15.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 184/33


UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2017/1279 VAN DE COMMISSIE

van 14 juli 2017

tot wijziging van de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 14, tweede alinea, onder c) en d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Anoplophora malasiaca (Forster) wordt op basis van de recent gepubliceerde herziening van de wetenschappelijke benaming beschouwd als een synoniem van Anoplophora chinensis (Thomson), dat al in bijlage I, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG is opgenomen. Anoplophora malasiaca (Forster) moet daarom uit bijlage I, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG worden geschrapt.

(2)

Gezien de toegenomen internationale handel en de door de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee uitgevoerde en recent gepubliceerde beoordelingen van het fytosanitaire risico, is het technisch gerechtvaardigd en strookt het met de betrokken fytosanitaire risico's om de schadelijk organismen Bactericera cockerelli (Sulc.), Keiferia lycopersicella (Walsingham), Saperda candida Fabricius en Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) in bijlage I, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG op te nemen ter bescherming van planten, plantaardige producten en andere materialen.

(3)

Het is technisch gerechtvaardigd om Xylella fastidiosa (Wells et al.) uit bijlage I, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG te schrappen en dit schadelijk organisme in rubriek II van dat deel op te nemen, aangezien het voorkomt in de Unie.

(4)

De aanwezigheid van het schadelijk organisme Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen) houdt een onaanvaardbaar risico in voor de productie van en de handel in planten, plantaardige producten en andere materialen. Bovendien zijn de voor Citrus pathogene stammen van Xanthomonas campestris geherclassificeerd. Xanthomonas citri pv. citri en Xanthomonas citri pv. aurantifolii zijn de veroorzakers van citruskanker. Daarom is het wetenschappelijk gerechtvaardigd en strookt het met het betrokken fytosanitaire risico om Xanthomonas campestris uit bijlage II, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG te schrappen en onder de benamingen Xanthomonas citri pv. aurantifolii en Xanthomonas citri pv. citri in bijlage I, deel A, rubriek I, bij die richtlijn op te nemen.

(5)

Op basis van de herziening van de wetenschappelijke benaming is het schadelijk organisme Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) hernoemd tot Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa, de veroorzaker van blackspot bij Citrus. Het houdt ook een onaanvaardbaar risico in voor de productie van en de handel in planten, plantaardige producten en andere materialen. Daarom is het technisch gerechtvaardigd en strookt het met het betrokken fytosanitaire risico om dat schadelijk organisme van bijlage II, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG naar bijlage I, deel A, rubriek I, bij die richtlijn te verplaatsen en tot Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa te hernoemen.

(6)

De typografische fouten in de wetenschappelijke namen van de schadelijke organismen Phyllosticta solitaria Ell. et Ev. en Popilia japonica Newman in bijlage I, deel A, rubriek I respectievelijk II, bij Richtlijn 2000/29/EG en Aleurochantus spp. en Aonidella citrina Coquillet in bijlage II, deel A, rubriek I, bij die richtlijn moeten worden gecorrigeerd en de namen moeten door respectievelijk Phyllosticta solitaria Ellis & Everhart, Popillia japonica Newman, Aleurocanthus spp. en Aonidiella citrina Coquillet worden vervangen. Ook typografische fouten in de wetenschappelijke benaming van Zea mays L. moeten in alle bijlagen waarin die soort wordt genoemd, worden gecorrigeerd. De typografische fout in de wetenschappelijke benaming Amiris P. Browne in bijlage V, deel B, rubriek I, bij die richtlijn moet worden gecorrigeerd en de benaming moet door Amyris P. Browne worden vervangen.

(7)

Op basis van de recent gepubliceerde herziening van de wetenschappelijke benaming is mycoplasma van floëemnecrose van Ulmus L. hernoemd tot „Candidatus Phytoplasma ulmi”. Bovendien is het technisch gerechtvaardigd om dat organisme uit bijlage I, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG (waarin het als mycoplasma van floëemnecrose van Ulmus L. is opgenomen) te schrappen en het als „Candidatus Phytoplasma ulmi” in rubriek II van dat deel op te nemen, aangezien dit schadelijk organisme voorkomt in de Unie. Dit is in overeenstemming met de indeling van het organisme door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) (2). Ook in bijlage IV bij Richtlijn 2000/29/EG moet de nieuwe naam worden gebruikt.

(8)

Het is technisch gerechtvaardigd en het strookt met het betrokken fytosanitaire risico om het schadelijk organisme Potato spindle tuber viroid uit bijlage I, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG te schrappen, aangezien het zich heeft verspreid en in een groot deel van de Unie op verschillende gastheerplanten voorkomt. Om goederen die momenteel vrij zijn van het organisme te beschermen, wordt het organisme opgenomen in bijlage II, deel A, rubriek II, bij die richtlijn, aangezien de aanwezigheid ervan een aanzienlijk risico zou inhouden en grote verliezen zou veroorzaken.

(9)

Op basis van de recent gepubliceerde herziening van de wetenschappelijke benaming moet het schadelijk organisme Xanthomonas campestris pv. pruni (Smith) Dye hernoemd worden tot Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.

(10)

De bijzondere eisen voor hout in bijlage IV, deel A, rubriek I, bij Richtlijn 2000/29/EG moeten worden herzien om deze op de desbetreffende internationale norm voor fytosanitaire maatregelen (ISPM 15) af te stemmen en verder te verduidelijken. Bovendien moet de vrijstelling van verpakkingsmateriaal voor hout van de bijzondere eisen voor hout van Platanus L. in die rubriek worden bijgewerkt, omdat deze in de laatste wijziging van die rubriek is weggelaten.

(11)

Op basis van wetenschappelijke en technische kennis is het technisch aanvaardbaar bijzondere eisen op te nemen voor het binnenbrengen van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen in de Unie, omdat zij waarschijnlijk gastheer zijn van de in overweging 2 genoemde schadelijke organismen. De desbetreffende planten, plantaardige producten en andere materialen moeten daarom in bijlage IV, deel A, bij Richtlijn 2000/29/EG worden opgenomen.

(12)

Wegens de ontwikkeling van de wetenschappelijke en technische kennis en de recent gepubliceerde beoordelingen door de EFSA van het fytosanitaire risico moeten de bijzondere eisen in bijlage IV, deel A, bij Richtlijn 2000/29/EG worden gewijzigd wat de in de overwegingen 4, 5 en 7 genoemde schadelijke organismen betreft. De gewijzigde eisen hebben tot doel het fytosanitaire risico veroorzaakt door het binnenbrengen in de Unie van die planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit derde landen tot een aanvaardbaar niveau te beperken.

(13)

Op basis van beoordelingen van het fytosanitaire risico is het technisch gerechtvaardigd en strookt het met de risico's die het schadelijk organisme Trioza erytreae Del Guercio inhoudt, om Murraya J. Koenig ex L. in de desbetreffende punten van bijlage IV, deel A, rubrieken I en II, bij Richtlijn 2000/29/EG aan de lijst met gastheerplanten van dat schadelijk organisme toe te voegen. Op basis van vaststellingen in de lidstaten moet ook Choisya Kunt in de lijst met gastheerplanten van dat schadelijk organisme worden opgenomen. De bijzondere eisen voor de invoer en het in het verkeer brengen in de Unie van de gastheerplanten in de desbetreffende punten van bijlage IV, deel A, rubrieken I en II, bij Richtlijn 2000/29/EG moeten daarom worden gewijzigd.

(14)

Bovendien moeten de in de overwegingen 10 tot en met 13 bedoelde planten, plantaardige producten en andere materialen aan een plantenziektekundig onderzoek worden onderworpen voordat zij in de Unie worden binnengebracht of in het verkeer worden gebracht. Die planten, plantaardige producten en andere materialen moeten daarom in deel A of B van bijlage V bij Richtlijn 2000/29/EG worden opgenomen.

(15)

De GN-codes voor hout in bijlage V bij Richtlijn 2000/29/EG moeten worden bijgewerkt om deze af te stemmen op de huidige GN-codes die worden gebruikt in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (3) zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1821 van de Commissie (4).

(16)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie (5) zijn bepaalde gebieden erkend als beschermde gebieden ten aanzien van diverse schadelijke organismen. Die verordening is recent gewijzigd om rekening te houden met de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de beschermde gebieden binnen de Unie en de volgende schadelijke organismen: Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties), „Candidatus Phytoplasma ulmi”, Ceratocystis platani (J.M. Walter) Engelbr. & T.C. Harr., Citrus tristeza virus (Europese stammen), Curtobacterium flaccumfaciens pv. flaccumfaciens (Hedges) Col., Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu, Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al., Globodera pallida (Stone) Behrens, Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens, Paysandisia archon (Burmeister), Rhynchophorus ferrugineus (Olivier), Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller, Thaumetopoea processionea L., Tomato spotted wilt virus en Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. Om ervoor te zorgen dat de eisen betreffende beschermende gebieden in verband met de respectieve schadelijke organismen consistent zijn, moeten de desbetreffende eisen in de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG worden bijgewerkt.

