19.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 269/13


VERORDENING (EU) 2017/1902 VAN DE COMMISSIE

van 18 oktober 2017

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 om de veiling van emissierechten in overeenstemming te brengen met Besluit (EU) 2015/1814 en tot opneming van een door het Verenigd Koninkrijk aan te wijzen veilingplatform

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 3 quinquies, lid 3, en artikel 10, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie (2) zijn de regels vastgesteld voor de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van emissierechten uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG. Bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 zijn met name de hoeveelheden jaarlijks te veilen emissierechten vastgesteld. Verordening (EU) nr. 1031/2010 waarborgt op deze wijze de goede werking van het veilingproces van emissierechten. Die veilingen verlopen momenteel via een gemeenschappelijk veilingplatform voor 25 lidstaten en via een klein aantal „opt-out”-platforms.

(2)

Op grond van Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet in 2018 een marktstabiliteitsreserve („de reserve”) worden ingesteld en moet deze vanaf 1 januari 2019 operationeel zijn. Overeenkomstig de vooraf vastgestelde voorschriften van dat besluit moeten bepaalde hoeveelheden emissierechten in de reserve worden opgenomen of uit de reserve worden vrijgegeven om de hoeveelheid rechten die gedurende een periode van twaalf maanden vanaf 1 september van een bepaald jaar moet worden geveild, aan te passen. De regels voor de werking van de reserve zijn noodzakelijk voor situaties waarin het totale aantal emissierechten dat voor het voorgaande jaar in omloop is, zoals elk jaar op 15 mei door de Commissie bekendgemaakt, buiten een vooraf vastgesteld bereik ligt. In het eerste jaar van de werking van de reserve moet de eerste aanpassing van de veilinghoeveelheden plaatsvinden tussen 1 januari en 1 september 2019.

(3)

Bij Besluit (EU) 2015/1814 is tevens bepaald dat 900 miljoen emissierechten die oorspronkelijk in 2019 en 2020 zouden worden wederopgenomen zoals vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 176/2014 van de Commissie (4), niet meer mogen worden geveild maar in de reserve moeten worden opgenomen. Bovendien is bij Besluit (EU) 2015/1814 vastgesteld dat de niet-toegewezen emissierechten uit de nieuwkomersreserve en de emissierechten die niet aan installaties zijn toegewezen wegens sluiting of gedeeltelijke stopzetting overeenkomstig artikel 10 bis, leden 7, 19 en 20, van Richtlijn 2003/87/EG, in 2020 in de reserve worden opgenomen en niet worden geveild.

(4)

Overeenkomstig Besluit (EU) 2015/1814 moeten de veilingkalenders van het gemeenschappelijke veilingplatform en, indien van toepassing, van de „opt-out”-veilingplatforms, worden aangepast om rekening te houden met de hoeveelheid emissierechten die in de reserve is opgenomen of uit de reserve moet worden vrijgegeven.

(5)

Om de marktdeelnemers duidelijkheid en zekerheid te bieden met betrekking tot de hoeveelheden binnen een periode van ten minste twaalf maanden te veilen emissierechten, moeten de uit de toepassing van Besluit (EU) 2015/1814 voortvloeiende wijzigingen aan de veilingkalender van een bepaald jaar gelijktijdig met de vaststelling en bekendmaking van de veilingkalender van het daaropvolgende jaar plaatsvinden. Om een soepele uitvoering van de aanpassingen aan de veilinghoeveelheden te waarborgen zonder negatieve effecten op de veilingen, moeten de marktdeelnemers bovendien tijdig worden geïnformeerd over het effect van Besluit (EU) 2015/1814 op de veilinghoeveelheden voor de komende twaalf maanden. Daarom moeten de desbetreffende wijzigingen van de veilingkalenders van een bepaald jaar en de veilingkalenders voor het daaropvolgende jaar ruim vóór 1 september van het jaar waarop de desbetreffende aanpassingen aan de veilinghoeveelheden van toepassing worden, worden gepubliceerd.

