15.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 230/1


Statuten van Instruct

Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur

(Instruct-ERIC)

(2017/C 230/01)

Inhoud

PREAMBULE

HOOFDSTUK 1 — ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 — Definities

Artikel 2 — Oprichting van Instruct-ERIC

Artikel 3 — Zetel en werktaal

Artikel 4 — Doelstellingen en activiteiten

Artikel 5 — Evaluatie en financiering van Instruct-ERIC

HOOFDSTUK 2 — LIDMAATSCHAP

Artikel 6 — Lidmaatschap

Artikel 7 — Toelating van leden en waarnemers

Artikel 8 — Uittreding van een lid of waarnemer

Artikel 9 — Beëindiging van lidmaatschap of waarnemerschap

HOOFDSTUK 3 — RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN EN WAARNEMERS

Artikel 10 — Leden

Artikel 11 — Waarnemers

Artikel 12 — Derden

HOOFDSTUK 4 — BESTUUR EN UITOEFENING VAN DE ACTIVITEITEN VAN INSTRUCT-ERIC

Artikel 13 — Raad

Artikel 14 — Directeur

Artikel 15 — Instruct-centra en algemeen forum van de centra

Artikel 16 — Uitvoerend comité

Artikel 17 — Onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad

Artikel 18 — Instruct-groepen

Artikel 19 — Instruct-hub en personeel

HOOFDSTUK 5 — FINANCIËN

Artikel 20 — Begrotingsbeginselen en jaarrekeningen

Artikel 21 — Aansprakelijkheid

HOOFDSTUK 6 — VERSLAGLEGGING AAN DE COMMISSIE

Artikel 22 — Verslaglegging aan de Commissie

HOOFDSTUK 7 — BELEID

Artikel 23 — Algemeen

Artikel 24 — Aanbestedingsbeleid en belastingvrijstelling

Artikel 25 — Beleid inzake toegang

Artikel 26 — Beleid inzake verspreiding

Artikel 27 — Beleid inzake gegevensbeheer, intellectuele eigendom en biologische preparaten

Artikel 28 — Personeelsbeleid

HOOFDSTUK 8 — DUUR, ONTBINDING, GESCHILLEN, OPRICHTINGSBEPALINGEN

Artikel 29 — Duur

Artikel 30 — Ontbinding

Artikel 31 — Toepasselijk recht

Artikel 32 — Geschillen

Artikel 33 — Statuten

Artikel 34 — Oprichtingsbepalingen

BIJLAGE 1 — Lijst van leden en waarnemers

BIJLAGE 2 — Financiële bijdrage

BIJLAGE 3 — Criteria voor de evaluatie van Instruct-centra

BIJLAGE 4 — Benoeming van de directeur

BIJLAGE 5 — Beoordeling van Instruct-ERIC

BIJLAGE 6 — Definitie en overdracht van activa en personeelsformatie

PREAMBULE

Het Koninkrijk België

De Tsjechische Republiek

Het Koninkrijk Denemarken

De Franse Republiek

De Staat Israël

De Italiaanse Republiek

Het Koninkrijk der Nederlanden

De Portugese Republiek

De Slowaakse Republiek

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Hierna „de oprichtende leden” genoemd, en

De Helleense Republiek

Het Koninkrijk Spanje

Het Koninkrijk Zweden

Het Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie (EMBL)

Hierna „de oprichtende waarnemers” genoemd,

A)

ERKENNENDE dat de structuurbiologie en de celbiologie van cruciaal belang zijn om ons fundamentele begrip van de werking van biologische systemen te verdiepen en om de vooruitgang in de biogeneeskunde en de biotechnologie te ondersteunen;

B)

ERKENNENDE dat de leidende positie van Europa op het gebied van de structuurbiologie niet alleen dient te worden gehandhaafd, maar gelijke tred moet houden met ontwikkelingen in de wetenschap, met name de integratie van de structuurbiologie en de celbiologie, waarvoor het van essentieel belang is om de ontwikkeling van, de toegang tot en het gebruik van Europese infrastructuur en deskundigheid te optimaliseren, in het bijzonder door middel van samenwerking;

C)

VOORTBOUWENDE op de ESFRI-routekaart, waarin Instruct werd aangewezen als pan-Europese verspreide infrastructuur met als hoofdtaak in heel Europa toegang te bieden tot de meest geavanceerde onderzoeksfaciliteiten en deskundigheid, teneinde topwetenschap te bevorderen waarbij inzichten in biologische structuren worden gecombineerd met inzichten in de werking van cellen;

D)

DE REEDS BESTAANDE ACTIVITEITEN van Instruct (met inbegrip van arbeidsovereenkomsten van het personeel, beperkte activa, zonder passiva), die werden uitgeoefend in de specifiek daartoe opgerichte entiteit Instruct Academic Services Limited, OVERDRAGENDE aan de nieuwe rechtspersoon Instruct-ERIC;

E)

DE PARTICIPATIE van de oprichtende leden en de toekomstige leden van Instruct-ERIC ONDERSTEUNENDE om de capaciteit en de concurrerendheid van de infrastructuur voor structuurbiologie te versterken, alsook de mogelijkheden van die infrastructuur om steun te verlenen aan toponderzoek dat aan internationale normen voldoet, om zodoende een wezenlijke bijdrage te leveren aan onderzoek, innovatie en uiteindelijk aan de gezondheid, en

F)

DE ROL van Instruct ONTWIKKELENDE bij de advisering en samenwerking met financiers en het bedrijfsleven met betrekking tot de opbouw en uitvoering van een gecoördineerde Europese strategie voor investeringen in infrastructuur voor structuurbiologie;

ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

1.   Voor de toepassing van deze statuten wordt verstaan onder:

 

toegangscomité”: het orgaan dat is opgericht om de evaluatie van voorstellen en aanvragen van potentiële gebruikers betreffende de toegang tot de in het kader van de Instruct-ERIC-infrastructuur ter beschikking staande instrumenten en diensten te beheren;

 

algemeen forum van de centra”: het niet-uitvoerend orgaan waarin alle Instruct-centra zijn vertegenwoordigd en dat als adviesorgaan fungeert dat nieuwe onderwerpen en vraagstukken in kaart brengt die van belang kunnen zijn voor Instruct-ERIC en deze ter overweging kan voorleggen aan het uitvoerend comité;

 

uitvoerend comité”: het belangrijkste bestuurscomité van Instruct-ERIC, zoals nader omschreven in artikel 16;

 

oprichtende leden”: de leden van Instruct-ERIC op de datum van inwerkingtreding van het uitvoeringsbesluit van de Commissie tot oprichting van Instruct-ERIC;

 

gastland”: het land waar de Instruct-hub is gevestigd;

 

onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad” of „ISAB”: het wetenschappelijke en strategische adviesorgaan voor de Instruct-raad, zoals nader omschreven in artikel 17 (hierna „raad” genoemd);

 

Instruct-activiteiten”: het beschikbaar stellen van en transnationale toegang tot Instruct-infrastructuur en de coördinatie van opleidingen en workshops zoals omschreven in artikel 4.

 

Instruct-centrum”: verspreide locatie waar activiteiten in het kader van Instruct worden uitgevoerd, met name toegang wordt geboden tot infrastructuur en bijdragen worden geleverd in de vorm van deskundigheid, datadiensten, technologie of faciliteiten, opleidingen, netwerken en samenwerkingsactiviteiten met Instruct-ERIC, zoals nader omschreven in artikel 15;

 

Instruct-hub”: het bureau van het kernteam van Instruct-ERIC, dat verantwoordelijk is voor de coördinatie van de operationele activiteiten van Instruct en dat ten tijde van de vaststelling van deze statuten voornamelijk (maar niet uitsluitend) is gevestigd in het gastland op de plaats van zijn statutaire zetel aan de universiteit van Oxford in het Verenigd Koninkrijk. De hub omvat onder meer de in artikel 19 beschreven elementen;

 

intern reglement van orde”: het bestuurlijk beleid en uitvoeringsbeleid van Instruct-ERIC zoals goedgekeurd door de Instruct-ERIC-raad (artikel 13);

 

intergouvernementele organisatie”: een volgens internationaal recht opgerichte organisatie met rechtspersoonlijkheid die als zodanig wordt erkend door de overheidsinstanties van het gastland en door leden van dergelijke organisaties als bedoeld in artikel 23, lid 1, van Richtlijn 92/12/EEG;

 

lid”: een lid van Instruct-ERIC.

Artikel 2

Oprichting van Instruct-ERIC

1.   Er wordt een Europese onderzoeksinfrastructuur opgericht onder de naam „Geïntegreerde Structuurbiologie”, hierna „Instruct” genoemd.

2.   Instruct heeft de rechtsvorm van een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) dat is opgericht uit hoof de van Verordening (EG) nr. 723/2009 (gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1261/2013), en wordt daarom „Instruct-ERIC” genoemd.

Artikel 3

Zetel en werktaal

1.   De statutaire zetel van Instruct-ERIC bevindt zich in Oxford, Verenigd Koninkrijk.

2.   De werktaal van Instruct-ERIC is het Engels.

Artikel 4

Doelstellingen en activiteiten

1.   Instruct-ERIC heeft tot doel een verspreide pan-Europese onderzoeksinfrastructuur („Instruct”) op te richten en te beheren, met als specifieke doelstelling:

a)

de voortschrijding van de integratieve structurele celbiologie te bevorderen;

b)

het bieden van beheerde toegang tot geavanceerde Europese faciliteiten voor structuurbiologie en specialistische deskundigheid;

c)

de ontwikkeling van de Instruct-technologie te bevorderen, en

d)

opleiding aan te bieden betreffende integratieve technieken op het gebied van de structuurbiologie.