(17)

Daarnaast voldoen verschillende gebieden in de Unie die zijn erkend als beschermd gebied ten aanzien van bepaalde schadelijke organismen niet langer aan de eisen, omdat die schadelijke organismen er nu worden aangetroffen of omdat de betrokken lidstaten om de intrekking van de status van beschermd gebied hebben verzocht. Het gaat om de volgende gebieden: de regio Ribatejo e Oeste in Portugal ten aanzien van Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties); het district Odemira in Alentejo in Portugal ten aanzien van het Citrus tristeza virus (Europese stammen); het grondgebied van Portugal ten aanzien van Curtobacterium flaccumfaciens pv. flaccumfaciens (Hedges) Col. en Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu; de autonome gemeenschappen Andalucía en Madrid en de comarcas Garrigues, Noguera, Pla d'Urgell, Segrià en Urgell in de provincie Lleida (Comunidad autónoma de Catalunya) in Spanje; de provincies Milano en Varese (Lombardia) en de gemeenten Busca, Centallo en Tarantasca in de provincie Cuneo (Piemonte) in Italië; de townlands Ballinran Upper, Carrigenagh Upper, Ballinran, en Carrigenagh in County Down, en het kiesgebied Dunmurry Cross in Belfast, County Antrim (Noord-Ierland) in het Verenigd Koninkrijk en het volledige grondgebied van het district Dunajská Streda in Slowakije ten aanzien van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al.; de lokale bestuurlijke gebieden Guildford en Woking in het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Thaumetopoea processionea L. en het grondgebied van Finland ten aanzien van het Tomato spotted wilt virus. Dit moet in deel B van de bijlagen I tot en met IV bij Richtlijn 2000/29/EG worden weerspiegeld.

(18)

De fouten in de afbakening van de beschermde gebieden voor Leptinotarsa decemlineata Say in Finland en Zweden in bijlage I, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG moeten worden gecorrigeerd en de afbakening moet met Verordening (EG) nr. 690/2008 in overeenstemming worden gebracht.

(19)

Om de productie van en handel in planten, plantaardige producten en andere materialen te beschermen, is het technisch gerechtvaardigd en strookt het met het betrokken fytosanitaire risico om het schadelijk organisme Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens aan bijlage I, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG toe te voegen en Paysandisia archon (Burmeister), Rhynchophorus ferrugineus (Olivier), Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller en Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. aan bijlage II, deel B, bij die richtlijn toe te voegen.

(20)

Uit door Portugal verstrekte gegevens blijkt dat het grondgebied van de Azoren vrij is van Globodera pallida (Stone) Behrens, Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens en Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) en dat de Azoren voldoen aan de voorwaarden van artikel 2, lid 1, onder h), van Richtlijn 2000/29/EG voor de instelling van een beschermd gebied ten aanzien van die schadelijke organismen. Deel B van de bijlagen I, II en IV bij Richtlijn 2000/29/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. Ook bijlage IV, deel B, en bijlage V, deel A, bij die richtlijn moeten worden gewijzigd om eisen in te voeren voor de verplaatsing van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen naar de beschermde gebieden.

(21)

Uit door Ierland, Malta en het Verenigd Koninkrijk verstrekte gegevens blijkt dat het grondgebied van deze lidstaten vrij is van Paysandisia archon (Burmeister) en dat deze grondgebieden voldoen aan de voorwaarden van artikel 2, lid 1, onder h), van Richtlijn 2000/29/EG voor de instelling van een beschermd gebied ten aanzien van dat schadelijk organisme. Deel B van de bijlagen II en IV bij Richtlijn 2000/29/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. Ook bijlage IV, deel B, en bijlage V, deel A, bij die richtlijn moeten worden gewijzigd om eisen in te voeren voor de verplaatsing van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen naar de beschermde gebieden.

(22)

Uit door Ierland en het Verenigd Koninkrijk verstrekte gegevens blijkt dat het grondgebied van deze lidstaten vrij is van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) en dat deze grondgebieden voldoen aan de voorwaarden van artikel 2, lid 1, onder h), van Richtlijn 2000/29/EG voor de instelling van een beschermd gebied ten aanzien van dat schadelijk organisme. Deel B van de bijlagen II en IV bij Richtlijn 2000/29/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. Ook bijlage IV, deel B, en bijlage V, deel A, bij die richtlijn moeten worden gewijzigd om eisen in te voeren voor de verplaatsing van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen naar de beschermde gebieden.

(23)

Uit door het Verenigd Koninkrijk verstrekte gegevens blijkt dat het grondgebied van deze lidstaat vrij is van Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller en Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. en dat het voldoet aan de voorwaarden van artikel 2, lid 1, onder h), van Richtlijn 2000/29/EG voor de instelling van een beschermd gebied ten aanzien van die schadelijke organismen. Deel B van de bijlagen II en IV bij Richtlijn 2000/29/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. Ook bijlage IV, deel B, en bijlage V, deel A, bij die richtlijn moeten worden gewijzigd om eisen in te voeren voor de verplaatsing van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen naar de beschermde gebieden.

(24)

Uit door Ierland verstrekte gegevens blijkt dat het grondgebied van deze lidstaat vrij is van Ceratocystis platani (J.M. Walter) Engelbr. & T.C. Harr. en dat het voldoet aan de voorwaarden van artikel 2, lid 1, onder h), van Richtlijn 2000/29/EG voor de instelling van een beschermd gebied ten aanzien van dat schadelijk organisme. Deel B van de bijlagen II en IV bij Richtlijn 2000/29/EG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(25)

Uit een recente analyse van het fytosanitaire risico blijkt dat de huidige eisen voor het binnenbrengen en het in het verkeer brengen in bepaalde beschermde gebieden van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen ten aanzien van Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties) en Daktulosphaira vitifoliae (Fitch) ontoereikend zijn om het betrokken fytosanitaire risico tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Die eisen moeten in bijlage IV, deel B, bij Richtlijn 2000/29/EG worden geherformuleerd.

(26)

De bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(27)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 31 december 2017 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 januari 2018.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 14 juli 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  EFSA-panel voor de gezondheid van gewassen, 2014. Scientific Opinion on the pest categorisation of Elm phloem necrosis mycoplasm. EFSA Journal 2014; 12(7):3773, 34 blz., doi:10.2903/j.efsa.2014.3773.

(3)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1821 van de Commissie van 6 oktober 2016 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 294 van 28.10.2016, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie van 4 juli 2008 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico's bestaan (PB L 193 van 22.7.2008, blz. 1).


BIJLAGE

De bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 2000/29/EG worden als volgt gewijzigd:

1.

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel A wordt als volgt gewijzigd:

i)

rubriek I wordt als volgt gewijzigd:

onder a) wordt de tekst als volgt gewijzigd:

punt 5 wordt geschrapt;

na punt 6 wordt het volgende punt ingevoegd:

„6.1.

Bactericera cockerelli (Sulc.)”;

na punt 11.1 wordt het volgende punt ingevoegd:

„11.2.

Keiferia lycopersicella (Walsingham)”;

na punt 19.1 wordt het volgende punt ingevoegd:

„19.2.

Saperda candida Fabricius”;

na punt 25 wordt het volgende punt ingevoegd:

„25.1.

Thaumatotibia leucotreta (Meyrick)”;

onder b) wordt de tekst als volgt gewijzigd:

punt 1 wordt geschrapt;

na punt 0.1 worden de volgende punten ingevoegd:

„2.

Xanthomonas citri pv. aurantifolii

2.1.

Xanthomonas citri pv. citri”;

onder c) wordt de tekst als volgt gewijzigd:

na punt 12 wordt het volgende punt ingevoegd:

„12.1.

Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa”;

in punt 13 wordt „Phyllosticta solitaria Ell. et Ev.” vervangen door „Phyllosticta solitaria Ellis & Everhart”;

onder d) wordt de tekst als volgt gewijzigd:

punt 1 wordt geschrapt;

in punt 2 wordt subpunt e) geschrapt;

ii)

rubriek II wordt als volgt gewijzigd:

onder a) wordt punt 8, „Popilia japonica Newman”, vervangen door „Popillia japonica Newman”;

onder b) wordt na punt 2 het volgende punt ingevoegd:

„3.

Xylella fastidiosa (Wells et al.)”;

onder d) wordt na punt 2 het volgende punt ingevoegd:

„2.1.

Candidatus Phytoplasma ulmi””;

b)

deel B wordt als volgt gewijzigd:

i)

onder a) wordt de tekst als volgt gewijzigd:

punt 1 wordt vervangen door:

„1.

Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties)

IRL, P (Açores, Beira Interior, Beira Litoral, Entre Douro e Minho en Trás-os-Montes), UK, S, FI”;

punt 1.2 wordt vervangen door:

„1.2.

Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu

IRL, UK”;

punt 2 wordt vervangen door:

„2.

Globodera pallida (Stone) Behrens

FI, LV, P (Açores), SI, SK”;

na punt 2 wordt het volgende punt ingevoegd:

„2.1.

Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens

P (Açores)”;

punt 3 wordt vervangen door:

„3.

Leptinotarsa decemlineata Say

E (Ibiza en Menorca), IRL, CY, M, P (Açores en Madeira), UK, S (de provincies Blekinge, Gotland, Halland, Kalmar en Skåne), FI (de districten Åland, Häme, Kymi, Pirkanmaa, Satakunta, Turku en Uusimaa)”;

punt 5 wordt vervangen door:

„5.

Thaumetopoea processionea L.

