41988X0706(01)

Resolutie van de Raad en de Ministers van Onderwijs, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de Europese dimensie in het onderwijs van 24 mei 1988

Publicatieblad Nr. C 177 van 06/07/1988 blz. 0005 - 0007


RESOLUTIE VAN DE RAAD EN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN, betreffende de Europese dimensie in het onderwijs van 24 mei 1988 ( 88/C 177/02 )

DE RAAD EN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN, verwijzend naar hun conclusies van 27 september 1985;

opnieuw bevestigend dat zij de Europese dimensie in het onderwijs wilen versterken overeenkomstig de Plechtige Verklaring over de Europese Unie van Stuttgart ( juni 1983 ), de conclusies van de Europese Raad van Fon - tainebleau ( juni 1984 ) en het door de Europese Raad van Milaan ( juni 1985 ) goedgekeurde verslag Europa van de Burgers;

de versterking van de Europese dimensie in het onderwijs beschouwend als een element dat bijdraagt tot de ontwikkeling van de Gemeenschap en de verwezenlijking van het doel dat erin bestaat tegen 1992 een eengemaakte interne markt tot stand te brengen;

akte nemend van de op 20 november 1987 door het Europese Parlement goedgekeurde resolutie;

akte nemend van het verslag van het Onderwijscomité;

het verband onderstrepend tussen een sterkere aanwezigheid van de Europese dimensie in het onderwijs en alle activiteiten uit hoofde van :

- het actieprogramma op onderwijsgebied ( van 9 februari 1976)-het programma voor modelprojecten ter vergemakkelijking van de overgang van school naar beroepsleven-de programma's ERASMUS, COMETT en Jeugd voor Europa ( YES );

benadrukkend dat het leren van talen van andere Lid-Staten en uitwisselingen van jongeren van bijzonder belang zijn voor het onderling begrip van de Europeanen, NEMEN DE VOLGENDE RESOLUTIE AAN :

I . DOELSTELLINGEN Met deze resolutie wordt beoogd de Europese dimensie in het onderwijs te versterken door middel van een aantal nieuwe gecooerdineerde maatregelen voor de periode 1988-1992 die ertoe moeten bijdragen :

- de jongeren bewuster te maken van de Europese identiteit en hen te wijzen op de waarde van de Europese beschaving en die van de grondslagen waarop de Europese volkeren in deze tijd hun ontwikkeling willen baseren, met name de bescherming van de beginselen van democratie, sociale rechtvaardigheid en eerbiediging van de mensenrechten ( Verklaring van Kopenhagen, april 1978 );

-de jongeren voor te bereiden op hun taak bij de economische en sociale ontwikkeling van de Gemeenschap en bij het boeken van daadwerkelijke vooruitgang op de weg naar de Europese Unie, zoals bepaald in de Europese Akte;

-hun te doen inzien welke voordelen aan de Gemeenschap verbonden zijn, maar ook met welke uitdagingen zij zullen worden geconfronteerd wanneer zij toegang krijgen tot een grotere economische en maatschappelijke ruimte;

-hun kennis van de historische, culturele, economische en sociale aspecten van de Gemeenschap en haar Lid-Staten te verbeteren en hen de betekenis van de samenwerking van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap met andere landen in Europa en de wereld te doen beseffen .

II .

ACTIES Overeenkomstig het besluit van de Europese Raad over het Europa van de Burgers moeten nieuwe impulsen worden gegeven om deze doelstellingen te bereiken, hetgeen krachtiger maatregelen vereist, zowel op het niveau van de Lid-Staten als op dat van de Gemeenschap .

A . Op het niveau van de Lid-StatenBinnen de grenzen van hun eigen, specifieke onderwijsbeleid en -structuren stellen de Lid-Staten alles in het werk om de volgende maatregelen ten uitvoer te leggen :

Verankering van de Europese dimensie in de onderwijsstelsels1 . in een document wordt hun huidige beleid voor de verankering van de Europese dimensie in het onderwijs uiteengezet en dit document wordt ter beschikking gesteld van scholen en andere onderwijsinstellingen;

2.in alle onderwijssectoren worden zinvolle initiatieven ter versterking van de Europese dimensie in het onderwijs aangemoedigd .

