52000DC0194

Verslag van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité over de toepassing van Beschikking nr. 3052/95/EG in 1997 en 1998 /* COM/2000/0194 def. */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE over de toepassing van Beschikking nr. 3052/95/EG in 1997 en 1998

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE over de toepassing van Beschikking nr. 3052/95/EG in 1997 en 1998

Samenvatting

Van de instrumenten die voor het beheer van de interne markt noodzakelijk zijn, heeft Beschikking nr. 3052/95/EG een centrale rol. In de interne markt kunnen producten die in de ene lidstaat rechtmatig vervaardigd en in de handel gebracht worden, ook in andere lidstaten in de handel worden gebracht. Er zijn echter situaties waarin een lidstaat het vrije verkeer van een product, of het nu een binnenlands of een ingevoerd product betreft, moet beperken omdat het door zijn specifieke kenmerken een gevaar vormt voor de consument, het milieu of de openbare orde in het algemeen. Daarom heeft de interne markt de lidstaten bij de invoering van het beginsel van het vrije goederenverkeer ook belast met de taak de rechtmatige belangen van hun burgers effectief te beschermen.

Beschikking nr. 3052/95/EG moet ervoor zorgen dat ieder besluit van nationale instanties om het vrije verkeer van in een andere lidstaat rechtmatig in de handel gebrachte goederen te beperken, zo spoedig mogelijk onder de aandacht van de Commissie en de andere lidstaten wordt gebracht, zodat deze de nodige stappen kunnen nemen. Deze transparantie is een eerste vereiste voor een efficiënte decentralisatie van het beheer van de interne markt. Ook kan de beschikking ertoe bijdragen gebieden op te sporen waar nog steeds belemmeringen bestaan en waar een harmonisatie op communautair niveau nodig kan zijn.

Afgezien van Beschikking nr. 3052/95/EG kent de interne markt nog een hele reeks specifieke instrumenten, die voor verschillende vormen van transparantie zorgen: alle "nieuwe aanpak"-richtlijnen bevatten vrijwaringsclausules op grond waarvan lidstaten tijdelijke afwijkingen van de regels van het vrije verkeer aan de Commissie en de lidstaten moeten meedelen. Richtlijn 92/59/EEG over productveiligheid bevat bepalingen over een kennisgevingsprocedure waarbij lidstaten moeten melden dat een onveilig product uit de markt is genomen. Anders dan bij deze kennisgevingen achteraf verlangt de Informatierichtlijn 98/34/EG de kennisgeving van alle technische voorschriften voordat deze worden goedgekeurd.

Beschikking nr. 3052/95/EG is alleen van toepassing wanneer er geen andere specifieke kennisgevingsverplichting bestaat en kan daarom als "veiligheidsnet" worden beschouwd ter waarborging van de transparantie van het beheer van de interne markt.

Tot nu toe werden 102 maatregelen in het kader van Beschikking nr. 3052/95/EG aangemeld. Dit lijkt weinig in verhouding tot het aantal maatregelen dat is aangemeld onder specifieke richtlijnen zoals de richtlijn over productveiligheid of de informatierichtlijn.

Hierbij spelen verschillende factoren een rol. Om te beginnen moeten de nationale instanties enigszins met dit nieuwe rechtsinstrument vertrouwd raken, bijvoorbeeld door middel van een opleiding. Bovendien is het voor deze instanties moeilijk Beschikking nr. 3052/95/EG temidden van de andere transparantievoorschriften als de juiste kennisgevingsprocedure te identificeren. Soms verloopt de communicatie tussen de Commissie enerzijds en de centrale overheden en de gedecentraliseerde lokale instanties in de lidstaten anderzijds niet vlekkeloos. Ten slotte proberen de marktdeelnemers slechts zelden met een beroep op Beschikking nr. 3052/95/EG goede informatie over productbeperkingen te verkrijgen of achter de motieven van een dergelijke beperking te komen.

De conclusie van dit verslag luidt dat de informatie over de werking en de toegevoegde waarde van Beschikking nr. 3052/95/EG op Europees, nationaal en regionaal niveau moet worden verbeterd. Bovendien komt in dit verslag aan de orde dat op lange termijn moet worden overwogen welk soort transparantie voor het beheer van de interne markt nodig is en hoe deze het best kan worden bereikt.

Inleiding

Beschikking nr. 3052/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1995 tot vaststelling van een procedure voor uitwisseling van informatie over nationale maatregelen waarbij wordt afgeweken van het beginsel van het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap [1] (hierna "de beschikking") is sedert 1 januari 1997 in de lidstaten van toepassing.

[1] PB L 321 van 30 december 1995, blz. 1.

De beschikking heeft ten doel om door middel van een informatieprocedure de transparantie van de door de lidstaten in afwijking van het beginsel van wederzijdse erkenning genomen maatregelen te waarborgen.

Het beginsel van wederzijdse erkenning is een hoeksteen voor de voltooiing en de werking van de interne markt. Op grond van dit beginsel kunnen producten die in een lidstaat rechtmatig vervaardigd of in de handel gebracht worden, in iedere andere lidstaat in het vrije verkeer worden gebracht. Alleen in uitzonderlijke, deugdelijk gemotiveerde gevallen zijn nationale instanties gerechtigd van dit beginsel van het vrije verkeer af te wijken. Op die manier bestaat er in de interne markt een vrij goederenverkeer, waarbij de nationale instanties verplicht zijn ervoor te waken dat dit vrije verkeer de rechtmatige belangen van de burgers van de EU niet op het spel zet.

Om twee redenen is de beschikking van essentieel belang voor een goed beheer van de interne markt:

*Zij zorgt ervoor dat ieder besluit van een lidstaat dat het vrije goederenverkeer beperkt, wordt aangemeld en transparant is. Ook al is er ook in een aantal sectorale richtlijnen en in de richtlijn inzake productveiligheid sprake van kennisgevingsprocedures, toch heeft deze beschikking een toegevoegde waarde omdat alle gevallen worden bestreken waarvoor geen specifieke kennisgevingsprocedure bestaat.

*De door de beschikking nagestreefde transparantie is het logische gevolg van de gedecentraliseerde beheer van de interne markt door de lidstaten, waarvoor indertijd bewust is gekozen. Wanneer een lidstaat maatregelen neemt die de handel in een product uit een andere lidstaat beperken, moet dit ter kennis van de andere lidstaten en de Commissie worden gebracht, zodat op communautair niveau een snelle en goede oplossing kan worden gevonden voor de problemen die het vrije goederenverkeer en de legitieme belangen van de consumenten kunnen schaden.

