13.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 39/3


VERORDENING (EU) 2018/208 VAN DE COMMISSIE

van 12 februari 2018

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 389/2013 tot instelling van een EU-register

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name de artikelen 12 en 19,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het registersysteem garandeert een nauwkeurige boekhouding van de transacties in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (EU-ETS), ingesteld bij Richtlijn 2003/87/EG, het Protocol van Kyoto en Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (2). Registers zijn gestandaardiseerde en beveiligde elektronische databases met gemeenschappelijke gegevens om de verlening, het bezit, de overdracht en de annulering van de betrokken eenheden bij te houden, om voor toegang van het publiek en de nodige geheimhouding te zorgen en om te waarborgen dat er geen overdrachten plaatsvinden die onverenigbaar zijn met de verplichtingen.

(2)

Voor zover en voor zolang het nodig is om de ecologische integriteit van de EU-ETS te beschermen, mogen luchtvaartoperatoren en andere exploitanten in de EU-ETS geen emissierechten gebruiken die zijn verleend door een lidstaat die de Europese Raad ingevolge artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) in kennis heeft gesteld van zijn voornemen zich uit de Unie terug te trekken. In het licht van de onderhandelingen krachtens artikel 50 VEU, en krachtens artikel 12, lid 3, van Richtlijn 2003/87/EG, moet de Commissie regelmatig beoordelen of een verbod op het gebruik van emissierechten nog nodig is, in het bijzonder in situaties waarin het recht van de Unie nog van toepassing is in die lidstaat of waarin voordat de Verdragen niet meer van toepassing zijn voldoende is gewaarborgd dat de inlevering van de emissierechten op een juridisch afdwingbare wijze plaatsvindt.

(3)

Deze verordening moet met spoed in werking treden en van toepassing zijn vanaf 1 januari 2018 opdat de maatregelen van kracht worden voor kosteloos toe te wijzen emissierechten, ontvangen in ruil voor internationale kredieten of geveild in 2018. De daarin vervatte bepalingen laten elke toekomstige overeenkomst met een dergelijke lidstaat onverlet.

(4)

Er moeten passende technische maatregelen worden genomen om te waarborgen dat deze verordening doeltreffend is vanaf de datum waarop zij van toepassing wordt.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie (3) wordt als volgt gewijzigd:

1.

Aan artikel 41 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„4.   Emissierechten die vanaf 1 januari 2018 zijn gecreëerd volgens de nationale toewijzingstabel of de internationaalkredietrechttabel van een lidstaat die de Europese Raad ingevolge artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie in kennis heeft gesteld van zijn voornemen zich uit de Unie terug te trekken, of die moeten worden geveild door een veilingplatform dat door een dergelijke lidstaat is aangewezen, worden door een landcode geïdentificeerd en moeten onderscheiden kunnen worden naar jaar van creatie. Emissierechten die voor 2018 zijn gecreëerd, hoeven niet door een landcode geïdentificeerd te worden indien het recht van de Unie tot ten minste 30 april 2019 in die lidstaat van toepassing is of indien voordat de Verdragen niet meer in die lidstaat van toepassing zijn, voldoende is gewaarborgd dat de inlevering van de emissierechten uiterlijk op 15 maart 2019 op een juridisch afdwingbare wijze plaatsvindt. De betrokken lidstaat doet onmiddellijk na 15 maart 2019 aan de lidstaten en de Commissie verslag van de naleving.”.

2.

Aan artikel 67 wordt het volgende lid 4 toegevoegd:

„4.   Emissierechten die een landcode hebben overeenkomstig artikel 41, lid 4, mogen niet worden ingeleverd.”.

3.

Aan artikel 99 worden de volgende leden 4 en 5 toegevoegd:

„4.   De Commissie kan de centrale administrateur opdracht geven de aanvaarding door het EUTL van een aantal dan wel de relevante ETS-processen met ingang van 1 januari 2018 tijdelijk te schorsen tot de maatregelen zoals bedoeld in artikel 41, lid 4, artikel 67, lid 4, en bijlage XIV, punt 4, onder c), en punt 5, onder a), zijn uitgevoerd.

5.   De Commissie kan de centrale instructeur, ook op verzoek van een lidstaat die de Europese Raad ingevolge artikel 50 VEU in kennis heeft gesteld van zijn voornemen zich uit de Unie terug te trekken, opdracht geven de aanvaarding door het EUTL van de relevante processen voor die lidstaat in verband met kosteloze toewijzing, veiling en ruil voor internationale kredieten, tijdelijk te schorsen.”.

4.

In bijlage XIV wordt punt 4, onder c), vervangen door:

„c)

het aantal emissierechten of Kyoto-eenheden waarop de transactie betrekking had, met inbegrip van de landcode, maar zonder de unieke eenheidsidentificatiecode van de emissierechten of de unieke numerieke waarde van het eenheidsreeksnummer van de Kyoto-eenheden;”.

5.

In bijlage XIV wordt punt 5, onder a), vervangen door:

„a)

het huidige bezit aan emissierechten en Kyoto-eenheden, met inbegrip van de landcode, maar zonder de unieke eenheidsidentificatiecode van de emissierechten of de unieke numerieke waarde van het eenheidsreeksnummer van de Kyoto-eenheden;”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 februari 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.

(2)  Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 136).

(3)  Verordening (EU) nr. 389/2013 van de Commissie van 2 mei 2013 tot instelling van een EU-register overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad, Beschikkingen nr. 280/2004/EG en nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 920/2010 en (EU) nr. 1193/2011 van de Commissie (PB L 122 van 3.5.2013, blz. 1).