceutische producten).

In de tweede tranche van 2001 is goedkeuring verleend aan een extra financiering van 5 miljoen euro. Hiermee zal de kwaliteit van enkele basisdiensten in ziekenhuizen en gezondheidscentra worden verbeterd door herstel en levering van de belangrijkste apparatuur.

Geïntegreerd grensbeheer (5 miljoen euro)

Gezien het belang van het trans-Europese wegennet en de noodzaak Servië te helpen bij de fysieke herintegratie in de rest van de regio, wordt een hoge prioriteit gegeven aan het verbeteren van de voorzieningen en het beheer aan de FRJ-zijde van de Hogros-grensovergang met Hongarije (bij de pan-Europese vervoerscorridor 10). Het project zal de doorgang van mensen en goederen vergemakkelijken, terwijl het de in- en uitklaringsprocedures aan de grens zal verbeteren en veilig stellen. De Raad van bestuur van het Bureau heeft dit project in november 2001 goedgekeurd. Half februari 2002 zullen de aanbestedingen van start gaan en het project moet eind 2003 zijn afgerond. Dit project wordt gefinancierd uit de regionale CARDS-middelen.

Media (2 miljoen euro)

Het programma voor 2000 ter ondersteuning van de onafhankelijke media wordt voortgezet, waarbij in november 2001 twee aanvullende activiteiten zijn gefinancierd. De eerste component verleent kleine subsidies en opleiding aan onafhankelijke media om hun financiële duurzaamheid op de middellange termijn te garanderen. Het daarmee verband houdende uitvoeringscontract zal begin januari 2002 worden ondertekend. De tweede component zal een volledige managementcontrole financieren van het radio- en televisiebedrijf van de Servische staat (RTS), waarvoor momenteel een aanbestedingsprocedure plaatsvindt. De planning is dat half februari 2002 een team aan het werk kan zijn.

Centrum voor beleid en juridisch advies (5 miljoen euro)

Het centrum voor beleid en juridisch advies heeft ten doel op een consistente en toegankelijke manier adviezen te verstrekken aan de overheden van FRJ/Servië inzake belangrijke macro-economische kwesties, zoals de overgang naar een markteconomie, een regelgevend kader, de harmonisatie van wetgeving, standaards en normen met die van de EU, en de toetreding tot de WTO. Het betreft een klein, maar belangrijk element dat FRJ/Servië helpt met de toenadering tot Europese en andere internationale instellingen (bijvoorbeeld WTO).

Begin november 2001 is een team van deskundigen gemobiliseerd om relevante federale en republikeinse overheden te helpen bij het ontwikkelen van strategieën en hoofdprioriteiten vast te stellen.

Regionale ontwikkeling in de Presevo-vallei - Snel werkgelegenheids- en herstelprogramma (4 miljoen euro)

Dit project is ontwikkeld door het Bureau in samenwerking met UNDP in reactie op een gespannen politieke situatie in Zuid-Servië. Begin 2002 zal een UNDP-team zijn opgezet dat het project zal uitvoeren dat is gericht op snelle werkgelegenheid voor lokale mensen, teneinde verbeteringen aan te brengen op gemeentelijk en milieuniveau.

Naar schatting zullen vanaf januari/februari 2002 in vier gemeenten ongeveer 1260 mensen in dienst worden genomen.

Technische-expertisefaciliteit (2,6 miljoen euro)

Dankzij dit fonds kan het Bureau doorgaan met het op een efficiënte en doeltreffende manier voorbereiden en uitvoeren van projecten. De middelen die in het kader van dit voorstel worden goedgekeurd, worden aangewend voor het bieden van technische expertise voor de korte termijn op het gebied van hooggespecialiseerde, gerichte aspecten van het projectontwerp, de uitvoering, haalbaarheidsstudies, evaluatie, enz.

3.3. Uitvoering van het programma voor het jaar 2000

Energie (103,7 miljoen euro)

Het programma "Energie voor democratie" heeft Servië door de winter van 2000/2001 geholpen. In april 2001 hebben de laatste leveringen plaatsgehad van in totaal 144.000 ton brandstof en stookolie aan kracht- en stadsverwarmingscentrales, publieke instellingen in gemeenten door het hele land. Een reserve voor onvoorziene uitgaven van 900.000 euro uit het programma voor 1999 is gebruikt voor extra leveringen, die in november 2001 plaatsvonden.

De helft van de totale begroting van het energieprogramma voor 2000 is toegekend aan de import van elektriciteit voor de winter van 2000/2001. De door de EU gefinancierde import kwam overeen met 70% van de totale import van elektriciteit. Eind augustus 2001 waren alle programmamiddelen volledig uitbetaald. In deze context is het van belang erop te wijzen dat in Servische huishoudens veelvuldig gebruik wordt gemaakt van elektrische kacheltjes vanwege het feit dat de elektriciteitsprijs er voorheen erg laag was.

Bovendien leverde het programma, om een toereikende levering van kolen voor de functionerende thermische krachtcentrales te garanderen, ook reserveonderdelen om de kolenproductie in de dagbouwmijnen van Kolubara en Kostolac te verbeteren. De leveringen gingen in februari van start en zijn eind november 2001 beëindigd.

Voedsel (26,7 miljoen euro)

Het noodhulpprogramma dat suiker en bakolie tegen een betaalbare prijs leverde aan Servische consumenten is afgerond.

In totaal zijn 15.000 ton suiker en 15.000 ton bakolie geleverd aan de lokale markt. De leveringen aan supermarkten begonnen in februari 2001 en werden eind oktober afgerond. De inkomsten die het tegenwaardefonds verwierf uit de verkoop van suiker en olie bedroegen in december 2001 6 miljoen euro. In mei 2001 is een memorandum van overeenstemming getekend met de Servische overheid waarin het gebruik van het tegenwaardefonds is vastgelegd. Afgesproken is dat alle middelen zouden worden gebruikt voor de import van agrarische productiemiddelen. Eind 2001 waren nog eens 15.000 ton maïs en 10.000 ton NPK geïmporteerd.

Gezondheidszorg (20 miljoen euro)

Tot de meest dringende behoeften behoorden betaalbare geneesmiddelen voor acute medische aandoeningen. Als antwoord daarop is een programma ontwikkeld om de noodgeneesmiddelen, laboratoriumvoorraden en verbruiksartikelen (injectiespuiten, naalden) te leveren, waaraan anders een ernstig gebrek zou zijn geweest. Het project is in augustus 2001 beëindigd, en het programma is nu afgesloten. De distributie van geneesmiddelen en medische voorraden aan ongeveer 300 verschillende gezondheidsinstellingen, waaronder staatsapotheken, ziekenhuizen en gezondheidscentra, is in juni 2001 afgerond.

Verdere activiteiten ter ondersteuning van de gezondheidssector lopen nog door in het kader van het programma voor 2001.

Media (1 miljoen euro)

Gedurende de jaren dat Milosevic aan de macht was, zijn de onafhankelijke media in Servië onderdrukt. De Europese Unie heeft de verzetsmedia vele jaren gesteund en besloot om - na de onttroning van Milosevic bij de verkiezingen van oktober 2000 - deze essentiële steun te blijven verlenen. Het programma omvatte noodhulp voor onafhankelijke media-exploitanten om hun directe kosten voor apparatuur, technische bijstand en bedrijfsvoering te dekken, evenals de vaststelling van prioriteiten voor de lange termijn. Het programma is voortgezet in 2001 en zal in het begin van het voorjaar van 2002 worden voltooid. Een van de belangrijkste activiteiten was de ontwikkeling van een nieuw wettelijk kader voor de media. De nieuwe ontwerpwet zou begin 2002 moeten worden ingediend bij het Servisch parlement.

Scholen en steden voor democratie (28,8 miljoen euro)

Het programma "Scholen voor democratie" is ook van start gegaan onder het regiem van Milosevic. Het was opgezet om reparaties en renovaties uit te voeren en wezenlijke apparatuur te leveren aan scholen, kleuterscholen en andere onderwijsinstellingen in 34 door de oppositie geleide gemeenten. Het programma "Steden voor democratie" werd later ontwikkeld en breidde de financiering uit tot alle 160 gemeenten ten behoeve van de gemeentelijke infrastructuur, zoals reparaties aan drinkwatervoorzieningen, afvalinzameling en -verwijdering, openbaar vervoer, enz. Alle schoolrenovatieprojecten (136) die in het kader van het eerste programma zijn uitgevoerd, zijn in september 2001 afgerond. De gefinancierde activiteiten in het kader van het tweede programma zijn eind 2001 grotendeels (90%) voltooid. Alle overige activiteiten zullen in april 2002 worden beëindigd.

In het kader van het tweede programma zijn 157 subsidiecontracten gesloten, die zijn uitgevoerd op 726 bouwlocaties. Daarnaast zijn contracten gesloten voor een bedrag van 4,8 miljoen euro voor de levering van meubilair en apparatuur voor scholen, evenals apparatuur voor gemeentelijke afvalverwijdering en -inzameling. De leveringen van schoolapparatuur zijn eind 2001 afgerond. Alle andere leveringen zullen in het voorjaar van 2002 tot een einde komen.

3.4. Uitvoering van de programma's voor 1999 en 1998

De middelen voor het programma voor 1999 zijn grotendeels contractueel vastgelegd (98%), terwijl ongeveer 79% is uitbetaald. Dit programma verleende steun aan de media, evenals aan het programma "Energie voor democratie". Het programma voor 1998, dat steun verleent aan de media, is volledig aanbesteed en 74% is uitbetaald.

4. Activiteiten: de Federale Republiek Joegoslavië - Kosovo

4.1. Algemene situatie

Bij zijn oprichting in februari 2000 nam het Bureau alle financieringsverplichtingen en programma's voor 1998 en 1999 van de voormalige task force van de Europese Commissie voor de wederopbouw van Kosovo over. Aanvankelijk concentreerde het Bureau zijn middelen op vier hoofdsectoren (energie, water, huisvesting en vervoer), die van essentieel belang blijven voor het proces van wederopbouw en herstel. Terwijl het Bureau zich in 2001 bleef richten op een beperkt aantal sectoren die hoge prioriteit hadden om een maximaal effect te garanderen met de beschikbare middelen, werd de communautaire financiering aan de sectoren goed bestuur en burgermaatschappij, bedrijfsleven, plattelandseconomie en gezondheidszorg vanwege het belang van deze sectoren uitgebreid tot duurzame economie en institutionele en sociale ontwikkeling in Kosovo.

In 2001 bevorderde de communautaire financiering het herstel van de energiesector door middel van de geslaagde revisie van de twee eenheden voor energieopwekking in de belangrijkste door kolen aangedreven krachtcentrale, de levering van essentiële apparatuur voor de kolenmijnen, de verlening van deskundige technische bijstand aan KEK (de elektriciteitsmaatschappij), reparaties aan het stadsverwarmingssysteem van Pristina en de invoer van elektriciteit in noodgevallen.

Het huisvestingsprogramma heeft sinds 1999 steun verleend bij de wederopbouw van meer dan 15.600 huizen, waarvan zo'n 3600 met financiële middelen voor het jaar 2001. Ook UNMIK is gesteund met communautaire middelen ten behoeve van het oplossen van aanspraken op onroerend goed.