2.   Hiertoe onderneemt en coördineert Instruct-ERIC diverse activiteiten, waaronder:

a)

de activiteiten van de Instruct-centra, zoals de terbeschikkingstelling van infrastructuur aan de gebruikersgemeenschap voor structuurbiologie en andere opleidings-, netwerk- en verspreidingsactiviteiten van Instruct;

b)

de oprichting en exploitatie van de Instruct-hub die de centrale coördinatie verzorgt voor alle via de Instruct-centra aangeboden Instruct-activiteiten;

c)

de verlening van toegang tot structuurbiologie-infrastructuur in Instruct-centra via een webportaal met collegiale toetsing en planning van gereserveerde toegang voor Instruct-gebruikers door een Instruct-centrum;

d)

de coördinatie door de Instruct-hub van cursussen en workshops op het gebied van technieken en methoden die relevant zijn voor de structurele celbiologie met het oog op verspreiding van deskundigheid, stimulering van uitwisselingen en gezamenlijke ontwikkeling met het bedrijfsleven;

e)

de coördinatie door de Instruct-hub van gezamenlijke programma’s van de Instruct-centra ter ondersteuning van nieuwe technische en technologische benaderingen die een betere integratie van de structuurbiologietechnologieën mogelijk maken;

f)

de coördinatie van programma’s met ondernemingen die innovatieve structuurbiologietechnologieën ontwikkelen om ervoor te zorgen dat die technologieën effectief kunnen worden toegepast door de Instruct-centra en toegankelijk worden voor academische en industriële onderzoekers in Europa;

g)

het slaan van bruggen tussen gemeenschappen op het gebied van structuurbiologie, celbiologie en systeembiologie met gecoördineerde gezamenlijke acties, waaronder vergaderingen, conferenties en workshops;

h)

andere hieraan gerelateerde acties ter versterking van het onderzoek in de Europese Onderzoeksruimte.

3.   Instruct-ERIC wordt op niet-economische basis opgebouwd en geëxploiteerd, teneinde de innovatie en de overdracht van kennis en technologie verder te bevorderen. Er mogen beperkte economische activiteiten worden uitgeoefend op voorwaarde dat die nauw verbonden zijn met zijn belangrijkste taak en dat de verrichting daarvan niet in gevaar wordt gebracht.

Artikel 5

Evaluatie en financiering van Instruct-ERIC

1.   De eerder geleverde prestaties en toekomstplannen van Instruct en de doeltreffendheid van Instruct-ERIC worden om de vijf jaar formeel geëvalueerd overeenkomstig bijlage 5 om de waarde en de impact van de gezamenlijke investeringen, de omvang en de vorm van de toekomstige financiering en de toekomstige ledenkring te helpen bepalen.

2.   De raad is verantwoordelijk voor de goedkeuring van de vereisten en het tijdschema voor de evaluatie.

3.   De directeur is verantwoordelijk voor het opstellen en indienen van het evaluatieverslag, waarbij hij gebruikmaakt van de inbreng van de Instruct-centra, de onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad (ISAB) en eventuele andere betrokkenen. De toekomstige investeringen van Instruct-ERIC en van de leden verlangde financiële bijdragen zoals bedoeld in artikel 10 worden bepaald door de uitkomst van deze evaluaties, worden vastgelegd voor een periode van vijf jaar en kunnen tussentijds alleen worden verhoogd met unanieme instemming van de raad overeenkomstig artikel 13.

4.   De raad stelt een zodanig tijdschema voor de evaluatie vast dat de uitkomst ervan bijtijds aan de leden wordt meegedeeld zodat zij vóór het begin van de volgende financieringsperiode van vijf jaar kunnen beslissen of zij lid willen blijven.

HOOFDSTUK 2

LIDMAATSCHAP

Artikel 6

Lidmaatschap

1.   Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad staat het lidmaatschap van Instruct-ERIC open voor de volgende entiteiten:

a)

lidstaten van de Europese Unie (hierna „lidstaten” genoemd);

b)

geassocieerde landen van de Europese Unie (hierna „geassocieerde landen” genoemd);

c)

derde landen die geen geassocieerd land zijn (hierna „derde landen”);

d)

intergouvernementele organisaties.

De voorwaarden voor toelating van leden en waarnemers worden uiteengezet in artikel 7.

2.   Instruct-ERIC heeft als leden ten minste één lidstaat en twee andere landen die hetzij lidstaat hetzij een geassocieerd land zijn. Andere lidstaten, geassocieerde landen, derde landen die geen geassocieerd land zijn en intergouvernementele organisaties kunnen op elk gewenst moment lid worden overeenkomstig de in artikel 7 vastgestelde procedures.

3.   Overeenkomstig de verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 723/2009 en artikel 13 van deze statuten moeten de lidstaten en de geassocieerde landen samen de meerderheid van de stemrechten in de raad hebben. De leden, waarnemers en hun vertegenwoordigende entiteiten zijn vermeld in bijlage 1.

Artikel 7

Toelating van leden en waarnemers

1.   Lidstaten, geassocieerde landen, derde landen die geen geassocieerd land zijn en intergouvernementele organisaties kunnen op elk gewenst moment onder gelijke voorwaarden het lidmaatschap van Instruct-ERIC aanvragen. De toelating van nieuwe leden is aan de volgende voorwaarden gebonden:

a)

aanvragers van het lidmaatschap richten een schriftelijk verzoek aan de voorzitter van de raad;

b)

in het lidmaatschapsverzoek beschrijft de aanvrager hoe hij aan de in artikel 4 omschreven doelstellingen en taken van Instruct-ERIC zal bijdragen en hoe hij zijn verplichtingen zoals bedoeld in artikel 10 zal nakomen;

c)

voor de toelating van nieuwe leden is de goedkeuring van de raad overeenkomstig artikel 13 vereist, en

d)

leden verbinden zich ertoe ten minste vijf jaar lid van Instruct-ERIC te blijven.

2.   In artikel 6 genoemde entiteiten die wensen bij te dragen aan Instruct-ERIC, maar die nog niet in aanmerking komen om als lid te worden toegelaten, kunnen een verzoek indienen om als waarnemer te worden toegelaten. De toelating van waarnemers is aan de volgende voorwaarden gebonden:

a)

waarnemers worden toegelaten voor een periode van twee jaar; een waarnemer kan verzoeken om verlenging van de status van waarnemer met één jaar;

b)

aanvragers van de waarnemersstatus richten een schriftelijk verzoek aan de voorzitter van de raad. In de aanvraag wordt een tijdschema verstrekt met de belangrijkste stappen die de aanvrager beoogt te nemen om aan de voorwaarden voor het lidmaatschap voldoen. Waarnemers kunnen te allen tijde het lidmaatschap aanvragen.

Artikel 8

Uittreding van een lid of een waarnemer

1.   Een lid kan na een lidmaatschap van ten minste twee jaar op elk gewenst moment uit Instruct-ERIC uittreden door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de raad, met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden. Indien de kennisgeving geschiedt vóór 30 juni van het kalenderjaar, treedt de uittreding in werking aan het einde van hetzelfde begrotingsjaar, namelijk op 31 december. Indien de kennisgeving na 30 juni geschiedt, is het lid verplicht zijn lidmaatschapsvergoeding te betalen en bij te dragen aan de activiteiten van Instruct-ERIC totdat de uittreding op 31 december van het daaropvolgende jaar in werking treedt. Na beëindiging van het lidmaatschap zijn geen lidmaatschapsvergoedingen meer verschuldigd.

2.   Een uittredend lid moet aan de activiteiten en de begroting van Instruct-ERIC blijven bijdragen totdat de uittreding van kracht wordt. Vóór uittreding wordt vastgesteld of het uittredende lid beschikt over door Instruct-ERIC verworven activa, wordt de eigendomssituatie ervan opgehelderd en worden de activa zo nodig aan de Instruct-hub teruggeven.

3.   Uittredende leden hebben geen recht op terugbetaling of vergoeding van hun bijdragen en kunnen geen aanspraak maken op de activa van Instruct-ERIC.

4.   Een waarnemer kan te allen tijde uittreden door middel van schriftelijke kennisgeving aan de raad.

Artikel 9

Beëindiging van lidmaatschap of waarnemerschap

1.   De raad is bevoegd het lidmaatschap van een lid overeenkomstig artikel 13 te beëindigen als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

het lid schiet ernstig tekort in de nakoming van een of meer van zijn verplichtingen op grond van deze statuten, en

b)

het lid heeft nagelaten een dergelijke tekortkoming binnen een termijn van zes maanden na de kennisgeving ervan recht te zetten.

2.   Voordat de raad een besluit neemt, wordt het lid in de gelegenheid gesteld zijn standpunt aan de raad kenbaar te maken. Een lid wiens lidmaatschap is beëindigd, moet aan de activiteiten en de begroting van Instruct-ERIC blijven bijdragen totdat de uittreding van kracht wordt.

3.   Nadat het besluit tot beëindiging is genomen, hebben de leden geen recht op terugbetaling of vergoeding van hun bijdragen en kunnen zij geen aanspraak maken op de activa van Instruct-ERIC.

