15.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 333/64


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/2334 VAN DE COMMISSIE

van 14 december 2017

tot verlenging van de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van creosoot voor gebruik in biociden van productsoort 8

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1), en met name artikel 14, lid 5,

Na raadpleging van het Permanent Comité voor biociden,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Creosoot is in bijlage I bij Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) opgenomen als werkzame stof die mag worden gebruikt in biociden voor productsoort 8, en wordt ingevolge artikel 86 van Verordening (EU) nr. 528/2012 geacht op grond van die verordening te zijn goedgekeurd, onder voorbehoud van de naleving van de in bijlage I bij die richtlijn vastgestelde specificaties en voorwaarden.

(2)

De goedkeuring van creosoot vervalt op 30 april 2018. Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is op 27 oktober 2016 een aanvraag ingediend voor de verlenging van de goedkeuring van deze werkzame stof.

(3)

Het Verenigd Koninkrijk, in zijn hoedanigheid van beoordelende bevoegde autoriteit, heeft de diensten van de Commissie er op 14 juli 2017 van in kennis gesteld dat een volledige beoordeling moet worden uitgevoerd. Overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is een periode van 365 dagen toegestaan voor het uitvoeren van een volledige beoordeling. Tijdens deze beoordeling kan de beoordelende bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 8, lid 2, van die verordening in voorkomend geval de aanvrager verzoeken voldoende gegevens te verstrekken om de beoordeling uit te voeren. In dat geval wordt de periode van 365 dagen geschorst; de schorsing mag niet langer duren dan 180 dagen, tenzij de aard van de gevraagde gegevens of uitzonderlijke omstandigheden dit rechtvaardigen.

(4)

Overeenkomstig artikel 14, lid 3, van die verordening stelt het Europees Agentschap voor chemische stoffen („het agentschap”) binnen 270 dagen na ontvangst van een aanbeveling van de beoordelende bevoegde autoriteit een advies op over de verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof en zendt dit toe aan de Commissie.

(5)

Omdat creosoot is ingedeeld als kankerverwekkende stof van categorie 1B en voldoet aan de criteria om krachtens bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (3) te worden aangemerkt als een persistente, bioaccumulerende en toxische stof (PBT) dan wel een zeer persistente en zeer bioaccumulerende stof (zPzB) (PBT of zPzB), voldoet het aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EU) nr. 528/2012 vastgestelde uitsluitingscriteria. Nader onderzoek is dan ook noodzakelijk om te bepalen of aan ten minste één van de voorwaarden van artikel 5, lid 2, eerste alinea, van die verordening is voldaan, en of de goedkeuring van creosoot dus mag worden verlengd.

(6)

De goedkeuring van creosoot zal dus om redenen buiten de invloed van de aanvrager waarschijnlijk vervallen voordat een besluit over de verlenging ervan is genomen. Daarom moet de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van creosoot met een zodanige termijn worden verlengd dat er voldoende tijd is om de aanvraag te behandelen. Gezien de termijn waarover de beoordelende bevoegde autoriteit beschikt voor de beoordeling en de termijn waarover het agentschap beschikt voor het opstellen en indienen van haar advies, en de tijd die nodig is om te beslissen of aan ten minste één van de voorwaarden van artikel 5, lid 2, eerste alinea, van die verordening is voldaan en of de goedkeuring van creosoot daarom mag worden verlengd, moet de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van creosoot tot en met 31 oktober 2020 worden verlengd.

(7)

Behalve wat de termijn voor het verstrijken van de goedkeuring betreft, moet de goedkeuring van creosoot blijven gelden, onder voorbehoud van de naleving van de specificaties en voorwaarden vastgesteld in bijlage I bij Richtlijn 98/8/EG,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De termijn voor het verstrijken van de goedkeuring van creosoot voor gebruik in biociden van productsoort 8 wordt verlengd tot en met 31 oktober 2020.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 14 december 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

(2)  Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).