De sector die de lokale overheid en de burgermaatschappij omvat, richtte zich op het versterken van overheidsinstellingen, steun aan de justitiële sector, de financiering van initiatieven op het gebied van de burgermaatschappij, de opbouw van kundigheid in beheer bij het radio- en televisienetwerk van Kosovo, en de ondersteuning van geslaagde algemene verkiezingen in november 2001 voor de nieuwe assemblee van Kosovo.

Eind 2001 had de EG financiële middelen verstrekt voor het herstel van 330 km aan hoofdwegen, waarvan 150 km in 2001 was gefinancierd, en voor reparaties aan een aantal bruggen.

In de landbouwsector zijn leningen verstrekt aan landbouwondernemingen, terwijl de invoer van zaden en meststoffen de boeren in staat heeft gesteld om deze producten tegen betaalbare prijzen aan te schaffen en op die manier de opbrengst met 30% te verhogen ten opzichte van de oogst van 2000.

Activiteiten voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven hebben zich gericht op steun aan kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) en grote gemeenschapsondernemingen. Tot op heden hebben renouvellerende kredietfondsen van de EG bijna 900 leningen verstrekt aan KMO's, voor een bedrag van in totaal ruim 8,5 miljoen euro, terwijl er leningen met een totale waarde van 2,1 miljoen euro zijn verstrekt aan gemeenschapsondernemingen in de industriële sector. De activiteiten omvatten eveneens institutionele ondersteuning voor het ministerie van Handel en Industrie, de vorming van een adviesraad voor KMO's, de oprichting van een "Euro Info Correspondence Centre", en de opening van drie regionale bureaus voor ondernemingen.

Het Bureau voltooide de werkzaamheden aan 14 gemeentelijke stortplaatsen, begon met de werkzaamheden aan twee nieuwe sanitaire stortterreinen, gaf de aanzet tot institutionele steun aan de afvalsector, leverde 38 vuilniswagens, en ondersteunde publieke voorlichtingscampagnes. Al deze acties zijn essentieel voor het verbeteren van de diensten op het gebied van vast afval en waterbeheer.

Communautaire middelen hielpen bij het verdere herstel van gezondheidszorgstelsels, inclusief steun aan het ministerie van Volksgezondheid en Maatschappelijk Welzijn, de opleiding van het middenkader en het hogere personeel in de gezondheidsdienst, en steun voor de farmaceutische en bloedtransfusiediensten.

Als gevolg van de crisis in de eerste helft van 2001 in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en daarmee samenhangende problemen met het invoeren van goederen over de desbetreffende grens, is er enige vertraging opgetreden in de uitvoering van het programma van het Bureau in Kosovo, met name op het gebied van landbouw en huisvesting. Dankzij goede vorderingen in de tweede helft van het jaar is het algehele effect op het Kosovo-programma echter tot een minimum beperkt.

Het Bureau blijft de belangrijkste sectoroverschrijdende kwesties onderzoeken, in het bijzonder die welke verband houden met gender, etnische minderheden en armoedebestrijding. Beoordelingen van en onderzoek naar maatschappelijke gevolgen zijn uitgevoerd om de mate van toegang en deelname van de algehele bevolking - en van de maatschappelijk kwetsbaren - aan de programma's van het Bureau vast te stellen. De aanbevelingen die op grond van de onderzoeken zijn gedaan worden gebruikt om strategieën te ontwikkelen voor de aanpak van kwesties als maatschappelijke kwetsbaarheid en uitsluiting.

Naar verwachting zal het Bureau in 2002 een bedrag van zo'n 134,5 miljoen euro aan steun kunnen toekennen. Daaronder zal steun vallen aan de voorlopige instellingen voor zelfbestuur, steun voor energie en andere nutsvoorzieningen, en steun voor economische ontwikkeling, vervoer, huisvesting, beroepsopleiding, justitie en de burgermaatschappij.

Zie de twee belangrijkste tabellen in bijlage A2

* Communautaire middelen waarvan de uitvoering is gedelegeerd aan het Europees Bureau voor wederopbouw in Kosovo, op 31/12/2001 - per sector

* Communautaire middelen waarvan de uitvoering is gedelegeerd aan het Europees Bureau voor wederopbouw in Kosovo, op 31/12/2001 - per toegewezen, contractueel vastgelegd, uitbetaald bedrag

Zie ook de evaluatie, paragraaf 6.3

4.2. Uitvoering van de programma's voor het jaar 2001

Energie (132,8 miljoen euro)

De revisie ten bedrage van 48 miljoen euro van een van de twee eenheden voor energieopwekking in de door kolen aangedreven krachtcentrale Kosovo B is voltooid, met als gevolg dat de eenheid B1 begin oktober opnieuw wordt opgestart. De 20 miljoen euro kostende tweede-fase-revisie van eenheid B2 is eveneens voltooid, en deze eenheid is in september opnieuw opgestart.

Het contract met het consortium ingenieurs dat technische bijstand verleent aan de energiesector en aan de elektriciteitscentrale van Kosovo (KEK) is met nog eens drie maanden verlengd om de periode tot april 2002 te overbruggen. Hierdoor wordt tijd gecreëerd voor de aanbesteding van een voorgesteld nieuw managementondersteuningscontract, en voor een overdrachtsperiode.

Aan de kolenmijnen, die de brandstof voor de krachtcentrales leveren, zijn contracten met een totale waarde van 6,3 miljoen euro toegekend op het gebied van specialistische uitrusting, reserveonderdelen en veiligheidsinspecties.

Er is een contract gesloten ter waarde van 3 miljoen euro voor de levering van een informatietechnologiesysteem en geautomatiseerd boekhoudsysteem aan de elektriciteitscentrale KEK, en de uitvoering van het daarmee samenhangende project is eind 2001 begonnen.

Gebruik makend van extra financiële middelen die in oktober 2001 waren toegewezen, is een aanbesteding van 6 miljoen euro voor drie nieuwe transformators voorbereid. Een aanbesteding voor mobiele apparatuur en machines voor de belangrijkste onderhoudswerkplaats van KEK wordt voorbereid en zal begin 2002 van start gaan.

De aanbesteding voor het 2,5 miljoen euro kostende project betreffende het meten van de hoogspanning, dat het vermogen om de grensoverschrijdende uitwisseling van energie te meten aanzienlijk zal verbeteren, gaat naar verwachting begin 2002 van start.

Met UNMIK is een subsidieovereenkomst ten bedrage van 20,3 miljoen euro gesloten voor de import van energie in noodsituaties, voor de eerste drie maanden van 2001.

Landbouw (28 miljoen euro)

Landbouw- en marketingkrediet (10 miljoen euro)

Het Bureau heeft de "Agro-Business Development Unit" (ABU) opgericht om een kredietlijn te bieden die specifiek is toegesneden op de herstructurering en commercialisering van de gemeenschapsondernemingen van Kosovo die zich bezighouden met landbouw en op de ondersteuning van particuliere ondernemingen in deze sector. ABU, dat sinds mei 2001 operationeel is, had eind 2001 de helft van zijn vreemd vermogen toegekend aan twee wijnmakerijen, een vereniging van melkveehouders, een fabriek voor plantaardige olie, een onderneming die gedroogde champignons en medicinale kruiden exporteert naar de EU, en een zuivelbedrijf.

Zaadimportprogramma en regelgevingsdiensten op het gebied van zaad (6 miljoen euro)

Het zaadimportprogramma van het Bureau voor 2000 Mt hybride maïs van hoge kwaliteit, hybride zonnebloemen en pootaardappelen leverde positieve resultaten op bij de oogst, waarbij uit veldonderzoeken naar voren kwam dat de gemiddelde opbrengsten van deze oogst 30% boven die van 2000 liggen. Het aanvullend communautair programma voor de import van meststoffen - en voldoende regen - droegen verder bij aan een goede opbrengst. Het effect bereikt ook de gebieden waar etnische minderheden wonen en waar zaad is gedistribueerd op subsidiebasis vanwege het feit dat deze bevolkingsgroepen beperkt toegang hadden tot redelijk geprijsd zaad. Terwijl 90% van het geïmporteerde zaad tegen betaalbare prijzen aan boeren is verkocht via handelaars in landbouwproducten, zijn de verkoopopbrengsten doorgesluisd naar het microkredietproject voor plattelandsgemeenten en naar de ABU voor continuering van de leningen.

Het contract voor een project voor regelgevingsdiensten op het gebied van zaad (0,9 miljoen euro) is in september ondertekend ter ondersteuning van het overgangsministerie van Landbouw, Bosbouw en Plattelandsontwikkeling bij de ontwikkeling van een activerend regelgevend kader voor zaadproductie en -handel in Kosovo, terwijl het de basis legt voor zowel de hervatting van de binnenlandse zaadproductie als voor de import van zaad van een bewezen kwaliteit dat geschikt is voor de landbouwklimaatomstandigheden in Kosovo.

Herstel van de irrigatiesector (12 miljoen euro)

Het programma, dat in maart 2001 van start is gegaan, is gericht op:

* het herstel van de infrastructuur voor de voorziening van irrigatiewater, die 20.000 ha (of 40% van de door de overheid beheerde irrigatieprojecten van Kosovo) omvat, waarvan 10.000 kleine boeren direct profiteren;

* de hervorming van de publieke irrigatiewatervoorzieningen.

Naar verwachting zal ongeveer de helft van de irrigatiewerken voltooid zijn vóór het begin, in mei 2002, van het volgende irrigatieseizoen, en staat de definitieve afronding van het project gepland voor het eind van het jaar.

Huisvesting (37,6 miljoen euro)

Het programma van de sector huisvesting voor het jaar 2001 omvatte de wederopbouw van zo'n 3630 tijdens het conflict beschadigde huizen (waarvan 80% volledig was verwoest) voor kwetsbare gezinnen. Ongeveer 3100 huizen zijn voltooid en 2400 gezinnen (16.700 mensen) waren eind 2001 in hun huis getrokken. Ongeveer 6% van de gesteunde gezinnen maakt deel uit van een etnische minderheid, inclusief de gezinnen die kort geleden naar Kosovo zijn teruggekeerd.

De NGO-partners van het Bureau stelden op grond van strenge maatschappelijke selectiecriteria vast welke gezinnen als kwetsbaar konden worden aangemerkt. Gekozen commissies voor de wederopbouw van dorpen, waarin evenveel mannen als vrouwen vertegenwoordigd waren, steunden de NGO's en zorgden er mede voor dat er sprake is van transparantie en lokale verantwoordelijkheid bij het selectieproces. Lokale gemeentecommissies hebben de geselecteerde gezinnen eveneens beoordeeld en goedgekeurd. De NGO's werken aan de stimulering van 'zelfhulp' bij begunstigde gezinnen om een geslaagde afronding van dit programma te garanderen.

Het eindverslag van een haalbaarheidsstudie inzake een woningkredietprogramma in Kosovo is voltooid en ter inzage gegeven aan vertegenwoordigers van EU-lidstaten in de Raad van bestuur, met het oog op de mogelijkheid van een gezamenlijk gefinancierd programma in 2002.