Volgens artikel 11 van de beschikking moet de Commissie binnen twee jaar, te rekenen vanaf de toepassingsdatum van de beschikking, aan het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de toepassing ervan en moet zij de wijzigingen voorstellen die zij passend acht. Het verslag bestaat uit drie delen: na een beschrijving van de functionering van de beschikking (1) wordt een overzicht gegeven van de toepassing ervan in de eerste twee jaren door de lidstaten (2) en de Commissie (3), waarna er nog een aantal conclusies volgen (4).

1. De procedure

De beschikking verplicht de lidstaten de Commissie iedere maatregel te melden die een belemmering vormt voor het vrije verkeer of het in de handel brengen van een bepaald model of bepaald type product dat in een andere lidstaat rechtmatig vervaardigd of in de handel is gebracht, wanneer deze maatregel direct of indirect tot gevolg heeft dat het product algeheel wordt verboden, de vergunning voor het in de handel brengen wordt geweigerd, het model of het type product wordt gewijzigd voordat het in de handel kan worden gebracht of gehandhaafd, of het uit de handel wordt genomen.

Deze kennisgeving moet geschieden binnen 45 dagen, te rekenen vanaf de dag dat de maatregel is genomen. Het gebruik van een formulier met de in de bijlage van de beschikking genoemde gegevens is het enige vormvoorschrift.

De beschikking geeft ook een aantal uitzonderingen op de kennisgevingsplicht. Kennisgeving is niet nodig voor onder meer rechterlijke beslissingen, maatregelen die uitsluitend ter uitvoering van communautaire harmonisatievoorschriften zijn genomen, maatregelen die krachtens specifieke bepalingen aan de Commissie ter kennis zijn gebracht, maatregelen die al in het ontwerpstadium ter kennis zijn gebracht en maatregelen die zijn genomen ter bescherming van de openbare zedelijkheid of de openbare orde.

Ten slotte is de Commissie ingevolge artikel 9 van de beschikking gehouden in de gehele Gemeenschap informatie te verstrekken over de nationale maatregelen die krachtens deze procedure ter kennis zijn gebracht. In dit verband moet zij zorgen voor eerbiediging van het in artikel 6 van de beschikking genoemde beginsel van de vertrouwelijkheid van informatie die door hun aard onder het beroepsgeheim valt. Zij verstrekt, behoudens ten aanzien van nog niet opgeloste gevallen, eveneens informatie over de follow-upmaatregelen die zijn genomen.

De procedure van de beschikking is beschreven in het door de Commissie aan de lidstaten verstrekte vademecum.

2. Uitvoering door de lidstaten

2.1 Uitvoering van de beschikking door de lidstaten

Overeenkomstig de tweede zin van artikel 11 van de beschikking heeft de bevoegde dienst van de Commissie de lidstaten per brief van 24 november 1998 gevraagd hem alle relevante informatie te verstrekken over de wijze waarop zij de beschikking hebben uitgevoerd. Aan de lidstaten die niet binnen de gestelde termijn hadden geantwoord, is op 22 januari 1999 nog een rappel gestuurd.

De door de lidstaten verstrekte informatie kan als volgt worden samengevat:

België

Per brief van 12 februari 1999 hebben de Belgische autoriteiten de Commissie laten weten dat de toepassing van de beschikking is voorbereid in een speciale interministeriële vergadering van 29 november 1996, die ten doel had de betrokken diensten nog eens te herinneren aan de wijze van toepassing van de beschikking. Tijdens deze vergadering is CIBELNOR, een informatiecentrum bij het Belgisch Instituut voor Normalisatie, aangewezen als Belgisch contactpunt voor de beschikking. Op 11 juni 1998 werd opnieuw een interministeriële vergadering gehouden. Hier werd met name gewezen op het doel van de beschikking, de noodzaak van contactpunten en de mogelijkheid van sancties bij niet-toepassing. Op 23 september 1998 vond een bilaterale vergadering tussen de Commissie en de Belgische autoriteiten plaats. Een net van contactpunten bij de betrokken overheidsinstanties kreeg de opdracht na te gaan waarom er nog geen enkele Belgische kennisgeving geregistreerd is.

Denemarken

Per brief van 10 december 1998 hebben de Deense autoriteiten laten weten dat zij hun diensten door middel van circulaire nr. 145 van het Deense Agentschap voor de ontwikkeling van handel en nijverheid, van 11 september 1996, hebben ingelicht over de wijze waarop de bij de beschikking in het leven geroepen procedure werkt. De diensten worden verder door middel van jaarlijkse informatievergaderingen op de hoogte gehouden. Ook de door de Commissie meegedeelde bekendmakingen van andere lidstaten worden ter informatie en voor advies door de Deense instanties aan de betrokken diensten en aan bepaalde beroepsorganisaties doorgegeven.

Duitsland

De Duitse autoriteiten hebben er per brief van 29 december 1998 op gewezen dat alle federale en regionale autoriteiten op wie de kennisgevingsplicht ingevolge de beschikking van toepassing is, hiervan in kennis zijn gesteld, zoals al in een brief van 17 december 1996 aan de diensten van de Commissie was gemeld. De Duitse autoriteiten hebben er onder meer op gewezen dat het overeenkomstig artikel 7 van de beschikking aangewezen nationale contactpunt tijdens de betrokken periode 21 maatregelen betreffende de sector bescherming van de gezondheid (sector levensmiddelen) heeft aangemeld.

Spanje

In een nota van 26 februari 1999 hebben de Spaanse autoriteiten de Commissie ervan in kennis gesteld dat er bij het Staatssecretaris voor het Buitenlands Beleid en voor de Europese Unie een centraal contactpunt is vastgesteld, terwijl er daarnaast ook contactpunten, dezelfde als voor Richtlijn 98/34, zijn bij ieder bij de beschikking betrokken ministerie en bij alle autonome gemeenschappen. Het centrale contactpunt heeft diverse informatieve en explicatieve nota's over de toepassing van de beschikking geschreven, die evenals de beschikking en het vademecum onder de contactpunten zijn verspreid.

Ook de contactpunten van de ministeries en de autonome gemeenschappen hebben aanbevelingen en informatieve nota's over de beschikking opgesteld, die naar de bevoegde instanties zijn gezonden. Het centrale contactpunt geeft de Spaanse versie van het kennisgevingsformulier van de andere lidstaten door naar de andere contactpunten, die ze verder verspreiden. In de Revista de Comercio Española is een artikel over de beschikking verschenen dat is gericht tot de economische en sociale subjecten.

Frankrijk

In een nota van 4 december 1998 hebben de Franse autoriteiten laten weten dat op 26 juli 1996 een circulaire van de minister-president over de beschikking is verschenen, waarin de wederzijdse procedure bij nationale maatregelen die afwijken van het beginsel van het vrije goederenverkeer binnen de Gemeenschap wordt toegelicht. [2] In deze circulaire worden de procedures vastgesteld die door de nationale autoriteiten bij de kennisgeving van Franse maatregelen in acht genomen moeten worden, terwijl ook wordt vastgesteld hoe kennisgevingen uit andere lidstaten moeten worden behandeld. De bijlagen van deze circulaire bevatten voorts het vademecum en het kennisgevingsformulier.