(6)

In artikel 1, leden 5 en 8, van Besluit (EU) 2015/1814 zijn afwijkingen opgenomen van de algemene regels voor de werking van de reserve met betrekking tot de 10 % van de totale hoeveelheid te veilen emissierechten die ingevolge artikel 10, lid 2, onder b), van Richtlijn 2003/87/EG met het oog op solidariteit over bepaalde lidstaten wordt verdeeld. Daarom moet het aandeel van te veilen emissierechten van de lidstaten voor een bepaald jaar ook worden vastgesteld in overeenstemming met de bepalingen van artikel 1, lid 5, tweede alinea, en artikel 1, lid 8, van Besluit (EU) 2015/1814 die betrekking hebben op de specifieke regels voor het bepalen van het aandeel van de lidstaten in de opname van emissierechten in de reserve tot eind 2025 en de latere vrijgave van emissierechten uit de reserve.

(7)

Artikel 60, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 bevat een niet-limitatieve lijst van niet-vertrouwelijke informatie die moet worden bekendgemaakt op een door het betrokken veilingplatform speciaal daarvoor opgezette en regelmatig bijgewerkte veilingwebsite. De lijst van personen die de toelating hebben om biedingen uit te brengen in de veilingen wordt beschouwd als niet-vertrouwelijke informatie die betrekking heeft op de op een gegeven veilingplatform gehouden veilingen.

(8)

Verordening (EU) nr. 1031/2010 bevat een aantal inconsistenties die voortvloeien uit eerdere wijzigingen van die verordening, en die moeten worden rechtgezet. In het bijzonder moet artikel 10, lid 3, worden gewijzigd om te verduidelijken dat bij de berekening van de hoeveelheid emissierechten die elk jaar moeten worden geveild, rekening moet worden gehouden met aanpassingen op grond van de artikelen 24 en 27 van Richtlijn 2003/87/EG. Bij Verordening (EU) nr. 1143/2013 van de Commissie (5) is in Verordening (EU) nr. 1031/2010 de regel ingevoerd dat een entiteit alleen kan worden aangewezen als veilingplatform indien zij is erkend als een gereglementeerde markt waarvan de exploitant een secundaire markt voor emissierechten of derivaten van emissierechten organiseert. Teneinde overeenstemming met deze regel te waarborgen, is het nodig wijzigingen aan te brengen in de artikelen 19, 20 en 35 van Verordening (EU) nr. 1031/2010.

(9)

Overeenkomstig artikel 30, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 heeft het Verenigd Koninkrijk de Commissie op 18 februari 2011 in kennis gesteld van zijn besluit om niet aan de in artikel 26, leden 1 en 2, van die Verordening bedoelde gezamenlijke actie deel te nemen en zijn eigen veilingplatform aan te wijzen.

(10)

Op 30 april 2012 heeft het Verenigd Koninkrijk de Commissie in kennis gesteld van zijn voornemen om ICE Futures Europe („ICE”) aan te wijzen als een in artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 bedoeld veilingplatform. De voorwaarden voor de aanwijzing en de toepasselijke voorwaarden voor ICE als veilingplatform voor het Verenigd Koninkrijk voor de periode van 10 november 2012 tot en met 9 november 2017 zijn bij Verordening (EU) nr. 1042/2012 van de Commissie (6) opgenomen in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1031/2010.

(11)

Op 16 november 2016 heeft het Verenigd Koninkrijk de Commissie in kennis gesteld van zijn voornemen om ICE Futures Europe („ICE”) overeenkomstig artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010 aan te wijzen als zijn tweede veilingplatform. In die kennisgeving is aangegeven dat de voorwaarden en eisen van de aanwijzing van ICE dezelfde blijven als die welke op 30 april 2012 zijn aangemeld, en dat de beursregels van ICE die op de veilingen van toepassing zijn, gewijzigd zijn om te voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen voor de opneming van ICE in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1031/2010, in overeenstemming met punt 6 van de rij „Verplichtingen” in de tabel voor de door het Verenigd Koninkrijk aangewezen veilingplatforms in die bijlage. Daarnaast heeft het Verenigd Koninkrijk op verzoek van de Commissie bijkomende informatie en verduidelijking verstrekt ter aanvulling van de kennisgeving.