In maart 2001 is een subsidieovereenkomst van 2 miljoen euro gesloten met UNCHS Habitat ter ondersteuning van het "Housing & Property Directorate" (HPD), waar UNMIK een mandaat voor heeft gegeven, en dat zich bezighoudt met het vinden van oplossingen voor aanspraken op onroerend goed. Het door de EG gefinancierde regionale bureau te Mitrovica heeft meer dan 2100 aanspraken geregistreerd die zijn gedaan door Kosovo-Albanezen, Serviërs en anderen. Na uitvoerige gesprekken die zijn gevoerd door personeel van gemengde etniciteit, hebben ruim 250 aanspraken geleid tot gerechtelijke stappen. Het HPD richt zich actief op de noodzaak om op verscheidene operationele gebieden verbeteringen aan te brengen, zoals door het Bureau en het HDP gezamenlijk is vastgesteld in een beoordeling in september.

Het culturele-erfgoedproject dat ten doel heeft vijf traditionele stenen Kulla-huizen in West-Kosovo te restaureren, wordt momenteel uitgevoerd. Het project zal medefinanciering van Sida ontvangen, en wordt uitgevoerd in samenwerking met het ministerie van Cultuur van UNMIK en het instituut voor monumentenzorg van Kosovo. Dit project loopt door tot juli 2002.

Lokale overheid en burgermaatschappij (38,9 miljoen euro)

De programma-activiteiten hebben de uitvoerende macht, de rechterlijke macht en de burgermaatschappij/media ondersteund via:

* het ondersteunen, outilleren en opbouwen van de capaciteit van de lokale overheid

* het leveren van een bijdrage aan de eerlijke en toegankelijke rechtsbedeling

* het vergroten van de deelname van de burgermaatschappij aan het electorale en democratische proces

* het versterken van de burgermaatschappij en de onafhankelijke media als belangrijkste actoren in de bevordering van een democratische en een mensenrechtencultuur.

Uit de EU afkomstige gemeentelijke technische adviseurs (3 miljoen euro)

Met ingang van eind 2001 hebben zo'n 21 EU-adviseurs de gemeenten van Kosovo ondersteund op een aantal gebieden, zoals algemeen beheer, wederopbouw, onroerend goed en financiën.

Steun voor de oprichting van de Algemene Rekenkamer, en verbetering van het financiële beheer door de overheid (5 miljoen euro)

Met de centrale belastingautoriteit van UNMIK wordt onderhandeld over een subsidieovereenkomst voor (i) de uitvoering van een algemene controle van de geconsolideerde begroting van Kosovo voor het jaar 2001, (ii) de oprichting van een Algemene Rekenkamer, en (iii) een bekwaamheidscontrole van gemeenten met betrekking tot het decentralisatieproces van centraal naar gemeentelijk niveau.

"Municipal and Local Investment Fund" (MLIF), fase 2 (3 miljoen euro)

Na het succes van MLIF 1 wordt momenteel een tweede fase uitgevoerd. In het kader van een contract voor technische bijstand en een met UNMIK gesloten subsidieovereenkomst zijn 34 kleinschalige infrastructuurprojecten goedgekeurd, waarvan er 17 zijn voltooid. De tweede fase van de opleiding van technisch gemeentelijk personeel, ook uit minderheidsgroeperingen, nadert de voltooiing.

Overheidsgebouwen (19 miljoen euro)

Tot de gebouwen waarop dit project zicht richt, behoren gerechtshoven, gevangenissen, gemeentekantoren en universitaire voorzieningen. In totaal zijn 34 projecten ondergebracht in 11 aanbestedingen, waarvan er vier daadwerkelijk zijn aanbesteed.

Steun voor de rechtsstaat (2,5 miljoen euro)

In het kader van het programma voor rechtsbijstand, dat is uitgevoerd middels een subsidieovereenkomst met de Kamer van Advocaten van Kosovo, zijn er 43 rechtsbijstandsbureaus opgezet en hadden eind 2001 zo'n 1470 mensen van het programma geprofiteerd. Met de OVSE is een subsidieovereenkomst gesloten voor het opleiden van kandidaten voor het advocatuurexamen (examen voor toelating tot het beroep van rechter, openbare aanklager en advocaat). De eerste opleidingsperiode, waaraan 60 kandidaten deelnamen, is afgerond. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een nieuwe subsidieovereenkomst met UNMIK voor de installatie van IT-systemen in de rechtbanken voor opsporing en een juridische database. Daarnaast is men bezig een overeenkomst af te ronden voor de ondersteuning van het Gerechtelijk Instituut van Kosovo, dat verantwoordelijk is voor de opleiding en nascholing van magistraten.

Burgermaatschappij (1 miljoen euro)

In het kader van een in maart 2001 gesloten subsidieovereenkomst zijn binnen de "Kosovo Civil Society Foundation", een plaatselijke NGO, een subsidiebeleid, een financieel beleid en procedures tot stand gekomen. Middelen die waren toegewezen voor het creëren van subsidies werden via deze "Civil Society Foundation" doorgesluisd naar lokale NGO's die zich richten op gebieden als rechten van minderheidsgroeperingen, gender, cultuur, verzoening en capaciteitsopbouw.

Steun voor Radio en Televisie Kosovo (RTK) (2,9 miljoen euro)

In maart is een subsidieovereenkomst gesloten met RTK. RTK is bezig met de afronding van de overgang van internationaal naar lokaal beheer. Er is een raad van bestuur opgericht en een algemeen directeur gekozen die met ingang van januari 2002 de post zal aanvaarden.

Steun voor de provinciale verkiezingen van 2001 (2,5 miljoen euro)

In oktober 2001 is een subsidieovereenkomst gesloten met de OVSE voor ondersteuning van de algemene verkiezingen voor de nieuwe assemblee van Kosovo. Er zijn activiteiten ontwikkeld in de periode voorafgaand aan de verkiezingen en voor de periode na de verkiezingen zijn verdere acties gepland op het gebied van bewustzijnsbevordering bij de burgers, capaciteitsopbouw bij de media, berichtgeving door de media en responsabilisering van verschillende groepen in de samenleving voor deelname aan het democratisch proces. De activiteiten zijn met name gericht op de kwetsbare groepen van de bevolking (vrouwen, etnische minderheden, plattelandsgebieden en lichamelijk gehandicapten).

Vervoer (18 miljoen euro)

Met middelen voor het jaar 2001 is men gestart met de aanleg van 150 km hoofdwegen die het zuiden en westen met elkaar verbinden, en van de belangrijkste toegangsweg naar de grensovergang met Servië. De wederopbouw van nog eens twee belangrijke bruggen vordert gestaag en zal volgens planning in maart 2002 gereed zijn.

Haalbaarheids-/technische studies met betrekking tot het herstel van bruggen op de hoofdroute van Pristina naar de grens met de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zijn afgerond. In december is een eindverslag ingediend. De voorbereidingen voor een 'masterplan' voor wegenonderhoud in Kosovo zijn van start gegaan en in mei 2002 zal naar verwachting een definitief document verschijnen.

Er wordt nog steeds technische bijstand verleend aan het overgangsministerie van Vervoer en Communicatie van UNMIK, waaronder steun ter versterking van de afdeling burgerluchtvaart, de financiële controle van de luchthaven van Pristina, en de opstelling van vergunningsprocedures voor de exploitatie van een busdienst in Kosovo.

Op basis van de Sida-aanbevelingen voor spoorwegbeheer is een subsidieovereenkomst gesloten met UNMIK voor steun aan de spoorwegen.

Water- en vast-afvalbeheer (20 miljoen euro)

Het programma voor verbetering/sluiting van de stortplaatsen vorderde gestaag, met 14 voltooide stortplaatsen en vijf andere die momenteel worden aangelegd. Er zijn contracten aangegaan voor de aanleg van twee regionale stortplaatsen (er zijn er maximaal vijf gepland, die moeten voldoen aan communautaire normen) en naar verwachting zal begin 2002 met de werkzaamheden worden gestart.

Er is een contract gesloten voor de inzet van internationale afvaldeskundigen, die in juli zijn begonnen met de uitvoering van een institutioneel ondersteuningsprogramma. Met communautaire middelen is een in heel Kosovo lopend publiek bewustzijnsprogramma gesteund inzake het beheer van huishoudelijk afval, dat eveneens in juli van start is gegaan.

Het contract voor de opknapbeurt van het waterpompstation in Pristina is in november gegund, en de werkzaamheden zullen begin 2002 van start gaan.

Een onderzoek met betrekking tot het herstel van de vuilstortplaats in Obilic/Obiliq is afgerond, evenals een ander onderzoek dat betrekking had op de institutionele ontwikkeling van nutsbedrijven in de watersector.

Ontwikkeling van het bedrijfsleven (20 miljoen euro)

Met behulp van de geïntegreerde steunmaatregelen van de EG aan de kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) werden de volgende resultaten geboekt:

* institutionele versterking van het ministerie van Handel en Industrie

* de vorming van een onafhankelijke adviesraad voor KMO's die de sector vertegenwoordigt naar de overheid toe

* het "Euro Info Correspondence Centre" is opgericht in 2001 (binnen de Kamer van Koophandel van Kosovo) en maakt deel uit van het bredere EICC-netwerk dat wordt ondersteund door de EU, en dat zorgt voor contacten met de KMO-sector in Europa

* de opening van drie regionale bureaus voor ondernemingen, die nieuwe en groeiende ondernemingen direct ondersteunen met opleiding en zakelijke adviezen.

Het programma voor de ontwikkeling van de industrie, dat zich uitsluitend bezighoudt met gemeenschapsondernemingen in de industriële sector, verleende technische bijstand en ontwikkelde twee leningsovereenkomsten (via ABU) voor in totaal 2,1 miljoen euro.

Om Kosovo te helpen met de overgang naar de euro is de Centrale Bank (BPK) ondersteund met de financiering van nieuwe apparatuur voor geldtransacties en voorlichtingsmateriaal.

Gezondheidszorg (14 miljoen euro)

Het Bureau is doorgegaan met de uitvoering van het programma voor een verder herstel van de gezondheidszorgstelsels van Kosovo. Tot de initiatieven die in 2001 zijn genomen, behoren:

* een contract met een lokaal technisch bijstandsteam voor Kosovo dat hulp zal verlenen aan het ministerie van Volksgezondheid en Maatschappelijk Welzijn van UNMIK. Daarnaast is een opleidingsplan opgesteld dat de teamleden in staat moet stellen vaardigheden te verwerven voor een potentiële functie in een toekomstig ministerie van Volksgezondheid.

* de inwerkingstelling van procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de aanschaf van essentiële medische en IT-apparatuur voor het academisch ziekenhuis van Pristina en de regionale ziekenhuizen

* het verlenen van communautaire steun aan een Wereldbankproject ten behoeve van de implementatie van een sociaalverzekeringsstelsel

* er is een vooronderzoek voor een gezondheidsinformatiesysteem uitgevoerd en er worden zes proeflocaties voor opleiding in gezondheidsinformatietechnologie opgezet.

4.3. Uitvoering van de programma's voor het jaar 2000

Het grootste deel van financiële middelen van het programma voor 2000 is contractueel vastgelegd en de meeste projecten zijn ofwel voltooid of in een vergevorderd stadium. De resterende projecten die in 2001 aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt zijn:

Energie (122 miljoen euro)

Van de 30 miljoen euro die aan de kolenmijnen is toegewezen, waarvan 20 miljoen euro eind 2000 beschikbaar is gesteld voor extra steunmaatregelen, was eind 2001 89% contractueel vastgelegd.