[2] Circulaire du Premier Ministre en date du 26 juillet 1996 relative à la procédure mutuelle sur les mesures nationales dérogeant au principe de libre circulation des marchandises à l'intérieur de la Communauté, gepubliceerd in Journal Officiel de la République française van 31 juli 1996, blz. 11592.

Ierland

Per brief van 19 januari 1999 hebben de Ierse autoriteiten de Commissie laten weten dat voor de uitvoering van de beschikking dezelfde administratieve procedure als voor Richtlijn 83/189 wordt gevolgd, waardoor de voor de uitvoering van de beschikking bevoegde instantie de mogelijkheid krijgt alle overheidsdiensten en alle betrokken instanties formeel in kennis te stellen van de aard van hun verplichtingen uit hoofde van de beschikking.

Italië

Per brief van 30 december 1998 hebben de Italiaanse autoriteiten bevestigd dat het ministerie van Industrie, Handel en Ambacht op 14 januari 1997 een mededeling over de toepassing van de beschikking naar alle Italiaanse overheidsinstanties heeft gestuurd. [3]

[3] Mededeling van het ministerie van Industrie, Handel en Ambacht, nr. 16185 van 14 januari 1997, niet gepubliceerd.

Luxemburg

De Luxemburgse autoriteiten hebben in een nota van 21 december 1998 meegedeeld dat het terzake bevoegde ministerie van Energie sinds de inwerkingtreding van de beschikking geen enkele van het beginsel van het vrije verkeer van goederen afwijkende maatregel heeft aangemeld.

Nederland

In hun brief van 1 februari 1999 herinneren de Nederlandse autoriteiten eraan dat de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer (CDIU) als contactpunt in de zin van artikel 7 van de beschikking is aangewezen. Zij voegen eraan toe dat ze de aandacht van de met de uitvoering van de beschikking belaste autoriteiten hebben gewezen op het bestaan van deze beschikking, op de verplichtingen die eruit voortvloeien en op het bestaan van het vademecum van de Commissie. In het kader van de Interdepartementale Werkgroep Notificatie is voorts ten behoeve van alle bij de uitvoering van de beschikking betrokken diensten een handleiding uitgewerkt. Een exemplaar hiervan is als bijlage bij de brief van de Nederlandse autoriteiten gevoegd. Deze wijzen op het nut dat ze bij de samenstelling van de handleiding hebben gehad van de vergadering met de diensten van de Commissie op 27 april 1998, toen de praktische aspecten van de uitvoering van de beschikking aan de orde konden worden gesteld. Zij stellen voor deze vraagstukken te blijven bespreken, bijvoorbeeld tijdens een van de volgende vergaderingen van het comité dat bij Richtlijn 98/34/EG in het leven werd geroepen. In 1999 zou een vergadering van de betrokken nationale instanties worden gehouden, waarbij ervaringen konden worden uitgewisseld en waar nog eens zou worden gewezen op de verplichtingen uit hoofde van de beschikking.

Oostenrijk

De Oostenrijkse autoriteiten hebben op 30 december 1998 een fax gestuurd met uitvoerige informatie over de wijze waarop ze de beschikking hadden uitgevoerd. In 1996 heeft het ministerie van Economische Zaken verscheidene vergaderingen georganiseerd, waarin de beschikking, het vademecum en de informatieve nota verspreid zijn. Op 17 december 1996 heeft de ministerraad een circulaire over de toepassing van de beschikking goedgekeurd; deze was aan de regionale autoriteiten gericht en bevatte het vademecum en de informatieve nota.

Portugal

In een nota van 19 februari 1999 hebben de Portugese autoriteiten eraan herinnerd dat ze op 11 november 1997 beschikking nr. 30/97 hadden goedgekeurd, waarbij het Instituto Português da Qualidade als nationaal contactpunt voor de kennisgevingsprocedure overeenkomstig de beschikking was vastgesteld. Zij deelden mee alles in het werk te hebben gesteld om de in het kader van de beschikking verzamelde informatie door te geven aan de marktdeelnemers, onder meer door hen een internetsite ter beschikking te stellen. Ook hebben zij erop gewezen dat tot dusverre de meeste ontvangen kennisgevingen betrekking hebben op levensmiddelen, medicijnen of chemische stoffen.

Finland

Op 12 januari 1999 hebben de Finse autoriteiten de Commissie laten weten dat de bevoegde diensten de beschikking hebben uitgevoerd door middel van administratieve overeenkomsten en administratieve samenwerking tussen de betrokken instanties. Zij hebben de volgende stappen ondernomen: informatie van de andere ministeries en instanties over de inhoud en de inwerkingtreding van de beschikking; een beschrijving van de sectoren waarop de harmonisatie niet van toepassing is; organisatie van vergaderingen en studiebijeenkomsten over de toepassing van de beschikking. Bovendien hebben zij op 9 oktober 1998 in samenwerking met het DG Interne markt in het kader van een pakketvergadering een conferentie over de toepassing van de beschikking georganiseerd.

Zweden

Per brief van 23 december 1998 hebben de Zweedse autoriteiten erop gewezen dat verordening 1996:830 de nationale en lokale instanties ertoe verplicht de in de beschikking bedoelde informatie te verstrekken. Het nationale contactpunt heeft ook regels voor de uitvoering van de beschikking vastgesteld. [4] Hoewel er al veel is gedaan, zien de bevoegde autoriteiten in dat aanvullende acties nodig zijn om ervoor te zorgen dat de beschikking op alle administratieve niveaus wordt toegepast, en vooral op lokaal en regionaal niveau waar de behoefte aan informatie zich in het bijzonder doet gevoelen. De Zweedse autoriteiten hebben bovendien enkele problemen bij de uitvoering van de beschikking aan de orde gesteld: gebrek aan duidelijkheid bij de onderlinge afbakening van de verschillende informatieprocedures; het feit dat de beschikking niet betrekking heeft op maatregelen die door bepaalde particuliere organisaties worden genomen, en evenmin op enkele soorten maatregelen zoals eerste contacten die wel gevolgen kunnen hebben voor het vrije goederenverkeer; moeilijkheden bij het verkrijgen van informatie uit andere lidstaten; en ten slotte twijfel over de kennisgeving van maatregelen die zijn goedgekeurd op gebieden waar sprake is van harmonisatie.

[4] KFS 1996:3, Regels van het Nationaal handelsbureau betreffende de informatie over de nationale maatregelen waarbij van het beginsel van het vrije goederenverkeer binnen de Europese Gemeenschap wordt afgeweken.