(12)

Om te waarborgen dat de voorgestelde aanwijzing van ICE als tweede veilingplatform van het Verenigd Koninkrijk uit hoofde van artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1031/2010, en in het bijzonder dat de beursregels van ICE voldoen aan de eisen van die verordening en in overeenstemming zijn met artikel 10, lid 4, tweede alinea, van Richtlijn 2003/87/EG, is het passend om de in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 vastgestelde voorwaarden en verplichtingen voor ICE uit te breiden tot de opneming van ICE als tweede „opt-out”-veilingplatform van het Verenigd Koninkrijk, met de aanpassingen die nodig zijn om te waarborgen dat de doelstelling daarvan wordt verwezenlijkt met inachtneming van de specifieke uitvoeringsvoorwaarden zoals vastgesteld in de toepasselijke beursregels van ICE.

(13)

Verordening (EU) nr. 1031/2010 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 1031/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de eerste en de tweede alinea worden vervangen door:

„2.   De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die in 2013 en 2014 wordt geveild, is gelijk aan de hoeveelheid emissierechten die overeenkomstig de artikelen 9 en 9 bis van die richtlijn voor het betrokken kalenderjaar wordt vastgesteld, verminderd met de hoeveelheid die overeenkomstig artikel 10 bis, lid 7, en artikel 11, lid 2, van die richtlijn kosteloos wordt toegewezen en verminderd met de helft van de totale hoeveelheid in 2012 geveilde emissierechten.

De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die in de periode 2015-2018 per kalenderjaar wordt geveild, is gelijk aan de hoeveelheid emissierechten die overeenkomstig de artikelen 9 en 9 bis van die richtlijn voor het betrokken kalenderjaar wordt vastgesteld, verminderd met de hoeveelheid die overeenkomstig artikel 10 bis, lid 7, en artikel 11, lid 2, van die richtlijn kosteloos wordt toegewezen.”;

ii)

de vijfde alinea wordt vervangen door:

„De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die met ingang van 2019 wordt geveild, is gelijk aan de overeenkomstig artikel 10, leden 1 en 1 bis, van die richtlijn vastgestelde hoeveelheid emissierechten.”;

iii)

de negende alinea wordt vervangen door:

„Onverminderd Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad (*1) houdt de hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die in het laatste jaar van elke handelsperiode wordt geveild, rekening met de eventuele beëindiging van de werking van installaties overeenkomstig artikel 10 bis, lid 19, van die richtlijn, de eventuele bijstelling van de hoeveelheid kosteloos toegewezen emissierechten overeenkomstig artikel 10 bis, lid 20, van die richtlijn en de resterende emissierechten in de reserve voor nieuwkomers overeenkomstig artikel 10 bis, lid 7, van die richtlijn.;

(*1)  Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (PB L 264 van 9.10.2015, blz. 1).”;"

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   De onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende hoeveelheid emissierechten die met ingang van 2013 elk jaar moet worden geveild, is gebaseerd op bijlage I en op de door de Commissie overeenkomstig artikel 10, lid 1, van die richtlijn vastgestelde en bekendgemaakte geraamde hoeveelheid te veilen emissierechten of op de meest recente wijziging van de oorspronkelijke raming van de Commissie zoals uiterlijk op 31 januari van het voorafgaande jaar bekendgemaakt, rekening houdend, indien van toepassing, met Besluit (EU) 2015/1814 en voor zover mogelijk met alle gratis overgangstoewijzingen die overeenkomstig artikel 10 quater, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG zijn afgetrokken of moeten worden afgetrokken van de hoeveelheid emissierechten die een bepaalde lidstaat anders overeenkomstig artikel 10, lid 2, van die richtlijn zou veilen, en rekening houdend met eventuele aanpassingen uit hoofde van de artikelen 24 en 27 van die richtlijn.