Een tweede aanbesteding voor een contract van 10 miljoen euro ten behoeve van nieuwe elektriciteitsonderstations is in voorbereiding en zal begin 2002 van start gaan. De eerste aanbesteding is geannuleerd vanwege het feit dat er geen inschrijvingen waren die aan de technische specificaties van het Bureau voldeden.

Er is een contract voor een bedrag van 3,5 miljoen euro getekend voor het opknappen van het stadsverwarmingssysteem in Pristina - met de uitvoering van dringende reparaties is in oktober begonnen, maar de hoofdwerkzaamheden zullen vanaf het voorjaar van 2002 plaatsvinden, zodat de opdracht naar verwachting in de loop van 2002 zal worden voltooid.

Een met UNMIK gesloten subsidieovereenkomst voor een bedrag van 28 miljoen euro ten behoeve van de import van energie in noodsituaties tijdens de winter van 2000/2001, is afgerond.

Landbouw (10 miljoen euro)

Begin 2001 leverde het Bureau 17.500 Mt ureum-meststoffen voor de bemesting van tarwe en andere veldgewassen. Het winterplantseizoen van 2000 was reeds gefinancierd met communautaire steun in de vorm van de distributie van 20.000 Mt geïmporteerde NPK-meststoffen. Zo'n 10% van het totaal aan geïmporteerde meststoffen is gratis gedistribueerd onder kwetsbare gezinnen, met inbegrip van etnische minderheden. Ongeveer 90% is op kredietbasis tegen gereduceerde prijzen geveild of verkocht aan lokale handelaren in landbouwproductiemiddelen om betaalbare prijzen voor de boeren te garanderen. Via het verkochte bedrag is 75% van de middelen tot op heden terugverdiend en opnieuw gebruikt voor de financiering van zowel de import in 2001 van ongeveer 9000 Mt NPK-meststoffen via de "Agro-Business Development Unit" (ABU), als van het microkredietproject voor plattelandsgemeenten.

Huisvesting (59,9 miljoen euro)

Het programma voor de wederopbouw van zo'n 8440 huizen (waarvan 56% volledig was vernietigd) voor kwetsbare gezinnen bevindt zich in de eindfase, waarbij de afronding van de werkzaamheden aan zo'n 300 huizen tot de verantwoordelijkheid behoort van bijdragen van begunstigden in de vorm van 'zelfhulp'-arbeid.

Vervoer (15 miljoen euro)

In 2001 is de wederopbouw van twee belangrijke bruggen (Vranido en Milosevo) voltooid. Er zijn verbeteringen aangebracht aan de grensovergang van Blace met de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de belangrijkste toegangsweg aan de zijde van Kosovo en het parkeerterrein voor vrachtwagens zijn uitgebreid. De aanbesteding voor de verbindingsweg met de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de uitbreiding van douanefaciliteiten zullen worden gecontracteerd zodra een officieel verzoek daartoe van UNMIK is ontvangen (naar verwachting begin 2002).

Water- en vast-afvalbeheer (14,6 miljoen euro)

Na eind 2000 van start te zijn gegaan, vorderde het 10 miljoen euro kostende programma ten behoeve van het herstel van de drinkwater- en rioleringsstelsels in de stedelijke gebieden in alle 11 doelgemeenten gestaag, met de voltooiing van contracten voor de installatie van chloreringsapparatuur en nog lopende projecten voor de aanleg van pijpleidingen in Pristina. Alle projecten zijn geprioriteerd en goedgekeurd door de lokale overheden. Er is een contract toegewezen voor mechanische en elektrische verbeteringen aan reservoirs en pompstations, en er is een aanbesteding van start gegaan voor de levering en installatie van watermeters in heel Kosovo.

Er zijn verbeteringen aangebracht aan de toegangswegen naar een aantal gemeentelijke stortplaatsen, en er is basisapparatuur aan deze plaatsen geleverd. In november zijn 38 vuilniswagens ontvangen en gedistribueerd onder gemeenten. Daarnaast zijn 2700 bedrijfsafvalbakken ('Eurobins' van 1,1 m3) ontvangen en gedistribueerd onder gemeenten. Negen weegbruggen en 16 kantoren zijn op gemeentelijke stortterreinen geïnstalleerd, en het personeel van de afvalvoorziening is voorzien van beschermende kleding. Daarnaast zijn negen vuilverbrandingsapparaten voor ziekenhuizen gebouwd, en zijn verscheidene zware afvalmachineonderdelen gerepareerd.

Ontwikkeling van het bedrijfsleven (15 miljoen euro)

Wat betreft de verstrekking van kredieten voor de markteconomie, zijn 846 leningen met een totale waarde van ongeveer 5,8 miljoen euro verstrekt aan kleine ondernemingen door het gezamenlijke Europese financieringsfonds van de EU en de Wereldbank via de Bank voor micro-ondernemingen. Daarnaast zijn 20 leningen met een totale waarde van 2,6 miljoen euro verstrekt via de door de EG gefinancierde "Interim Credit Unit". Er zijn geen gevallen geweest van niet-uitbetaling van de leningen en uit onafhankelijke controles van de middelen is gebleken dat alles zuiver is verlopen.

De 3,5 miljoen euro die in het kader van een subsidieovereenkomst met UNMIK is verstrekt voor een schoonmaakbeurt ten behoeve van het milieu van het Trepca-mijnencomplex, is uitbetaald.

Gezondheidszorg (10 miljoen euro)

Een contract ter hoogte van 4 miljoen euro ten behoeve van kapitaalinvestering en een kredietlening voor de distributie en verkoop van farmaceutische producten is ten uitvoer gelegd. Steun voor de farmaceutische sector heeft geleid tot een aanzienlijke daling van de prijs van medicijnen (ongeveer 50% in vergelijking met de gemiddelde prijzen in 2000). De farmaceutische coöperatie van Kosovo ontving verdere steun om de betrouwbare distributie van essentiële geneesmiddelen te garanderen.

Ten behoeve van de opbouw van een veilige en centrale bloedtransfusiedienst heeft het Bureau apparatuur ter waarde van 0,5 miljoen euro geleverd aan de bloedbank van de universiteit van Pristina. Een nieuw softwareprogramma voor de bloedtransfusiedienst zal naar verwachting in januari 2002 worden geïnstalleerd.

Initiatieven die als onderdeel van het programma van het Bureau voor de capaciteitsopbouw van de sector gezondheidszorg zijn genomen, waren onder meer:

* de oprichting van een door de EG gefinancierd centrum voor beheer van de gezondheidszorg aan de universiteit van Pristina

* de afronding van het eerste jaar van de opleiding voor huisartsen

* het initiatief tot een middenkader-managementopleiding voor 250 verpleegsters

* de oprichting van tien groepen medisch specialisten, die nieuwe curricula voor hun eigen specialismen voor een deel hebben afgerond

* de voorbereidingen voor een doctoraalopleiding op het gebied van beheer in de gezondheidsdiensten zijn de laatste fase ingegaan. Volgens de planning zal de opleiding in januari 2002 van start gaan. De opleiding wordt gefinancierd door de EG en vormt een gemeenschappelijke onderneming van de faculteiten Geneeskunde en Economie van de universiteit van Pristina.

4.4. Uitvoering van de programma's voor 1998 en 1999

De in 1998/1999 gefinancierde projecten bevinden zich ofwel in een vergevorderd stadium of zijn voltooid. Tot de projecten die in 2001 flinke vooruitgang hebben geboekt, behoren:

Telecommunicatie (8 miljoen euro)

Aanbestede werkzaamheden voor het herstel van de doorvoer- en telexcentrale (landlijntelefonie) zijn afgerond. De aanbesteding voor de voltooiing van het "local loop"-netwerk voor Noord-Pristina is gepubliceerd en de werken zullen naar verwachting in het voorjaar van 2002 aanvangen.

Lokale overheid: "Municipal & Local Investment Fund", MLIF, fase 1 (8 miljoen euro)

De oorspronkelijke 69 lokale infrastructuurprojecten, die onder een subsidieovereenkomst met UNMIK vielen, zijn nu afgerond. Nog eens 14 projecten worden gefinancierd uit besparingen op de component "technische bijstand" van het MLIF en op het programma voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven. Het onderdeel "technische opleiding" voor de controle van en het toezicht op werkzaamheden door het gemeentepersoneel, is voltooid.

"Village Employment & Rehabilitation Programme", VERP (7,5 miljoen euro)

Dit programma, dat inhield dat basale verbeteringen aan de dorpsinfrastructuur, waarvan de noodzaak was vastgesteld door gemeenschapsleiders in samenwerking met de gemeentelijke overheden, werden uitgevoerd door lokale mensen, is met succes afgerond. UNDP was hierbij de uitvoerende partner van het Bureau.

"Kosovo Protection Corps", KPC (5 miljoen euro)

De doelstelling van dit project uit 1999 is UNMIK en KFOR te ondersteunen bij de totstandbrenging van het "Kosovo Protection Corps" (KPC) als een civiele rampenorganisatie. Door middel van communautaire middelen kon de KPC worden voorzien van een reeks voertuigen, gereedschappen en brandbestrijdingsuitrusting, met inbegrip van speciale apparatuur en kleding voor het opruimen van mijnen. De laatste leveringen van materiaal zullen naar verwachting begin 2002 plaatsvinden.

Opruimen van mijnen (6 miljoen euro)

De definitieve contracten - voor 3 miljoen euro - zijn met drie NGO's gesloten voor werkzaamheden die zijn gericht op training in het opruimen van mijnen voor het KPC.

Landbouw/plattelandseconomie: Microkredietproject voor plattelandsgemeenten (1 miljoen euro)

Een verlenging van dit succesvolle project wordt gefinancierd uit opbrengsten uit het programma voor de import van agrarische productiemiddelen van de EG. Er zijn in totaal acht spaar- en kredietverenigingen opgericht in twee gemeenten, die zo'n 1800 leden bedienen. Zo'n 1400 leningen voor een bedrag van 1,6 miljoen euro zijn verstrekt met een aflossingspercentage van ruim 99%.

Gezondheidszorg (0,5 miljoen euro)

Na de annulering van de resterende werkzaamheden voor het project van 1 miljoen euro uit 1999 ten behoeve van het herstel van het ziekenhuis in Noord-Mitrovica, is ongeveer 0,5 miljoen euro opnieuw toegewezen voor de oprichting van een afdeling kindergeneeskunde aan de universiteit van Pristina.

Schoonmaakcampagne in Kosovo (0,9 miljoen euro)

Een flink aantal vuilniswagens heeft de lokale vuilnisophaaldiensten in heel Kosovo geholpen met een unieke schoonmaak van een groot aantal afvalbergen die zich in de laatste vijf jaar hadden opgehoopt. De uitrusting die voor de schoonmaak was aangeschaft, is aan het eind van de campagne overgedragen aan de afvalbeheervoorzieningen.

5. Activiteiten: de Federale Republiek van Joegoslavië - de Republiek Montenegro

5.1 Algemene situatie

Op 8 januari 2001 nam het Bureau de verantwoordelijkheid op zich voor het beheer van de programma's voor de jaren 1998, 1999 en 2000 in Montenegro, die tot op dat moment waren beheerd door de Europese Commissie. Het programma voor 1998 beliep 5 miljoen euro, het programma voor 1999 23 miljoen euro, en het programma voor 2000 19 miljoen euro. Aan het programma voor 1998 is echter weer 1 miljoen euro onttrokken in de landbouwsector (import van vee), vanwege de BSE- en MKZ-crisis in Europa.

