41989X0726

Resolutie van de Raad en van de Ministers van Volksgezondheid, in het kader van de Raad bijeen, van 18 juli 1989 betreffende het rookverbod in ruimten bestemd voor het ontvangen van publiek

Publicatieblad Nr. C 189 van 26/07/1989 blz. 0001 - 0002


RESOLUTIE VAN DE RAAD EN VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN, van 18 juli 1989 betreffende het rookverbod in ruimten bestemd voor het ontvangen van publiek (89/C 189/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID VAN DE LID-STATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gezien de ontwerp-aanbeveling van de Commissie,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (1),

Overwegende dat de Europese Raad van 28 en 29 juni 1985 te Milaan heeft gewezen op het belang van een Europees programma ter bestrijding van kanker;

Overwegende dat de Raad en de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, in hun resolutie van 7 juli 1986 betreffende een actieprogramma van de Europese Gemeenschappen tegen kanker, als doel hiervoor hebben vastgesteld dat het dient bij te dragen tot een verbetering van de gezondheidstoestand en de kwaliteit van het bestaan van de burgers van de Gemeenschap door het aantal gevallen van kanker te verminderen, en dat zij uit hoofde daarvan de bestrijding van het roken als prioritair hebben aangemerkt;

Overwegende dat niet-rokers niet alleen mogelijkerwijs ertoe worden aangezet om te gaan roken en fysiek ongemak en last van rook ondervinden, maar ook een verhoogd risico lopen om ziekten van de ademhalingsorganen op te doen door onvrijwillige blootstelling aan de rook van tabaksprodukten ; dat bijgevolg het recht op gezondheid van niet-rokers tegen onvrijwillig roken dient te worden beschermd;

Overwegende dat het ter eerbiediging van het recht op gezondheid van niet-rokers onontbeerlijk is het roken in de openbare ruimten van bepaalde gebouwen en in vervoermiddelen te verbieden;

Overwegende echter dat, gezien de omvang van de verslaving aan tabak van een deel van de bevolking, de mogelijkheid moet worden geboden om in een deel van die gebouwen en vervoermiddelen te roken;

Overwegende dat het noodzakelijk is om de bescherming die de burgers in bepaalde Lid-Staten tegen de kwalijke gevolgen van onvrijwillig roken genieten, uit te breiden tot de burgers van alle landen van de Gemeenschap;

Overwegende tenslotte dat het in deze resolutie bedoelde initiatief nog gunstiger gevolgen voor de volksgezondheid, en met name voor de rechtstreeks betrokken werknemers, zal hebben wanneer het vergezeld gaat van programma's inzake gezondheidsonderricht tijdens de leerplichtperiode en van voorlichtings- en bewustmakingscampagnes,

NODIGEN DE LID-STATEN UIT:

door middel van wettelijke regelingen of anderszins conform de nationale praktijken en omstandigheden, de volgende maatregelen te nemen: 1. rookverbod in gesloten ruimten, bestemd voor het ontvangen van publiek, van openbare of particuliere gebouwen als bedoeld in de bijlage. De Lid-Staten kunnen de lijst in de bijlage aanvullen;

2. rookverbod in alle middelen voor collectief vervoer;

3. zo nodig, reservering van duidelijk afgebakende ruimten voor rokers in bovengenoemde gebouwen en, zo mogelijk, in de middelen voor collectief vervoer, met name voor lange trajecten;

4. bij geschillen, buiten de voor rokers gereserveerde ruimten het recht op gezondheid van niet-rokers laten prevaleren boven het recht van rokers om te roken;

VERZOEKT DE LID-STATEN om de Commissie om de twee jaar in kennis te stellen van de naar aanleiding van deze resolutie genomen maatregelen. (1) Advies uitgebracht op 26 mei 1989 (nog niet bekendgemaakt in het Publikatieblad).

BIJLAGE In punt 1 van de resolutie bedoelde openbare en particuliere gebouwen (niet limitatieve lijst)

1. Gebouwen waar, al of niet tegen betaling, diensten worden verleend aan het publiek, met inbegrip van de verkoop van goederen.

2. Ziekenhuizen en klinieken en alle andere gebouwen voor de gezondheidszorg.

3. Bejaardentehuizen.

4. Lagere scholen en andere plaatsen waar kinderen of jongeren worden opgevangen of gehuisvest.

5. Gebouwen waar hoger onderwijs of beroepsopleiding wordt verstrekt.

6. Gebouwen waar voorstellingen plaatsvinden (bioscopen, theaters, enz.) alsmede radio- en televisiestudio's waar publiek wordt ontvangen.

7. Gebouwen waar tentoonstellingen worden gehouden.

8. Gebouwen en gesloten ruimten waar sport wordt beoefend.

9. Gesloten ruimten in metrostations, spoorwegstations, havens en luchthavens.