Verenigd Koninkrijk

Per brief van 27 januari 1999 hebben de Britse autoriteiten erop gewezen dat zij tot dan toe nog geen maatregelen hadden aangemeld. Als verklaring voeren zij aan dat de in het kader van de beschikking aan te melden maatregelen vaak ook al in het kader van andere kennisgevingsprocedures worden aangemeld. De beschikking is in het Verenigd Koninkrijk uitgevoerd door middel van een administratieve circulaire van 11 december 1996. Na een recente analyse van de toepassing van de beschikking hebben de Britse autoriteiten evenwel laten weten dat de diensten binnenkort nieuwe richtlijnen zullen krijgen en dat zij dan ook aan hun verplichtingen uit hoofde van de beschikking zullen worden herinnerd. Ook hebben zij erop gewezen belang te hechten aan informatie over de conclusies die de Commissie uit de kennisgevingen trekt. Ten slotte geven zij aan dat het vaak niet gemakkelijk is vast te stellen in welk land bepaalde producten zijn vervaardigd, zodat ze niet weten of maatregelen dienaangaande al dan niet moeten worden aangemeld.

De lidstaten hebben de Commissie overeenkomstig artikel 7 van de beschikking laten weten welke nationale instanties zijn aangewezen om de in deze beschikking bedoelde informatie mede te delen of te ontvangen. Een volledige lijst is opgenomen in bijlage 1 van dit verslag.

2.2 Overzicht van de kennisgevingen

2.2.1 Lidstaten

Ingevolge artikel 12 is de beschikking vanaf 1 januari 1997 van toepassing. In dat jaar hebben de diensten van de Commissie 33 kennisgevingen geregistreerd uit drie lidstaten (zie bijlage 2). Het betreft:

- de Franse Republiek (26 kennisgevingen);

- de Bondsrepubliek Duitsland (4 kennisgevingen);

- de Republiek Finland (3 kennisgevingen).

In 1998 (zie bijlage 2) is het aantal door de Commissie geregistreerde kennisgevingen toegenomen tot 69. In dat jaar hebben slechts vier lidstaten kennisgevingen gestuurd:

- de Helleense Republiek (43 kennisgevingen);

- de Bondsrepubliek Duitsland (18 kennisgevingen);

- de Franse Republiek (5 kennisgevingen);

- het Koninkrijk Denemarken (3 kennisgevingen).

Het aantal kennisgevingen blijkt in de praktijk nog steeds onbevredigend te zijn. Verbetering is nodig omdat talrijke nationale maatregelen blijkbaar niet worden aangemeld hoewel ze in het toepassingsgebied van de beschikking vallen. Uit bijlage 3 blijkt dat de aangemelde maatregelen betrekking hebben op belangrijke sectoren van de economie waarop regelmatig nationale maatregelen worden genomen.

Een groot aantal landen heeft nog helemaal geen maatregelen aangemeld:

- Oostenrijk;

- België;

- Spanje;

- Ierland;

- Italië;

- Luxemburg;

- Nederland;

- Portugal;

- Zweden;

- Verenigd Koninkrijk.

2.2.2 Europese Economische Ruimte

Overeenkomstig het besluit van het Gemengd Comité van de Europese Economische Ruimte (EER) nr. 16/97 van 26 maart 1997 [5] is de beschikking sinds 1 december 1998 ook van toepassing in alle lidstaten van de EER.

[5] Besluit van het Gemengd Comité van de Europese Economische Ruimte (EER) nr. 16/97 van 26 maart 1997 tot wijziging van bijlage II (technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst, PB L 182 van 10 juli 1997, blz. 49.

Ingevolge artikel 109 en protocol 1 van de EER-overeenkomst sturen de diensten van de Commissie de kennisgevingen die zij ingevolge de beschikking ontvangen, sedert 1 december 1998 ook toe aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA (Europese Vrijhandelsassociatie), terwijl deze de kennisgevingen die zij van de lidstaten van de EVA ontvangt, aan de verantwoordelijke diensten van de Commissie doet toekomen.

In het kader van de in artikel 109 van de EER-overeenkomst geregelde samenwerking kan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ook toegang krijgen tot de kennisgevingen die de Commissie heeft ontvangen in de periode van 1 januari 1997 tot 30 november 1998, toen de beschikking in de Europese Gemeenschap al wel in werking was getreden, maar in de EER nog niet.

Dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA sinds 1 december 1998 nog geen kennisgevingen van de lidstaten van de EVA aan de diensten van de Commissie heeft doorgegeven, is een gevolg van het feit dat de beschikking in EER-verband nog maar kort geleden in werking is getreden. Daarom ook heeft de Commissie nog niet de beschikking over informatie over de specifieke administratieve regelingen.

3. Uitvoering door de Commissie

3.1 Interne procedures van de Commissie

Verantwoordelijk voor de uitvoering van de beschikking bij de Commissie is de dienst van het DG Interne markt die klachten over belemmeringen van het vrije goederenverkeer afhandelt.

Wanneer deze dienst een kennisgevingsformulier ontvangt, registreert hij deze en geeft hij een ontvangstbewijs af. Het formulier wordt vervolgens gestuurd naar de dienst van de Commissie die bevoegd is voor het gebied waarop de kennisgeving betrekking heeft.

Na de vertaling van het kennisgevingsformulier in alle talen van de Gemeenschap wordt het ter informatie en voor commentaar naar alle lidstaten gestuurd.

3.2 Acties van de Commissie ter bevordering van de uitvoering van de beschikking

In het kader van de pakketvergaderingen met de lidstaten over het vrije goederenverkeer (art. 28 - 30 EG) heeft de Commissie steeds informatievergaderingen gehouden. Ook zijn er bilaterale vergaderingen tussen bepaalde lidstaten en de Commissie geweest om specifieke problemen op te lossen.

Toen de beschikking door de lidstaten werd goedgekeurd, heeft de Commissie bovendien een vademecum samengesteld, met behulp waarvan de bevoegde nationale instanties konden bepalen welke maatregelen in het kader van deze procedure van wederzijdse informatie moeten worden aangemeld. De Commissie heeft dit vademecum op ruime schaal verspreid, met name tijdens bovengenoemde pakketvergaderingen.

Ook moet erop worden gewezen dat het bij Richtlijn 98/34/EG (ex Richtlijn 83/189/EEG) ingestelde Permanent Comité overeenkomstig artikel 10 van de beschikking op gezette tijden op de hoogte is gehouden van de werking van de procedure en de uitvoering ervan door de lidstaten. Dit Comité, en ook de voorzitters van de pakketvergaderingen in hun vergadering van 6 februari 1998 en 12 februari 1999 [6], zijn ook op de hoogte gebracht van de praktische problemen en de moeilijkheden bij de interpretatie van de beschikking, die tijdens de eerste twee jaar van de uitvoering ervan zijn vastgesteld.