Het uiteenvallen van het voormalige Joegoslavië, de daaruit voortvloeiende gewapende conflicten en economisch wanbeheer mondden uit in hyperinflatie en een geruïneerde economie. Gevestigde markten zakten in, traditionele productiebetrekkingen werden verstoord en de internationale gemeenschap legde sancties op. Montenegro heeft voorts nog een ernstige economische inzinking gehad als gevolg van de crisis in Kosovo in 1999. Het BBP daalde alleen al in 1999 met nog eens 10% naar 58% van het niveau van 1990. Vandaag de dag blijft het macro-economisch klimaat kwetsbaar. In 2001 kwam de inflatie in Montenegro op 21,8% te liggen, ondanks het gebruik van de DEM. Er is enig herstel in de productie geweest na de beëindiging van het conflict in Kosovo. Het officiële reële-groeicijfer in 2001 wordt geschat op 3,5%, maar dit zal naar alle waarschijnlijkheid in werkelijkheid hoger komen te liggen. Desalniettemin zal het naar schatting niet veel meer dan de helft van het niveau van 1990 bereiken.

De overheid, die met deze moeilijke situatie werd geconfronteerd, keurde ambitieuze plannen goed, zoals terugdringing van de uitgaven voor een reeks begrotingsonderdelen, liberalisering van de prijzen van enkele belangrijke artikelen, meer aandacht voor sociale voordelen, versnelde uitvoering van herstructurering en privatisering, en bevriezing van het minimumloon. In verband hiermee is een begroting voor 2002, die in overeenstemming is met de overeenkomst tussen het IMF en de Voormalige Republiek Joegoslavië, voorgesteld door de overheid en goedgekeurd door het parlement. Een schuldenconsolidatielening van de Wereldbank is goedgekeurd voor de Voormalige Republiek Joegoslavië (daardoor van toepassing op Montenegro), waarmee de weg werd geopend voor een overeengekomen financiering voor structurele aanpassing. De overheid heeft een initiatief tot alomvattende herstructurering van het bedrijfsleven en het scheppen van arbeid ontworpen en goedgekeurd. Tot slot is een reeks wettelijke en andere maatregelen uitgevoerd om het algemeen bedrijfsklimaat te verbeteren.

Tegen de achtergrond van de geschetste situatie is het Bureau met de overheid een programma voor 2001 overeengekomen dat zich richt op de sectoren gemeentelijke ontwikkeling, vervoer, institutionele opbouw en beroepsopleiding en onderwijs.

Gemeentelijke ontwikkeling: de overheid legt zich toe op een hervormingsprogramma dat onder meer is gericht op de decentralisatie van inkomsten en uitgaven en van beheerfuncties naar de lokale overheid. Het programma verstrekt middelen aan vier geselecteerde gemeenten voor technische bijstand ter verbetering van hun kundigheid in beheer en voor kleinschalige investeringen in de lokale infrastructuur.

Vervoer: door jarenlange onderinvestering is er slechts in beperkte mate sprake geweest van crisisbeheer op het wegennet in Zuid-Montenegro, dat van strategisch belang is in termen van toerisme en toegang tot de haven van Bar. De reistijden zijn buitensporig door een ontoereikende voorziening van veilige inhaalstroken, en de basisveiligheidsvoorziening is onder de maat. Het programma richt zich op deze tekorten om het verkeer van goederen en personen zowel in Montenegro als in de omliggende regio te verbeteren, en daarmee de economische bedrijvigheid te stimuleren, grensoverschrijdend verkeer te vergemakkelijken en handel en buitenlandse investeringen aan te trekken. Daarnaast wordt technische bijstand verleend aan het desbetreffende vakministerie.

Institutionele opbouw (statistieken): ter ondersteuning van de ontwikkeling van een systeem voor het verzamelen en analyseren van statistieken, wat een essentieel instrument is in een markteconomie en een functionerende democratie, zal technische bijstand worden verleend en apparatuur worden verstrekt aan het Bureau voor statistiek van de Republiek Montenegro. Dit zal naar verwachting tot gevolg hebben dat er beschikt kan worden over verzamelde gegevens op het niveau van de Voormalige Republiek Joegoslavië.

Institutionele opbouw (uitgave van overheidskapitaal): er is dringend behoefte aan het verbeteren van het beheer van uitgaven van het overheidskapitaal binnen de begrotingsstrategie voor de middellange termijn van de overheid. Het programma verleent op dit gebied technische bijstand, inclusief opleiding, aan verschillende vakministeries.

Beroepsopleiding en onderwijs: de huidige opleidingsstelsels voor jongeren en volwassenen zijn ontoereikend om de economische hervorming en de ontwikkeling van een markteconomie in Montenegro te ondersteunen. Het programma heeft ten doel deze stelsels te moderniseren in twee van de belangrijkste sectoren die over het grootste directe potentieel voor een verdere economische ontwikkeling in Montenegro (toerisme en houtverwerking) beschikken en garandeert het aanbod van goed opgeleide arbeidskrachten, waarmee de kwaliteit van de dienstverlening en het concurrentievermogen van de sector worden vergroot.

Voor 2002 is een steunbijdrage van zo'n 11,5 miljoen euro aangekondigd voor projectuitvoering door het Bureau. Deze zal met name ten goede komen aan de sectoren openbaar bestuur, energie, milieu, vervoer en herstructurering van het bedrijfsleven.

Zie de twee belangrijkste tabellen in bijlage A3

* Aan het Europees Bureau voor wederopbouw gedelegeerde communautaire middelen voor aanwending in de Republiek Montenegro, op 31/12/2001 - per sector

* Aan het Europees Bureau voor wederopbouw gedelegeerde communautaire middelen voor aanwending in de Republiek Montenegro, op 31/12/2001 - per toegewezen, contractueel vastgelegd en uitbetaald bedrag

Zie ook de evaluatie, paragraaf 6.3

5.2 Uitvoering van de programma's voor het jaar 2001

De financieringsovereenkomst voor het programma voor 2001, die is gebaseerd op een begroting van 13,3 miljoen euro, is in oktober 2001 getekend. Een extra toewijzing van 3 miljoen euro is op 7 december 2001 goedgekeurd door de CARDS-commissie en zal eind januari beschikbaar komen. Bij het ontwerp van het gehele programma is er rekening mee gehouden dat er bij de activiteiten van voorgaande programma's (1999-2000), die momenteel worden uitgevoerd, niet sprake is van overlapping maar van complementariteit. Een belangrijke onderdeel van deze voorgaande programma's bestond uit steunmaatregelen op cruciale gebieden als ontwikkeling van het bedrijfsleven, onderwijs, landbouw, overheidsfinanciën, media en infrastructuur. Het programma voor 2001 is rond drie basiselementen opgebouwd:

Gemeentelijke ontwikkeling (4,5 miljoen euro)

Er zijn vier gemeenten geselecteerd: Podgorica, Mojkovac, Kolasin en Bijelo Polje. Momenteel vindt de vaststelling en beoordeling van de behoeften plaats. Half december is van start gegaan met een niet-openbare aanbestedingsprocedure voor diensten ten behoeve van de institutionele capaciteitsopbouw bij de geselecteerde gemeenten en het toezicht op de tenuitvoerlegging van de werkzaamheden (1 miljoen euro), waarvoor de ondertekening van contracten eind februari 2002 wordt verwacht. Momenteel wordt vastgesteld welke infrastructuuractiviteiten de prioriteit hebben voor de investeringscomponent (3,5 miljoen euro). Met de aanbesteding en ondertekening van contracten zal in de eerste helft van 2002 worden doorgegaan.

Vervoer (9,0 miljoen euro)

Half december is een niet-openbare aanbestedingsprocedure voor institutionele capaciteitsopbouw bij het ministerie van Vervoer (1 miljoen euro) van start gegaan en de ondertekening van de contracten zal naar verwachting eind februari plaatsvinden. Van de vijf aanbestedingen voor werken binnen de investeringscomponent (8 miljoen euro) zijn er vier eind december van start gegaan en zullen de contracten half maart 2002 worden ondertekend. De aanbesteding van het resterende project zal in januari 2002 van start gaan.

Institutionele opbouw (1,2 miljoen euro)

De aanbesteding voor het verlenen van technische bijstand aan het Bureau voor statistiek (0,6 miljoen euro) is half december van start gegaan in samenwerking met Eurostat. Inmiddels is vastgesteld welke aanbieders van technische bijstand voor het beheren van de overheidsuitgaven in aanmerking komen, zodat de aanbesteding eind januari 2002 kan starten.

Beroepsopleiding en onderwijs (1,0 miljoen euro)

Het programma is op 7 december 2001 goedgekeurd en het aanbestedingsbericht voor het onderdeel institutionele opbouw (0,8 miljoen euro) is gepubliceerd. Aanbestedingen voor de investeringscomponent (0,2 miljoen euro) zullen begin 2002 van start gaan.

Een faciliteit voor technische en administratieve bijstand (0,6 miljoen euro)

Deze faciliteit heeft ten doel op de korte termijn technische bijstand te verlenen op het gebied van projectvoorbereiding, beoordeling van aanbestedingen, audits, enz. Er is nog geen gebruik gemaakt van de faciliteit.

5.3 Uitvoering van de programma's voor het jaar 2000

Infrastructuur (10,8 miljoen euro)

Dit programma zal bijdragen aan het onderhoud en de verbetering van de vervoersinfrastructuur. Afzonderlijke projecten zijn:

Herstel van de weg tussen Podgorica en de luchthaven (1,9 miljoen euro)

Voltooid in februari 2001.

Bouw van de 'Union Bridge', Podgorica (2,9 miljoen euro)

Het contract voor werken ten bedrage van 4,2 miljoen euro is in augustus 2001 getekend; de werken zijn in volle gang en zullen naar verwachting in april 2003 worden voltooid. Het saldo van de middelen wordt verstrekt door de overheid van Montenegro en het gemeentebestuur van Podgorica.

Herstel van wegen: kustweg en de weg Bar-Podgorica (5,0 miljoen euro)

De contracten voor de uit vier onderdelen bestaande bouwprojecten zijn getekend en de werkzaamheden zijn ofwel in volle gang of reeds voltooid. Volgens de planning moeten alle werkzaamheden in mei 2002 zijn afgerond. Dankzij de concurrerende aanbestedingen die zijn ontvangen resteert er een saldo van 1,2 miljoen euro waarmee (na overleg met het ministerie van Vervoer) de herstelwerkzaamheden aan een tunnel in het noorden van Montenegro zullen worden bekostigd.

Institutionele opbouw bij de belangrijkste ministeries (0,8 miljoen euro)

In november 2001 is een contract voor technische bijstand getekend inzake het houden van toezicht op bouwactiviteiten en het verlenen van technische bijstand aan het ministerie van Vervoer op het gebied van wegbeheer. Het team is momenteel in Montenegro.

Onderwijs (3,0 miljoen euro)

Het project omvat de bouw van een basisschool in een achtergestelde wijk van Podgorica. Het contract voor werken is getekend op 5 december 2001 en de bouwactiviteiten zijn in volle gang. Dankzij de gunstige aanbestedingsprijzen is een saldo van 750.000 euro beschikbaar, dat zal worden gebruikt voor de financiering van het herstel van andere scholen. De aanbestedingen hiervoor gaan in januari 2002 van start.