IRL, UK (met uitzondering van de lokale bestuurlijke gebieden Barnet; Brent; Bromley; Camden; City of London; City of Westminster; Croydon; Ealing; Elmbridge District; het district Epsom and Ewell; Guildford; Hackney; Hammersmith and Fulham; Haringey; Harrow; Hillingdon; Hounslow; Islington; Kensington and Chelsea; Kingston upon Thames; Lambeth; Lewisham; Merton; Reading; Richmond upon Thames; het district Runnymede; Slough; South Oxfordshire; Southwark; het district Spelthorne; Sutton; Tower Hamlets; Wandsworth; West Berkshire en Woking)”;

ii)

onder b), punt 2, wordt in de rechterkolom „S, FI” vervangen door „S”.

2.

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel A wordt als volgt gewijzigd:

i)

rubriek I wordt als volgt gewijzigd:

onder a) wordt de tekst als volgt gewijzigd:

in punt 2 wordt in de linkerkolom „Aleurochantus spp.” vervangen door „Aleurocanthus spp.”;

in punt 5 wordt in de linkerkolom „Aonidella citrina Coquillet” vervangen door „Aonidiella citrina Coquillet”;

onder b) wordt de tekst als volgt gewijzigd:

in punt 3 wordt in de rechterkolom „Zaden van Zea mais L.” vervangen door „Zaden van Zea mays L.”;

punt 4 wordt geschrapt;

onder c) wordt punt 11 geschrapt;

ii)

rubriek II wordt als volgt gewijzigd:

onder b), punt 8, wordt in de linkerkolom „Xanthomonas campestris pv. pruni (Smith) Dye” vervangen door „Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.”;

onder d) wordt na punt 7 het volgende punt ingevoegd:

„7.1.

Potato spindle tuber viroid

Voor opplant bestemde planten (met inbegrip van zaden) van Solanum lycopersicum L. en de hybriden daarvan, Capsicum annuum L., Capsicum frutescens L. en planten van Solanum tuberosum L.”;

b)

deel B wordt als volgt gewijzigd:

i)

onder a) wordt de tekst als volgt gewijzigd:

na punt 6 worden de volgende punten ingevoegd:

„6.1.

Paysandisia archon (Burmeister)

Planten van Palmae, bestemd voor opplant, met een stamdiameter aan de voet van meer dan 5 cm en behorend tot de volgende geslachten: Brahea Mart., Butia Becc., Chamaerops L., Jubaea Kunth, Livistona R. Br., Phoenix L., Sabal Adans., Syagrus Mart., Trachycarpus H. Wendl., Trithrinax Mart., Washingtonia Raf.

IRL, MT, UK

6.2.

Rhynchophorus ferrugineus (Olivier)

Planten van Palmae, bestemd voor opplant, met een stamdiameter aan de voet van meer dan 5 cm en behorend tot de volgende taxa: Areca catechu L., Arenga pinnata (Wurmb) Merr., Bismarckia Hildebr. & H. Wendl., Borassus flabellifer L., Brahea armata S. Watson, Brahea edulis H. Wendl., Butia capitata (Mart.) Becc., Calamus merrillii Becc., Caryota maxima Blume, Caryota cumingii Lodd. ex Mart., Chamaerops humilis L., Cocos nucifera L., Copernicia Mart., Corypha utan Lam., Elaeis guineensis Jacq., Howea forsteriana Becc., Jubaea chilensis (Molina) Baill., Livistona australis C. Martius, Livistona decora (W. Bull) Dowe, Livistona rotundifolia (Lam.) Mart., Metroxylon sagu Rottb., Phoenix canariensis Chabaud, Phoenix dactylifera L., Phoenix reclinata Jacq., Phoenix roebelenii O'Brien, Phoenix sylvestris (L.) Roxb., Phoenix theophrasti Greuter, Pritchardia Seem. & H. Wendl., Ravenea rivularis Jum. & H. Perrier, Roystonea regia (Kunth) O.F. Cook, Sabal palmetto (Walter) Lodd. ex Schult. & Schult. f.,Syagrus romanzoffiana (Cham.) Glassman, Trachycarpus fortunei (Hook.) H. Wendl. en Washingtonia Raf.

IRL, P (Açores), UK”;

na punt 9 wordt het volgende punt toegevoegd:

„10.

Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller

Planten van Pinus L., bestemd voor opplant, met uitzondering van vruchten en zaden

UK”;

ii)

onder b) wordt de tekst als volgt gewijzigd:

in punt 1 wordt in de derde kolom „P” geschrapt;

in punt 2 wordt de tekst in de derde kolom vervangen door:

„E (met uitzondering van de autonome gemeenschappen Andalucia, Aragón, Castilla la Mancha, Castilla y León, Extremadura, de autonome gemeenschap Madrid, Murcia, Navarra en La Rioja, de provincie Guipuzcoa (Baskenland), de comarcas Garrigues, Noguera, Pla d'Urgell, Segrià en Urgell in de provincie Lleida (Communidad autónoma de Catalunya), de comarcas L'Alt Vinalopó en El Vinalopó Mitjà in de provincie Alicante en de gemeenten Alborache en Turís in de provincie Valencia (Comunidad Valenciana)), EE, F (Corsica), IRL (met uitzondering van de stad Galway), I (Abruzzo, Basilicata, Calabria, Campania, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza), Lazio, Liguria, Lombardia (met uitzondering van de provincies Mantova, Milano, Sondrio en Varese), Marche, Molise, Piemonte (met uitzondering van de gemeenten Busca, Centallo en Tarantasca in de provincie Cuneo), Puglia, Sardinia, Sicilia, Toscana, Umbria, Valle d'Aosta, Veneto (met uitzondering van de provincies Rovigo en Venezia, de gemeenten Barbona, Boara Pisani, Castelbaldo, Masi, Piacenza d'Adige, S. Urbano en Vescovana in de provincie Padova en het gebied ten zuiden van autoweg A4 in de provincie Verona)), LV, LT (met uitzondering van de gemeenten Babtai en Kėdainiai (district Kaunas)), P, SI (met uitzondering van de regio's Gorenjska, Koroška, Maribor en Notranjska, en de gemeenten Lendava en Renče-Vogrsko (ten zuiden van autoweg H4)), SK (met uitzondering van het district Dunajská Streda, Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Dvory nad Žitavou (district Nové Zámky), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov)), FI, UK (Noord-Ierland: met uitzondering van de townlands Ballinran Upper, Carrigenagh Upper, Ballinran en Carrigenagh in County Down, en het kiesgebied Dunmurry Cross in Belfast, County Antrim; het eiland Man en de Kanaaleilanden)”;

na punt 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

„3.

Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.

Planten van Prunus L., bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden

UK”;

iii)

onder c), punt 0.0.1, wordt in de derde kolom „UK” vervangen door „IRL, UK”;

iv)

onder d) wordt de tekst als volgt gewijzigd:

voor punt 1 wordt het volgende punt ingevoegd:

„01.

Candidatus Phytoplasma ulmi”

Planten van Ulmus L., bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden

UK”;

in punt 1 wordt de tekst in de derde kolom vervangen door:

„EL (met uitzondering van de regionale eenheden Argolida en Chania), M, P (met uitzondering van Algarve, Madeira en het district Odemira in Alentejo)”.

3.

Bijlage III, deel B, wordt als volgt gewijzigd:

a)

in punt 1 wordt de tekst in de rechterkolom vervangen door:

„E (met uitzondering van de autonome gemeenschappen Andalucia, Aragón, Castilla la Mancha, Castilla y León, Extremadura, de autonome gemeenschap Madrid, Murcia, Navarra en La Rioja, de provincie Guipuzcoa (Baskenland), de comarcas Garrigues, Noguera, Pla d'Urgell, Segrià en Urgell in de provincie Lleida (Communidad autónoma de Catalunya), de comarcas L'Alt Vinalopó en El Vinalopó Mitjà in de provincie Alicante en de gemeenten Alborache en Turís in de provincie Valencia (Comunidad Valenciana)), EE, F (Corsica), IRL (met uitzondering van de stad Galway), I (Abruzzo, Basilicata, Calabria, Campania, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza), Lazio, Liguria, Lombardia (met uitzondering van de provincies Mantova, Milano, Sondrio en Varese), Marche, Molise, Piemonte (met uitzondering van de gemeenten Busca, Centallo en Tarantasca in de provincie Cuneo), Puglia, Sardinia, Sicilia, Toscana, Umbria, Valle d'Aosta, Veneto (met uitzondering van de provincies Rovigo en Venezia, de gemeenten Barbona, Boara Pisani, Castelbaldo, Masi, Piacenza d'Adige, S. Urbano en Vescovana in de provincie Padova en het gebied ten zuiden van autoweg A4 in de provincie Verona)), LV, LT (met uitzondering van de gemeenten Babtai en Kėdainiai (district Kaunas)), P, SI (met uitzondering van de regio's Gorenjska, Koroška, Maribor en Notranjska, en de gemeenten Lendava en Renče-Vogrsko (ten zuiden van autoweg H4)), SK (met uitzondering van het district Dunajská Streda, Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Dvory nad Žitavou (district Nové Zámky), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov)), FI, UK (Noord-Ierland: met uitzondering van de townlands Ballinran Upper, Carrigenagh Upper, Ballinran en Carrigenagh in County Down, en het kiesgebied Dunmurry Cross in Belfast, County Antrim; het eiland Man en de Kanaaleilanden)”;

b)

in punt 2 wordt de tekst in de rechterkolom vervangen door:

„E (met uitzondering van de autonome gemeenschappen Andalucia, Aragón, Castilla la Mancha, Castilla y León, Extremadura, de autonome gemeenschap Madrid, Murcia, Navarra en La Rioja, de provincie Guipuzcoa (Baskenland), de comarcas Garrigues, Noguera, Pla d'Urgell, Segrià en Urgell in de provincie Lleida (Communidad autónoma de Catalunya), de comarcas L'Alt Vinalopó en El Vinalopó Mitjà in de provincie Alicante en de gemeenten Alborache en Turís in de provincie Valencia (Comunidad Valenciana)), EE, F (Corsica), IRL (met uitzondering van de stad Galway), I (Abruzzo, Basilicata, Calabria, Campania, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza), Lazio, Liguria, Lombardia (met uitzondering van de provincies Mantova, Milano, Sondrio en Varese), Marche, Molise, Piemonte (met uitzondering van de gemeenten Busca, Centallo en Tarantasca in de provincie Cuneo), Puglia, Sardinia, Sicilia, Toscana, Umbria, Valle d'Aosta, Veneto (met uitzondering van de provincies Rovigo en Venezia, de gemeenten Barbona, Boara Pisani, Castelbaldo, Masi, Piacenza d'Adige, S. Urbano en Vescovana in de provincie Padova en het gebied ten zuiden van autoweg A4 in de provincie Verona)), LV, LT (met uitzondering van de gemeenten Babtai en Kėdainiai (district Kaunas)), P, SI (met uitzondering van de regio's Gorenjska, Koroška, Maribor en Notranjska, en de gemeenten Lendava en Renče-Vogrsko (ten zuiden van autoweg H4)), SK (met uitzondering van het district Dunajská Streda, Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Dvory nad Žitavou (district Nové Zámky), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov)), FI, UK (Noord-Ierland: met uitzondering van de townlands Ballinran Upper, Carrigenagh Upper, Ballinran en Carrigenagh in County Down, en het kiesgebied Dunmurry Cross in Belfast, County Antrim; het eiland Man en de Kanaaleilanden)”.

4.

Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel A wordt als volgt gewijzigd:

i)

rubriek I wordt als volgt gewijzigd:

in punt 2 wordt de tekst in de rechterkolom vervangen door:

„Het verpakkingsmateriaal van hout moet:

gemaakt zijn van hout dat van bast ontdaan is, zoals gespecificeerd in bijlage I bij Internationale Norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen inzake „Regulation of wood packaging material in international trade” (Reglementering inzake verpakkingsmateriaal van hout in het internationale handelsverkeer);

onderworpen zijn aan één van de goedgekeurde behandelingen die zijn vastgesteld in bijlage I bij die internationale norm; en

voorzien zijn van een merkteken dat is vastgesteld in bijlage II bij die internationale norm, ten bewijze dat het verpakkingsmateriaal van hout een goedgekeurde fytosanitaire behandeling overeenkomstig die norm heeft ondergaan.”;

in punt 5 wordt de tekst in de linkerkolom vervangen door:

„Hout van Platanus L., met uitzondering van hout in de vorm van:

plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, schaafsel, resten en afval;

verpakkingsmateriaal van hout in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zending hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout;

doch met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit Armenië, de Verenigde Staten van Amerika of Zwitserland.”;

na punt 7.3 worden de volgende punten ingevoegd:

„7.4.

Al dan niet onder de GN-codes in bijlage V, deel B, vermeld hout van Amelanchier Medik., Aronia Medik., Cotoneaster Medik., Crataegus L., Cydonia Mill., Malus Mill., Prunus L., Pyracantha M. Roem., Pyrus L. en Sorbus L., met uitzondering van hout in de vorm van:

plakjes, spanen, zaagsel en schaafsel, geheel of gedeeltelijk van deze planten verkregen;

verpakkingsmateriaal van hout in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, stuwmateriaal (al dan niet gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen), met uitzondering van stuwmateriaal ter ondersteuning van zendingen hout dat van hetzelfde type hout is gefabriceerd als dat van de zendingen hout, dezelfde kwaliteit heeft, en aan dezelfde fytosanitaire voorschriften van de Unie voldoet als de zending hout;

doch met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit Canada en de Verenigde Staten.

Officiële verklaring dat het hout:

a)

van oorsprong is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Saperda candida Fabricius, en dat in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld;

of

b)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 aaneengesloten minuten door het hele profiel van het hout heeft ondergaan, die in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten moet worden vermeld;

of

c)

een passende ioniserende bestraling heeft ondergaan waarbij een minimale geabsorbeerde dosis van 1 kGy in heel het hout is bereikt, die in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten moet worden vermeld.

7.5.

Al dan niet onder de GN-codes in bijlage V, deel B, vermeld hout in de vorm van plakjes of spanen dat geheel of gedeeltelijk is verkregen van Amelanchier Medik., Aronia Medik., Cotoneaster Medik., Crataegus L., Cydonia Mill., Malus Mill., Prunus L., Pyracantha M. Roem., Pyrus L. en Sorbus L., van oorsprong uit Canada en de Verenigde Staten.

Officiële verklaring dat het hout:

a)

van oorsprong is uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Saperda candida Fabricius, en dat in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld;

of

b)

is verwerkt tot stukken met een dikte en breedte van maximaal 2,5 cm;

of

c)

een adequate warmtebehandeling bij een minimumtemperatuur van 56 °C gedurende ten minste 30 minuten door het hele profiel van de plakjes en spanen heeft ondergaan, die in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten moet worden vermeld.”;

in punt 14 wordt de tekst in de rechterkolom vervangen door:

„Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 11.4, bedoelde planten, een officiële verklaring dat sedert het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus op de plaats van productie of in de onmiddellijke omgeving daarvan geen symptomen van „Candidatus Phytoplasma ulmi” zijn waargenomen”;

na punt 14 wordt het volgende punt ingevoegd:

„14.1.

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van enten, stekken, planten in weefselcultuur, pollen en zaden, van Amelanchier Medik., Aronia Medik., Cotoneaster Medik., Crataegus L., Cydonia Mill., Malus Mill., Prunus L., Pyracantha M. Roem., Pyrus L. en Sorbus L., van oorsprong in Canada en de Verenigde Staten

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage III, deel A, punten 9 en 18, bijlage III, deel B, punten 1 en 2, of bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 17, 19.1, 19.2, 20, 22.1, 22.2, 23.1 en 23.2, bedoelde planten, indien van toepassing, een officiële verklaring dat de planten:

a)

permanent zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Saperda candida Fabricius, en dat in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld;

of

b)

gedurende een periode van ten minste twee jaar vóór de uitvoer zijn geteeld of, wat planten jonger dan twee jaar betreft, permanent zijn geteeld in een overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij van Saperda candida Fabricius bevonden plaats van productie:

i)

die is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong;

en

ii)

die jaarlijks op daartoe geschikte tijdstippen aan twee officiële controles inzake tekenen van Saperda candida Fabricius is onderworpen;

en

iii)

waar de planten zijn geteeld op een terrein:

dat volledig fysiek is beschermd tegen het binnenbrengen van Saperda candida Fabricius;

of

waar passende preventieve behandelingen worden toegepast en dat is omgeven door een bufferzone met een breedte van minstens 500 m waar de afwezigheid van Saperda candida Fabricius is bevestigd door jaarlijks op daartoe geschikte tijdstippen uitgevoerde officiële onderzoeken;

en

iv)

onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoer zijn de planten, en in het bijzonder de stengels van de planten, grondig onderzocht op de aanwezigheid van Saperda candida Fabricius, in voorkomend geval met inbegrip van een destructieve bemonstering.”;

punt 16.2 wordt vervangen door:

„16.2.

Vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf., Microcitrus Swingle, Naringi Adans., Swinglea Merr. en de hybriden daarvan, van oorsprong uit derde landen

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 16.1, 16.3, 16.4, 16.5 en 16.6, bedoelde vruchten, een officiële verklaring dat:

a)

de vruchten van oorsprong zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen als vrij van Xanthomonas citri pv. citri en Xanthomonas citri pv. aurantifolii is erkend, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld;

of

b)

de vruchten van oorsprong zijn uit een gebied dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong vrij is bevonden van Xanthomonas citri pv. citri en Xanthomonas citri pv. aurantifolii, en dat in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld;

of

c)

de vruchten van oorsprong zijn uit een plaats van productie die door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Xanthomonas citri pv. citri en Xanthomonas citri pv. aurantifolii, en die in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld;

of

d)

de productielocatie en de onmiddellijke omgeving daarvan aan geschikte behandelingen en teeltpraktijken ter bestrijding van Xanthomonas citri pv. citri en Xanthomonas citri pv. aurantifolii, worden onderworpen;

en

de vruchten zijn onderworpen aan een behandeling met natriumorthofenyl-fenolaat of aan een andere doeltreffende behandeling die in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten wordt vermeld, op voorwaarde dat de behandelingsmethode door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld;

en

uit officiële controles die op daartoe geschikte tijdstippen vóór de uitvoer zijn verricht, is gebleken dat de vruchten vrij zijn van symptomen van Xanthomonas citri pv. citri en Xanthomonas citri pv. aurantifolii;

en

gegevens in verband met de traceerbaarheid in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten zijn opgenomen;

of

e)

in het geval van voor industriële verwerking bestemde vruchten: uit officiële controles vóór de uitvoer is gebleken dat de vruchten vrij zijn van symptomen van Xanthomonas citri pv. citri en Xanthomonas citri pv. aurantifolii;

en

de productielocatie en de onmiddellijke omgeving daarvan aan geschikte behandelingen en teeltpraktijken ter bestrijding van Xanthomonas citri pv. citri en Xanthomonas citri pv. aurantifolii, worden onderworpen;

en

het verkeer, de opslag en de verwerking plaatsvinden onder omstandigheden die overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure zijn goedgekeurd;

en

de vruchten zijn vervoerd in afzonderlijke verpakkingen met een etiket met daarop een traceerbaarheidscode en de vermelding dat de vruchten voor industriële verwerking bestemd zijn;

en

gegevens in verband met de traceerbaarheid in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten zijn opgenomen.”;

punt 16.3 wordt vervangen door:

„16.3.

Vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en de hybriden daarvan, van oorsprong uit derde landen

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 16.1, 16.2, 16.4 en 16.5, bedoelde vruchten, een officiële verklaring dat:

a)

de vruchten van oorsprong zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen als vrij van Cercospora angolensis Carv. et Mendes is erkend, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld;

of

b)

de vruchten van oorsprong zijn uit een gebied dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen als vrij van Cercospora angolensis Carv. et Mendes is erkend, en dat in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld;

of

c)

sedert het begin van de laatste vegetatiecyclus in de productielocatie en in de onmiddellijke omgeving daarvan geen symptomen van Cercospora angolensis Carv. et Mendes zijn waargenomen, en bij adequaat officieel onderzoek geen van de in de productielocatie geoogste vruchten symptomen van dit organisme heeft vertoond.”;

punt 16.4 wordt vervangen door:

„16.4.

Vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en de hybriden daarvan, met uitzondering van vruchten van Citrus aurantium L. en Citrus latifolia Tanaka, van oorsprong uit derde landen

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 16.1, 16.2, 16.3, 16.5 en 16.6, bedoelde vruchten, een officiële verklaring dat:

a)

de vruchten van oorsprong zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen als vrij van Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa is erkend, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld;

of

b)

de vruchten van oorsprong zijn uit een gebied dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong vrij is bevonden van Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa, en dat in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld;

of

c)

de vruchten van oorsprong zijn uit een plaats van productie die door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa, en die in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld;

en

de vruchten vrij van symptomen van Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa zijn bevonden op basis van een officiële controle van een representatief monster zoals gedefinieerd overeenkomstig internationale normen;

of

d)

de vruchten afkomstig zijn van een productielocatie die aan geschikte behandelingen en teeltmaatregelen ter bestrijding van Phyllosticta citricarpa (McAlpine) van der Aa wordt onderworpen;

en

sedert het begin van de laatste vegetatiecyclus tijdens het groeiseizoen officiële controles zijn uitgevoerd op de productielocatie en dat bij de vruchten geen symptomen van Phyllosticta citricarpa (McAlpine) van der Aa zijn vastgesteld;

en

de geoogste vruchten van die productielocatie vrij van symptomen van Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa zijn bevonden tijdens een officiële controle vóór de uitvoer van een representatief monster zoals gedefinieerd overeenkomstig internationale normen;

en

gegevens in verband met de traceerbaarheid in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten zijn opgenomen;

of

e)

in het geval van voor industriële verwerking bestemde vruchten: de vruchten vóór de uitvoer vrij van symptomen van Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa zijn bevonden tijdens een officiële controle van een representatief monster zoals gedefinieerd overeenkomstig internationale normen;

en

een verklaring dat de vruchten van oorsprong zijn van een productielocatie die op het daartoe geschikte tijdstip aan geschikte behandelingen tegen Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa is onderworpen, wordt in de in artikel 13, lid 1, onder ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” opgenomen;

en

het verkeer, de opslag en de verwerking plaatsvinden onder omstandigheden die overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure zijn goedgekeurd;

en

de vruchten zijn vervoerd in afzonderlijke verpakkingen met een etiket met daarop een traceerbaarheidscode en de vermelding dat de vruchten voor industriële verwerking bestemd zijn;

en

gegevens in verband met de traceerbaarheid in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten zijn opgenomen.”;

na punt 16.5 wordt het volgende punt ingevoegd:

„16.6.

Vruchten van Capsicum (L.), Citrus L., met uitzondering van Citrus limon (L.) Osbeck. en Citrus aurantiifolia (Christm.) Swingle, Prunus persica (L.) Batsch en Punica granatum L., van oorsprong uit landen van het Afrikaanse continent, Kaapverdië, Sint-Helena, Madagaskar, Réunion, Mauritius en Israël

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 16.1, 16.2, 16.3, 16.4, 16.5 en 36.3, bedoelde vruchten, een officiële verklaring dat de vruchten:

a)

van oorsprong zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen als vrij van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) is erkend;

of

b)

van oorsprong zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick), en dat in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld;

of

c)

van oorsprong zijn uit een plaats van productie die door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick), en gegevens over de traceerbaarheid zijn in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten opgenomen;

en

op daartoe geschikte tijdstippen tijdens het groeiseizoen zijn officiële controles, met inbegrip van een visuele inspectie van representatieve monsters vruchten, uitgevoerd op de plaats van productie, die vrij van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) is gebleken;

of

d)

zijn onderworpen aan een doeltreffende koudebehandeling om te verzekeren dat zij vrij van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) zijn of aan een andere doeltreffende behandeling om te verzekeren dat zij vrij van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick) zijn, en de gegevens van de behandeling moeten in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten worden vermeld, op voorwaarde dat de behandelingsmethode door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land op voorhand schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld.”;

punt 18.2 wordt vervangen door:

„18.2.

Planten van Casimiroa La Llave, Choisya Kunth, Clausena Burm. f., Murraya J. Koenig ex L., Vepris Comm, Zanthoxylum L., met uitzondering van vruchten en zaden, van oorsprong uit derde landen

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 18.1 en 18.3, bedoelde planten, een officiële verklaring dat:

a)

de planten van oorsprong zijn uit een land waarvan bekend is dat Trioza erytreae Del Guercio er niet voorkomt;

of

b)

de planten van oorsprong zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Trioza erytreae Del Guercio, en dat is vermeld in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring”;

of

c)

de planten zijn geteeld in een plaats van productie die is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong,

en

waar de planten op een terrein staan dat volledig fysiek beschermd is tegen het binnenbrengen van Trioza erytreae Del Guercio,

en

waar gedurende de laatste volledige vegetatiecyclus vóór het in het verkeer brengen op daartoe geschikte tijdstippen twee officiële controles zijn uitgevoerd waarbij op dat terrein en in het omliggende gebied met een breedte van minstens 200 m geen tekenen van Trioza erytreae Del Guercio zijn waargenomen.”;

na punt 18.3 wordt het volgende punt ingevoegd:

„18.4.

Planten van Microcitrus Swingle, Naringi Adans. en Swinglea Merr., met uitzondering van vruchten en zaden, van oorsprong uit derde landen

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 18.1, 18.2 en 18.3, bedoelde planten, een officiële verklaring dat de planten:

a)

van oorsprong zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen als vrij van Xanthomonas citri pv. citri en Xanthomonas citri pv. aurantifolii is erkend, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld;

of

b)

van oorsprong zijn uit een gebied dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen door de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong vrij is bevonden van Xanthomonas citri pv. citri en Xanthomonas citri pv. aurantifolii, en dat in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld, op voorwaarde dat deze ziektevrije status door de nationale plantenziektekundige dienst van het betrokken derde land schriftelijk aan de Commissie is meegedeeld.”;

in punt 19.2 wordt in de linkerkolom „Xanthomonas campestris pv. pruni (Smith) Dye” vervangen door „Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.”;

na punt 25.7 worden de volgende punten ingevoegd:

„25.7.1.

Planten van Solanum lycopersicum L. en Solanum melongena L., met uitzondering van vruchten en zaden

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage III, deel A, punt 13, en bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 25.5, 25.6, 25.7, 28.1 en 45.3, bedoelde planten, een officiële verklaring dat de planten:

a)

van oorsprong zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen als vrij van Keiferia lycopersicella (Walsingham) is erkend;

of

b)

van oorsprong zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Keiferia lycopersicella (Walsingham), en dat in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld.

25.7.2.

Vruchten van Solanum lycopersicum L. en Solanum melongena L.