Onderwijsprogramma's en onderricht3.de Europese dimensie wordt in hun onderwijsprogramma's duidelijk tot uitdrukking gebracht in alle daartoe geschikte vakken zoals literatuur, talen, geschiedenis, aardrijkskunde, sociale wetenschappen, economie en kunst .

Pedagogisch materiaal4.er wordt voor gezorgd dat in het pedagogisch materiaal rekening wordt gehouden met het gemeenschappelijk streven om de Europese dimensie beter te belichten .

Opleiding van onderwijsgevenden5.in de basisopleiding en bijscholing van onderwijsgevenden wordt meer plaats ingeruimd voor de Europese dimensie .

Hiertoe kan een bijdrage worden geleverd door :

- beschikbaarstelling van adequaat didactisch materiaal;

- toegang tot documentatie betreffende de Gemeenschap en het communautair beleid;

- het verschaffen van basisinformatie over de onderwijsstelsels van de andere Lid-Staten;

- samenwerking met de instellingen voor de opleiding van onderwijsgevenden in andere Lid-Staten, met name door uitwerking van gemeenschappelijke programma's voor de mobiliteit van studenten en leerkrachten;

-organisatie in het kader van de bijscholing, van specifieke activiteiten om de onderwijsgevenden in actieve dienst bewuster te maken van het belang van de Europese dimensie in het onderwijs en hun kans te geven op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen op het niveau van de Gemeenschap;

-openstelling van bepaalde bijscholingsactiviteiten voor een aantal onderwijsgevenden uit andere Lid-Staten, als concrete uitdrukking van de Europese identiteit en als belangrijk middel om het integratieproces te stimuleren .

Bevordering van maatregelen die erop gericht zijn de contacten tussen leerlingen en onderwijsgevenden uit verschillende landen te stimuleren6.contacten en ontmoetingen over de grenzen heen tussen leerlingen en onderwijsgevenden uit verschillende Lid-Staten worden op alle niveaus gestimuleerd, zodat dezen de Europese integratie en het dagelijks leven in andere Europese landen in de praktijk ervaren;

met deze contacten en ontmoetingen wordt zowel een verbetering van de taalbeheersing als het verkrijgen van kennis en ervaring inzake culturele, wetenschappelijke en technische thema's nagestreefd;

op die manier moeten met deze initiatieven zoveel mogelijk jongeren en onderwijsgevenden worden bereikt;

ouders en ouderverenigingen worden aangemoedigd deel te nemen aan de organisatie van contacten, uitwisselingen en verblijven in een andere Lid-Staat;

er wordt informatie en advies verstrekt aan scholen, onderwijsgevenden en leerlingen die belangstelling hebben voor contacten, uitwisselingen en verblijven in het buitenland en hun wordt steun verleend bij de totstandbrenging van contacten en uitwisselingen;

onderzocht wordt op welke voorwaarden leerlingen voor langere tijd in het buitenland kunnen verblijven en deze verblijven in het buitenland worden bevorderd .

Aanvullende maatregelen7.in het vooruitzicht van 1992 wordt een nieuwe stimulans gegeven om in het onderwijs te komen tot een sterkere aanwezigheid van het beeld van Europa in de zin van het Verslag Europa van de Burgers, door het organiseren van bijzondere activiteiten;

als zodanig zouden geschikt lijken :

-colloquia en studiebijeenkomsten over doeltreffende manieren om de Europese dimensie in het onderwijs in te voeren en over het gebruik en de ontwikkeling van pedagogisch materiaal dat aan de diverse onderwijsniveaus is aangepast;

-de bevordering van initiatieven van scholen en buitenschoolse activiteiten zoals de jumelage van scholen en de oprichting van ,,Europese Clubs'', waardoor nieuwe mogelijkheden worden geschapen voor de versterking van de Europese dimensie;

-de deelneming van scholen aan activiteiten in het kader van de Dag van Europa ( 9 mei );

-de deelneming van scholen aan de wedstrijd van Europese scholen en de stimulering van samenwerking bij de door afzonderlijke Lid-Staten georganiseerde wedstrijden op taalkundig, artistiek, wetenschappelijk en technisch gebied;

-meer samenwerking tussen de Lid-Staten op het gebied van de schoolsport .