Landbouw (2,3 miljoen euro)

De algemene projectdoelstelling is de modernisering van de melkveesector. Een technisch bijstands- en inkoopteam (0,4 miljoen euro) ondersteunt momenteel het ministerie van Landbouw met de import van melkapparaten die onder geselecteerde melkveebedrijven en boeren moeten worden gedistribueerd. Er is een aanbesteding van start gegaan voor de levering van melkapparatuur (1,7 miljoen euro), en het leveringscontract zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2002 worden getekend. In overleg met het ministerie van Landbouw worden momenteel technische specificaties afgerond en wordt van start gegaan met de aanbesteding. De apparatuur zal worden geleverd als krediet in natura. Er is 0,2 miljoen euro apart gezet voor het toezicht op het programma.

Financiële en fiscale hervorming (2,9 miljoen euro)

Het programma omvat steun aan het ministerie van Financiën (1,3 miljoen euro) tijdens de in gang zijnde reorganisatie van verscheidene afdelingen. In december is een dienstencontract getekend voor het verlenen van de volgende technische bijstand op de lange termijn:

Begrotingsdienst: technische bijstand voor de lange termijn voor vaste en kapitaalbegrotingen, begrotingsprofilering, kas- en andere begrotingen, programmabegrotingen, prestatiedoelen.

Schatkist: technische bijstand voor de lange termijn voor de uitbreiding van het netwerk, het bijstellen van het wetgevingskader, de invoering van internationale normen voor verslaglegging, kas/schuldenbeheer; beheer van activa, opleiding.

Interne audit: technische bijstand voor de lange termijn voor planning, risicobeoordeling, systeeminspectie, toezicht op de interne controle, en het opleiden van personeel op het gebied van moderne audittechnieken en -methodologie.

Informatietechnologie: technische bijstand voor de lange termijn voor de eenheid informatie en technologie binnen het ministerie van Financiën gekoppeld aan het automatiseringsproject en het volledig functionerende thesauriesysteem.

Het programma omvat eveneens de levering en toepassing van software, en de levering van IT-apparatuur aan het ministerie van Financiën (0,9 miljoen euro). Het contract is in december getekend. Momenteel vinden gesprekken plaats met het ministerie van Financiën over het gebruik van het saldo van de middelen.

5.4 Uitvoering van de programma's voor 1998 en 1999

De begroting voor 1999 is vrijwel geheel aanbesteed en uitbetaald.

Eenheid steuncoördinatie (0,8 miljoen euro)

Dit in gang zijnde project verleent bijstand aan het ministerie van Financiën (benoemde Nationale steuncoördinator), door diens steuncoördinatie en kundigheid in programmering op centraal niveau te vergroten, en tegelijkertijd een meerjarig nationaal strategisch ontwikkelingsprogramma op te stellen. De deskundige die voor langere tijd was aangesteld, wordt begin 2002 vervangen.

Hervorming van het openbaar bestuur (1,2 miljoen euro)

Er zijn drie projecten op het gebied van institutionele opbouw gaande: het verlenen van technische bijstand aan het Centrum voor Justitiële Opleiding om de doeltreffendheid van de rechterlijke macht en de opleiding van gerechtelijke ambtenaren te verbeteren; technische bijstand voor het Instituut voor Bestuurskunde om een algemeen actieplan op te stellen ter voorbereiding van een nieuwe wetgeving inzake de civiele dienst; en technische bijstand voor de Vereniging van gemeenten (180.000 euro) teneinde een professioneel beheerde en operationele vereniging tot stand te brengen die in staat is het lokale overheidssysteem te versterken. Daarnaast is in oktober een contract getekend voor de levering van IT-apparatuur aan het ministerie van Justitie en verscheidene Montenegrijnse gerechtshoven en de levering van apparatuur is gaande.

Ontwikkeling van KMO's (4,2 miljoen euro)

Het project ondersteunt en stimuleert de ontwikkeling van de particuliere sector, met name die van KMO's, door een gezond investeringsklimaat tot stand te brengen. Er is een financieringsovereenkomst getekend met KFW om kredietlijnen vast te stellen voor geselecteerde commerciële banken (3,0 miljoen euro). Met Duitsland wordt technische bijstand in de vorm van bilaterale middelen verleend aan de geselecteerde commerciële banken. Verdere aanvullende technische-bijstandsprojecten (ongeveer 1,2 miljoen euro) zijn onder meer de oprichting van een "Euro Info Correspondence Centre" (contract in december getekend) en institutionele versterking van het onlangs opgerichte Bureau voor de ontwikkeling van KMO's (de huidige technische bijstand zal in april 2002 worden afgerond).

Technische-bijstandsfaciliteit (0,8 miljoen euro)

Een macro-economisch adviseur verleent momenteel bijstand aan het kabinet van de minister-president. Er is een technisch bijstandsteam benoemd dat steun moet verlenen bij het ter hand nemen van een voorbereidende behoeftenbepaling voor het gemeentelijke ontwikkelingsprogramma.

Begrotingssteun voor binnenlands ontheemden (13 miljoen euro)

Het project neemt de vorm aan van begrotingssteun voor de nationale begroting van Montenegro, ter verlichting van de buitengewone financiële last die het gevolg is van het bieden van gezondheidszorg- en onderdakvoorzieningen aan de toevloed van binnenlands ontheemden uit Kosovo tijdens het conflict van 1999. Het steunprogramma liep op 30 juni ten einde. Er heeft een controle van het project plaatsgevonden en een kopie daarvan is afgeleverd bij de begunstigde.

Energievoorziening (2,5 miljoen euro)

Aan EPIM (Electrical Power Industry of Montenegro) is begrotingssteun ter hoogte van 2,2 miljoen euro geboden ter ondersteuning van de betaling van de elektriciteitsvoorziening. De handhaving van de eindprijs die wordt berekend aan de huishoudens en ondernemingen, voornamelijk KMO's, is afgerond. 0,2 miljoen euro wordt gebruikt voor het verlenen van technische bijstand aan het ministerie van Economische Zaken.

Steun voor RTV Montenegro (0,8 miljoen euro)

Het project ondersteunt de activiteiten die gepland zijn in het 'Actieplan voor verandering' dat is goedgekeurd door het bestuur van RTV CG. Er is een rechtstreekse overeenkomst getekend met BBC World Service Television voor het verlenen van steun bij de omvorming van de Montenegrijnse staatstelevisie in een onafhankelijke publieke omroep. Een redactioneel adviseur van de BBC is momenteel in Montenegro om te werken aan een verbetering van de nieuwsgaring en aan de vaststelling en uitvoering van passende scholingsprojecten voor het redactionele bestuur. Samen met de Raad van Europa financiert het Bureau momenteel een gezamenlijk initiatief om de Montenegrijnse autoriteiten te helpen met de aanpassing van het op de media betrekking hebbende wettelijk kader aan de relevante Europese normen.

De begroting voor 1998 is volledig aanbesteed en voor het grootste deel uitbetaald.

Landbouw (1,0 miljoen euro)

De algemene projectdoelstelling was werkgelegenheid te creëren en ondernemingskansen in plattelandsgebieden voor geselecteerde doelgroepen (werklozen, gezinnen die vluchtelingen opvangen, boeren, enz.). Fase 1 van het project (de levering van iets meer dan 1000 stuks drachtig vee) is afgerond, en het vee is gedistribueerd onder de begunstigden als krediet in natura. De vergaring van tegenwaardefondsen verloopt echter niet bevredigend. Een evaluatiemissie heeft de kwestie van de vruchtbaarheid van de gedistribueerde koeien bekeken en een verslag uitgebracht. De tweede fase (de levering van nog eens 1000 stuks vee) is geannuleerd vanwege het uitbreken van BSE en MKZ in Europa. De middelen (1,0 miljoen euro) kunnen niet opnieuw worden toegewezen omdat de uiterste datum voor vastlegging is verstreken.

Vervoer (1 miljoen euro)

De algemene doelstelling van het project was de verbetering van de lokale vervoersfaciliteiten en de ondersteuning van ambulancediensten. Het resultaat was dat er drie bussen zijn geleverd aan de gemeente Podgorica en 12 ambulances zijn verdeeld over 11 Montenegrijnse gemeenten. Het project is afgerond.

Onderwijs (0,5 miljoen euro)

Het Bureau heeft een project uit 1998 overgenomen van de Europese Commissie, dat nu is voltooid door de British Council. Curricula en onderwijsmethoden voor het basisonderwijs in geselecteerde kernthema's zijn herzien en er is een plan ontwikkeld voor de vooropleiding, de bijscholing en nascholing van leraren. Het ministerie van Onderwijs ontving ook steun bij de vaststelling van een strategisch plan voor het basisonderwijs. Het project is voltooid.

Faciliteit voor technische bijstand (1 miljoen euro)

Het inmiddels voltooide project omvatte de levering van expertise aan het ministerie van Financiën ter ondersteuning van het hervormingsproces op het gebied van het toezicht op banken en schatkistkwesties. Het project is voltooid.

Technische bijstand voor het kabinet van de minister-president (0,5 miljoen euro)

In het kader van het politieke en economische hervormingsprogramma is een adviseur geleverd aan het kabinet van de minister-president. Het project is in april 2001 afgerond.

6. Programmering

6.1 Programmering

Eind 2000 had de Raad van bestuur van het Bureau reeds goedkeuring verleend aan de eerste programma's voor het jaar 2001. Begin 2001, toen er extra financiering beschikbaar was gekomen, diende het Bureau de balans van zijn programmavoorstellen in ter overweging en goedkeuring door de Raad van bestuur.

Vanaf medio 2001 hield het Bureau zich bezig met het leggen van de basis voor zijn voorstellen voor het jaarprogramma voor 2002, om de programma's voor Servië en Kosovo in januari 2002 aan de Raad van bestuur te kunnen presenteren en het programma voor Montenegro in maart 2002. Het Bureau onderhield nauw contact met de Commissie tijdens het programmeringsproces, en zorgde er zo voor dat de voorgestelde projecten in overeenstemming waren met het nationaal strategiedocument voor de Voormalige Republiek Joegoslavië voor de periode 2002-2006, en diens meerjarig indicatief programmam voor 2002-2004. Het nationaal strategiedocument en het meerjarig indicatief programma, die de Commissie in de tweede helft van 2001 had afgerond, vormen nu het kader waarbinnen het Bureau al zijn voorstellen voor jaarprogramma's voorbereidt.

In het nationaal strategiedocument voor de Voormalige Republiek Joegoslavië wordt een reeks problemen vastgesteld die Servië, Montenegro en het onder VN-toezicht staande Kosovo onder ogen moeten zien. Deze problemen omvatten het huidige gebrek aan een functionerende economische ruimte, institutionele en politieke problemen binnen de federatie, inefficiënt openbaar bestuur, zwakke gerechtelijke apparaten, en wijdverbreide armoede.