4.   Indien een waarnemer zich niet langer inzet voor de in deze statuten vastgestelde doelstellingen van Instruct-ERIC, kan de raad de deelname van die waarnemer aan de raad te allen tijde beëindigen door daarvan schriftelijk kennisgeving te doen.

HOOFDSTUK 3

RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN LEDEN EN WAARNEMERS

Artikel 10

Leden

1.   Leden hebben recht op:

a)

deelname aan vergaderingen van en stemmingen in de raad zoals bepaald in artikel 13;

b)

toegang tot infrastructuur bij Instruct-centra overeenkomstig de daarvoor geldende toegangsprocedure, opleidingen en workshops en andere activiteiten, en

c)

gebruik van het merk „Instruct-ERIC” in overeenstemming met de overeengekomen richtsnoeren inzake merkvoering.

2.   Ieder lid:

a)

betaalt de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage zoals gespecificeerd in bijlage 2 of zoals berekend in het kader van een ander mechanisme dat door de raad is goedgekeurd overeenkomstig artikel 13;

b)

benoemt maximaal twee afgevaardigden die het lid in de raad zullen vertegenwoordigen;

c)

verleent zijn afgevaardigden volmacht om te stemmen over alle kwesties die tijdens de vergadering van de raad aan de orde worden gesteld en op de agenda zijn gezet, overeenkomstig de regel dat elk lid één stem heeft;

d)

ondersteunt, overeenkomstig de interne evaluatie- en investeringsprocedures, naar beste vermogen een Instruct-centrum waarvoor hij als gastheer optreedt zodat het de bij de aanwijzing aangegane verbintenissen kan nakomen. Deze verbintenissen worden nader omschreven in een dienstverleningsovereenkomst tussen de gastinstelling van het Instruct-centrum en Instruct-ERIC;

e)

erkent dat van elk lid wordt verwacht dat hij als gastheer van een Instruct-centrum optreedt zoals bepaald in bijlage 3 („Criteria voor de evaluatie van Instruct-centra”) en zoals nader omschreven in artikel 15, en

f)

stelt geharmoniseerde normen vast met betrekking tot de ontwikkeling en implementatie van nationale middelen en instrumenten.

Artikel 11

Waarnemers

1.   Waarnemers hebben het recht:

a)

documenten van de raad te ontvangen en deel te nemen aan en te spreken tijdens vergaderingen van de raad, maar hebben geen stemrecht;

b)

maximaal twee afgevaardigden te benoemen die de waarnemer in de raad vertegenwoordigen;

c)

te verzoeken om toegang tot Instruct-ERIC op dezelfde voet als gebruikers die niet tot de leden van Instruct-ERIC behoren, zoals bepaald in artikel 25, lid 5.

Artikel 12

Derden

Om de ontwikkeling en implementatie van innovatieve infrastructuur voor structuurbiologie te stimuleren, legt Instruct-ERIC contacten met derden die specialistische kennis of knowhow ter beschikking stellen. Partnerschappen worden geregeld in overeenkomsten waarin de te verrichten werkzaamheden of diensten worden gespecificeerd.

HOOFDSTUK 4

BESTUUR EN UITVOERING VAN ACTIVITEITEN VAN INSTRUCT-ERIC

Artikel 13

Raad

1.   De raad is overeenkomstig deze statuten verantwoordelijk voor de algemene leiding van en het toezicht op Instruct-ERIC. De raad bestaat uit vertegenwoordigers van de leden (artikel 6). Elk lid heeft één stem en alle stemmen zijn van gelijke waarde en behoudens lid 5 van dit artikel worden afwezige leden of leden die zich onthouden van stemming geacht geen stem te hebben uitgebracht.

2.   Waarnemers die vergaderingen van de raad bijwonen, hebben geen stemrecht.

3.   De voorzitter roept de raad ten minste twee keer per kalenderjaar, of op elk moment op verzoek van ten minste drie leden, bijeen.

4.   De raad is beslissingsbevoegd wanneer ten minste twee derde van de leden bij een vergadering aanwezig is, en streeft naar beste vermogen naar consensus.

5.   De lidstaten en de geassocieerde landen hebben te allen tijde samen de meerderheid van de stemrechten in de raad. Indien de aanwezige stemmende leden op enig moment voor minder dan de helft uit lidstaten of geassocieerde landen bestaan, krijgen de aanwezige stemmende lidstaten en geassocieerde landen 51 % van de stemrechten van Instruct-ERIC, waarbij de stemrechten gelijkelijk over die leden worden verdeeld. De resterende stemrechten worden gelijkelijk verdeeld over de overige aanwezige stemmende leden die geen lidstaat of geassocieerd land zijn. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, betreft de verwijzing naar „één stem” in lid 1 van dit artikel de stemrechten die een lid overeenkomstig het onderhavige lid kan uitoefenen.

6.   Voor de volgende besluiten is unanieme goedkeuring door de aanwezige stemmende leden vereist:

a)

wijzigingen van het in bijlage 2 beschreven model voor de berekening van de van de leden verlangde financiële bijdragen en de goedkeuring van bijdragen in natura van de leden ter ondersteuning van het personeel in de Instruct-hub;

b)

voorstellen tot wijziging van de statuten van Instruct-ERIC en het ter goedkeuring voorleggen ervan aan de Europese Commissie, behoudens artikel 11 van Verordening (EG) nr. 723/2009;

c)

wijzigingen van de van de leden verlangde financiële bijdragen buiten de in artikel 5 bepaalde periode;

d)

de vaststelling van de bijdrage van intergouvernementele organisaties overeenkomstig bijlage 2.

7.   Voor de volgende besluiten is goedkeuring met een tweederdemeerderheid van de door aanwezige leden uitgebrachte stemmen vereist, behoudens het bepaalde in lid 5 van dit artikel:

a)

de verkiezing van de voorzitter uit daartoe voorgedragen vertegenwoordigers van de stemmende leden;

b)

de benoeming of het ontslag van de directeur;

c)

de toelating van nieuwe leden en waarnemers;

d)

de uitsluiting van leden en waarnemers overeenkomstig artikel 9;

e)

de toelating of uitsluiting van Instruct-centra overeenkomstig de in bijlage 3 gespecificeerde criteria;

f)

de ontbinding van Instruct-ERIC overeenkomstig artikel 30;

g)

de goedkeuring of, zo nodig, wijziging van het interne reglement van orde inzake de werking van de bestuursorganen, ondergeschikte comités en werkgroepen van Instruct-ERIC.

8.   Voor alle overige besluiten is, behoudens het bepaalde in lid 5 van dit artikel, goedkeuring met een gewone meerderheid van de stemmen van de aanwezige leden vereist. Voor alle duidelijkheid zij vermeld dat onder „gewone meerderheid” meer dan de helft van de door aanwezige leden uitgebrachte stemmen wordt verstaan.

Artikel 14

Directeur

1.   De directeur wordt na een open selectieprocedure benoemd door de raad en kan door de raad overeenkomstig artikel 13 worden ontslagen. De keuze van de kandidaat-directeur geschiedt volgens de in bijlage 4 omschreven procedure.

2.   De directeur vertegenwoordigt Instruct-ERIC in rechte overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 723/2009 en is gemachtigd om overeenkomsten te sluiten en andere rechtshandelingen en bestuurlijke handelingen uit te voeren voor zover dit gepast is en in overeenstemming is met de besluiten van de raad. De directeur houdt kantoor bij de Instruct-hub en is belast met de dagelijkse leiding van Instruct-ERIC, met inbegrip van de leiding van het personeel van de hub. De directeur is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de besluiten van de raad en brengt verslag uit aan de raad.

3.   De ambtstermijn van de directeur bedraagt vijf jaar en kan met instemming van de raad met een termijn van vijf jaar worden verlengd, behoudens een rechtmatige voortijdige beëindiging door de raad.

4.   De directeur is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de strategie en doet voorstellen aan de raad op basis van inbreng van de ISAB, de Instruct-centra, het algemeen forum van de centra en eventuele andere relevante betrokkenen. De directeur is belast met het opstellen en het indienen van een volledig verslag over behaalde resultaten en toekomstplannen en draagt daarmee bij aan de informatievoorziening over de algemene kwaliteit, effecten en productiviteit van de investeringen in Instruct-ERIC en over de vraag of de leden de activiteiten van Instruct-ERIC voor nog eens vijf jaar dienen te ondersteunen.

5.   De directeur is verantwoordelijk voor het vinden van aanvullende financieringsbronnen ter ondersteuning van de activiteiten van Instruct-ERIC in het kader van beperkte economische activiteiten zoals omschreven in artikel 4.

6.   De directeur stelt het personeel van de Instruct-hub aan.

7.   Indien de functie van directeur vacant wordt, vertegenwoordigt de voorzitter van de raad Instruct-ERIC in civielrechtelijke procedures. In dat geval kan de raad een vervanger voor de directeur aanwijzen en diens bevoegdheden en verantwoordelijkheden bepalen; de vervanger neemt het ambt van directeur waar totdat er een nieuwe directeur is benoemd.

Artikel 15

Instruct-centra en algemeen forum van de centra

1.   De Instruct-centra bevinden zich op het grondgebied van een lid, of in het geval van een intergouvernementele organisatie binnen de juridische entiteit, en stellen de infrastructuur en deskundigheid ter beschikking om de taken en activiteiten van Instruct te ondersteunen.