Onverminderd Besluit (EU) 2015/1814 wordt elke latere wijziging van de te veilen hoeveelheid emissierechten in een gegeven kalenderjaar verrekend in de hoeveelheid emissierechten die het daaropvolgende kalenderjaar wordt geveild.”;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   Onverminderd artikel 10 bis, lid 7, van Richtlijn 2003/87/EG is het aandeel van elke lidstaat in de hoeveelheid onder hoofdstuk III van die richtlijn vallende emissierechten die wordt geveild, in een gegeven kalenderjaar gelijk aan het overeenkomstig artikel 10, lid 2, van die richtlijn vastgestelde aandeel, rekening houdend met eventuele voorlopige kosteloze toewijzingen die deze lidstaat overeenkomstig artikel 10 quater van Richtlijn 2003/87/EG in dat kalenderjaar geeft en met de hoeveelheid emissierechten die deze lidstaat in de loop van datzelfde kalenderjaar veilt overeenkomstig artikel 24 van die richtlijn, en rekening houdend met de emissierechten die in de marktstabiliteitsreserve moeten worden opgenomen of uit die reserve moeten worden vrijgegeven overeenkomstig artikel 1, lid 5, tweede alinea, en artikel 1, lid 8, van Besluit (EU) 2015/1814.”.

2)

In artikel 11 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   De overeenkomstig artikel 26, lid 1 of lid 2, van deze verordening aangewezen veilingplatforms stellen uiterlijk op 30 juni van het voorafgaande jaar of zo spoedig mogelijk daarna, na raadpleging van de Commissie en na haar advies te hebben verkregen, de biedingsintervallen, de afzonderlijke hoeveelheden, de data van de veilingen alsook het veilingproduct en de betalings- en leveringsdata voor de onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die in een gegeven kalenderjaar in de afzonderlijke veilingen zullen worden geveild, vast en maken deze bekend. De betrokken veilingplatforms houden zo veel mogelijk rekening met het advies van de Commissie.”.

3)

In artikel 14 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

a)

punt k) wordt vervangen door:

„k)

de noodzakelijkheid voor een veilingplatform om te voorkomen dat een veiling in strijd is met deze verordening of met Richtlijn 2003/87/EG;”;

b)

het volgende punt l) wordt toegevoegd:

„l)

op grond van Besluit (EU) 2015/1814 noodzakelijke aanpassingen, die uiterlijk op 15 juli van een bepaald jaar of zo snel mogelijk daarna worden vastgesteld en bekendgemaakt.”.

4)

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Leden van of deelnemers aan de secundaire markt die wordt georganiseerd door een krachtens artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform, mogen rechtstreeks biedingen uitbrengen in de door dat veilingplatform gehouden veilingen als zij overeenkomstig artikel 18, lid 1 of lid 2, gerechtigde personen zijn, en hoeven niet aan nadere toelatingseisen te voldoen, mits alle hierna genoemde voorwaarden zijn vervuld:

a)

de toelatingseisen voor het lid of de deelnemer om emissierechten te mogen verhandelen via de secundaire markt die wordt georganiseerd door een overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform, zijn niet minder streng dan de in lid 2 van dit artikel genoemde eisen;

b)

het overeenkomstig artikel 26, lid 1, of artikel 30, lid 1, aangewezen veilingplatform wint alle extra informatie in die nodig is om te verifiëren of alle in lid 2 van dit artikel genoemde eisen die nog niet eerder zijn geverifieerd, worden nagekomen.”;

b)

in lid 2 wordt de tweede alinea geschrapt.