Het nationaal strategiedocument zette ook uiteen welke andere obstakels er waren waardoor de Voormalige Republiek Joegoslavië niet optimaal kon profiteren van het stabilisatie- en associatieproces, en die een belemmering vormden voor een duurzame en rechtvaardige economische ontwikkeling, het vermogen om te gaan met cruciale milieuaangelegenheden en steun te verlenen aan de ontwikkeling van de handel en particuliere sector. Ondertussen moeten, om een werkelijk democratische maatschappij te bevorderen en passende sociale omstandigheden voor de bevolking te creëren, verdere inspanningen worden geleverd ten behoeve van de hervorming van de bestaande stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding, stelsels voor de gezondheidszorg en voor het maatschappelijk welzijn, evenals voor de versterking van de burgermaatschappij en de media.

Hoewel het nationaal strategiedocument erkent dat een groot aantal sectoren zou kunnen profiteren van communautaire bijstand, stelt het ook vast dat de EG zich moet richten op een beperkt aantal gebieden met een hoge prioriteit en waarbinnen communautaire steun, zo die geconcentreerd plaatsvindt, een belangrijk effect kan hebben. In de ontwerpvoorstellen voor de jaarprogramma's voor 2002 bracht het Bureau deze filosofie opnieuw naar voren.

Nieuwe programmavoorstellen bouwen voort op de omvangrijke wederopbouw- en ontwikkelingssteun die de EG reeds heeft toegewezen. In het programma voor 2002 is de aandacht verschoven naar steun voor institutionele en algemene capaciteitsopbouw om de Voormalige Republiek Joegoslavië voor te bereiden op de overgang naar een markteconomie en op toenadering tot de EU, in overeenstemming met het stabilisatie- en associatieproces. Kosovo heeft nog steeds veel behoeften op het gebied van de infrastructuur, en dit jaarprogramma probeert enkele van de essentiële behoeften aan te pakken.

Bij het opstellen van nieuwe programma's is rekening gehouden met de ervaringen die zijn opgedaan bij de uitvoering van projecten in 2001, evenals met de resultaten van evaluaties en beoordelingen van de sociale gevolgen. Tijdens alle daartoe geëigende stadia tijdens het proces van programmaformulering heeft overleg plaatsgehad met de overheden op federaal en republieksniveau in de Voormalige Republiek Joegoslavië en met de UNMIK-autoriteiten in Kosovo.

De communautaire steunprogramma's voor Servië, Montenegro en Kosovo zijn zo ontworpen dat ze elkaar aanvullen en dat ze een aanvulling vormen op de acties die in het kader van regionale strategie van de Commissie voor de periode 2002-2006 worden ondernomen.

6.2 Externe coördinatie

Het Bureau heeft zijn door de EG gefinancierde projecten uitgevoerd in nauwe samenwerking met de relevante centrale en lokale overheden in Servië, Kosovo en Montenegro. Nauw overleg en samenwerking is eveneens onderhouden met de EU-lidstaten en andere internationale donors en instellingen die actief zijn op de verschillende terreinen waarop de EG-programma's betrekking hebben. Het Bureau neemt deel aan de donorconferenties die gezamenlijk worden georganiseerd door de Commissie en de Wereldbank om een internationale coördinatie van de donoractiviteiten te garanderen. Het Bureau treedt vooral regelmatig op als gastheer bij bijeenkomsten ten behoeve van de coördinatie met vertegenwoordigers van de EU-lidstaten die in de gebieden waar het Bureau actief is gestationeerd zijn. Verdere sectorbijeenkomsten vinden plaats op een ad-hocbasis met andere landen (zoals de VS) en op een meer regelmatige basis met de belangrijkste internationale financiële instellingen, vooral aangaande beleidskwesties. Een dergelijke coördinatie van de programma's met overheden en andere donors blijft van essentieel belang als de Voormalige Republiek Joegoslavië optimaal wil profiteren van de steun die zij ontvangt van de gecombineerde internationale inspanningen voor bijstandsverlening.

6.3 Evaluatie

Goedgekeurde evaluatierichtsnoeren, die in overeenstemming zijn met algemene EU-evaluatienormen, vormden het raamwerk voor een pragmatische, systematische en participerende aanpak van interne evaluaties binnen het Bureau. Ieder project of programma wordt beoordeeld op grond van zijn relevantie, prestaties, doelmatigheid, uitwerking, gevolgen en duurzaamheid met betrekking tot algemene doelen en vastgestelde doelstellingen. Elk van de achtereenvolgende evaluaties werd gekenmerkt door een voorbereidende/aanvangsfase, een evaluatieopdracht ter plekke en voldoende tijd voor de verslaglegging, briefing en debriefing. Iedere evaluatie resulteerde in een document waarin de sterke en zwakke punten die tijdens de opdracht waren vastgesteld, werden uiteengezet, gevolgd door een reeks aanbevelingen die een oplossing moesten bieden voor de zwakke punten of munt moesten slaan uit de sterke punten.

Twee gezamenlijke beoordelingsmissies in de particuliere ontwikkelingssector in Kosovo onderzochten het "Interim Credit Union"-project (met de Wereldbank) en de Bank voor micro-ondernemingen (met KFW). Vanwege het sociale karakter van microfinanciering nam de beoordelaar van de maatschappelijke gevolgen van het Bureau in Kosovo deel aan deze laatste missie. De missie van de ICU onderzocht de tot op heden goedgekeurde en uitbetaalde subleningen. Hoewel de missie van oordeel was dat de overdracht van bank- en kredietexpertise aan het lokale personeel via formele opleidingen, mentoren en coaching geslaagd was, benadrukte zij dat het volledige welslagen van het project pas kon worden geëvalueerd wanneer duidelijk zou zijn geworden dat subleningen consequent worden terugbetaald. Toen dit laatste eenmaal was aangetoond, werden later in het jaar aanvullende middelen toegewezen aan de ICU. Intussen concludeerde de MEB-missie dat de ontwikkeling van de kredietlijn, afgezet tegen de aanvankelijke doelen, zeer bevredigend was. De missie voerde ook een onderzoek onder gezinnen uit, die een nauwkeurige beschrijving gaf van de sociaal-economische kenmerken van de verschillende doelgroepen die met de subleningen werden bereikt. De missie beval de vaststelling aan van verdere voor de bank aanvaardbare projecten voor Kosovo-Serviërs, en voor vrouwen.

De eenheid onderzocht ook het programma voor de import van vee (en het daarmee samenhangende creëren van werkgelegenheid) in Montenegro. Het evaluatieverslag wijst op op handen zijnde risico's met het doorlopende fonds en doet aanbevelingen voor een snel herstel van het project. De missie kwam tot de conclusie dat het project weinig doeltreffend was in het bereiken van zijn hoofddoelstelling, namelijk het uitbreiden van de werkgelegenheid en de ondernemersactiviteiten. Zij concludeerde dat er effectievere middelen zijn om de werkgelegenheid en ondernemersactiviteiten uit te breiden dan het distribueren van drachtige vaarzen. Een van de conclusies was ook dat de tekortkomingen in de uitvoering van het project tot gevolg hadden dat naar schatting 50% van de steun aan begunstigden weinig effect had. De eenheid had, samen met personeel van het Bureau in Podgorica, een aantal bijeenkomsten op topniveau in het ministerie van Landbouw, waar werd gesproken over aanbevelingen - met name met betrekking tot de hernieuwde toewijzing van koeien zodat kan worden ingestaan voor de omstandigheden waarin ze worden gehouden.

Er heeft eveneens een evaluatie plaatsgevonden van het gemeentelijke-deskundigenprogramma van de EU in Kosovo, om vragen betreffende de continuering van het programma te beantwoorden. De sterke punten die werden gevonden bestonden uit het feit dat lokale gemeenten toegang hadden gekregen tot een belangrijk netwerk van gemotiveerde en gekwalificeerde kandidaten uit de lokale overheden van de EU, terwijl de zwakke punten werden gevormd door ingewikkelde contractovereenkomsten en een zeker gebrek aan samenhang tussen de deskundigen zelf en de tijdelijke overheidsstructuur. Aanbevelingen om het programma opnieuw richting te geven en het leveringssysteem te herzien, zijn in het nieuwe programma 2002 opgenomen.

Het programma "Energie voor democratie" in Servië is in oktober geëvalueerd. De missie was de mening toegedaan dat het programma (dat zich had ontwikkeld van een klein programma in 1999 tot een aanzienlijk programma in 2000) een uitgesproken succes was geweest qua timing en uitvoering, en dat de algemene praktische en politieke doelstellingen waren bereikt. Er is een beperkt onderzoek op het niveau van gemeenten, collectieve verwarmingsafdelingen en krachtcentrales georganiseerd, en de bevindingen op het gebied van de verwarmingssituatie voor de komende winter op het platteland van Servië zijn overgebracht aan het management.

Een beoordeling vooraf inzake steun voor een duurzame totstandbrenging van 'Montenegro Economic Trends - MONET' is in november afgerond.

Er zijn ook evaluaties voorbereid die in 2002 uitgevoerd moesten worden, namelijk voor het programma voor binnenlands ontheemden voor Montenegro, het Gemeentelijk en lokaal investeringsfonds in Kosovo, en het huisvestingsprogramma voor Kosovo.

7. Financiën

Met ingang van 31/12/2001 is aan het Bureau het beheer toevertrouwd van EU-bijstandsprogramma's met een waarde van zo'n 1,15 miljard euro. Sommige daarvan werden reeds uitgevoerd toen het Bureau de verantwoordelijkheid voor het beheer overnam, maar de meeste van deze programma's zijn door het Bureau gestart.

De middelen zijn als volgt opgesplitst:

* 391 miljoen euro voor Servië

* 695 miljoen euro voor Kosovo

* 59 miljoen euro voor Montenegro.

Eind 2001 was 85% van dit bedrag (d.w.z. 1 miljard euro) contractueel vastgelegd, terwijl 66% (d.w.z. 0,75 miljard euro) was uitbetaald.

In de loop van 2001 gebruikte het Bureau standaardaanbestedingsprocedures van de EU voor de toewijzing van nieuwe contracten met een waarde van 0,5 miljard euro. Hiervan:

* werd 87% toegewezen via openbare aanbestedingen en subsidies

* werd 13% toegewezen via vereenvoudigde procedures.

In de verslagperiode (2001) (de 45 miljoen euro die helemaal aan het eind van het jaar aan Kosovo zijn toegewezen niet meegerekend), heeft het Bureau meer middelen aanbesteed dan dat het nieuwe middelen toegewezen heeft gekregen.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Voor steunprogramma's heeft het personeel van het Bureau 814 contracten opgesteld en toegekend, en 2570 betalingen gedaan.

Het aantal medewerkers dat zich in 2001 met de financiële aspecten van deze programma's heeft beziggehouden (in 'mensjaren') was:

* 5 internationale medewerkers en 6,1 lokale medewerkers voor aanbesteding en het sluiten van contracten

* 2,7 internationale medewerkers en 6,2 lokale medewerkers voor betalingen en boekhouding.

Het duurde in 2001 gemiddeld 17 dagen voordat een factuur binnen het Bureau was verwerkt.

De huishoudelijke kosten van het Bureau voor de eerste twee jaar dat het actief was (2000 en 2001) beliepen 25,5 miljoen euro, hetgeen 2,3% van het totaal van de twee definitieve begrotingen voor deze jaren vertegenwoordigde

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* De totale begroting voor 2000 bevat 171 miljoen euro die in december 2000 is ontvangen voor tenuitvoerlegging in 2001

Als men in gedachten houdt dat het aantal programma's dat van jaar tot jaar doorloopt, steeds groter wordt, en dat de steun aan Kosovo wordt afgebouwd, zal in 2002 het percentage van de bedrijfskosten op de totale begroting waarschijnlijk toenemen.