Officiële verklaring dat de vruchten:

a)

van oorsprong zijn uit een land dat overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen als vrij van Keiferia lycopersicella (Walsingham) is erkend;

of

b)

van oorsprong zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Keiferia lycopersicella (Walsingham), en dat in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld;

of

c)

van oorsprong zijn uit een plaats van productie die door de nationale plantenziektekundige dienst in het land van oorsprong op basis van officiële controles en onderzoeken die in de laatste drie maanden vóór de uitvoer zijn verricht, vrij is bevonden van Keiferia lycopersicella (Walsingham), en die in de in artikel 13, lid 1, punt ii), bedoelde certificaten onder de rubriek „Aanvullende verklaring” is vermeld.”;

niet van toepassing op de Nederlandse versie;

ii)

rubriek II wordt als volgt gewijzigd:

na punt 8 wordt het volgende punt ingevoegd:

„8.1.

Planten van Ulmus L., bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden

Officiële verklaring dat sedert het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus op de plaats van productie of in de onmiddellijke omgeving daarvan geen symptomen van „Candidatus Phytoplasma ulmi” zijn waargenomen”;

punt 10.1 wordt vervangen door:

„10.1.

Planten van Citrus L., Choisya Kunth, Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en de hybriden daarvan, en Casimiroa La Llave, Clausena Burm f., Murraya J. Koenig ex L., Vepris Comm. en Zanthoxylum L., met uitzondering van vruchten en zaden

Officiële verklaring dat de planten:

a)

van oorsprong zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Trioza erytreae Del Guercio;

of

b)

zijn geteeld in een plaats van productie die is geregistreerd door en onder toezicht staat van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van oorsprong,

en

waar de planten op een terrein staan dat volledig fysiek beschermd is tegen het binnenbrengen van Trioza erytreae Del Guercio,

en

waar gedurende de laatste volledige vegetatiecyclus vóór het in het verkeer brengen op daartoe geschikte tijdstippen twee officiële controles zijn uitgevoerd waarbij op dat terrein en in het omliggende gebied met een breedte van minstens 200 m geen tekenen van Trioza erytreae Del Guercio zijn waargenomen”;

in punt 12 wordt in de rechterkolom „Xanthomonas campestris pv. pruni (Smith) Dye” vervangen door „Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.”;

b)

deel B wordt als volgt gewijzigd:

i)

in punt 6.4 wordt de tekst in de derde kolom vervangen door:

„IRL, UK”;

ii)

in punt 12.1 wordt de tekst in de derde kolom vervangen door:

„IRL, UK”;

iii)

na punt 16 wordt het volgende punt 16.1 ingevoegd:

„16.1.

Planten van Pinus L., bestemd voor opplant, met uitzondering van vruchten en zaden

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage III, deel A, punt 1, bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 8.1, 8.2, 9 en 10, bijlage IV, deel A, rubriek II, punten 4 en 5, of bijlage IV, deel B, punten 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 16, bedoelde planten, een officiële verklaring dat:

a)

de planten permanent zijn geteeld op een plaats van productie in een land waar Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller voor zover bekend niet voorkomt;

of

b)

de planten permanent zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller;

of

c)

de planten zijn geproduceerd in kwekerijen die samen met hun omgeving op basis van op daartoe geschikte tijdstippen uitgevoerde officiële controles en officiële onderzoeken vrij zijn verklaard van Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller;

of

d)

de planten permanent zijn geteeld op een terrein dat volledig fysiek beschermd is tegen het binnenbrengen van Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller en dat zij op daartoe geschikte tijdstippen zijn gecontroleerd en vrij zijn bevonden van Thaumetopoea pityocampa Denis & Schiffermüller.;

UK”;

iv)

in punt 20.3 wordt de tekst in de derde kolom vervangen door:

„FI, LV, P (Açores), SI, SK”;

v)

na punt 20.3 worden de volgende punten ingevoegd:

„20.4.

Planten met wortels, opgeplant of bestemd voor opplant, geteeld in de koude grond

Er wordt aangetoond dat de planten van oorsprong zijn van een perceel dat bekend staat als zijnde vrij van Globodera rostochiensis (Wollenweber) Behrens.

P (Açores)

20.5.

Planten van Prunus L., bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage III, deel A, punten 9 en 18, bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 19.2, 23.1 en 23.2, of bijlage IV, deel A, rubriek II, punten 12 en 16, bedoelde planten, een officiële verklaring dat:

a)

de planten permanent zijn geteeld op een plaats van productie in een land waar Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. voor zover bekend niet voorkomt;

of

b)

de planten permanent zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al.;

of

c)

de planten in rechte lijn voortkomen van moederplanten die tijdens de laatste volledige vegetatiecyclus geen symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. hebben vertoond,

en

sedert het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus op de planten op de plaats van productie geen symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. zijn waargenomen;

of

d)

voor planten van Prunus laurocerasus L. en Prunus lusitanica L. waarvan uit de verpakking of op enige andere wijze blijkt dat zij bestemd zijn voor directe verkoop aan eindverbruikers die zich niet beroepshalve bezighouden met de productie van planten: sedert het begin van het laatste volledige groeiseizoen op de planten op de plaats van productie geen symptomen van Xanthomonas arboricola pv. pruni (Smith) Vauterin et al. zijn waargenomen.

UK”;

vi)

in punt 21 wordt de tekst in de derde kolom vervangen door:

„E (met uitzondering van de autonome gemeenschappen Andalucia, Aragón, Castilla la Mancha, Castilla y León, Extremadura, de autonome gemeenschap Madrid, Murcia, Navarra en La Rioja, de provincie Guipuzcoa (Baskenland), de comarcas Garrigues, Noguera, Pla d'Urgell, Segrià en Urgell in de provincie Lleida (Communidad autónoma de Catalunya), de comarcas L'Alt Vinalopó en El Vinalopó Mitjà in de provincie Alicante en de gemeenten Alborache en Turís in de provincie Valencia (Comunidad Valenciana)), EE, F (Corsica), IRL (met uitzondering van de stad Galway), I (Abruzzo, Basilicata, Calabria, Campania, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza), Lazio, Liguria, Lombardia (met uitzondering van de provincies Mantova, Milano, Sondrio en Varese), Marche, Molise, Piemonte (met uitzondering van de gemeenten Busca, Centallo en Tarantasca in de provincie Cuneo), Puglia, Sardinia, Sicilia, Toscana, Umbria, Valle d'Aosta, Veneto (met uitzondering van de provincies Rovigo en Venezia, de gemeenten Barbona, Boara Pisani, Castelbaldo, Masi, Piacenza d'Adige, S. Urbano en Vescovana in de provincie Padova en het gebied ten zuiden van autoweg A4 in de provincie Verona)), LV, LT (met uitzondering van de gemeenten Babtai en Kėdainiai (district Kaunas)), P, SI (met uitzondering van de regio's Gorenjska, Koroška, Maribor en Notranjska, en de gemeenten Lendava en Renče-Vogrsko (ten zuiden van autoweg H4)), SK (met uitzondering van het district Dunajská Streda, Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Dvory nad Žitavou (district Nové Zámky), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov)), FI, UK (Noord-Ierland: met uitzondering van de townlands Ballinran Upper, Carrigenagh Upper, Ballinran en Carrigenagh in County Down, en het kiesgebied Dunmurry Cross in Belfast, County Antrim; het eiland Man en de Kanaaleilanden)”;

vii)

in punt 21.1 wordt de tekst in de tweede kolom vervangen door:

„Onverminderd het verbod in bijlage III, deel A, punt 15, op het binnenbrengen van planten van Vitis L., met uitzondering van vruchten, uit derde landen (behalve Zwitserland) in de Unie, een officiële verklaring dat de planten:

a)

van oorsprong zijn uit de in de rechterkolom genoemde beschermde gebieden;

of

b)

zijn onderworpen aan een geschikte behandeling om te verzekeren dat zij vrij zijn van Daktulosphaira vitifoliae (Fitch) volgens een specificatie die overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure is goedgekeurd.”;

viii)

in punt 21.3 wordt de tekst in de derde kolom vervangen door:

„E (met uitzondering van de autonome gemeenschappen Andalucia, Aragón, Castilla la Mancha, Castilla y León, Extremadura, de autonome gemeenschap Madrid, Murcia, Navarra en La Rioja, de provincie Guipuzcoa (Baskenland), de comarcas Garrigues, Noguera, Pla d'Urgell, Segrià en Urgell in de provincie Lleida (Communidad autónoma de Catalunya), de comarcas L'Alt Vinalopó en El Vinalopó Mitjà in de provincie Alicante en de gemeenten Alborache en Turís in de provincie Valencia (Comunidad Valenciana)), EE, F (Corsica), IRL (met uitzondering van de stad Galway), I (Abruzzo, Basilicata, Calabria, Campania, Emilia-Romagna (de provincies Parma en Piacenza), Lazio, Liguria, Lombardia (met uitzondering van de provincies Mantova, Milano, Sondrio en Varese), Marche, Molise, Piemonte (met uitzondering van de gemeenten Busca, Centallo en Tarantasca in de provincie Cuneo), Puglia, Sardinia, Sicilia, Toscana, Umbria, Valle d'Aosta, Veneto (met uitzondering van de provincies Rovigo en Venezia, de gemeenten Barbona, Boara Pisani, Castelbaldo, Masi, Piacenza d'Adige, S. Urbano en Vescovana in de provincie Padova en het gebied ten zuiden van autoweg A4 in de provincie Verona)), LV, LT (met uitzondering van de gemeenten Babtai en Kėdainiai (district Kaunas)), P, SI (met uitzondering van de regio's Gorenjska, Koroška, Maribor en Notranjska, en de gemeenten Lendava en Renče-Vogrsko (ten zuiden van autoweg H4)), SK (met uitzondering van het district Dunajská Streda, Hronovce en Hronské Kľačany (district Levice), Dvory nad Žitavou (district Nové Zámky), Málinec (district Poltár), Hrhov (district Rožňava), Veľké Ripňany (district Topoľčany), Kazimír, Luhyňa, Malý Horeš, Svätuše en Zatín (district Trebišov)), FI, UK (Noord-Ierland: met uitzondering van de townlands Ballinran Upper, Carrigenagh Upper, Ballinran en Carrigenagh in County Down, en het kiesgebied Dunmurry Cross in Belfast, County Antrim; het eiland Man en de Kanaaleilanden)”;

ix)

na punt 21.3 worden de volgende punten ingevoegd:

„21.4.