B.Op het niveau van de Europese GemeenschapTen einde de maatregelen van de Lid-Staten te ondersteunen en een effectieve samenwerking op dit gebied tot stand te brengen, wordt de Commissie verzocht om, bijgestaan door de in punt 19 genoemde werkgroep :

Uitwisseling van gegevens8.-uitwisseling van gegevens over concepten en maatregelen in de diverse Lid-Staten te bevorderen en aldus te bewerkstelligen dat het resultaat van de opgedane ervaring bekend wordt in alle Lid-Staten .

Pedagogisch materiaal9.-basisdocumentatie over de Gemeenschap ( haar Instellingen, doeleinden en huidige taken ) op te stellen voor scholen en leerkrachten;

-de uitwisseling, per vak of groep vakken, van informatie betreffende het voor de versterking van de Europese dimensie in het onderwijs bestemde pedagogische materiaal te stimuleren;

-vergelijkende analyses te maken van de inhoud van pedagogisch materiaal alsmede van nieuwe manieren om daarmee om te gaan;

-auteurs en uitgevers van pedagogisch materiaal beter te doordringen van de noodzaak de Europese dimensie bij de vervaardiging daarvan te betrekken .

Opleiding van onderwijsgevenden10 . het Actieprogramma voor reizen met instructief karakter voor onderwijsspecialisten ( ARION-programma ) aan te wenden voor de invoering van de Europese dimensie in het onderwijs;

11.de mogelijkheden van het ERASMUS-programma te benutten om studenten die een opleiding voor onderwijsgevende volgen, tijdens hun opleiding met een ander land kennis te laten maken en om een nauwere samenwerking tussen opleidingsinstellingen en tussen opleidingsdocenten tot stand te brengen;

12.samenwerking door instellingen voor de basis - en voortgezette opleiding van onderwijsgevenden in verscheidene Lid-Staten te ondersteunen bij het ontwikkelen van pedagogisch materiaal waardoor de Europese dimensie in het onderwijs beter tot haar recht komt;

13.gedurende de periode 1989-1992 ieder jaar de organisatie te stimuleren van een Europese Zomeruniversiteit voor opleidingsdocenten, waar dezen ervaringen kunnen uitwisselen en nieuwe methoden kunnen ontdekken om de invoering van de Europese dimensie in de opleiding van onderwijsgevenden te verbeteren .

Specifieke aanvullende maatregelen14.samenwerking en gedachtenwisselingen te bevorderen tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de bevordering van de uitwisseling van onderwijsgevenden en leerlingen;

15.de deelneming van niet-gouvernementele organisaties aan de invoering van de Europese dimensie in het onderwijs te bevorderen;

16.na te gaan hoe de Europese dimensie in het onderwijs kan worden versterkt met audiovisuele middelen op Europees niveau;

17.een stimulans te geven aan de samenwerking tussen instellingen en centra voor onderwijsresearch in de diverse Lid-Staten die zich inspannen om de Europese dimensie in het onderwijs in te voeren, en hierbij rekening te houden met de rol die het Europees Universitair Instituut ( Florence ), het Europacollege ( Brugge ), het Europees Instituut voor Bestuurskunde ( Maastricht ) en de Europese Scholen in dezen kunnen spelen;

18.na te gaan hoe de schoolsport beter kan worden benut om tot Europese contacten en wederzijds begrip te komen en op welke voorwaarden Europese schoolspelen kunnen worden gehouden .

Werkgroep19.bij de uitvoering van deze taken en om een effectieve samenwerking tot stand te brengen wordt de Commissie bijgestaan door een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten die cooerdinerende verantwoordelijkheden dragen met betrekking tot vraagstukken inzake de Europese dimensie en die door de Commissie worden benoemd op voordracht van de betrokken Lid-Staat .

III .

VERSLAG OVER DE ONDERNOMEN ACTIES Zij verzoeken het Onderwijscomité om vóór 30 juni 1991 een eerste verslag voor te leggen over het verloop van de acties die op het niveau van de Lid-Staten en de Gemeenschap zijn ondernomen met het oog op de versterking van de Europese dimensie in het onderwijs .

IV .

FINANCIERING Over de financiering door de Gemeenschap van de in punt II B genoemde maatregelen en over de omvang van de financiering wordt overeenkomstig de communautaire voorschriften en procedures een besluit genomen.