2.   Nieuwe Instruct-centra worden door de raad door middel van een onafhankelijke collegiale toetsing aan de hand van de door de raad overeenkomstig bijlage 3 bepaalde criteria geselecteerd.

3.   De Instruct-centra worden overeenkomstig bijlage 3 in elke periode van vijf jaar ten minste één keer onderworpen aan een onafhankelijke collegiale toetsing, met input van de ISAB, aan de door de raad vastgestelde criteria en kernprestatie-indicatoren, die om de vijf jaar worden geactualiseerd.

4.   Aan het algemeen forum van de centra wordt deelgenomen door personeelsleden van de Instruct-centra, die door de coördinator van het Instruct-centrum worden aangewezen om het centrum inzake de toegangs-, opleidings- en netwerkactiviteiten te vertegenwoordigen. Het algemeen forum van de centra biedt de centra een platform waar vraagstukken kunnen worden besproken en dat het uitvoerend comité van Instruct en de raad kan adviseren over de ontwikkeling en de uitvoering van de activiteiten van Instruct. Het algemeen forum van de centra heeft geen uitvoerende bevoegdheden.

5.   Het algemeen forum van de centra komt ten minste éénmaal per jaar bijeen op verzoek van het uitvoerend comité.

Artikel 16

Uitvoerend comité

1.   De raad benoemt een uitvoerend comité dat de directeur ondersteunt bij de uitoefening van zijn of haar taken.

2.   Het uitvoerend comité bestaat uit ten hoogste tien personen die voor Instruct-centra werkzaam zijn en wordt voorgezeten door de directeur. De raad verzoekt de leden en het algemeen forum van aangesloten centra om maximaal twee vertegenwoordigers van hun respectievelijke Instruct-centra voor te dragen als kandidaat. De raad benoemt de leden van het comité voor een termijn van twee jaar, die één keer met nog eens twee jaar kan worden verlengd, behoudens een rechtmatige eerdere beëindiging. De raad ziet erop toe dat de centra evenwichtig zijn vertegenwoordigd in het uitvoerend comité.

3.   De directeur roept alle vergaderingen van het uitvoerend comité bijeen en zit deze voor. Het uitvoerend comité komt ten minste éénmaal per kwartaal bijeen. De vergaderingen vinden persoonlijk, per telefoon of op een andere praktische wijze plaats zoals tevoren bepaald door de directeur. De data van de vergaderingen worden voorafgaand aan elk operationeel jaar bekendgemaakt, gewoonlijk minimaal twee weken van tevoren. Het uitvoerend comité wordt door de directeur belast met de uitvoering van de door de raad vastgelegde activiteiten van Instruct-ERIC.

4.   Het uitvoerend comité wordt door de directeur belast met alle algemene zaken, waaronder het opstellen van voorstellen voor de raad, het vaststellen en bijstellen van jaarlijkse werkplannen voor Instruct-ERIC en het waarborgen van de consistentie, coherentie en stabiliteit van de infrastructuurdiensten.

5.   Het uitvoerend comité is ook verantwoordelijk voor:

a)

het informeren van de directeur over de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van Instruct-ERIC en de implementatie van de uitvoeringsplannen;

b)

toezicht op de samenstelling van adviescomités. Voor de benoeming van adviescomités is de goedkeuring door de Raad overeenkomstig artikel 13 vereist;

c)

het informeren over de prestaties van de Instruct-hub;

d)

het beleggen van vergaderingen met externe partijen, fora en conferenties en het aanvaarden van vertegenwoordigingen van belangengroepen wanneer dat noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn taken op het gebied van ondersteuning van en verslaglegging aan de directeur;

e)

het opstellen van verslagen ten behoeve van de directeur of andere organen of organisaties voor zover noodzakelijk of daartoe opgedragen;

f)

het vinden van financieringsmogelijkheden door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen met het oog op coördinatie van de Instruct-centra bij het opstellen van in te dienen voorstellen, en

g)

de uitvoering van Instruct-projecten die buiten het kader van Instruct-ERIC worden gefinancierd maar wel overeenstemmen met de strategische doelstellingen van Instruct en die met steun van een of meer Instruct-centra worden gerealiseerd. Voor projecten waarbij de aandacht wordt verlegd naar andere activiteiten dan de kernactiviteiten is goedkeuring door de raad vereist.

Artikel 17

Onafhankelijke wetenschappelijke adviesraad

1.   De ISAB wordt opgericht om de raad te adviseren over wetenschappelijke en strategische zaken die van belang zijn voor Instruct-ERIC. De ISAB evalueert de prestaties van de Instruct-centra om aan de raad aanbevelingen te doen over de goedkeuring of schrapping van onderzoeksfaciliteiten als Instruct-centra en advies te verlenen over de voortgang en over toekomstige strategische en wetenschappelijke doelstellingen, behoeften en kansen, rekening houdend met de mondiale context.

2.   De ISAB bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste acht wetenschappelijke en technische deskundigen, die door de raad worden benoemd. De ISAB kiest uit zijn leden met gewone meerderheid van de stemmen een voorzitter. Het mandaat van de benoemde voorzitter wordt automatisch verlengd, zodat de termijn als voorzitter kan worden voltooid. De leden van de ISAB zijn niet rechtstreeks betrokken bij het beheer van Instruct-ERIC en zijn gewoonlijk deskundigen van buiten Europa. De directeur kan aan de raad voorstellen doen betreffende de leden van de ISAB. Eventuele belangenconflicten moeten voorafgaand aan de beraadslaging door de raad zijn gemeld. De leden van de ISAB worden benoemd voor een termijn van drie jaar, die één keer met een tot drie jaar kan worden verlengd. De leden van de ISAB moeten uiterlijk dertig dagen na hun benoeming en voordat vertrouwelijke informatie wordt uitgewisseld, een niet-openbaarmakingsovereenkomst ondertekenen.

3.   De ISAB vergadert ten minste één keer per jaar om de algehele wetenschappelijke en strategische vorderingen van Instruct-ERIC te beoordelen in het licht van zijn wetenschappelijke visie en andere uitdagingen.

4.   De leden van de ISAB ontvangen van Instruct-ERIC een redelijke vergoeding van hun reis- en verblijfkosten overeenkomstig de voorschriften van de raad.

Artikel 18

Instruct-groepen

1.   Indien de raad dit nodig acht, kan de raad nadere comités, werkgroepen en adviesorganen instellen en hun taakstelling en mandaat bepalen.

Artikel 19

Instruct-hub en personeel

1.   De Instruct-hub is het centrale beheersbureau voor de dagelijkse operaties van Instruct-ERIC. Hij ondersteunt het dagelijks beheer van Instruct-ERIC en assisteert de raad. Hij wordt overeenkomstig artikel 14 ingesteld en geleid door de directeur.

2.   De Instruct-hub zorgt voor:

a)

de uitvoering van de vereiste dagelijkse activiteiten op het gebied van administratief en financieel beheer en rapportage, via de directeur, aan de raad;

b)

de centrale coördinatie van de door de Instruct-centra uitgevoerde activiteiten van Instruct-ERIC, waarvoor hij zo nodig ondersteunende middelen aan de Instruct-centra verstrekt;

c)

verdere ontwikkeling, actualisering en onderhoud van de organisatie van de infrastructuur, de procedures, de documentatie en de communicatie en waarborgt dat Instruct-ERIC in staat blijft op doeltreffende wijze diensten en activiteiten van hoge kwaliteit te verrichten.

3.   Personeelsleden van de Instruct-centra kunnen, met goedkeuring van de raad, bij de Instruct-ERIC-hub worden gedetacheerd, zodat een functionele band tussen de Instruct-hub en de Instruct-centra ontstaat.

HOOFDSTUK 5

FINANCIËN

Artikel 20

Begrotingsbeginselen en jaarrekeningen

1.   Het begrotingsjaar van Instruct-ERIC valt samen met het kalenderjaar.

2.   De directeur legt aan de raad een jaarlijkse prognose en een overzicht van de uitgaven ten opzichte van de prognoses voor het begrotingsjaar voor.

3.   De jaarrekeningen van Instruct-ERIC worden gecontroleerd door een onafhankelijke auditinstantie in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving. De auditverslagen worden samen met een verslag over de activiteiten en het financieel beheer van Instruct-ERIC voorgelegd aan de raad.

4.   Instruct-ERIC leeft de beginselen van goed financieel beheer na en voldoet aan de vereisten van het toepasselijke recht met betrekking tot het opstellen, indienen, controleren en openbaar maken van de jaarrekening.

5.   Instruct-ERIC boekt de kosten en ontvangsten van zijn economische activiteiten afzonderlijk.

Artikel 21

Aansprakelijkheid

1.   Instruct-ERIC is aansprakelijk voor zijn schulden.

2.   De leden zijn niet hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van Instruct-ERIC.

3.   De financiële aansprakelijkheid van elk lid voor de schulden en verplichtingen van Instruct-ERIC is beperkt tot hun respectieve bijdragen aan Instruct-ERIC, zoals vermeld in bijlage 2.

4.   Instruct-ERIC sluit de nodige verzekeringen af ter dekking van alle aan de opbouw en de werking van Instruct-ERIC inherente risico’s.