[6] Vergadering met de voorzitters (vertegenwoordigers van de nationale instanties) van de pakketvergaderingen over het vrije goederenverkeer (art. 28 - 30 EG) en de overheidsopdrachten, van 6 februari 1998.

Om de effectieve toepassing van de beschikking te verbeteren en de nationale maatregelen voor het bedrijfsleven transparanter te maken, hebben de diensten van de Commissie alle vergaderingen met de verschillende beroepsorganisaties aangegrepen om deze in kennis te stellen van de inwerkingtreding en de wijze van uitvoering van de beschikking.

3.3 Coördinatie met andere communautaire instrumenten

De coördinatie van de verschillende kennisgevingsprocedures is geregeld in artikel 8 van de beschikking. Het beheer van de interne markt is grotendeels gedecentraliseerd en berust op het beginsel van administratieve samenwerking tussen de lidstaten. Een essentieel element van deze samenwerking is transparantie van de acties van deze autoriteiten, waarvoor diverse instrumenten ter beschikking staan.

3.3.1 Kennisgevingen volgens de "nieuwe aanpak"-richtlijnen

Op gebieden waarvan de harmonisatie in de "nieuwe aanpak"-richtlijnen (bv. die betreffende eenvoudige drukvaten, veiligheid van speelgoed, medische apparatuur, gastoestellen, persoonlijke beschermingsmiddelen, elektromagnetische compatibiliteit, liften, veiligheid van machines enz.) geregeld is, zorgen in deze richtlijnen zelf geregelde kennisgevingsprocedures voor transparantie van de beheersmaatregelen, met name wanneer wederzijdse erkenning van een product wordt geweigerd. Alle producten die aan de eisen van deze richtlijnen voldoen, kunnen in het vrije verkeer gebracht worden. Alleen in nauwkeurig omschreven gevallen kunnen de lidstaten op grond van een vrijwaringsclausule in de richtlijnen een product uit de markt nemen. Hiervan moet de Commissie in kennis worden gesteld, die een onderzoek uitvoert volgens de procedure die is neergelegd in deze vrijwaringsclausule.

Ter informatie worden in bijlage 4 en 5 voor enkele van de belangrijkste richtlijnen de kennisgevingscijfers voor 1997 en 1998 gegeven.

3.3.2 Kennisgevingen volgens Richtlijn 92/59

Richtlijn 92/59/EEG [7] betreffende de productveiligheid kan evenals de beschikking als een instrument van algemene aard worden beschouwd. Zij is van toepassing op alle producten die voor de consument bestemd zijn of door de consument zouden kunnen worden gebruikt. De richtlijn legt een algemene veiligheidsverplichting op, die ook betrekking heeft op risico's die in de specifieke richtlijnen inzake technische harmonisatie buiten beschouwing blijven. Zij kent twee kennisgevingsprocedures, waarvan een voor urgente gevallen, die betrekking hebben op maatregelen van de lidstaten die de toegang van producten tot hun markt beperken of verbieden. De procedures zijn van toepassing wanneer de verplichting tot kennisgeving van noodmaatregelen niet in een specifiek communautair voorschrift is geregeld.

[7] Richtlijn 92/59/EEG van de Raad van 29 juni 1992 inzake algemene productveiligheid, PB L 228 van 11 augustus 1992, blz. 24.

De kennisgevingscijfers uit hoofde van Richtlijn 92/59 voor 1997 en 1998 zijn opgenomen in bijlage 6 en 7. Uit een sectorale analyse van de non-foodsector blijkt dat speelgoed en babyartikelen in 1997 en 1998 een groot deel van de kennisgevingen uitmaakten (57% in 1997 en 17% in 1998); cosmetische en hygiënische producten komen op 17% (1998) en 7% (1997), terwijl ook veel kennisgevingen betrekking hebben op aanstekers (7% in 1997 en 26% in 1998).

3.3.3 Kennisgeving volgens Richtlijn 98/34

Op de derde plaats is er Richtlijn 98/34/EG [8], die kennisgeving van ontwerpen voor technische voorschriften en voor regels betreffende diensten van de informatiemaatschappij voorschrijft. Deze kennisgevingsprocedure onderscheidt zich van bovenstaande procedures door twee belangrijke kenmerken: de regels waarvan kennis gegeven moet worden, moeten een algemene en geen individuele toepassing hebben en ze moeten worden aangemeld voordat ze worden goedgekeurd. Sinds 1984 konden in het kader van deze procedure meer dan 6 300 nationale ontwerpen worden onderzocht, wat bijdroeg aan de verwijdering van belemmeringen voor de goede werking van de interne markt. De laatste tijd is er sprake van een daling van het aantal kennisgevingen: in 1998 ontving de Commissie er 604, tegen nog 670 in 1997 (daarbij komen nog eens 230 teksten die door de Nederlandse autoriteiten en bloc werden aangemeld, in het kader van een regularisatie van inbreuken op de richtlijn). In afnemende volgorde zijn de sectoren waarvoor in 1998 de meeste kennisgevingen zijn binnengekomen: machines, landbouwproducten en levensmiddelen, telecommunicatie, vervoer en bouwnijverheid. In 1997 heeft de Commissie 117 met redenen omklede adviezen uitgebracht over ontwerpen die mogelijk in strijd waren met het communautaire recht. In 1998 is het aantal met redenen omklede adviezen gedaald tot 64.

[8] Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften, PB L 204 van 21 juli 1998, blz. 37, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften, PB L 217 van 5 augustus 1998, blz. 18.

3.3.4 De rol van "restverwerker" van de beschikking

Ten opzichte van de drie eerder genoemde categorieën instrumenten die de transparantie moeten bevorderen is de beschikking een soort "restverwerker". Wanneer een nationale instantie in het kader van het beheer van de interne markt een product uit de markt neemt dat in een andere lidstaat rechtmatig in de handel is gebracht, moet deze maatregel uit hoofde van deze beschikking worden aangemeld indien deze verplichting niet al uit een ander communautair instrument voortvloeit (artikel 8 van de beschikking). Het is dus de bedoeling van de beschikking ervoor te zorgen dat de Commissie en de lidstaten volledig geïnformeerd worden over de belemmeringen voor de handel in de interne markt. Wanneer er verder geen relevante instrumenten zijn, moet de beschikking een snelle en gecoördineerde actie van de lidstaten als beheerders van de interne markt garanderen, teneinde hetzij deze belemmeringen uit de weg te ruimen hetzij doeltreffende maatregelen te nemen om op Europees niveau de consumentenbelangen te beschermen. Deze doelstelling moet echter gerelateerd worden aan onderstaande statistieken van de in 1997 en 1998 ontvangen kennisgevingen.

1997

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

1998

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3.4 Behandeling van kennisgevingen

De kennisgevingsprocedure bestaat in wezen uit twee etappes: de instructie, die moet uitmonden in een besluit over de te nemen maatregelen.