In 2001 heeft de Europese Commissie een financieel controleur benoemd die zich uitsluitend bezighield met de activiteiten van het Bureau. Hij besteedde 165 werkdagen aan de controle van het Bureau, waarvan 70 dagen aan de verschillende operationele centra en het hoofdkwartier.

In november 2001 publiceerde de Europese Rekenkamer een Verslag over de financiële verantwoording van het Europees Bureau voor wederopbouw en de implementatie van de steun voor Kosovo voor het jaar 2000. Hier volgen enkele citaten uit het verslag:

De resultaten van de financiële controle verschaffen de Rekenkamer er redelijke zekerheid over dat de per 31 december afgesloten jaarrekening betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen over het geheel genomen wettig en regelmatig zijn.

De doelmatigheid van de administratie van het Bureau is hoog, hoewel de lage verhouding tussen het aantal werknemers en de totale waarde van de beheerde steun ook beschouwd kan worden als een risicofactor. Het Bureau was zeer snel met het sluiten van contracten en het doen van betalingen voor operationele verrichtingen. Wat betreft de programma-uitvoering is het Bureau erin geslaagd de meeste van zijn ambitieuze doelstellingen voor 2000 te verwezenlijken op de gebieden energie, huisvesting, vervoer en landbouw. De efficiency van het Bureau is grotendeels te danken aan de grote inzet van zijn personeel.

De vergeleken met andere donors gunstige gemiddelde kosten van de wederopbouw van door het Bureau gefinancierde woningen tonen duidelijk aan dat er niet alleen doelmatig maar ook zuinig te werk is gegaan.

Dankzij de zeer soepele toepassing van de geldende regels, waarbij het Bureau risico's nam, konden ook veel lokale en regionale bedrijven deelnemen aan de wederopbouw. Hierdoor daalden de kosten voor wederopbouw en werd de economie in de Balkanlanden, die in het voorbije decennium ernstig te lijden hadden onder conflicten in de regio, nieuw leven ingeblazen.

De uitstekende prestaties van het Bureau zijn ook te danken aan het feit dat het in 2000 zijn personele en financiële middelen concentreerde op een beperkt aantal prioritaire gebieden.

In juli 2001 bezocht een delegatie van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement het hoofdkwartier van het Bureau in Thessaloniki. De delegatie gaf vervolgens een persbericht uit, waarin zij zich uitsprak over het vermogen van het Bureau om een snelle en effectieve levering van ontwikkelingssteunprogramma's te paren aan een strikte begrotingscontrole.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

8. Algemene diensten

8.1 Administratie

Personeelsvoorziening

Aan het eind van het jaar lag het aantal personeelsleden op 241. Bovendien wordt momenteel een begin gemaakt met de werving van personeel voor het nieuwe operationele centrum van het Bureau in Skopje, in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* inclusief 2 medewerkers in het 'back-up'-kantoor in Skopje

Kantoorruimte

Terwijl de kantoren in Thessaloniki en Podgorica het Bureau gratis ter beschikking worden gesteld door de respectieve overheden, moet het Bureau wel huur betalen voor zijn operationele centrum in Belgrado. In Pristina heeft UNMIK het Bureau gevraagd zijn kantoren in het Museum van Kosovo te ontruimen, die ter beschikking zullen worden gesteld van de pas gekozen president. In ruil daarvoor wordt een ander gebouw ter beschikking van het Bureau gesteld. Dit gebouw, waarvoor geen huur hoeft te worden betaald, zal door het Bureau worden gerenoveerd. Intussen heeft het Bureau geschikte kantoorruimte gevonden voor zijn operationeel centrum in Skopje. Het Bureau onderhandelt ook over een overeenkomst betreffende kantoren met de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (zoals het die ook heeft in de Republieken Servië en Montenegro) waarin de voorrechten en immuniteiten van het personeel en de kantoren in Skopje worden geregeld.

8.2 Informatie en communicatie

Eind december 2001 zaten op alle vier de locaties medewerkers van de eenheid Informatie en communicatie van het Bureau. De eenheid bepaalde de algemene strategie en stelde een aantal algemene systemen en gereedschappen in voor gebruik bij alle activiteiten. (Hiertoe behoorden reclamefoldertjes met het adres in alle lokale talen in alle operationele centra, de website van het Bureau op http://www.ear.eu.int, een contactdatabase voor gezamenlijk gebruik, fact sheets, posters, reclameborden, visuele en schriftelijke identiteitsrichtsnoeren, enz.). Er zijn doeltreffende relaties tot stand gekomen tussen het Bureau en lokale media en andere uitingsmogelijkheden in Servië, Kosovo en Montenegro, en in EU-lidstaten. Het Bureau trad gedurende het jaar op als gastheer voor verscheidene groepen EU-parlementariërs, waaronder leden van de Delegatie voor de betrekkingen met Zuidoost-Europa, de Commissie Buitenlandse Zaken, Mensenrechten, Gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, de Commissie Begrotingen, en de Commissie Begrotingscontrole. Het Bureau trad ook op als gastheer voor de Commissaris voor Buitenlandse Betrekkingen, de heer Patten. Behalve een aantal geslaagde mediacontacten in de loop van het jaar, vormde het Bureau het onderwerp van een acht minuten durend item op het tv-station Euronews, dat in acht talen werd uitgezonden en zo een potentieel publiek van 20 miljoen mensen bereikte.

Bijlage A1 - Belangrijkste statistieken Servië

Aan het Europees Bureau voor wederopbouw gedelegeerde communautaire middelen voor aanwending in de Republiek Servië, op 31/12/2001 - per sector

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* Het Europees Bureau voor wederopbouw nam de verantwoordelijkheid op zich voor het beheer van programma's die voordien werden beheerd door de Europese Commissie

Aan het Europees Bureau voor wederopbouw gedelegeerde communautaire middelen voor aanwending in de Republiek Servië, op 31/12/2001 - per toegewezen, contractueel vastgelegd en uitbetaald bedrag

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* Het Europees Bureau voor wederopbouw nam de verantwoordelijkheid op zich voor het beheer van programma's die voordien werden beheerd door de Europese Commissie

Bijlage A2 - Belangrijkste statistieken: Kosovo

Aan het Europees Bureau voor wederopbouw gedelegeerde communautaire middelen voor aanwending in Kosovo, op 31/12/2001 - per sector

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* Het Europees Bureau voor wederopbouw nam de verantwoordelijkheid op zich voor het beheer van programma's die voordien werden beheerd door de Europese Commissie

Aan het Europees Bureau voor wederopbouw gedelegeerde communautaire middelen voor aanwending in Kosovo, op 31/12/2001 - per toegewezen, contractueel vastgelegd en uitbetaald bedrag

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* Het Europees Bureau voor wederopbouw nam de verantwoordelijkheid op zich voor het beheer van programma's die voordien werden beheerd door de Europese Commissie

Bijlage A3 - Belangrijkste statistieken: de Republiek Montenegro

Aan het Europees Bureau voor wederopbouw gedelegeerde communautaire middelen voor aanwending in de Republiek Montenegro, op 31/12/2001 - per sector

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* Het Europees Bureau voor wederopbouw nam de verantwoordelijkheid op zich voor het beheer van programma's die voordien werden beheerd door de Europese Commissie

Aan het Europees Bureau voor wederopbouw gedelegeerde communautaire middelen voor aanwending in de Republiek Montenegro, op 31/12/2001 - per toegewezen, contractueel vastgelegd en uitbetaald bedrag

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

* Het Europees Bureau voor wederopbouw nam de verantwoordelijkheid op zich voor het beheer van programma's die voordien werden beheerd door de Europese Commissie

Bijlage B - Bijeenkomsten van de Raad van bestuur van het Bureau in 2001

Datum // Belangrijkste kwesties die zijn besproken en besluiten die zijn genomen

27-28/02/2001 // Bespreking van het programma voor 2001 voor Servië

Goedkeuring van het jaarverslag 2000

Gedachtewisseling met UNMIK vierde pijler en bespreking van de sociale dimensie van het programma voor Kosovo van het Bureau

Goedkeuring van de ontwerpbegroting van het Bureau voor 2002 ter voorlegging aan de Commissie en goedkeuring van de eerste revisie van de begroting voor 2001 van het Bureau

18/05/2001 // Goedkeuring van de evaluatierichtsnoeren, van de beginselen die van toepassing zijn op de toekenning van contracten, en van het besluit de contracten voor de internationale staf van het Bureau (tijdelijke medewerkers) te verlengen

Bespreking van het voortgangsverslag over de uitvoering van de programma's voor Kosovo, Servië en Montenegro

Goedkeuring van het herziene personeelsplan voor 2001, van de rectificatie van bepaalde begrotingslijnen, en van de overdracht van de kredieten voor 2000

Selectie van vertegenwoordigers van nieuwe lidstaten voor de raadgevende commissie voor aankopen en overeenkomsten van het Bureau

02/07/2001 // Bespreking van een aanvullend steunprogramma 2001 voor Kosovo en van een steunprogramma voor Montenegro

Goedkeuring van de tweede revisie van de begroting 2001 van het Bureau

21/09/2001 // Bespreking van een aanvullend steunprogramma voor 2001 voor Servië, van het evaluatieprogramma 2001, en van de voorlichtingsactiviteiten van het Bureau

Gedachtewisseling met UNMIK vierde pijler over de activiteiten in Kosovo en met een Zweedse NGO over de rol van vrouwen bij de wederopbouw

Informatie over een aanvullend steunprogramma 2001 voor Montenegro (afronding via schriftelijke procedure)

Goedkeuring van het promotiebeleid van het Bureau en goedkeuring van tweede herziene personeelsplan 2001 en van de derde herziening van de begroting 2001 van het Bureau (de laatste via schriftelijke procedure)

18/12/2001 // Geannuleerd wegens slecht weer (besluiten over de oprichting van nieuwe operationele centra in Skopje en over de begroting 2002 van het Bureau via schriftelijke procedure)

Bijlage C - Organisatieschema van het Bureau

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Opmerking: in januari 2002 is een nieuw operationeel centrum geopend in Skopje, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

Bijlage D - Begroting van het Bureau voor 2001

Inkomsten (euro)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Uitgaven (euro)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Bijlage E - Contactgegevens van het Bureau

Hoofdkwartier

Thessaloniki - Egnatia 4, Thessaloniki 54626, Griekenland

Tel. +30 310 505 100, Fax +30 310 505 172

Operationele centra

Belgrado - Vasina 2-4, 11000 Belgrado, de Republiek Servië

Tel. +381 11 30 234 00, Fax +381 11 30 234 55

Pristina - The Museum, Miladin Popovic, Pristina, Kosovo

Tel. +381 38 513 1 200, Fax +381 38 549 963

Podgorica - Urb. Parcel 137, Gorica C, 81000 Podgorica, de Republiek Montenegro

Tel. +381 81 231 740, Fax +381 81 231 741

Skopje - Makedonija 11 (1e verdieping), 1000 Skopje, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

Tel. +389 2 109 895, Fax +389 2 124 760

info@ear.eu.int

www.ear.eu.int