HOOFDSTUK 6

VERSLAGLEGGING AAN DE COMMISSIE

Artikel 22

Verslaglegging aan de Commissie

1.   Instruct-ERIC brengt een jaarlijks activiteitenverslag uit waarin met name de wetenschappelijke, operationele en financiële aspecten van zijn activiteiten worden behandeld. Het verslag wordt opgesteld door de directeur, die daarin wordt bijgestaan door het uitvoerend comité, goedgekeurd door de raad en binnen zes maanden na afloop van het betreffende begrotingsjaar toegezonden aan de Commissie en de betrokken overheidsinstanties. Na goedkeuring wordt het verslag op de website van Instruct-ERIC gepubliceerd.

2.   Instruct-ERIC stelt de Commissie in kennis van elke omstandigheid die de uitvoering van de taken van Instruct-ERIC ernstig in gevaar dreigt te brengen of Instruct-ERIC belemmert om aan de in Verordening (EG) nr. 723/2009 vastgestelde vereisten te voldoen.

HOOFDSTUK 7

BELEID

Artikel 23

Algemeen

1.   Instruct-ERIC stelt overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 723/2009 beleid op voor verschillende procedures en processen in verband met de operaties van Instruct-ERIC en houdt dit beleid actueel. De beleidsdocumenten worden door de Instruct-hub bewaard en worden op de website van Instruct-ERIC openbaar gemaakt.

Artikel 24

Aanbestedingsbeleid en belastingvrijstelling

1.   De raad keurt uitvoeringsbepalingen goed voor de aanbestedingsprocedures en -criteria die Instruct-ERIC moet volgen. Het aanbestedingsbeleid is in overeenstemming met de beginselen van transparantie, evenredigheid, wederzijdse erkenning, gelijke behandeling en non-discriminatie.

2.   Vrijstellingen van btw en accijns op grond van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1) en overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (2), en op grond van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (3), zijn beperkt tot aankopen door Instruct-ERIC en door leden van Instruct-ERIC van goederen en diensten die bestemd zijn voor officieel en exclusief gebruik door Instruct-ERIC, mits deze aankopen uitsluitend zijn verricht voor de niet-economische activiteiten van Instruct-ERIC in overeenstemming met zijn activiteiten. Vrijstellingen van btw en accijns zijn beperkt tot aankopen met een waarde van meer dan 300 EUR.

Artikel 25

Beleid inzake toegang

1.   Elk lid dat gastland is van een of meer Instruct-centra, biedt succesvolle aanvragers overeenkomstig de goedgekeurde procedure toegang tot deze infrastructuur. Elk Instruct-centrum bepaalt welk deel van zijn infrastructuurcapaciteit ter beschikking wordt gesteld om toegang te verlenen voor door Instruct goedgekeurde projecten. Voorstellen voor toegang tot Instruct-ERIC kunnen door het Toegangscomité worden goedgekeurd op basis van een internationale toetsing door deskundigen, waarbij voorrang wordt verleend aan wetenschappelijke uitmuntendheid en tevens rekening wordt gehouden met de technische en operationele haalbaarheid.

2.   De directeur houdt toezicht op de verlening van toegang en houdt daarbij rekening met:

a)

de wetenschappelijke (collegiale) toetsing van het project;

b)

de door het betrokken Instruct-centrum of de betrokken Instruct-centra verrichte logistieke inschatting van de technische haalbaarheid van het project, het verwachte tijdschema en de werkplanning in het centrum, en

c)

de financiële en materiële middelen die het Instruct-centrum en de Instruct-hub ter beschikking stellen om de gevraagde toegang te ondersteunen, in het bijzonder de capaciteit voor Instruct-toegang van het betrokken centrum en de toereikendheid van de centrale toegangsfondsen, die door de Instruct-hub worden beheerd.

3.   Instruct-ERIC accepteert voorstellen voor toegang tot de Instruct-ERIC-infrastructuur van alle gebruikers.

4.   Instruct-ERIC biedt onderzoekers van instellingen uit de landen van de leden open toegang, onder meer tot de gegevens, hulpmiddelen en diensten van de Instruct-centra. Gebruikers uit de landen van de leden komen in aanmerking voor door Instruct-ERIC gefinancierde toegang tot infrastructuur, cursussen, workshops, aanwezigheid bij conferenties of andere activiteiten die door Instruct-ERIC worden aangeboden of ondersteund. Voor de toegang tot gegevens en hulpmiddelen gelden het beleid van Instruct-ERIC inzake gegevensbeheer en biologische preparaten, en in het geval van samenwerking de overeenkomst tussen alle gebruikers, zoals bedoeld in artikel 27.

5.   Gebruikers uit landen die geen lid zijn, kunnen om toegang verzoeken via het systeem voor het indienen van voorstellen. In het geval van academisch en preconcurrentieel onderzoek is een academische vergoeding voor de toegang verschuldigd. Een academische vergoeding kan ook worden verlangd van niet-commerciële gebruikers die via een intergouvernementele organisatie toegang vragen en niet in een land van een van de leden gevestigd zijn.

6.   Van gebruikers die met het oog op onderzoek voor eigen gebruik toegang tot Instruct-infrastructuur vragen wordt een commerciële vergoeding voor de toegang verlangd. In dat geval zijn de uit de toegang voortvloeiende gegevens eigendom van de gebruiker en is er geen verplichting tot bekendmaking of publicatie.

7.   De leden krijgen altijd voorrang bij de toegang.

8.   Gebruikers die Instruct-ERIC-infrastructuur gebruiken voor onderzoek voor niet-eigen gebruik, moeten ermee instemmen de uit de toegang voortvloeiende gegevens te publiceren en openbaar beschikbaar te stellen.

Artikel 26

Beleid inzake verspreiding

1.   De rol van Instruct-ERIC is het faciliteren van onderzoek, waarbij in het algemeen een zo vrij mogelijke toegang tot onderzoeksgegevens wordt gestimuleerd. Ongeacht dit beginsel bevordert Instruct-ERIC hoogwaardig onderzoek en ondersteunt hij een cultuur van „beste praktijken” via opleidingsactiviteiten.

2.   Instruct-ERIC moedigt de onderzoekers in het algemeen aan hun onderzoeksresultaten openbaar beschikbaar te stellen en verzoekt alle gebruikers de rol van Instruct-ERIC te vermelden.

3.   In het beleid inzake verspreiding worden de verschillende doelgroepen beschreven en Instruct-ERIC maakt om zijn doelpubliek te bereiken gebruik van diverse kanalen, zoals internetportalen, nieuwsbrieven, workshops, aanwezigheid op conferenties, artikelen in tijdschriften en kranten, en sociale media.

4.   In publicaties die resulteren uit activiteiten die met steun van Instruct-ERIC tot stand zijn gekomen, moeten de rol van de ondersteuning door het personeel en het gebruik van de experimentele middelen van Instruct-ERIC worden erkend.

Artikel 27

Beleid inzake gegevensbeheer, intellectuele eigendom en biologische preparaten

1.   Over het algemeen wordt de voorkeur gegeven aan de beginselen van open source en open toegang.

2.   In het eerste geval blijven alle gegevens die uit Instruct-ERIC-activiteiten voortvloeien eigendom van de wetenschapper van wie zij afkomstig zijn of zijn/haar werkgever. Als gebruikers van Instruct-infrastructuur gehouden zijn aan eerdere verplichtingen, bijvoorbeeld jegens andere instellingen, subsidiënten of derden, kunnen zij verlangen dat voor aanvang van de werkzaamheden overeenkomsten inzake intellectuele-eigendomsrechten worden gesloten. Alleen de gebruikers zijn verantwoordelijk voor de bescherming van de intellectuele eigendom van de gebruikers.

3.   Als toegang tot Instruct-ERIC-infrastructuur wordt verleend voor samenwerkingsprojecten, komen de gebruikers voor aanvang van de werkzaamheden waarvoor toegang wordt verleend, overeen dat de experimentele gegevens of materialen hun gemeenschappelijk eigendom zullen zijn. De gebruikers zijn verantwoordelijk voor de bescherming van de gedeelde intellectuele eigendom van alle bij de samenwerking betrokken gebruikers.

4.   Instruct-ERIC verschaft gebruikers van Instruct-ERIC-infrastructuur richtsnoeren in de vorm van zijn beleid inzake gegevensbeheer en biologische preparaten om te waarborgen dat onderzoek waarin via Instruct-ERIC toegankelijk gemaakt materiaal wordt gebruikt, wordt uitgevoerd binnen een kader waarin, voor zover mogelijk overeenkomstig de wet- en regelgeving van het gastland, de rechten van de eigenaren van gegevens en de persoonlijke levenssfeer van individuele personen worden geëerbiedigd, en dat de eigendom van de gegevens en hulpmiddelen die uit Instruct-ERIC-activiteiten voortvloeien, duidelijk moet worden geregeld.

5.   Instruct-ERIC ziet erop toe dat de gebruikers instemmen met de toegangsvoorwaarden en dat passende beveiligingsmaatregelen worden getroffen voor de interne opslag en verwerking van gegevens.

6.   De raad stelt een procedure vast voor het onderzoeken van vermeende beveiligingslekken en schending van geheimhoudingsverplichtingen en andere inbreuken op de gedragscode met betrekking tot onderzoeksgegevens.

7.   Innovaties met betrekking tot de experimentele technologie die voortvloeien uit het gebruik van de faciliteit voor de Instruct-activiteiten blijven volledig eigendom van de betrokken faciliteit, op voorwaarde dat zij zich ertoe verbindt deze nieuwe potentiële verbetering van zijn capaciteiten voor experimenteel onderzoek ter beschikking te stellen aan toekomstige gebruikers. Indien een gebruiker een belangrijke rol heeft gespeeld bij de ontwikkeling wordt er tussen de partijen onderling een overeenkomst gesloten over de gezamenlijke accreditatie van het werk dat mogelijk kan worden geëxploiteerd.