5)

In artikel 20, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„Aan leden van of deelnemers aan de door het betrokken veilingplatform georganiseerde secundaire markt die aan de eisen van artikel 19, lid 1, voldoen, wordt de toelating verleend om biedingen uit te brengen zonder dat zij de in de eerste alinea bedoelde aanvraag hoeven in te dienen.”.

6)

In artikel 30, lid 6, wordt punt b) vervangen door:

„b)

de nadere voorschriften voor het veilingproces dat zal worden toegepast door het veilingplatform dat of de veilingplatforms die hij voornemens is aan te wijzen, met inbegrip van de contractsbepalingen betreffende de aanwijzing van het betrokken veilingplatform, inclusief elk met het voorgestelde veilingplatform verbonden clearingsysteem of afwikkelingssysteem, met opgave van de voorwaarden inzake de structuur en de hoogte van de vergoedingen, het beheer van zekerheden, betalingen en leveringen;”.

7)

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die wordt geveild in de afzonderlijke veilingen die door een overeenkomstig artikel 30, lid 1 of lid 2, van deze verordening aangewezen veilingplatform worden gehouden, bedraagt ten hoogste 20 miljoen emissierechten en ten minste 3,5 miljoen emissierechten, tenzij de totale hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die door de aanwijzende lidstaat in een gegeven kalenderjaar wordt geveild, minder dan 3,5 miljoen emissierechten bedraagt, in welk geval die emissierechten in één veiling per kalenderjaar worden geveild. De hoeveelheid onder hoofdstuk III van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die in een afzonderlijke veiling op die veilingplatforms wordt geveild, mag niet minder bedragen dan 1,5 miljoen emissierechten in de respectieve perioden van twaalf maanden wanneer overeenkomstig artikel 1, lid 5, van Besluit (EU) 2015/1814 een aantal emissierechten in mindering moet worden gebracht van de hoeveelheid te veilen emissierechten.”;

b)

in lid 4 wordt de eerste alinea vervangen door:

„4.   Voor de onder hoofdstuk II van Richtlijn 2003/87/EG vallende emissierechten die jaarlijks in de afzonderlijke veilingen moeten worden geveild, stellen de overeenkomstig artikel 30, lid 1 of lid 2, van deze verordening aangewezen veilingplatforms de biedingsintervallen, de afzonderlijke hoeveelheden, de data van de veilingen alsook het veilingproduct en de betalings- en leveringsdata uiterlijk op 31 oktober van het voorafgaande jaar of zo spoedig mogelijk daarna vast en maken deze bekend en voor de onder hoofdstuk III van die richtlijn vallende emissierechten doen zij dit uiterlijk op 15 juli van het voorafgaande jaar of zo spoedig mogelijk daarna. De betrokken veilingplatforms doen hun vaststelling en bekendmaking pas na de vaststelling en bekendmaking overeenkomstig artikel 11, lid 1, en artikel 13, lid 1, van deze verordening door de overeenkomstig artikel 26, lid 1 of lid 2, van deze verordening aangewezen veilingplatforms, tenzij een dergelijk veilingplatform nog niet is aangewezen. De betrokken veilingplatforms doen hun vaststelling en bekendmaking pas na raadpleging van de Commissie en na haar advies te hebben verkregen. De betrokken veilingplatforms houden zo veel mogelijk rekening met het advies van de Commissie.”.

8)

In artikel 35 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   De veilingen worden alleen gehouden op veilingplatforms die zijn erkend als gereglementeerde markt waarvan de exploitant een secundaire markt voor emissierechten of derivaten van emissierechten organiseert.”.