In de instructiefase ontvangt de voor het beheer van het betrokken instrument bevoegde dienst van de Commissie een kennisgeving van een lidstaat, die hij doorstuurt naar de lidstaten en naar de sectorale en algemene diensten van de Commissie.

Alvorens de kennisgeving te analyseren kunnen de diensten van de Commissie een comité van deskundigen of een wetenschappelijk comité raadplegen wanneer de maatregel bijzonder technisch van aard is en een specifieke expertise vergt. Tot dusverre heeft dit zich evenwel nog niet voorgedaan.

Wanneer de door de lidstaat verstrekte motivering onvoldoende voor een dergelijke analyse lijkt, kan deze om aanvullende informatie worden gevraagd. [9]

[9] Zie in dit verband de kennisgevingen van Frankrijk betreffende belemmeringen bij het op de markt brengen van producten voor invitrodiagnose.

Na deze inhoudelijke analyse stellen de diensten van de Commissie de verdere procedure vast. Er zijn twee mogelijkheden:

- De aangemelde maatregel heeft een individueel karakter en heeft betrekking op een bepaald product. Hierdoor is er in het algemeen geen bijzondere follow-up. De belemmering van het vrije goederenverkeer is dan namelijk niet het gevolg van verschillen in wetgeving tussen de lidstaat van herkomst en die van bestemming, maar van de technische kenmerken van het product (bv. constructiefout, onvoldoende informatie voor de consument).

- Uit de aangemelde maatregel blijkt dat er een groot verschil is tussen de wetgeving in de lidstaat van herkomst en die in de lidstaat van bestemming van het product, of dat ze elkaar zelfs uitsluiten. In dergelijke gevallen kunnen regelingen voor producten of sectoren waarvoor het beginsel van wederzijdse erkenning niet volstaat om het vrije goederenverkeer te verzekeren, worden geactualiseerd. Zo hadden heel wat kennisgevingen die de Commissie in de eerste twee jaar van de uitvoering van de beschikking heeft ontvangen, betrekking op belemmeringen voor het in de handel brengen van (met vitaminen of andere voedingsstoffen) verrijkte producten. Deze kennisgevingen vormden een bevestiging van de informatie waarover de Commissie al beschikte en waaruit bleek dat er verschillen waren in de wijze waarop de lidstaten deze vraagstukken benaderen. De diensten van de Commissie kunnen het probleem dan eerst voorleggen aan het Comité voor technische voorschriften dat krachtens de beschikking belast is met het toezicht op de toepassing ervan. Dan kunnen de standpunten van de lidstaten worden ingezameld en eventueel kan in overleg met hen een oplossing worden gezocht. Wanneer dit niet lukt, moet wellicht worden overgegaan tot harmonisatie. Dan zal de kennisgevingsprocedure van de beschikking zijn doel volledig hebben vervuld: vaststelling van gebieden waar nog belemmeringen bestaan en zorgen voor de goedkeuring van maatregelen om die belemmeringen uit de weg te ruimen.

Het gevolg dat in het kader van Beschikking nr. 3052/95/EG aan kennisgevingen wordt gegeven, moet worden onderscheiden van bijkomende maatregelen van de Commissie; deze worden genomen wanneer door de kennisgeving elementen ter kennis van de Commissie komen die een afzonderlijke behandeling verdienen in het kader van een andere procedure. Dit is vooral het geval bij irrelevante kennisgevingen. Zo hoeft een maatregel wellicht helemaal niet te worden aangemeld of had deze in het kader van een ander instrument moeten worden aangemeld. In dat geval geeft de met de uitvoering van de beschikking belaste dienst van de Commissie de kennisgeving door aan de bevoegde dienst.

Een in het kader van Beschikking nr. 3052/95/EG aangemelde maatregel kan ook onverenigbaar lijken met de artikelen 28 en 30 EG, waar het beginsel van het vrije verkeer van goederen geregeld is. De Commissie zal dan als hoedster van het Verdrag een uitvoerig onderzoek doen naar de motivering van de maatregel (door contact op te nemen met de lidstaten) en eventueel een inbreukprocedure overeenkomstig artikel 226 EG inleiden. In dat verband kan worden opgemerkt dat de kennisgeving in de paar gevallen waarin de Commissie de inleiding van een dergelijke procedure nuttig achtte, meestal gepaard ging met dan wel gevolgd werd door een klacht.

4. Evaluatie en conclusies

De uitvoering van de beschikking in de eerste twee jaar na de inwerkingtreding heeft niet de verwachte resultaten opgeleverd. Met name door het kleine aantal kennisgevingen dat werd ontvangen, kon de beschikking niet ten volle beantwoorden aan haar doel, om voor alles een geprivilegieerd instrument te worden voor informatie over de praktische werking en over het gebied van de interne markt. Zoals hierboven al is aangegeven, kregen de diensten van de Commissie ondanks de beschikking onvoldoende informatie over de goede werking van het beginsel van wederzijdse erkenning, en ook kon niet worden vastgesteld in welke sectoren dit beginsel slecht functioneerde, wat een voorstel tot harmonisatie had kunnen rechtvaardigen.

Evenmin is het gelukt om met behulp van de beschikking een snelle oplossing te vinden voor bepaalde problemen in verband met het vrije verkeer. Door de termijn van 45 dagen in artikel 4 hadden de diensten van de Commissie namelijk in staat moeten zijn zeer snel op de hoogte te geraken van het bestaan van een probleem in verband met het vrije verkeer, om dan met de betrokken lidstaat contact op te nemen om op korte termijn samen een oplossing te zoeken. Het beleid van de Commissie is namelijk, en de beschikking had hieraan moeten bijdragen, de behandeling van problemen van het vrije verkeer te versnellen om zo de procedures van het Verdrag te vermijden.

Wat de oorzaken van deze moeilijke start betreft, blijkt uit de beschikbare statistische informatie, hoe weinig representatief deze ook is, duidelijk dat er in de praktijk wel degelijk moeilijkheden bij de uitvoering van de beschikking zijn. De idee van een gedecentraliseerd beheer van de interne markt die aan de beschikking ten grondslag ligt, lijkt namelijk te stuiten op problemen als gevolg van een gebrek aan informatie over haar toepassing en over haar rol in het geheel van instrumenten die de transparantie van de interne markt moeten bevorderen.

Uiteraard is er wel een aanlooptijd nodig om de samenwerking tussen vijftien overheidsdiensten en de Commissie op gang te brengen. De ervaring die bij de uitvoering van Richtlijn 98/34/EG is opgedaan, duidt erop dat de toepassing van de beschikking de komende jaren aanzienlijk zal verbeteren. Het heeft namelijk ook enkele jaren geduurd voordat er echt sprake was van de systematische kennisgeving van normen en technische voorschriften die door Richtlijn 98/34/EG werd vereist.