Artikel 28

Personeelsbeleid

1.   Instruct-ERIC kan personeel in dienst nemen dat wordt benoemd en ontslagen door de directeur.

2.   Bij de goedkeuring van het werkplan keurt de raad ook het door de directeur opgestelde personeelsplan goed.

3.   De directeur verstrekt van tevoren informatie over vacatures en het personeelsplan aan de raad. De raad beslist voor welke functies gegadigden alleen met zijn goedkeuring mogen worden geselecteerd.

4.   De selectieprocedures voor de vacatures van Instruct-ERIC zijn transparant, niet-discriminerend en waarborgen gelijke kansen en positieve discriminatie overeenkomstig de toepasselijke arbeidswetgeving. De gesloten arbeidsovereenkomsten voldoen aan de toepasselijke wet- en regelgeving van het land waar het personeel werkzaam is.

HOOFDSTUK 8

DUUR, ONTBINDING, GESCHILLEN, OPRICHTINGSBEPALINGEN

Artikel 29

Duur

1.   Instruct-ERIC wordt voor onbepaalde tijd opgericht. Ontbinding is mogelijk overeenkomstig artikel 30.

Artikel 30

Ontbinding

1.   Tot ontbinding van Instruct-ERIC wordt overgegaan na een daartoe strekkend besluit van de raad overeenkomstig artikel 13.

2.   Instruct-ERIC stelt de Europese Commissie onverwijld en uiterlijk tien dagen na de vaststelling van het besluit tot ontbinding van Instruct-ERIC van dit besluit in kennis, en opnieuw bij de sluiting van Instruct-ERIC.

3.   Activa die na betaling van de schulden van Instruct-ERIC overblijven, worden onder de leden verdeeld, in verhouding tot hun totale jaarlijkse geldelijke bijdrage aan Instruct-ERIC. Passiva die na de ontbinding en de verrekening van de activa van Instruct-ERIC overblijven, worden onder de leden verdeeld, in verhouding tot hun totale jaarlijkse geldelijke bijdrage aan Instruct-ERIC, waarbij zij niet hoger mogen zijn dan het bedrag van één jaarlijkse bijdrage.

4.   Instruct-ERIC houdt op te bestaan op de dag waarop de Europese Commissie daarvan kennisgeving doet in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 31

Toepasselijk recht

1.   Instruct-ERIC is, in aflopende volgorde, onderworpen aan:

a)

het recht van de Europese Unie, in het bijzonder Verordening (EG) nr. 723/2009 en de besluiten waarnaar wordt verwezen in artikel 6, lid 1, en artikel 11, lid 1, van die verordening;

b)

het recht van het gastland voor aangelegenheden die niet of slechts gedeeltelijk worden geregeld door het recht van de Europese Unie, en

c)

deze statuten en de bijbehorende uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 32

Geschillen

1.   De leden stellen alles in het werk om eventuele geschillen die kunnen ontstaan uit de interpretatie of toepassing van deze statuten minnelijk te beslechten.

2.   Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd voor geschillen tussen de leden betreffende Instruct-ERIC, voor geschillen tussen de leden en Instruct-ERIC en voor alle geschillen waarbij de Europese Unie partij is.

Artikel 33

Statuten

1.   De statuten worden actueel gehouden en openbaar toegankelijk gemaakt op de website van Instruct-ERIC en op de statutaire zetel.

2.   Wijzigingen van de statuten worden bij unaniem besluit van de raad overeenkomstig artikel 13 vastgesteld en zijn onderworpen aan het bepaalde in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 723/2009 en de voor aanneming ervan gevolgde procedure.

Artikel 34

Oprichtingsbepalingen

1.   Het gastland roept zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 45 kalenderdagen na de inwerkingtreding van het besluit van de Commissie tot oprichting van Instruct-ERIC, de leden van de raad bijeen voor een oprichtingsvergadering.

2.   Het gastland stelt de oprichtende leden in kennis van eventuele specifieke urgente juridische stappen die namens Instruct-ERIC moeten worden ondernomen voordat de oprichtingsvergadering wordt gehouden. Tenzij een oprichtend lid binnen vijf werkdagen na ontvangst van desbetreffende kennisgeving hiertegen bezwaar maakt, wordt de juridische handeling uitgevoerd door een persoon die daartoe naar behoren door het gastland is gemachtigd.


(1)  Artikel 143, lid 1, onder g), en artikel 151, lid 1, onder b) (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).

(2)  Artikelen 50 en 51 (PB L 77 van 23.3.2011, blz. 1).

(3)  PB L 9 van 14.1.2009, blz. 12.


BIJLAGE 1

Lijst van leden en waarnemers

Deze bijlage bevat een lijst van de leden en waarnemers en van de entiteiten die hen vertegenwoordigen. Bijlage 1 wordt door de directeur aangepast bij beëindiging van het lidmaatschap of waarnemerschap of bij uittreding of toelating van leden of waarnemers.

Leden

Land of intergouvernementele organisatie

Officiële vertegenwoordigende entiteit(en)

Het Koninkrijk België

Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (BELSPO)

De Tsjechische Republiek

Ministerie van Onderwijs, Jeugd en Sport (MŠMT)

Het Koninkrijk Denemarken

Deens Agentschap voor wetenschap, technologie en innovatie (DASTI)

De Franse Republiek

Ministère de l’Éducation nationale de l’enseignement supérieur et de la recherché (MENESR)

De Staat Israël

Ministerie van Wetenschap, Technologie en Ruimtevaart (MOST)

De Italiaanse Republiek

Ministerie van Onderwijs, Universiteiten en Onderzoek (MIUR)

Het Koninkrijk der Nederlanden

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

De Portugese Republiek

Instituto de Tecnologia Química e Biológica da Universidade Nova de Lisboa (ITQB-UNL)

De Slowaakse Republiek

Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Onderzoek en Sport

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland

Medical Research Council UK (MRC UK)


Waarnemers

Land of intergouvernementele organisatie

Officiële vertegenwoordigende entiteit(en)

De Helleense Republiek

Griekse Secretariaat-generaal voor Onderzoek en Ontwikkeling (GRST)

Het Koninkrijk Spanje

Ministerio de Economía y Competitividad (MINECO)

Het Koninkrijk Zweden

Zweedse Onderzoeksraad (SRC)

Het Europees Laboratorium voor Moleculaire Biologie (EMBL)

 


BIJLAGE 2

Financiële bijdrage

Beginselen

In een financieel model worden de verwachte geldelijke inkomsten van Instruct-ERIC beschreven. Voor de eerste periode van vijf jaar na oprichting van Instruct-ERIC worden de hieronder beschreven beginselen toegepast bij de berekening van de jaarlijkse geldelijke bijdrage en de registratie van bijdragen in natura van de leden. De raad kan besluiten deze beginselen te herzien.

1.

De jaarlijkse bijdrage van elk land dat lid is bestaat uit een lidmaatschapsvergoeding en een bijdrage in natura.

2.

De hoogte van de geldelijke bijdrage wordt voorgesteld door de directeur, die hiervoor in overeenstemming met artikel 16, lid 5, advies inwint bij het uitvoerend comité, en goedgekeurd door de raad overeenkomstig artikel 13.

3.

De geldelijke bijdrage dient ter ondersteuning van de activiteiten van Instruct-ERIC.

4.

De bijdragen in natura die de leden in de vorm van investeringen in Instruct-centra leveren en waarvan de monetaire waarde niet wordt gemeten, betreffen het beschikbaar stellen van de faciliteiten van het Instruct-centrum, met inbegrip van de algemene exploitatiekosten ervan en het voor de activiteiten van Instruct-ERIC vereiste ondersteunende personeel.

5.

De waarnemers van Instruct-ERIC zijn geen bijdragen verschuldigd en dragen alleen de kosten van hun reizen naar vergaderingen en van deelname aan aangewezen activiteiten van Instruct-ERIC.

6.

Waarnemers en derden die geen lid zijn van Instruct-ERIC, kunnen aan Instruct-ERIC bijdragen volgens specifieke overeenkomsten die door de raad zijn goedgekeurd.

7.

De jaarlijkse bijdragen moeten in elk begrotingsjaar volgens een door de raad vastgesteld financieel plan worden overgemaakt aan Instruct-ERIC.

8.

Elk lid verbindt zich er overeenkomstig artikel 7 toe gedurende een periode van vijf jaar een lidmaatschapsvergoeding te betalen in overeenstemming met het tijdschema voor de evaluatie van Instruct overeenkomstig bijlage 3, en stemt in met toekomstige financieringsverplichtingen en lidmaatschapsverbintenissen overeenkomstig artikel 10 en bijlage 5. De bijdragen omvatten een jaarlijkse verhoging van 2 % ter compensatie van inflatie. De hoogte van de geldelijke bijdragen van elk lid wordt bepaald aan de hand van hun indeling in een van de drie contributiegroepen. De indeling (in groep A, B of C) is afhankelijk van het aantal onderzoekers op het gebied van natuurwetenschappen en technologie (HRST) uitgedrukt als percentage van de nationale beroepsgeschikte bevolking (1). De groepen zijn als volgt ingedeeld:

a.

groep A (> 750 000 HRST/nationale bevolking),

b.

groep B (100 000-750 000 HRST/nationale bevolking),

c.

groep C (< 100 000 HRST/nationale bevolking).