Planten van Palmae, bestemd voor opplant, met een stamdiameter aan de voet van meer dan 5 cm en behorend tot de volgende geslachten: Brahea Mart., Butia Becc., Chamaerops L., Jubaea Kunth, Livistona R. Br., Phoenix L., Sabal Adans., Syagrus Mart., Trachycarpus H. Wendl., Trithrinax Mart., Washingtonia Raf.

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage III, deel A, punt 17, bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 37 en 37.1, of bijlage IV, deel A, rubriek II, punt 19.1, bedoelde planten, een officiële verklaring dat de planten:

a)

permanent zijn geteeld op een plaats van productie in een land waarvan bekend is dat Paysandisia archon (Burmeister) er niet voorkomt;

of

b)

permanent zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Paysandisia archon (Burmeister);

of

c)

gedurende een periode van ten minste twee jaar vóór de uitvoer of het in het verkeer brengen zijn geteeld in een plaats van productie:

die is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong,

en

waar de planten op een terrein stonden dat volledig fysiek beschermd is tegen het binnenbrengen van Paysandisia archon (Burmeister),

en

waar bij drie officiële controles die elk jaar op daartoe geschikte tijdstippen, waaronder onmiddellijk vóór de planten deze plaats van productie verlaten, worden uitgevoerd geen tekenen van Paysandisia archon (Burmeister) zijn waargenomen.

IRL, MT, UK

21.5.

Planten van Palmae, bestemd voor opplant, met een stamdiameter aan de voet van meer dan 5 cm en behorend tot de volgende taxa: Areca catechu L., Arenga pinnata (Wurmb) Merr., Bismarckia Hildebr. & H. Wendl., Borassus flabellifer L., Brahea armata S. Watson, Brahea edulis H. Wendl., Butia capitata (Mart.) Becc., Calamus merrillii Becc., Caryota maxima Blume, Caryota cumingii Lodd. ex Mart., Chamaerops humilis L., Cocos nucifera L., Copernicia Mart., Corypha utan Lam., Elaeis guineensis Jacq., Howea forsteriana Becc., Jubaea chilensis (Molina) Baill., Livistona australis C. Martius, Livistona decora (W. Bull) Dowe, Livistona rotundifolia (Lam.) Mart., Metroxylon sagu Rottb., Phoenix canariensis Chabaud, Phoenix dactylifera L., Phoenix reclinata Jacq., Phoenix roebelenii O'Brien, Phoenix sylvestris (L.) Roxb., Phoenix theophrasti Greuter, Pritchardia Seem. & H. Wendl., Ravenea rivularis Jum. & H. Perrier, Roystonea regia (Kunth) O.F. Cook, Sabal palmetto (Walter) Lodd. ex Schult. & Schult. f., Syagrus romanzoffiana (Cham.) Glassman, Trachycarpus fortunei (Hook.) H. Wendl. en Washingtonia Raf.

Onverminderd de bepalingen die gelden voor de in bijlage III, deel A, punt 17, bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 37 en 37.1, of bijlage IV, deel A, rubriek II, punt 19.1, bedoelde planten, een officiële verklaring dat de planten:

a)

permanent zijn geteeld op een plaats van productie in een land waarvan bekend is dat Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) er niet voorkomt;

of

b)

permanent zijn geteeld in een gebied dat door de nationale plantenziektekundige dienst overeenkomstig de desbetreffende internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier);

of

c)

gedurende een periode van ten minste twee jaar vóór de uitvoer of het in het verkeer brengen zijn geteeld in een plaats van productie:

die is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenziektekundige dienst van het land van oorsprong,

en

waar de planten op een terrein stonden dat volledig fysiek beschermd is tegen het binnenbrengen van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier),

en

waar bij drie officiële controles die elk jaar op daartoe geschikte tijdstippen, waaronder onmiddellijk vóór de planten deze plaats van productie verlaten, worden uitgevoerd geen tekenen van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) zijn waargenomen.

IRL, P (Açores), UK”;

x)

in de punten 24.1 en 24.2 wordt de tekst in de derde kolom vervangen door:

„IRL, P (Açores, Beira Interior, Beira Litoral, Entre Douro e Minho en Trás-os-Montes), UK, S, FI”;

xi)

punt 24.3 wordt vervangen door:

„24.3.

Planten van Begonia L. bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden, knollen en stengelknollen, en planten van Dipladenia A.DC., Ficus L., Hibiscus L., Mandevilla Lindl. en Nerium oleander L. bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden

Onverminderd de eisen die gelden voor de in bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 45.1, bedoelde planten, indien van toepassing, een officiële verklaring dat:

a)

de planten van oorsprong zijn uit een gebied dat bekend staat als zijnde vrij van Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties);

of

b)

op de plaats van productie bij officiële controles die in de negen weken voordat de planten in de handel zijn gebracht ten minste eens in de drie weken zijn verricht, geen tekenen zijn waargenomen van Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties);

of

c)

in gevallen waarin Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties) op de plaats van productie is aangetroffen: de op de plaats van productie gehouden of geteelde planten adequaat zijn behandeld om te verzekeren dat zij vrij zijn van Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties) en deze plaats van productie vervolgens, na passende maatregelen voor de uitroeiing van Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties), vrij is bevonden van Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties), zowel bij officiële controles die gedurende de drie weken voordat de planten die plaats van productie hebben verlaten, wekelijks zijn verricht, als bij bewakingsprocedures gedurende heel die periode;

of

d)

voor planten waarvan uit de verpakking of uit de ontwikkeling van de bloem of op enige andere wijze blijkt dat zij bestemd zijn voor directe verkoop aan eindverbruikers die zich niet beroepshalve bezighouden met de productie van planten: de planten onmiddellijk voorafgaand aan het in het verkeer brengen ervan officieel gecontroleerd zijn en vrij zijn bevonden van Bemisia tabaci Genn. (Europese populaties).

IRL, P (Açores, Beira Interior, Beira Litoral, Entre Douro e Minho en Trás-os-Montes), UK, S, FI”;

xii)

in punt 33 wordt de tekst in de derde kolom vervangen door:

„IRL, UK”.

5.

Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel A wordt als volgt gewijzigd:

i)

rubriek I wordt als volgt gewijzigd:

punt 1.4 wordt vervangen door:

„1.4.

Planten van Choisya Kunth, Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en de hybriden daarvan, en Casimiroa La Llave, Clausena Burm. f., Murraya J. Koenig ex L., Vepris Comm., Zanthoxylum L. en Vitis L., met uitzondering van vruchten en zaden.”;

in punt 1.7 wordt de tabel in punt b) vervangen door:

„GN-code

Omschrijving

4401 12 00

Brandhout van ander hout dan naaldhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

4401 22 00

Ander hout dan naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

4401 40 90

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel), niet geperst

ex 4403 12 00

Ander hout dan naaldhout, onbewerkt, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

ex 4403 99 00

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout, eik (Quercus spp.), beukenhout (Fagus spp.), berkenhout (Betula spp.), populieren- en espenhout (Populus spp.) of eucalyptus (Eucalyptus spp.)), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

ex 4404 20 00

Gekloofde staken van ander hout dan naaldhout; palen en stokken van ander hout dan naaldhout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd

ex 4407 99

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout, eik (Quercus spp.), beuk (Fagus spp.), hout van esdoorn (Acer spp.), hout van kers (Prunus spp.), hout van es (Fraxinus spp.), berkenhout (Betula spp.) of populieren- en espenhout (Populus spp.)), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm”;

punt 2.1 wordt vervangen door:

„2.1.

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden, van de geslachten Abies Mill., Apium graveolens L., Argyranthemum spp., Asparagus officinalis L., Aster spp., Brassica spp., Castanea Mill., Cucumis spp., Dendranthema (DC.) Des Moul., Dianthus L. en hybriden daarvan, Exacum spp., Fragaria L., Gerbera Cass., Gypsophila L., alle rassen Nieuw-Guinea-hybriden van Impatiens L., Lactuca spp., Larix Mill., Leucanthemum L., Lupinus L., Pelargonium l'Hérit. ex Ait., Picea A. Dietr., Pinus L., Platanus L., Populus L., Prunus laurocerasus L., Prunus lusitanica L., Pseudotsuga Carr., Quercus L., Rubus L., Spinacia L., Tanacetum L., Tsuga Carr., Ulmus L., Verbena L. en andere planten van kruidachtige soorten, met uitzondering van planten van de familie Gramineae, bestemd voor opplant, en met uitzondering van bollen, stengelknollen, wortelstokken, zaden en knollen.”;

ii)

rubriek II wordt als volgt gewijzigd:

punt 1.2 wordt vervangen door:

„1.2.

Voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden, van Beta vulgaris L., Platanus L., Populus L., Prunus L., Quercus spp., met uitzondering van Quercus suber, en Ulmus L.”;

na punt 1.3 wordt het volgende punt ingevoegd:

„1.3.1.

Planten van Palmae, bestemd voor opplant, met een stamdiameter aan de voet van meer dan 5 cm en behorend tot de volgende taxa: Areca catechu L., Arenga pinnata (Wurmb) Merr., Bismarckia Hildebr. & H. Wendl., Borassus flabellifer L., Brahea Mart., Butia Becc., Calamus merrillii Becc., Caryota maxima Blume, Caryota cumingii Lodd. ex Mart., Chamaerops L., Cocos nucifera L., Copernicia Mart., Corypha utan Lam., Elaeis guineensis Jacq., Howea forsteriana Becc., Jubaea Kunth, Livistona R. Br., Metroxylon sagu Rottb., Phoenix L., Pritchardia Seem. & H. Wendl., Ravenea rivularis Jum. & H. Perrier, Roystonea regia (Kunth) O.F. Cook, Sabal Adans., Syagrus Mart., Trachycarpus H. Wendl., Trithrinax Mart., Washingtonia Raf.”;

in punt 1.10 wordt de tabel in punt b) vervangen door:

„GN-code

Omschrijving

4401 11 00

Brandhout van naaldhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

4401 12 00

Brandhout van ander hout dan naaldhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

4401 21 00

Naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

4401 22 00

Ander hout dan naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

4401 40 90

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel), niet geperst

ex 4403 11 00

Naaldhout, onbewerkt, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

ex 4403 12 00

Ander hout dan naaldhout, onbewerkt, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

ex 4403 21

Dennenhout (Pinus spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 22 00

Dennenhout (Pinus spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, anders dan met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 23

Zilverspar (Abies spp.) en sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 24 00

Zilverspar (Abies spp.) en sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, anders dan met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 25

Ander naaldhout dan dennenhout (Pinus spp.), zilverspar (Abies spp.) of sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 26 00

Ander naaldhout dan dennenhout (Pinus spp.), zilverspar (Abies spp.) of sparhout(Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, anders dan met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 99 00

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout, eik (Quercus spp.), beukenhout (Fagus spp.), berkenhout (Betula spp.), populieren- en espenhout (Populus spp.) of eucalyptus (Eucalyptus spp.)), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

ex 4404

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd

4406

Houten dwarsliggers en wisselhouten

ex 4407

Naaldhout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

ex 4407 99

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout, eik (Quercus spp.), beuk (Fagus spp.), hout van esdoorn (Acer spp.), hout van kers (Prunus spp.), hout van es (Fraxinus spp.), berkenhout (Betula spp.) of populieren- en espenhout (Populus spp.)), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm”;

punt 2.1 wordt vervangen door:

„2.1.

Planten van Begonia L. bestemd voor opplant, met uitzondering van stengelknollen, zaden en knollen, en planten van Dipladenia A.DC., Euphorbia pulcherrima Willd., Ficus L., Hibiscus L., Mandevilla Lindl. en Nerium oleander L. bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden.”;

b)

deel B wordt als volgt gewijzigd:

i)

rubriek I wordt als volgt gewijzigd:

in punt 1 wordt „Zea mais L.” vervangen door „Zea mays L.”;

in punt 2, tiende streepje, wordt „Amiris P. Browne” vervangen door „Amyris P. Browne”;

punt 3 wordt als volgt gewijzigd:

het eerste streepje wordt vervangen door:

„—

Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf., Microcitrus Swingle, Naringi Adans., Swinglea Merr. en de hybriden daarvan, en Momordica L., Solanum lycopersicum L. en Solanum melongena L.”;

het volgende streepje wordt toegevoegd:

„—

Punica granatum L. van oorsprong uit landen van het Afrikaanse continent, Kaapverdië, Sint-Helena, Madagaskar, Réunion, Mauritius en Israël”;

punt 6 wordt als volgt gewijzigd:

in punt a) wordt het volgende streepje toegevoegd:

„—

Amelanchier Medik., Aronia Medik., Cotoneaster Medik., Crataegus L., Cydonia Mill., Malus Mill., Prunus L., Pyracantha M. Roem., Pyrus L. en Sorbus L., met inbegrip van hout dat zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, met uitzondering van zaagsel en schaafsel, van oorsprong uit Canada of de Verenigde Staten;”;

de tabel in punt b) wordt vervangen door:

„GN-code

Omschrijving

4401 11 00

Brandhout van naaldhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

4401 12 00

Brandhout van ander hout dan naaldhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

4401 21 00

Naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

4401 22 00

Ander hout dan naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

4401 40 10

Zaagsel, niet geperst

4401 40 90

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel), niet geperst

ex 4403 11 00

Naaldhout, onbewerkt, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

ex 4403 12 00

Ander hout dan naaldhout, onbewerkt, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

ex 4403 21

Dennenhout (Pinus spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 22 00

Dennenhout (Pinus spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, anders dan met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 23

Zilverspar (Abies spp.) en sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 24 00

Zilverspar (Abies spp.) en sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, anders dan met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 25

Ander naaldhout dan dennenhout (Pinus spp.), zilverspar (Abies spp.) of sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 26 00

Ander naaldhout dan dennenhout (Pinus spp.), zilverspar (Abies spp.) of sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, anders dan met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

4403 91 00

Eik (Quercus spp.), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

4403 95

Berkenhout (Betula spp.), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

4403 96 00

Berkenhout (Betula spp.), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, anders dan met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

4403 97 00

Populieren- en espenhout (Populus spp.), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

ex 4403 99 00

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout, eik (Quercus spp.), beukenhout (Fagus spp.), berkenhout (Betula spp.), populieren- en espenhout (Populus spp.) of eucalyptus (Eucalyptus spp.)), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

ex 4404

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd

4406

Houten dwarsliggers en wisselhouten

ex 4407

Naaldhout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

4407 91

Eik (Quercus spp.), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

ex 4407 93

Hout van Acer saccharum Marsh, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

4407 94

Hout van kers (Prunus spp.), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

4407 95

Hout van es (Fraxinus spp.), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

4407 96

Berkenhout (Betula spp.), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

4407 97

Populieren- en espenhout (Populus spp.), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

ex 4407 99

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout, eik (Quercus spp.), beuk (Fagus spp.), hout van esdoorn (Acer spp.), hout van kers (Prunus spp.), hout van es (Fraxinus spp.), berkenhout (Betula spp.) of populieren- en espenhout (Populus spp.)), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

4408 10

Fineerplaten van naaldhout (die verkregen door het snijden van gelaagd hout daaronder begrepen), platen van naaldhout voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout of voor op dergelijke wijze gelaagd hout, alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd, met verbinding aan de randen of in de lengte verbonden, met een dikte van niet meer dan 6 mm

4416 00 00

Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, alsmede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen

9406 10 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout”;

ii)

rubriek II wordt als volgt gewijzigd:

in punt 7 wordt de tabel in punt b) vervangen door:

„GN-code

Omschrijving

4401 11 00

Brandhout van naaldhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

4401 12 00

Brandhout van ander hout dan naaldhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke

4401 21 00

Naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

4401 22 00

Ander hout dan naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes

4401 40 90

Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel), niet geperst

ex 4403 11 00

Naaldhout, onbewerkt, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

ex 4403 12 00

Ander hout dan naaldhout, onbewerkt, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd

ex 4403 21

Dennenhout (Pinus spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 22 00

Dennenhout (Pinus spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, anders dan met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 23

Zilverspar (Abies spp.) en sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 24 00

Zilverspar (Abies spp.) en sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, anders dan met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 25

Ander naaldhout dan dennenhout (Pinus spp.), zilverspar (Abies spp.) of sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 26 00

Ander naaldhout dan dennenhout (Pinus spp.), zilverspar (Abies spp.) of sparhout (Picea spp.), onbewerkt, niet ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, anders dan met een dwarsdoorsnede van 15 cm of meer

ex 4403 99 00

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout, eik (Quercus spp.), beukenhout (Fagus spp.), berkenhout (Betula spp.), populieren- en espenhout (Populus spp.) of eucalyptus (Eucalyptus spp.)), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen

ex 4404

Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd

4406

Houten dwarsliggers en wisselhouten

ex 4407

Naaldhout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

ex 4407 99

Ander hout dan naaldhout (met uitzondering van tropisch hout, eik (Quercus spp.), beuk (Fagus spp.), hout van esdoorn (Acer spp.), hout van kers (Prunus spp.), hout van es (Fraxinus spp.), berkenhout (Betula spp.) of populieren- en espenhout (Populus spp.)), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm

4415

Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpakkingsmiddelen van hout; kabelhaspels van hout; laadborden, laadkisten en andere laadplateaus van hout; opzetranden voor laadborden, van hout

9406 10 00

Geprefabriceerde bouwwerken van hout”