Voorts moet erop worden gewezen dat de doeltreffendheid van de instrumenten die een transparant beheer van de interne markt moeten bevorderen, afhankelijk is van een goede toepassing van deze instrumenten, die zelf weer afhangt van het feit dat de instanties die de instrumenten moeten toepassen en de betrokken ondernemingen en burgers goed moeten worden geïnformeerd. De nationale instanties die erop moeten wijzen dat kennisgeving van een maatregel uit hoofde van de beschikking noodzakelijk is, blijken zelf namelijk onvoldoende te weten over de werking van de beschikking. De maatregelen worden namelijk zeer vaak vastgesteld door gedecentraliseerde organen die niet altijd in staat zijn aan hun kennisgevingsverplichtingen uit hoofde van het communautaire recht te voldoen. Deels kan hieraan op nationaal vlak wat worden gedaan, omdat de ambtenaren die de informatie van de Commissie of van de ministeries in de lidstaten ontvangen, niet altijd dezelfden zijn als die welke de beschikking moeten toepassen.

De Commissie zal in versterkte mate streven naar een doeltreffende toepassing van de beschikking door de lidstaten, zowel op lokaal en nationaal vlak als in de verschillende economische sectoren. Hiertoe zullen de volgende acties worden uitgevoerd:

*De informatiecampagnes over het bestaan van de beschikking en de toepassing ervan moeten worden geïntensiveerd, met name bij de gedecentraliseerde instanties. De samenstelling van een informatiebrochure en de organisatie van studiebijeenkomsten zijn doeltreffende middelen om deze instanties te wijzen op hun verplichtingen ingevolge het communautaire recht.

*Ter ondersteuning van bovenstaande acties en om de samenwerking tussen de communautaire, nationale en lokale autoriteiten te stimuleren zal de Commissie vanaf 2000 van de lidstaten verlangen dat ze jaarlijks een verslag met een sectorale indeling opstellen met een lijst van de verzonden kennisgevingen, informatie over de uitvoering van de beschikking en een overzicht van de moeilijkheden waarmee men in verband hiermee geconfronteerd werd. Ook moet het verslag relevante informatie van de gedecentraliseerde instanties omvatten. Tegelijkertijd nodigt de Commissie de lidstaten uit de bevoegde instanties bij te scholen en te informeren.

*Omdat samenwerking met de marktdeelnemers vaak nuttig is voor de toepassing van het communautaire recht en dezen ook een preventieve invloed kunnen uitoefenen om de inachtneming van dit recht te waarborgen, zijn de diensten van de Commissie voornemens om in samenwerking met de lidstaten regelmatig informatievergaderingen met de betrokken beroepsverenigingen te houden. De betrokkenen krijgen op die manier meer informatie, zodat ze op termijn actief kunnen helpen bij de opsporing van niet-aangemelde maatregelen. Dit ligt in de lijn van de voorstellen die de Commissie in haar mededeling van 1999 over het beginsel van wederzijdse erkenning heeft uiteengezet. [10]

[10] Mededeling van de Commissie van 16 juni 1999 aan de Raad en aan het Europees Parlement inzake wederzijdse erkenning in het kader van de follow-up van het actieprogramma voor de interne markt.

*Verbetering van de informatie over het bestaan en de toepassing van de procedure zal er ongeacht de andere informatiemiddelen in uitmonden dat ten behoeve van de marktdeelnemers en alle betrokken nationale instanties op internet een systeem voor de verspreiding van de in de beschikking bedoelde informatie wordt geplaatst.

*Omdat inschakeling van het bij Richtlijn 98/34/EG opgerichte Permanent Comité, dat als raadgevende instantie voor de toepassing van de beschikking optreedt, efficiënt is gebleken, zal de Commissie dit comité periodiek op de hoogte stellen van de toepassing van de beschikking en proberen het meer te betrekken bij de follow-up van de kennisgevingen en bij iedere actie die in het kader van de huidige maatregelen wordt genomen.

*De transparantie en de flexibiliteit die kenmerkend zijn voor de beschikking, gaan niet goed samen met eventuele dwangmaatregelen die door een gebrekkige uitvoering gerechtvaardigd zouden zijn. Dit verklaart het beperkte aantal procedures tegen lidstaten die bepaalde maatregelen niet hebben aangemeld. Toch zullen de diensten van de Commissie waakzamer en doortastender worden bij de opsporing van inbreuken van lidstaten in verband met de niet-kennisgeving van maatregelen. Hiertoe zullen de diensten van de Commissie de lidstaten in het kader van de administratieve samenwerking op de hoogte stellen over zaken die naar aanleiding van klachten op pakketvergaderingen aan de orde zijn gesteld en waar een kennisgeving noodzakelijk was geweest. Zij zullen ook met de bevoegde instanties in de lidstaten samenwerken om twijfel- of probleemgevallen op te sporen en te verduidelijken en iedere andere onzekerheid over al dan niet verplichte kennisgeving van een nationale maatregel uit de weg te ruimen.

Verder zou kunnen worden nagedacht over de noodzakelijke transparantie bij het gedecentraliseerde beheer van de interne markt.

Het totaalbeeld dat de statistieken over alle soorten kennisgevingen met betrekking tot de interne markt geven, getuigt van een zekere onevenwichtigheid tussen deze instrumenten, zowel wat de kennisgevingen zelf als wat de follow-up betreft. Een grondige analyse kan nuttig blijken te zijn om de werking van de voor een gedecentraliseerd beheer van de interne markt noodzakelijke transparantiemechanismen te verbeteren. Een dergelijke analyse zou ook betrekking moeten hebben op de follow-upmaatregelen (standstill-perioden, invoering van een enkel aanspreekpunt bij de Commissie voor alle kennisgevingen ongeacht de juridische grondslag, klachten van de lidstaten, de Commissie, de wetenschappelijke comités enz.). De nationale of communautaire instanties krijgen zo de juiste middelen om de interne markt zo doeltreffend mogelijk in het belang van de ondernemingen en de burgers te beheren.