9)

In artikel 60, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

„1.   Alle wetgeving, richtsnoeren, instructies, formulieren, documenten, aankondigingen, met inbegrip van de veilingkalender, alle andere niet-vertrouwelijke informatie die betrekking heeft op de op een gegeven veilingplatform gehouden veilingen, met inbegrip van de lijst van personen die de toelating hebben om biedingen uit te brengen in de veilingen, elk besluit, met inbegrip van besluiten uit hoofde van artikel 57 tot vaststelling van een maximumomvang voor biedingen en andere corrigerende maatregelen die nodig zijn om een feitelijk of potentieel onderkenbaar risico van witwassen van geld, financiering van terrorisme, criminele activiteiten of marktmisbruik op dat veilingplatform te beperken, worden bekendgemaakt op een door het betrokken veilingplatform speciaal daarvoor opgezette en regelmatig bijgewerkte veilingwebsite.”.

10)

Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

11)

Bijlage IV wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

(2)  Verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 302 van 18.11.2010, blz. 1).

(3)  Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG (PB L 264 van 9.10.2015, blz. 1).

(4)  Verordening (EU) nr. 176/2014 van de Commissie van 25 februari 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 met name met het oog op de vaststelling van de hoeveelheden in 2013-2020 te veilen broeikasgasemissierechten (PB L 56 van 26.2.2014, blz. 11).

(5)  Verordening (EU) nr. 1143/2013 van de Commissie van 13 november 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap met name ter opneming van een door Duitsland aan te wijzen veilingplatform (PB L 303 van 14.11.2013, blz. 10).

(6)  Verordening (EU) nr. 1042/2012 van de Commissie van 7 november 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 ter opneming van een door het Verenigd Koninkrijk aan te wijzen veilingplatform (PB L 310 van 9.11.2012, blz. 19).


BIJLAGE I

Aan bijlage III wordt het volgende deel 4 toegevoegd:

„Door het Verenigd Koninkrijk aangewezen veilingplatforms

4

Veilingplatform

ICE Futures Europe (ICE)

 

Rechtsgrondslag

Artikel 30, lid 1

 

Aanwijzingstermijn

Van op zijn vroegst 10 november 2017 tot op zijn laatst 9 november 2022, onverminderd artikel 30, lid 5, tweede alinea.

 

Definities

Voor de toepassing van de voor ICE geldende voorwaarde en verplichtingen zijn de volgende definities van toepassing:

a)   „ICE-beursregels”: ICE-bepalingen, met inbegrip van met name contractregels en -procedures met betrekking tot het ICE FUTURES EUA-VEILINGCONTRACT en het ICE FUTURES EUAA-VEILINGCONTRACT;

b)   „beurslid”: een lid als gedefinieerd in sectie A.1 van de ICE-beursregels;

c)   „cliënt”: een cliënt van een beurslid, alsook cliënten van hun cliënten in de keten, die de toelating van personen om te bieden faciliteren en namens bieders optreden.

 

Voorwaarden

Toelating tot de veilingen is niet afhankelijk van beurslidmaatschap van of deelneming aan de door ICE georganiseerde secundaire markt of een andere door ICE of een derde partij beheerde handelslocatie.

 

Verplichtingen

1.

ICE vereist dat door de beursleden van ICE of hun cliënten genomen besluiten tot het verlenen van toelating om te bieden in de veilingen en tot het intrekken of opschorten van die toelating, ongeacht of dat besluit is genomen met betrekking tot een toelating om uitsluitend te bieden in de veiling of tot een toelating om te bieden in de veilingen en ook lid te worden van of deel te nemen aan de secundaire markt, op de volgende wijze aan ICE worden meegedeeld door de beursleden of hun cliënten die zulke besluiten nemen:

a)

in het geval van besluiten om toelating tot bieden te weigeren en besluiten om toegang tot veilingen in te trekken of op te schorten, per geval en onverwijld;

b)

in het geval van andere beslissingen, op verzoek.