9.

De bijdragen van intergouvernementele organisaties worden door de raad per geval bepaald overeenkomstig artikel 13 en zijn niet lager dan het voor leden van groep C geldende minimumtarief.

10.

De geldelijke bijdragen worden vastgelegd volgens het financiële model en bedragen gedurende de eerste vijf jaar: groep A: 100 000 EUR per jaar; groep B: 75 000 EUR per jaar; groep C: 50 000 EUR per jaar, met de in onderstaande tabel in deze bijlage vermelde inflatiecorrecties.

11.

Met het oog op de werving van personeel voor de Instruct-hub worden de leden uitgenodigd om kandidaten voor te dragen. Zij worden overeenkomstig artikel 28 geselecteerd. De volledige salariskosten worden ofwel door Instruct-ERIC ofwel door het lid betaald. In het laatstgenoemde geval wordt de jaarlijkse lidmaatschapvergoeding met de waarde van de bijdrage in natura verminderd, mits de raad hiermee uitdrukkelijk instemt.

De voor elk lid berekende geldelijke bijdragen (in duizend EUR) voor de jaren 1 t/m 5 van Instruct-ERIC staan in de onderstaande tabel vermeld:

 

Jaarlijkse geldelijke bijdrage

 

 

jaar 1 (x 1 000 €)

jaar 2 (2 % infl.)

jaar 3 (2 % infl.)

jaar 4 (2 % infl.)

jaar 5 (2 % infl.)

Land

totale bevolking

Groep

HRST Onderzoekers (25-64 jaar; 2012) (*1)

% HRST/bevolking

Min. geldelijke bijdrage

Extra bijdrage op grond van groep

Totale geldelijke bijdrage

 

 

 

 

Totale geldelijke bijdrage (5 jaar)

UK

63 495 303

A

1 365 000

2,15 %

50

50

100,00

102,00

104,04

106,12

108,24

520,40

FR

65 276 983

A

930 000

1,42 %

50

50

100,00

102,00

104,04

106,12

108,24

520,40

IT

59 394 207

B

417 000

0,70 %

50

25

75,00

76,50

78,03

79,59

81,18

390,30

BE

11 094 850

B

159 000

1,43 %

50

25

75,00

76,50

78,03

79,59

81,18

390,30

NL

16 730 348

B

152 000

0,91 %

50

25

75,00

76,50

78,03

79,59

81,18

390,30

IL

7 870 000

B

125 920

1,60 %

50

25

75,00

76,50

78,03

79,59

81,18

390,30

CZ

10 505 445

C

91 000

0,87 %

50

0

50,00

51,00

52,02

53,06

54,12

260,20

PT

10 542 398

C

53 000

0,50 %

50

0

50,00

51,00

52,02

53,06

54,12

260,20

DK

5 614 000

C

47 000

0,84 %

50

0

50,00

51,00

52,02

53,06

54,12

260,20

 

 

 

 

 

450

 

650,00

663

676,26

689,79

703,58

3 382,63

Berekening van de bijdrage in natura per land

Bereken voor elk Instruct-centrum in uw land de volgende kosten naar rato van het bedrag van:

a)

onderhouds- en servicekosten voor het instrumentarium;

b)

personeelskosten voor de exploitatie en het beheer van de faciliteit;

c)

andere exploitatiekosten (kosten van gebouwen, elektriciteit, water, interne ondersteuningsdiensten enz.)

d)

de gehele of gedeeltelijke waarde van in aanmerking komende kapitaalgoederen (nieuwe aanschaf), of van andere goederen dan kapitaalgoederen die van essentieel belang zijn voor de aangeboden Instruct-infrastructuurdiensten.

Groep A (>750000 HRST) = 50 000 extra; Groep B (>100 000 tot 750 000 HRST) = 25 000 extra; Groep C (≤100 000 HRST) = 0 extra geldelijke bijdrage


(1)  Eurostat http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/show.do?wai=true&dataset=hrst_st_nfieoccwet (vakgebied: natuurwetenschappen, wiskunde en informatica; leeftijd: 25-64 jaar); gegevens voor Israël afkomstig van www.oecd.org/sti/msti.htm categorie ISCO-3, uitgedrukt als percentage van de totale beroepsbevolking.

(*1)  HRST-gegevens van Eurostat hrst_st_nfieocc 2012 data

HRST met hogeronderwijsdiploma naar leeftijd, opleiding en beroep.

(http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/submitViewTableAction.do) Natuurwetenschappen, wiskunde, informatica; 25-64 jaar; gegevens van 2012

Gegevens voor Israël: www.oecd.org/sti/msti.htm, categorie ISCO-3, % van totale beroepsbevolking.

#bevolkingscijfers: http://ec.europa.eu/eurostat/tgm/table.do?tab=table&init=1&plugin=1&pcode=tps00001&language=en


BIJLAGE 3

Criteria voor de evaluatie van Instruct-centra

De Instruct-centra stellen de infrastructuur en de deskundigheid ter beschikking die de kern van Instruct-ERIC bepalen en uitmaken.

De raad overweegt de oprichting van nieuwe centra op voorstel van bestaande leden of naar aanleiding van een tot de leden gerichte oproep tot het indienen van aanvragen.

De criteria voor de selectie van nieuwe, door leden ter beschikking gestelde Instruct-centra zijn:

aantoonbare inzet om toegang te bieden tot technologie en daarvoor vereiste technische ondersteuning die een centrale plaats innemen in de visie van Instruct en essentieel zijn voor het welslagen ervan;

de terbeschikkingstelling van wereldwijd toonaangevende technologie en deskundigheid en het aantonen van goede resultaten op het gebied van wetenschappelijke samenwerking en een belangrijke bijdrage op het betrokken onderzoeksgebied;

de toegevoegde waarde ten opzichte van de bestaande centra, bijvoorbeeld door het bieden van andere technologie en deskundigheid of een grotere capaciteit en betere toegang op grond van de geografische ligging;

de duidelijke toezegging dat een overeengekomen niveau van toegang zal worden geboden, waardoor Instruct-ERIC-projecten kunnen worden gefaciliteerd;

steun van het land waar het centrum is gevestigd of een andere financierende instelling voor de toezegging om Instruct te ondersteunen (bijvoorbeeld door lidmaatschap van Instruct-ERIC of door een garantie te verstrekken ter dekking van de vaste exploitatiekosten van het centrum);

ervaring met integratieve technologische benaderingen, bereidheid om pan-Europese (wetenschappelijke) samenwerkingsverbanden aan te gaan en medewerking te verlenen aan projecten die de technische ontwikkeling aanjagen;

bereidheid om het beleid van Instruct-ERIC na te leven voor projecten in het kader van Instruct-ERIC.

De kwaliteit van de door de bestaande Instruct-centra ter beschikking gestelde infrastructuur en hun toegangsbeleid en -procedures worden overeenkomstig artikel 15 in elke periode van vijf jaar ten minste één keer, alsmede op verzoek van de raad, onderworpen aan een onafhankelijke collegiale toetsing, met input van de ISAB, aan onderstaande criteria. De raad neemt op basis van deze evaluatie overeenkomstig artikel 13 besluiten over de goedkeuring of uitsluiting van Instruct-centra en wijzigt zo nodig het toegangsbeleid.

De criteria voor de verlenging van de bestaande Instruct-centra zijn:

de terbeschikkingstelling van wereldwijd toonaangevende technologie en deskundigheid en het aantonen van goede resultaten op het gebied van wetenschappelijke samenwerking en een belangrijke bijdrage op het betrokken onderzoeksgebied in de voorgaande periode en de mogelijkheid tot voortzetting daarvan;

het bieden van toegang tot technologie waarnaar aantoonbaar vraag is in de wetenschappelijke gemeenschap, met inbegrip van kwalitatief hoogstaande ondersteuning door deskundigen;

de deelname aan het opleidingsprogramma van Instruct en de bijdrage aan activiteiten die toegevoegde waarde bieden voor Instruct-ERIC;

de naleving van het beleid en de procedures van Instruct-ERIC.


BIJLAGE 4

Benoeming van de directeur

1.   Verplichtingen en verantwoordelijkheden van de directeur

De verplichtingen en verantwoordelijkheden van de directeur van Instruct-ERIC zijn onder meer:

 

strategie:

strategisch leiderschap met het oog op de maximalisering van de waarde van het Instruct-partnerschap;

het vinden van potentiële nieuwe leden en partners;

het vinden en veiligstellen van nieuwe externe financieringsbronnen (zoals de Europese Unie);

voorbereiding en presentatie van argumenten voor toekomstige basisfinanciering via lidmaatschap;

 

leiding:

toezicht op de dagelijkse leiding van Instruct;

toezicht op het personeelsmanagement en de werving van personeel bij de Instruct-hub;

 

promotie:

promotie van de werkzaamheden van Instruct in Europa en op internationaal niveau en bij ambtenaren van de Europese Commissie om voor goede en positieve zichtbaarheid van Instruct te zorgen;

 

toezicht en verslaglegging:

rapportage aan de raad inzake vorderingen, resultaten en nieuwe kansen;

de aan de exploitatie van Instruct verbonden risico’s beoordelen, prioriteren en beheren. Passende maatregelen nemen, waarvoor zo nodig input of goedkeuring van de raad wordt gevraagd;

 

conflicten:

opgave van persoonlijke of professionele belangen of benoemingen die afbreuk kunnen doen of in de ogen van anderen afbreuk kunnen doen aan zijn of haar onafhankelijkheid of integriteit bij het nemen van beslissingen namens de raad.