BIJLAGE 1

Bevoegde instanties in het kader van Beschikking nr. 3052/95/EG

BELGIË

CIBELNOR (p/a Belgisch Instituut voor Normalisatie)

Brabançonnelaan 29

B - 1000 Brussel

Tel.: (32-2) 738 01 11

Fax: (32-2) 733 42 64

DENEMARKEN

Erhvervsfremme Styrelsen

Internationale Tekniske Handelsvilkår

Tagensvej 137

2200 København N

Tel.: (45) 35 86 86 86

Fax: (45) 35 86 86 87

E-mail: C=DK; A=DK400; P=EFS; S=Journal

DUITSLAND

Bundesministerium für Wirtschaft

Herr Dr. Winkel

-Referat EB3 -

D - 53107 BONN

Tel.: (49-228) 615 ( - 41 19 Herr Dr. Winkel; - 25 02 Herr Behrens; - 43 98 Herr Schirmer)

Fax: (49-228) 615 20 56

E-mail: C=DE; A=BUND400; P=BMW1; O=BONN1; S=BUERO-EB3

Internet: BUERO-EB3@BONN1.BUND400.DE

GRIEKENLAND

Ministry of Development

Standardisation Body (ELOT)

M. Evangelos E. Melagrakis

313 Acharnon St.

GR - 11145 ATHENS

Tel.: (30-1) 228 00 01

Fax: (30-1) 202 68 75

X.400: C=GR A=MASTER400 P=EURODYN O=GOV OU=YBET OU=GGB S=PBOX

SPANJE

Ministerio de Asuntos Exteriores

Dirección General de Asuntos técnicos de la Unión Europea

D. Luis Antonio Rico

C/ Padilla 46, planta 2

E - 28006 MADRID

Tel.: (34-1) 563 68 70

Fax: (34-1) 562 48 61

X.400: C=es/ADMD=mensatex/PRMD=mae/ORG=sece/S=rico/G=luis

FRANKRIJK

SGCI

Attn: M. Régis Rama

"Carré Austerlitz"

2, Boulevard Diderot

F - 75572 PARIS CEDEX 12

Tel.: (33-1) 44 87 10 60

Fax: (33-1) 44 87 12 96

X.400: C=FR; A=Atlas; P=IRIS; O=SGCI; S=SGCI-RENET

E-mail: regis.rama@sgci.finances.gouv.fr

IERLAND

Single Market Unit

Department of Tourism and Trade

Mr. Ronnie Breen

Kildare Street

IRL - DUBLIN 2

Tel.: (353-1) 662 14 44

Fax: (353-1) 676 61 54

X.400: C=IE/admd=NA/prmd=ENTEMP/pn=BREENR

Internet: breenr@entemp.irlgov.ie

ITALIË

Ministerio dell'Industria, del Commercio e dell'Artigianato

Direzione generale della produzione industriale

Ispettorato tecnico, Divisione XIX - Roma

Italia - ROMA

Tel.: (39-6) 47 05 30 69

Fax: (39-6) 47 88 77 48

X.400 S=Ispettorato tecnico, D= Classe>IPM, D=ID-NODO>BF9RM001, U=M.I.C.A.=ISPIND, P=DGS, A=MASTER400, C=IT

(E-mail: min.ind.isp.tecnico.@agora.stm.it)

LUXEMBURG

Service de l'Energie de l'Etat

M. Jean-Paul Hoffmann, Directeur

Boîte postale 10

L - 2010 LUXEMBOURG

Tel.: (352) 46 97 46-1

Fax: (352) 22 25 24

X.400: C=LU; A=INFONET; P=ETAT; O=EG; S=HOFFMANN; G=JEAN-PAUL

E-mail: jean-paul.hoffmann@eg.etat.lu

NEDERLAND

Ministerie van Financiën

Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in-en uitvoer

Afdeling O.R.

Postbus 30003

9700 RD GRONINGEN

Tel.: (31-50) 523 91 78/ 523 92 75

Fax: (31-50) 523 92 19

X.400: C=NL A=400NET P=CDIU S=NOTIF OU1=CDIU

OOSTENRIJK

Bundesministerium für wirtschafltliche Angelegenheiten

zHd.: Frau Maria Haslinger

Abteilung II/5

Stubenring 1

A - 1011 WIEN

Tel.: (43-1) 711 00 - 54 53

Fax: (43-1) 715 96 51 / 714 27 23

E-mail: maria.haslinger@bmwa.gv.at

X.400: C=AT; A=GV; P=BMWA; O=BMWA; G=Maria; S= Haslinger

PORTUGAL

Instituto Português da Qualidade - IPQ

Rua C à Avenida dos Três Vales

2825 Monte da Caparica

Portugal

Tel.: (351-21) 294 81 00

Fax: (351-21) 294 81 01 / 294 82 22

FINLAND

Ministry of Trade and Industry

Trade department

Section for Internal market Affairs

P.O. Box 230

FIN - 00171 HELSINKI

Tel.: (358-9) 160-1 (160 36 57 Antti Riivari, 160 35 27 Pia Nieminen)

Fax: (358-9) 160 40 22

E-mail: S=tuoteilmoitukset, O=ktm, P=vn, A= mailnte, C=fi

ZWEDEN

Mrs. Kerstin Carlsson

Kommerskollegium - U3

(National Board of Trade)

Box 6803

113086 STOCKHOLM

Tel.: (46-8) 690 48 00

Fax: (46-8) 690 48 40

E-mail: (X.400) C=SE, ADMD=400net, O=Komkoll, S=nat not point

VERENIGD KONINKRIJK

Department of Trade and Industry

Standards and Technical Regulations Directorate 2

Bay 327

151 Buckingham Palace Road

UK - SW1W 9SS

Tel.: (44-171) 215 14 88

Fax: (44-171) 215 15 29

E-mail: S=TI; G=83189; O=DTI; OU1=TIDV; P=HMG DTI; A=GOLD 400; C=GB

Internet: 83189.ti@tidv.dti.gov.uk

Mr. Lars-Ake Erikson

EFTA Surveillance Authority

Senior Officer Goods Directorate

Trierstraat 74

B - 1040 BRUSSEL

BIJLAGE 2

Statistische informatie over Beschikking nr. 3052/95/EG (kennisgevingen per lidstaat)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE 3

Kennisgevingen per sector

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

>REFERENTIE NAAR EEN GRAFIEK>

BIJLAGE 4

Kennisgevingen in het kader van bepaalde "nieuwe aanpak"-richtlijnen (1997)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Afkortingen: LS = "richtlijn laagspanning", Mach = "richtlijn machines", SG = "richtlijn speelgoed", GAS = "richtlijn gastoestellen", EMC = "richtlijn elektromagnetische compatibiliteit", DRUK = "richtlijn drukvaten", PBM= "richtlijn persoonlijke beschermingsmiddelen", MA = "richtlijn medische apparatuur".

BIJLAGE 5

Kennisgevingen in het kader van bepaalde "nieuwe aanpak"-richtlijnen (1998)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Afkortingen: LS = "richtlijn laagspanning", Mach = "richtlijn machines", SG = "richtlijn speelgoed", GAS = "richtlijn gastoestellen", EMC = "richtlijn elektromagnetische compatibiliteit", DRUK = "richtlijn drukvaten", PBM= "richtlijn persoonlijke beschermingsmiddelen", MA = "richtlijn medische apparatuur".

BIJLAGE 6

Kennisgevingen Richtlijn 92/59/EEG (1997)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE 7

Kennisgevingen Richtlijn 92/59/EEG (1998)

>RUIMTE VOOR DE TABEL>