ICE bepaalt dat dergelijke besluiten door hem aan een onderzoek kunnen worden onderworpen om na te gaan of zij stroken met de uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1031/2010 op het veilingplatform rustende verplichtingen en dat de beursleden van ICE of hun cliënten gehouden zijn door de uitkomsten van een dergelijk onderzoek door ICE. Deze kunnen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, een beroep op toepasselijke ICE-beursregels, met inbegrip van disciplinaire procedures, of enige andere passende maatregel om de toelating om op de veilingen te bieden, te faciliteren.

2.

ICE stelt op zijn website een volledige en actuele lijst ter beschikking van beursleden of hun cliënten die in aanmerking komen om toegang tot het bieden in de veilingen van het Verenigd Koninkrijk via ICE te faciliteren, en deze lijst omvat aanbieders die alleen toegang bieden tot de veilingen zoals neergelegd de beursregels van ICE, en beursleden of hun cliënten die personen die mogelijk ook leden van of deelnemers aan de secundaire markt zijn, toelating verlenen om te bieden in de veilingen.

Bovendien stelt ICE op zijn website bevattelijke praktische wenken ter beschikking om kmo's en kleine emittenten te informeren over de stappen die zij moeten ondernemen om toegang te krijgen tot de veilingen via zulke beursleden of hun cliënten.

3.

Alle door ICE en zijn clearingsysteem ten aanzien van personen die toelating hebben om te bieden of bieders toegepaste vergoedingen en voorwaarden zijn duidelijk omschreven, gemakkelijk te begrijpen en publiekelijk beschikbaar op de website van ICE, die regelmatig moet worden bijgewerkt.

ICE bepaalt dat wanneer een beurslid of zijn cliënt voor toelating om te bieden aanvullende vergoedingen of voorwaarden toepast, die vergoedingen en voorwaarden duidelijk omschreven, gemakkelijk te begrijpen en publiekelijk beschikbaar zijn op de website van de aanbieders van de diensten, waarnaar directe koppelingen moeten zijn opgenomen op de website van ICE, en waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen vergoedingen en voorwaarden die worden toegepast op personen die uitsluitend in de veilingen mogen bieden, indien deze beschikbaar zijn, en vergoedingen en voorwaarden die worden toegepast op personen die toelating hebben om te bieden in de veilingen en ook leden van of deelnemers aan de secundaire markt zijn.

4.

Onverminderd andere rechtsmiddelen, voorziet ICE in de beschikbaarheid van de ICE Complaints Resolution Procedures voor klachten die kunnen rijzen in verband met door de beursleden van ICE of hun cliënten genomen besluiten tot het verlenen van toelating om op de veilingen te bieden, tot het weigeren van toelating om op de veilingen te bieden, of tot intrekking of opschorting van reeds verleende toelatingen om op de veilingen te bieden, zoals meer specifiek vermeld in punt 1, en alle dergelijke klachten zijn ten behoeve van de ICE Complaints Resolution Procedures ontvankelijke klachten.

5.

ICE brengt binnen zes maanden na de aanvang van de veilingen verslag uit aan de veilingtoezichthouder over de in het kader van haar samenwerkingsmodel met de beursleden en hun cliënten behaalde dekking, met inbegrip van het behaalde niveau van geografische dekking. ICE houdt ten volle rekening met de aanbevelingen dienaangaande van de veilingtoezichthouder teneinde nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 35, lid 3, onder a) en b), van deze Verordening (EU) nr. 1031/2010 te waarborgen.

6.

ICE waarborgt onverkorte nakoming van de in deze bijlage opgenomen voorwaarde en verplichtingen voor zijn opneming.

7.

Het Verenigd Koninkrijk stelt de Commissie in kennis van alle belangrijke wijzigingen in de bij de Commissie aangemelde contractuele regelingen met ICE.”


BIJLAGE II

BIJLAGE IV

Aanpassingen van de hoeveelheden in de periode 2013-2020 te veilen emissierechten (in miljoen) als bedoeld in artikel 10, lid 2

Jaar

Af te trekken hoeveelheid

2013

 

2014

400

2015

300

2016

200

2017

 

2018

 

2019

 

2020