2.   Plaats

De directeur houdt kantoor bij de Instruct-ERIC-hub, die de statutaire zetel van Instruct-ERIC vormt.

3.   Selectie en benoeming van de directeur

Kandidaten voor de functie van directeur kunnen in een open sollicitatieprocedure solliciteren. Een door de raad gekozen selectiepanel maakt een eerste selectie uit de kandidaten en houdt een sollicitatiegesprek met de geselecteerde kandidaten. De criteria voor de selectie worden vastgesteld door de raad.

De directeur wordt benoemd voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar. De voorwaarden voor de benoeming, de evaluatie en de beëindiging worden door de raad vastgesteld en in het reglement van orde opgenomen.

4.   Vertrouwelijkheid

Alle informatie waarop intellectuele-eigendomsrechten rusten, alsook andere als gevolg van de activiteiten van Instruct ontvangen informatie, wordt door de directeur vertrouwelijk behandeld, afgezien van zaken die strikt genomen tot het publieke domein behoren of tot het publieke domein zijn gaan behoren; de directeur verstrekt dergelijke informatie alleen aan anderen als de eigenaar van de informatie of de raad daar goedkeuring voor heeft gegeven.

5.   Betrekkingen tussen de directeur en de partijen bij Instruct-ERIC

De directeur mag niet als tussenpersoon optreden voor de leden of voor instellingen die via Instruct-centra activiteiten in het kader van Instruct-ERIC verrichten en is evenmin bevoegd namens de leden op te treden, overeenkomsten te sluiten, verplichtingen of verbintenissen aan te gaan of documenten te ondertekenen zonder dat zij daar specifiek goedkeuring voor hebben gegeven.


BIJLAGE 5

Beoordeling van Instruct-ERIC

Tegen het einde van de door de raad vastgestelde financieringsperiode brengt de directeur volledig verslag uit over de behaalde resultaten en toekomstige plannen. Dit verslag helpt de leden bij het beoordelen van de algemene kwaliteit, de effecten en de productiviteit van de investeringen in Instruct en bijtijds voor het begin van de volgende financieringsperiode te beslissen of zij het lidmaatschap van Instruct willen voortzetten. De raad is verantwoordelijk voor het vaststellen van de nadere vereisten voor het verslag en het tijdschema voor de financieringsbeslissingen van elk van de leden.

De primaire ambitie van Instruct-ERIC is toegang te bieden tot de meest geavanceerde technologieën en innovatie te stimuleren om integratieve benaderingen in de structuur- en celbiologie te ondersteunen, zodat lastige vraagstukken, die anders niet gemakkelijk zouden kunnen worden aangepakt, kunnen worden opgelost. Het verslag moet de leden een duidelijk beeld geven van de geleverde prestaties, ten opzichte van belangrijke mijlpalen, en volledig in staat stellen te beoordelen of:

Instruct-ERIC een goede zichtbaarheid heeft bij de onderzoeksgemeenschappen van de leden (en wellicht ook daarbuiten) en een belangrijke strategische rol speelt bij de ondersteuning van de behoeften van de structuurbiologie, en tevens van invloed is op de ontwikkeling van nationale infrastructuur;

er aantoonbaar vraag is naar toegang om uitmuntend wetenschappelijk werk te verrichten en of deze vraag op doeltreffende wijze wordt beheerd;

de toegang wetenschappelijk onderzoek door partners uit de hele EU mogelijk maakt — met name integratieve benaderingen waarbij verschillende technologieën worden toegepast om grote uitdagingen op het gebied van de structuur- en celbiologie aan te pakken en wetenschappelijk werk te verrichten dat niet zou plaatsvinden of zonder Instruct slechts moeilijk zou kunnen worden uitgevoerd;

er duidelijke bewijzen zijn van de wetenschappelijke resultaten en het effect van deze toegang;

Instruct-ERIC er in belangrijke mate toe heeft bijgedragen om in belangrijke opleidingsbehoeften te voorzien;

Instruct-ERIC op doeltreffende wijze met de technologische industrie samenwerkt om innovatie te ondersteunen;

Instruct-ERIC zich op doeltreffende wijze verder ontwikkelt teneinde aan toekomstige behoeften op wetenschappelijk en opleidingsgebied te voldoen;

Instruct-ERIC nog steeds een belangrijke en onderscheidende bijdrage levert aan het onderzoekslandschap en of de kerninvesteringen rendement opleveren, en of Instruct-ERIC dient te worden gecontinueerd, en zo ja, op welke schaal.


BIJLAGE 6

Definitie en overdracht van activa en personeelsformatie

1.   Activa

Kapitaalgoederen: 3 servers (12 kernen met elk 64 GB RAM en 2 × 1,2 TB schijfruimte met RAID1-configuratie) voor de website van Instruct en ARIA met databaseopslagcapaciteit en failover-bescherming. De waarde hiervan bedraagt 10 219 GBP.

Merk „Instruct” en domeinnaam of -namen. Hiervoor is een jaarlijkse vergoeding van 143 GBP verschuldigd, plus een vergoeding van 50 GBP voor de bijbehorende domeinnaambewakingsdienst.

Kasmiddelen verkregen uit abonnementen (op rekeningen in GBP en EUR). In augustus 2016 bedroegen de kasmiddelen ongeveer 268 000 GBP.

2.   Schulden

Eventuele schulden van Instruct Academic Services Limited worden overgedragen op Instruct-ERIC.

Instruct Academic Services Limited heeft momenteel geen schulden.

3.   Personeelsformatie

Momenteel telt de Instruct-hub 6 personeelsleden, waarvoor 4,93 fte door Instruct worden betaald (aangevuld door de Universiteit van Oxford en ontvangen subsidies). Alle personeelsleden van Instruct zijn door de Universiteit van Oxford voor een bepaalde duur aangesteld en komen in aanmerking voor de secundaire arbeidsvoorwaarden van de universiteit (uitkeringen uit pensioenregeling van de universiteit). De arbeidsovereenkomsten zijn gekoppeld aan subsidies van derden (bv. CORBEL en West-Life) of aan gegarandeerde ontvangsten als lid van Instruct.

Tussen de Universiteit van Oxford en Instruct-ERIC zullen nieuwe detacheringsovereenkomsten worden gesloten (die aan de bestaande arbeidsovereenkomsten worden gehecht) waarbij deze voorwaarden voor de bestaande personeelsleden worden gehandhaafd. Nieuwe personeelsleden kunnen rechtstreeks door Instruct-ERIC worden aangesteld.

Er worden overeenkomsten tussen de Universiteit van Oxford (de gastinstelling) en Instruct-ERIC gesloten die tot de aankoop en het gebruik van diensten ten behoeve van het beheer van Instruct-ERIC machtigen en toe te staan dat Instruct-activiteiten worden uitgevoerd in de gebouwen waar de Instruct-hub is gevestigd.

4.   Passiva

Instruct Academic Services Limited is de begunstigde van een aantal subsidies van derden: iNEXT, CORBEL, West-Life en AARC2.

In augustus 2016 golden de volgende contractuele verplichtingen inzake te verrichten taken voor de contractueel toegezegde subsidies:

Taak

Beschrijving van de taak

Maand van uitvoering

iNEXT

6.1

Verslag over de behoeften van de gebruikersgemeenschap

M24

6.2

Verslag over een model voor toekomstige toegang tot infrastructuur voor de structuurbiologie in Europa

M36

6.3

Verslag over financiële duurzaamheid

M36

6.4

Ontwerp van een duurzaamheidsplan

M48

7.5

Geïntegreerd indieningssysteem operationeel

M18

CORBEL

5.1

Verslag over bestaande gebruik van toegangsmodellen en toegangsbeleid op grond van regelgeving, met vaststelling van gezamenlijke elementen

M20

5.2

Verslag over concept van een gemeenschappelijk toegangskader

M44

5.3

Strategie voor de uitbreiding van de toepassing van een gemeenschappelijk toegangsmodel op basis van proefprojecten WP3 en WP4

M48

6.4

Ontwerp van een duurzaamheidsplan

M48

7.5

Geïntegreerd indieningssysteem operationeel

M18

West-Life

1.2

Webpagina’s voor het project

M3

1.4

Ontwerp van een werkplan inzake duurzaamheid

M18

1.5

Verslag inzake duurzaamheid

M36

2.1

Tussentijds verslag over taak 2.1

M18

2.2

Tussentijds verslag over taak 2.2

M18

2.3

Samenvattend verslag over de betrokkenheid van de onderzoeksgemeenschap voor structuurbiologie

M18

2.4

Verslag over de betrokkenheid van industriële gebruikers

M24

2.6

Verslag over de betrokkenheid

M36

5.4

Verslag over de activiteiten van de helpdesk

M18

5.9

Vervolgverslag over de activiteiten van de helpdesk

M36

AARC2

SA1.1

Resultaten van proefprojecten met nieuwe gemeenschappen — deel 1

M12

SA1.2

Resultaten van proefprojecten met nieuwe gemeenschappen — deel 2

M22

SA1.3

Definitieve resultaten van de proefprojecten inzake de operationele verbondenheid van infrastructuur

M22

SA1.4

Definitieve resultaten van de proefprojecten voor geavanceerde gebruiksmogelijkheden en nieuwe technologieën

M22